Onderzoek naar verschil in strafzwaarte tussen rechters en publiek
Hoe meer kennis burgers hebben van het dossier in een strafzaak, hoe
lager de straf is die zij zouden opleggen. Dat blijkt uit onderzoek
dat is uitgevoerd in opdracht van de Raad voor de rechtspraak.
Aanleiding voor het onderzoek is het gegeven dat burgers doorgaans tot
een hogere straf komen dan rechters. Het Nederlands Studiecentrum voor
Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) in Leiden heeft onderzocht of
het verschil in strafoordeel veroorzaakt zou worden door het verschil
in kennis over de concrete misdaad. Verondersteld werd dat de
zogenaamde âpunitiviteitskloofâ zou verdwijnen als burgers alle
details van het misdrijf zouden kennen.
Experiment
De onderzoekers hebben de houdbaarheid van deze theorie getoetst aan
de hand van een experiment. Voor het onderzoek zijn volledige
strafdossiers over drie misdrijven - een zware mishandeling, een
lichte mishandeling en een woninginbraak - samengesteld. Deze zijn aan
een steekproef uit de Nederlandse bevolking voorgelegd en de burgers
is gevraagd een straf op te leggen. Ook is gevraagd naar de straf die
volgens hen de rechter zou geven in dat geval.
1. Aan een andere steekproef van burgers zijn korte krantenberichten
over dezelfde zaken voorgelegd met dezelfde vragen. De
strafoordelen van burgers zijn vervolgens vergeleken met de door
de rechters gegeven straffen op basis van dezelfde dossiers. Uit
het onderzoek komen twee belangrijke conclusies. Het strafoordeel
van burgers die de dossiers hebben gelezen, is milder dan het
oordeel van de krantenlezers. In twee van de drie zaken gaat van
het lezen van het volledige dossier een sterk matigend effect uit
op het strafoordeel. Aard en hoeveelheid informatie is dus van
belang voor het strafoordeel. Wel blijven burgers als zij over
dezelfde informatie beschikken strenger straffen dan rechters.
2. Burgers denken dat rechters zwaarder straffen dan dat zij
feitelijk doen. Naast een feitelijk verschil tussen rechters en
burgers in de strafmaat is er dus ook sprake van een onjuist beeld
van het oordeel van de rechters door burgers.
Verklaringen
De onderzoekers geven enkele mogelijke verklaringen voor het blijvende
verschil in straffen tussen burger en strafrechter. Zo zou de rechter
op basis van ervaring minder optimistisch gestemd zijn over de werking
van de straf. Ook zijn rechters zich meer bewust van de ingrijpende
gevolgen van hun oordeel voor de verdachte en hebben zij meer ervaring
in het toemeten van straffen dan leken. Daarnaast zijn rechters beter
op de hoogte van de jurisprudentie in soortgelijke misdrijven.
Kanttekeningen
Het onderzoek is gebaseerd op een schriftelijk dossier waarbij geen
sprake is van een echt onderzoek ter zitting. De onderzoekers wijzen
erop dat de confrontatie met de verdachte en andere betrokkenen van
invloed kan zijn op het oordeel van de rechter. Soms kan dat hun op
het schriftelijk dossier gebaseerde voorlopig oordeel beslissend
veranderen.
Reactie van de Rechtspraak
De Raad voor de rechtspraak spreekt zijn waardering uit voor de opzet
en de uitvoering van dit onderzoek. Het maakt duidelijk welk belang
zorgvuldige en gedetailleerde informatieverstrekking van de kant van
de Rechtspraak aan de burgers heeft. Het draagt bij aan een adequate
oordeelsvorming van de burgers. Dit alles onderstreept de betekenis
van de inspanningen die gericht zijn op zowel de kwaliteit(verhoging)
van de persvoorlichting als die van de motivering van het strafvonnis.
Onderzoek dat hier verder behulpzaam bij kan zijn, verdient volgens de
Raad de volle aandacht.
Het onderzoeksrapport is een deel uit de serie Research Memoranda van
de Raad voor de rechtspraak. Lees hier de volledige tekst van het
onderzoek Op de stoel van de rechter.
âOp de stoel van de rechterâ: Oordeelt het publiek net zo als de
strafrechter?
Jan W. De Keijser, Peter J. Van Koppen, Henk Elffers.
Den Haag: Raad voor de rechtspraak, Juli 2006. ISSN 1871-1650
(Research Memoranda, nr. 2, jaargang 2)
Bron: Raad voor de rechtspraak
Datum actualiteit: 13 september 2006
Gerechtelijke organisatie