Bijlage 1
Gehanteerde begrippen in het Handhavingsprogramma 2007-2010
Toezicht Het verzamelen van de informatie over de vraag of een handeling of
zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen
van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan
interveniëren.
Nalevingstoezicht Toezicht op het naleven door burgers en bedrijven van aan hen in
de regelgeving opgelegde verplichtingen.
Uitvoeringstoezicht Toezicht op de uitvoering van publieke taken door zelfstandige
organisaties (zelfstandige bestuursorganen, rechtspersonen met een
wettelijke taak en stichtingen).
Interbestuurlijk toezicht Toezicht op de uitvoering van publieke taken door decentrale
bestuursorganen.
Naleving Het nakomen van een wettelijke verplichting door de burgers of
organisaties waarop de verplichting rust.
Overtreding Niet, niet behoorlijk of niet tijdig nakomen van een wettelijke
verplichting door de burgers of organisaties waarop de verplichting
rust.
Nalevingsniveau Mate waarin een wettelijke verplichting wordt nagekomen door de
burgers of organisaties waarop de verplichting rust.
Handhaving Actie(s) van een bestuursorgaan ter verhoging van het nalevings-
niveau van een in de regelgeving opgelegde verplichting.
Preventie Het voorkómen van overtredingen.
Controle Nagaan of een burger of een privaatrechtelijke organisatie een
wettelijke verplichting nakomt. Bij controle wordt onderscheid
gemaakt tussen administratieve controle van gegevens en fysieke
controles.
Opsporing Door of onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie
verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens waarmee
juridisch toereikend uitsluitsel kan worden bereikt over de juistheid
van een gerezen vermoeden van een strafbaar feit.
Afdoening Formeel afronden van de bestuursrechtelijke of strafrechtelijke
behandeling van een geconstateerde overtreding door de daarvoor
noodzakelijke besluiten te nemen en te effectueren
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid