Ingezonden persbericht


GGZ Nederland


Amersfoort, 11 september 2006

Samenwerking Bureau Jeugdzorg en jeugd-ggz kan nog beter!

Uit een onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg naar de samenwerking tussen Bureaus Jeugdzorg (BJZ) en geestelijke gezondheidszorg instellingen voor jeugdigen (jeugd-ggz) blijkt dat passende en snelle toegang naar de jeugd-ggz via BJZ nog niet helemaal goed verloopt. In de samenwerking tussen BJZ en de jeugd-ggz

is tussen 2002 en 2005 een verschuiving zichtbaar van 'gescheiden werelden' naar een positief ervaren samenwerking op de werkvloer.

GGZ Nederland ziet dit als een positieve ontwikkeling en constateert hieruit dat partijen naar elkaar toe groeien. Dat betekent dat de regierol van BJZ steeds duidelijker aan het worden is.

Deze conclusies staan in het vandaag verschenen rapport 'Toegang naar jeugd-ggz kan sneller en beter' van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Jeugdzorg.1

BJZ dient op grond van de Wet op de Jeugdzorg per 1 januari 2005 vanuit een onafhankelijke positie tot een indicatiebesluit te komen. Daartoe dienen werkprocessen tussen de BJZ en de jeugd-ggz naadloos in elkaar over te vloeien. Als dat niet gebeurt duurt de tijd van aanmelding bij BJZ tot start van de behandeling bij de GGZ veel te lang.

Uit het rapport volgt dat de toeleiding duidelijk beter moet en wel op zo'n kort mogelijke termijn. Wanneer het BJZ in samenspraak met de jeugd-ggz een globale indicatie stelt dan moet deze snel afgegeven worden. Indien een indicatiebesluit een langere doorlooptijd kent dan dient deze richtinggevend te zijn.

Het Protocol Indicatiestelling Jeugdigen met psychiatrische problematiek dat speciaal hiervoor is ontwikkeld en dezer dagen beschikbaar komt, kan nu ingevoerd worden. Alle partijen hebben hiervan grote verwachtingen.

Voor kinderen en jongeren met meervoudige problematiek bijvoorbeeld verslavingsproblemen, dakloosheid of ernstige gedragsproblemen, is een integrale indicatiestelling en casemanagement via BJZ van groot belang. De GGZ wil zich voor deze groep extra inspannen om te voorkomen dat deze jongeren in een neerwaartse spiraal belanden.

In 2006 en 2007 worden circa 8.500 kinderen en jeugdigen extra in behandeling genomen. De beschikbaarheid van jeugd-ggz zal verbeteren na signalen van psychische problemen in BJZ, op school en in de centra voor jeugdzorg. De jeugd-ggz zal de zorgprocessen doelmatiger organiseren en aanpassen op de instroom uit BJZ en de benodigde informatie aanleveren om de regiefunctie van BJZ mogelijk te maken.

Voor sommige doelgroepen is een coördinerende rol van BJZ minder relevant en kan worden volstaan met een lichtere vorm van afstemming en casemanagement.