Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : TRCJZ/2006/2876
datum : 13-09-2006
onderwerp : Handhaving van het verbod op de smokkel van exotische dieren in Nederland
bijlagen : 1

Geachte Voorzitter,

Naar aanleiding van de door het lid Van Velzen (SP) gestelde vragen, ingezonden op 13 juli 2006, over de handhaving van het verbod op de smokkel van exotische dieren in Nederland, kan ik u, mede namens de minister van Justitie, het volgende melden.


1
Kent u het artikel 'Grens tussen legale en illegale handel in dieren verdwijnt' 1 waarin de voorzitter van de Vereniging van Opvangcentra van Niet-gedomesticeerde Dieren (VOND) stelt dat de Nederlandse wet talloze kansen voor kwaadwillenden biedt en de controle op handel in gesmokkelde dieren ontbreekt?

Ja.


2
Deelt u de mening dat een effectieve en doelmatige handhaving van de CITES-regelgeving vastgelegd in de Flora- en Faunawet noodzakelijk is om het voortbestaan van verschillende planten- en dierensoorten veilig te stellen?

Ja.


3
Is het u bekend dat arme exporterende landen gemakkelijk papieren verschaffen waaruit blijkt dat dieren gekweekt zijn, terwijl ze in werkelijkheid in het wild gevangen zijn? Vindt u dat dit soort acties een ondermijning van het CITES-verdrag vormen en met grote prioriteit tegengegaan dienen te worden?

Ja, dit vormt een ondermijning van het CITES-verdrag en moet worden tegengegaan.


4
Herinnert u zich uw uitspraak over intensievere samenwerking met de Europese Unie en met de landen van oorsprong? 2 Kunt u aangeven op welke wijze er wordt samengewerkt met (exporterende) landen van oorsprong om het 'omkatten' tegen te gaan? Met welke landen heeft Nederland contact en welke concrete projecten zijn er van start gegaan? Hoe vaak heeft de Algemene Inspectiedienst (AID/ het functioneel parket de afgelopen twee jaar 'omgekatte' ladingen in beslag genomen?

Ik hecht inderdaad aan een intensievere samenwerking binnen de Europese Unie en met de landen van oorsprong. Daartoe biedt mijn departement onder meer ondersteuning in de vorm van capacity building projecten waarin bijvoorbeeld Estland, Tsjechië en Kroatië participeren. Verder biedt mijn departement ondersteuning, onder meer in het kader van internationale conferenties, om te komen tot duurzaam onderzoek, beheer en identificatie van soorten. Op Europees niveau is mijn departement initiator van een intensieve samenwerking met de nieuw toegetreden lidstaten. Dit is belangrijk omdat deze lidstaten als doorvoerland kunnen worden gebruikt voor illegale handel. De internationale samenwerking, zowel bilateraal als multilateraal, is derhalve breder van aard dan uitsluitend het tegengaan van 'omkatten'. Voor de aantallen inbeslaggenomen dieren verwijs ik naar vraag 5.


5
Is het u bekend dat er landen zijn die rommelen met hun CITES-exportquotum, zodat dieren die bijvoorbeeld in Kongo gevangen werden via Zuid-Afrika legaal worden uitgevoerd als exportquotum van Zuid-Afrika naar Nederland? Op welke wijze controleert de AID/ het functioneel parket of een lading ook daadwerkelijk uit het land van oorsprong komt dat op de papieren staat aangegeven? Hoe vaak heeft de AID/ het functioneel parket de afgelopen twee jaar ladingen met valse landen van oorsprong in beslag genomen? Bent u bereid om contact op te nemen met uw Zuid-Afrikaanse collega om dit misbruik van exportquota tegen te gaan?

Ja, dat is mij bekend. Hierop wordt gecontroleerd door de Dienst Regelingen (DR) van mijn departement. De procedure is als volgt. Alvorens een importvergunning wordt afgegeven, wordt door DR vastgesteld of exportdocumenten legaal zijn verstrekt. Bij twijfel wordt contact opgenomen met het land van uitvoer en worden de gegevens van bijvoorbeeld kweekcentra nagevraagd. Deze informatie wordt binnen de Europese Unie gedeeld met de betrokken bevoegde autoriteiten. Als daartoe aanleiding is, worden door de Europese Commissie of het CITES-secretariaat vervolgstappen ondernomen. De Europese Commissie kan bijvoorbeeld een (tijdelijk) importverbod instellen. Ook het CITES-secretariaat in Genève kan verdere maatregelen nemen, zoals het doen uitgaan van een officiële notificatie, het uitvoeren van een visitatie of, in het uiterste geval, het afkondigen van een (tijdelijk) mondiaal verbod op import uit het betrokken land. Landen kunnen vrijwillig een exportquotum instellen om de eigen uitvoer te beperken en te monitoren. Wanneer er gerede twijfel bestaat over de naleving van exportquota, wordt voordat een importvergunning wordt afgegeven, door DR contact gezocht met het CITES-secretariaat in Genève. Het CITES-secretariaat kan vervolgens overgaan tot het afkondigen van een (tijdelijk) mondiaal importverbod. Als om bovengenoemde reden geen importvergunning wordt afgegeven, zal de betrokken lading derhalve niet kunnen worden ingevoerd. Er wordt niet bijgehouden hoe vaak om deze reden een importvergunning wordt geweigerd of dieren in beslag worden genomen. Wel beschik ik over cijfers van het totale aantal beschermde in- en uitheemse dieren en planten die in beslag genomen zijn, onder andere op het gebied van CITES-regelgeving. Ik voeg dit overzicht als bijlage bij deze brief. Dit overzicht heb ik ook verstrekt naar aanleiding van de vragen van de leden Duyvendak en Van Gent (beiden GroenLinks), ingezonden op 13 juli 2006.


6
Is het u bekend dat een Officier van Justitie, die verantwoordelijk was voor een inbeslagname van gesmokkelde dieren, grenzen had gesteld aan de aantallen in beslag te nemen dieren waardoor er minder dieren in beslag werden genomen dan nodig was? Waarom wordt er met dergelijke maximale hoeveelheden gewerkt? Deelt u de mening dat gedeeltelijke inbeslagname voor een smokkelaar nog steeds bijzonder lucratief kan zijn? Zo ja, bent u bereid er voor te zorgen dat de AID/het functioneel parket alle aangetroffen gesmokkelde dieren in beslag neemt? Kunt u toelichten wat het logistiek probleem bij inbeslagname en plaatsing in de tijdelijke opvang is waarover de AID woordvoerder in genoemd artikel spreekt?

Door het Openbaar Ministerie (OM) wordt geen grens gesteld aan het aantal zaken dat betrekking heeft op gevallen van illegale handel in beschermde diersoorten, noch aan het aantal dieren dat daarbij in beslag wordt genomen. In geval wordt geconstateerd dat beschermde dier- en plantensoorten Nederland worden binnengebracht zonder dat daarvoor een invoervergunning aanwezig is, worden de betrokken dieren en planten altijd in beslag genomen. Indien door de Algemene Inspectiedienst (AID), politie of douane een proces-verbaal wordt opgemaakt van illegale handel in beschermde diersoorten, dan wordt deze in behandeling genomen door het Functioneel Parket. Vanwege het aantal inbeslaggenomen dieren kan het voorkomen dat de dieren van één inbeslagname over verschillende opvangadressen worden verdeeld. Dit is logistiek niet altijd eenvoudig, maar leidt nooit tot het weigeren van dieren.


7
Is het juist dat er bij Justitie informeel een quotum is op het aantal rechtszaken dat gevoerd wordt tegen CITES-overtreders? Waarom bestaat er een dergelijk informeel quotum? Deelt u de mening dat, als bekend is wanneer dat quotum is overschreden, dit smokkelaars in de hand werkt?

Dit is onjuist. Er is geen sprake van een informeel quotum op het aantal rechtszaken dat wordt gevoerd tegen CITES-overtreders.


8
Is het u bekend dat de handel in gesmokkelde exoten in toenemende mate via internet gebeurt? Hoeveel steekt de AID/ de Nationale Recherche in het opsporen van deze internethandel? Hoe vaak zijn er de afgelopen twee jaar dieren in beslag genomen die via internet verhandeld werden?

Ja. De AID doet ook hier actief onderzoek naar. Websites worden gecontroleerd op geplaatste advertenties en, indien er sprake is van illegale handel, worden de advertenties van de website gehaald. Dit gebeurt circa 15 tot 20 keer per week. Bovendien vindt zo mogelijk nader opsporingsonderzoek plaats.
In 2005 is nader onderzoek ingesteld naar aanleiding van 144 advertenties. Dit heeft in zeven gevallen geleid tot een proces-verbaal en inbeslagname en in vijf gevallen tot een waarschuwing.
In 2006 is (tot nu toe) nader onderzoek ingesteld naar aanleiding van 65 advertenties. Dit heeft in twee gevallen geleid tot een proces-verbaal en inbeslagname en in vijf gevallen tot een waarschuwing. Een aantal onderzoeken loopt nog.


9
Deelt u de mening dat handelaren en particulieren die betrapt worden op het smokkelen van illegale exoten een houdverbod voor alle dieren opgelegd zouden moeten krijgen? Zo nee, waarom niet?

Een vergelijkbaar voorstel is eerder gedaan in het kader van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Zoals de minister van Justitie destijds ook bij de beantwoording op 22 maart 2005 (aanhangsel Handelingen II 2004/2005, nr. 1225) van vragen van de leden Griffith en Snijder-Hazelhoff over dierenmishandeling heeft medegedeeld, is tijdens de behandeling van het wetsvoorstel herijking strafmaxima een amendement ingediend dat ertoe strekte om bij veroordeling voor dierenmishandeling en dierenverwaarlozing in de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren de bijkomende straf op te nemen van ontzetting van het recht op het houden van dieren voor de duur van ten hoogste één jaar. In reactie daarop heeft de minister van Justitie u bij brief van 25 juni 2004 (kamerstukken II 2003-2004, 28484, nr. 43, blz. 3) laten weten dat een verbod op het houden van dieren reeds kan worden opgelegd in de vorm van een bijzondere voorwaarde bij een geheel of ten dele voorwaardelijke veroordeling. Dat is in zoverre effectiever, dat tegen een beslissing tot het alsnog ten uitvoer leggen van het voorwaardelijke gedeelte van de straf geen rechtsmiddel openstaat, terwijl bij het overtreden van het zelfstandige verbod op het houden van dieren opnieuw vervolging zou moeten worden ingesteld voor het nieuwe feit, waarvoor vervolgens tot in hoogste instantie zou kunnen worden geprocedeerd. Het ingediende amendement is uiteindelijk door uw Kamer verworpen. Voor een zelfstandig verbod op het houden van dieren zie ik in het kader van de Flora- en faunawet, om gelijke redenen, evenmin aanleiding. Echter, voor de meest kwetsbare dier- en plantensoorten is op grond van de Flora- en faunawet eveneens een bezitsontheffing nodig. Deze bezitsontheffing wordt niet verstrekt, indien de aanvrager is veroordeeld of een transactie heeft geaccepteerd wegens overtreding van de Flora- en faunawet of de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.


10
Deelt u de mening dat boetes voor het smokkelen van dieren een afschrikwekkende functie dienen te hebben? Worden smokkelaars in de regel niet of amper veroordeeld tot het betalen van op zijn minst de totale kosten van de opvang van deze dieren? Bent u bereid om de Flora- en Faunawet zo aan te passen dat de eigenaar van een in beslag genomen dier veroordeeld kan worden tot het betalen van de opvang van het dier voor de totale levensverwachting van het dier, zodat het uiteindelijk niet opnieuw in een handelcircuit terecht komt? Zo neen, bent u bereid via een handreiking er op te wijzen dat het geboden is de mogelijkheden die de Flora- en Faunawet biedt om opvangkosten te kunnen verhalen op de eigenaar maximaal te benutten?

Ja. De kosten van opvang kunnen krachtens artikel 112 van de Flora- en faunawet verhaald worden op de handelaar. Een aanpassing van de wet is daarvoor niet nodig. Ik zal samen met het OM onderzoeken hoe het beleid inzake de toepassing van deze bevoegdheid verder kan worden aangescherpt.


11
Is er een nieuwe criminaliteitsbeeldanalyse opgesteld naar de netwerken van smokkel met exoten? Bent u bereid om die, zoals in het verleden altijd gebeurde, met de Kamer te delen, desnoods op vertrouwelijke basis? Zo neen, waarom niet?

In 2005 is door de Dienst Nationale Recherche Informatie van het Korps Landelijke Politiediensten een tactische analyse voor CITES-criminaliteit opgesteld. Deze analyse bevat vertrouwelijke informatie en is bedoeld voor opsporingsdoeleinden. Derhalve kan ik de analyse niet met uw Kamer delen. Dit is overigens in het verleden ook nooit gebeurd.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman


1 Nederlands Dagblad, 10 juli 2006

2 Brief van 7 juli 2006 aan Tweede Kamer, kenmerk LNV0600415 Bijlagen
Aantallen inbeslaggenomen dieren en planten