MIN SZW: Toespraak staatssecretaris Van Hoof
Ministerie szw
http://www.minszw.nl
Nr. 2006/133
12 september 2006
Embargo:
12 september 2006 tot
19.00 uur
Van Hoof: minder ongelukken door minder regels en meer maatwerk
Meer verantwoordelijkheid voor werkgevers en werknemers, minder regels en meer maatwerk.
Die aanpak is de beste remedie tegen ongelukken en ziekte op het werk. Dat betoogde
staatssecretaris Van Hoof van Sociale zaken en Werkgelegenheid bij de internationale
conferentie WorkingonSafety.net in Zeewolde.
De staatssecretaris constateerde dat er in de loop der jaren tal van regels zijn opgesteld
om de veiligheid en de gezondheid op de werkvloer te bevorderen, zonder dat dit het aantal
ongelukken echt deed afnemen, terwijl het aantal klachten van werkgevers over de
hoeveelheid regels steeg. Regels moeten functioneel zijn, effectief en gericht op de
situatie ter plekke. Omdat werkgevers en werknemers daarop het beste zicht hebben geven
we hen de ruimte om die regels zelf uit te werken. Dat levert maatwerk op, voorkomt
ergernis en vermindert klachten.
Van Hoof wees in dit verband onder meer op het succes van de Arboconvenanten; afspraken
tussen werkgevers en werknemers over terugdringing van arbeidsrisico's als fysieke
belasting, werkdruk, agressie, geluid etc. Uit de eerste resultaten blijkt dat het
ziekteverzuim in de convenantsectoren al met 22% is gedaald. In sectoren waarin geen
convenanten werden afgesloten bedroeg die daling 9%.
Ook het programma Versterking Arbeidsveiligheid toont veelbelovende resultaten, aldus Van
Hoof. Met name door werknemers via zogenaamde verbetertrajecten bewust te maken van
gevaren en risico's en door ervoor te zorgen dat zij hun gedrag veranderen. Bij een
betonproducent daalde het aantal ongelukken met 30% in één jaar door
workshops waarin gedrag centraal stond. Bij een chemisch bedrijf realiseerde men een
daling van 40% in twee jaar door werknemers aan te moedigen elkaar te observeren bij het
werk en elkaar te wijzen op gevaarlijke situaties.
Toespraak van staatssecretaris H. van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de
opening van de conferentie WorkingonSafety.net op 12 september 2006 in Zeewolde
Ik heet u van harte welkom bij de opening van dit congres. U bent uit alle delen van de
wereld samengekomen om te spreken over veiligheid en gezondheid op de werkvloer. Drie
dagen lang gaat u met elkaar in debat over de beste aanpak om ongevallen en ziekte op het
werk terug te dringen, kennis te vergaren, ideeën uit te wisselen en goede
praktijken. Het is een indrukwekkend programma geworden. Breed opgezet.
En terecht! Een veilige en gezonde werkplek verdient die aandacht.
'Een ongeval op het werk'. Soms hoor je ervan. En soms lees je erover in de krant. Meestal
in een klein berichtje, weggeduwd aan de zijkant. Dan ontgaat je al gauw dat er achter dat
klein berichtje een wereld van verdriet, zorgen en schade schuilgaat. Omdat zo'n ongeval
het leven van het slachtoffer volledig op zijn kop zet en hem in het ergste geval zelfs
soms het leven kost. Maar ook anderen diep raakt: familie, collega's, de werkgever. Er
zijn vaak ook grote kosten mee gemoeid. Bedrijfskosten en maatschappelijke kosten. Met
beroepsziekten is het niet anders.
Als je dat allemaal beseft kun je niet anders dan concluderen: ieder ongeval, iedere
beroepsziekte is er één te veel. Ik ben er van overtuigd dat u die
conclusie deelt. En dat het uw drijfveer is om alles op alles te zetten om ongevallen en
ziekte op de werkplek terug te dringen. Te zorgen voor een veilige en gezonde werkplek.
Hoe zorgen we daarvoor? Laat ik maar meteen stellen dat een veilige en gezonde werkplek
nooit via regels tot stand komt. Daar dachten we tot voor kort nog anders over. Maar de
feiten spreken een duidelijke taal: We hebben in de loop der jaren tal van regels
opgesteld om de veiligheid en gezondheid van werknemers op de werkvloer te bevorderen,
vaak zelfs tot in detail. Toch nam het aantal ongelukken op de werkplek niet af. Dat gold
ook voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. En het aantal klachten steeg. Van
werkgevers omdat zij door de hoeveelheid regels het zicht erop kwijt raakten. Ze te maken
kregen met regels die niet relevant waren voor hun bedrijf of branche, maar die wel veel
rompslomp met zich meebrachten. Die dus veel tijd en geld kostten, ergernis opwekten.
Onbekend, ondoorzichtig en overbodig dat was kortweg het oordeel van veel werkgevers over
veel arboregels. Die houding tast uiteindelijk het draagvlak voor een effectief
arbeidsomstandighedenbeleid aan.
We zijn dat dus anders gaan aanpakken.
In de eerste plaats leggen we meer verantwoordelijkheid bij de werkgevers en werknemers.
Dat is ook logisch. Werkgevers en werknemers zijn de eerstverantwoordelijken voor een
veilige en gezonde werkplek. Zij ondervinden direct de gevolgen als de veiligheid niet op
orde is en hebben dus het grootste belang bij goede arbeidsomstandigheden.
Ook andere argumenten pleiten voor een grotere betrokkenheid van werkgevers en werknemers
bij het bestrijden van bedrijfsongelukken en bedrijfsziekten. Want niemand heeft in
principe een beter zicht op de gevaren en risico's op de werkvloer dan zij. Toch blijkt
vaak dat men daarvoor een blinde vlek heeft. Door gewenning, routine of door de
misvatting dat risico's nu eenmaal bij het vak horen. Het is van groot belang om die
blinde vlek weg te nemen. Door werkgevers en werknemers bewust te maken van risico's op
het werk. Zodat zij alert worden op gevaren, hun gedrag veranderen en maatregelen treffen
om die risico's weg te nemen. Die bewustwording bereik je nooit door van boven af regels
op te leggen. Dat lukt wel als je werkgevers en werknemers zelf verantwoordelijk maakt,
hen inschakelt op de werkvloer.
Begrijp mij goed, ik zeg niet dat regels onbelangrijk zijn. Dat zijn ze niet. Maar regels
moeten functioneel zijn. Effectief en gericht op de situatie ter plekke. Dan geldt ook dat
werkgevers en werknemers daarop het beste zicht hebben. Daarom geven we hen de ruimte om
die regels zelf uit te werken. Dat levert maatwerk op. Voorkomt ergernis en vermindert de
lasten.
Samenvattend gaat het dus om meer verantwoordelijkheid, minder regels, meer maatwerk.
En dat werkt. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de arboconvenanten. Dat zijn afspraken
tussen werkgevers, werknemers op brancheniveau en de overheid over terugdringing van
arbeidsrisico's als fysieke belasting, werkdruk, blootstelling aan gevaarlijke stoffen,
agressie, geweld, geluid etc. Bij de arboconvenanten nemen werkgevers en werknemers dus
zelf hun verantwoordelijkheid. Stellen zij kwalitatieve en kwantitatieve doelen vast om
ongevallen, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid terug te dringen. De rol van de
overheid is ondersteunend en voorwaardenscheppend. Maar het zijn de werkgevers en
werknemers zelf die voor hun branches concrete doelen stellen, afspraken maken hoe deze
doelen te bereiken en middelen ter beschikking stellen.
En het levert resultaten op. Een concreet voorbeeld. In de papier- en kartonindustrie
vonden per 1000 werknemers 30 verzuimongevallen per jaar plaats. Drie maal zoveel als in
de gehele industriesector. Veel ongevallen gebeurden bij het interne transport van
loodzware rollen papier en bij storingen aan machines. Beveiligingsvoorzieningen en
procedurevoorschriften waren er volop. De oplossing voor het probleem bleek in dit geval
te liggen in een cultuurverandering op de werkvloer. Eerst werd onderzocht hoe de
ongelukken plaatsvonden. Vervolgens trainde men werknemers om de risico's te onderkennen
en te vermijden. Met succes: inmiddels is het aantal verzuimongelukken per 1000
werknemers gedaald van 30 naar 10.
Het is maar één voorbeeld uit de vele die ik zou kunnen noemen. Ik geef u in
plaats daarvan een aantal cijfers.
Er zijn 69 arboconvenanten afgesloten. Daarmee vallen 3,7 miljoen werknemers (53% van de
beroepsbevolking) onder de werking van een convenant. De sectoren investeerden ruim 200
miljoen euro. Uit de eerste resultaten blijkt dat het ziekteverzuim in deze sectoren al
met 22% is gedaald. Ter vergelijking: in sectoren waarin geen convenanten werden
afgesloten bedroeg die daling 9%.
Meer verantwoordelijkheid, minder regels en meer maatwerk. Daarom draait het ook in het
programma Versterking Arbeidsveiligheid. Doel van dat programma is dat individuele
bedrijven of groepen bedrijven zelf met een verbetertraject aan de slag gaan om
ongelukken in het bedrijf terug te dringen. Met een aanpak die toegesneden is op de eigen
problemen en de eigen cultuur. Maatwerk in optima forma!
Een succesvolle aanpak op bedrijfsniveau vraagt om voldoende kennis over de oorzaken van
ongelukken binnen een bedrijf. Pas dan kunnen werkgevers en werknemers doeltreffende
maatregelen treffen.
Een voorbeeld: er gebeuren veel ongelukken met vorkheftrucks. Uit onderzoek en analyse
blijkt dat niet de snelheid de voornaamste oorzaak is van veel ongelukken. In 97% van de
ongevallen bedroeg de snelheid niet meer dan 5 km per uur. De voornaamste oorzaak blijkt
dat de chauffeur het slachtoffer niet heeft gezien. Die wetenschap stelt bedrijven in
staat om gerichte actie te ondernemen om het aantal ongelukken terug te dringen. In dit
geval zijn dat geen snelheidsvoorschriften, maar trainingen om werknemers bewust te maken
van de risico's van het werken met vorkheftrucks.
Onderzoek wijst uit dat risicovol gedrag, onbekendheid met gevaren en onoplettendheid
belangrijke oorzaken zijn voor ongelukken binnen bedrijven. Hier valt dus winst te
boeken. Door werknemers bewust te maken van gevaren en risico's en door ervoor te zorgen
dat zij hun gedrag veranderen. De verbetertrajecten blijken daaraan een flinke bijdrage
te leveren. Bij een betonproducent daalde het aantal ongelukken met 30% in
één jaar door workshops waarin gedrag centraal stond. Bij een chemisch
bedrijf realiseerde men een daling van 40% in twee jaar door werknemers aan te moedigen
elkaar te observeren bij het werk en elkaar te wijzen op gevaarlijke situaties.
We hebben veel vertrouwen in het programma Versterking Arbeidsveiligheid. Daarom doen we
veel onderzoek naar de oorzaken van ongelukken. Daarom namen we 50% van de kosten van een
verbetertraject voor onze rekening. In ruil daarvoor willen we alleen de resultaten horen.
Om ze via het net te verspreiden zodat ook andere bedrijven daarvan kunnen profiteren.
Kennis delen, ervaringen uitwisselen dat is precies wat u drie dagen lang gaat doen.
Dat is dus uiterst belangrijk. Want daarmee kunnen werkgevers en werknemers aan de slag om
te zorgen voor een veilige en gezonde werkplek. Met een overheid die ondersteunt en
stimuleert.
In veel landen denkt men nog steeds dat regelgeving alleen het beste medicijn is tegen
ongelukken en ziekte op het werk. Ik zeg: daarmee red je het niet. Er moet meer gebeuren.
Meer verantwoordelijkheid voor werkgevers en werknemers. Minder regels en meer maatwerk.
Het werkt echt!
- LET OP EMBARGO -