Gemeenten willen ruimte voor armoedebestrijding
Vng
Gemeenten willen ruimte voor armoedebestrijding
Uit het onderzoek 'Inventarisatie armoedebeleid G27' blijkt dat gemeenten royaal hun
verantwoordelijkheid ten aanzien van armoedebestrijding nemen. Belangrijke conclusie uit
het onderzoek is dan ook dat de meeste gemeenten in 2005 veel meer geld aan
armoedebestrijding hebben uitgegeven dan zij van het Rijk hebben ontvangen via het
zogenaamde fictieve budget bijzondere bijstand. Toch wil de VNG dat gemeenten nog meer
mogelijkheden krijgen om de armoede te bestrijden.
Gemeenten moeten in staat gesteld worden de armoede te bestrijden door maatwerk te kunnen
leveren voor kwetsbare groepen in de samenleving. Daarom pleit de VNG al geruime tijd
voor:
- Verhoging van de bijstandsuitkeringen, waardoor de koopkracht van de minima wordt
verbeterd,
- Herinvoering van de categoriale bijzondere bijstand, om minima effectief te
ondersteunen. Het niet-gebruik van regelingen kan hierdoor effectief worden tegengegaan.
- Aanpassing van de Wet werk en bijstand om de langdurigheidstoeslag uit te breiden, zodat
iedereen die al vijf jaar of langer moet rondkomen van een minimuminkomen een toeslag
krijgt die zij hard nodig hebben. De VNG heeft hiervoor al in februari 2006 een
wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aangeboden. In dit voorstel wordt ook geregeld dat
gemeenten de toeslag voortaan automatisch kunnen toekennen in plaats van alleen op
aanvraag. Hierdoor zullen meer mensen die recht hebben op de toeslag deze daadwerkelijk
ontvangen.
De afgelopen jaren is het aantal huishoudens dat moeite heeft om rond te komen, sterk
gestegen. De armoedeproblematiek in Nederland staat dan ook hoog op de agenda voor de
komende landelijke verkiezingen. Gemeenten hebben een zorgplicht voor mensen in nood en
door de nabijheid zijn gemeenten in staat de problemen van mensen in nood te onderkennen
en hiervoor maatwerk te leveren. Gemeenten kunnen dat echter niet alleen. De VNG wil dat
gemeenten door het Rijk daadwerkelijk in staat worden gesteld hun zorgplicht naar hun
burgers beter waar te maken. Alleen op deze manier kan worden voorkomen dat in Nederland
de problematiek rondom armoede verder toeneemt.
Den Haag, 12 september 2006