Ministerie Tewerkstelling en Arbeid Belgie

Wijziging van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen

De wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen had tot doel:

* de verschillende bestaande wetgevingen op de sluiting van ondernemingen te coördineren;

* de verschillende voorstellen van de Nationale Arbeidsraad, geformuleerd in zijn adviezen nr. 916, 922, 1.164, 1.283 en 1.320, te integreren;

* deze regelgeving te actualiseren in het licht van de Faillissementswet van 8 augustus 1997 en de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord;

* juridische zekerheid te waarborgen niet alleen voor het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, voor de werkgevers en de werknemers, maar ook voor de instellingen van sociale zekerheid en de hoven en rechtbanken.

Ter herinnering, de wet van 26 juni 2002 is nog niet van toepassing. De datum van inwerkingtreding zal worden vastgelegd bij koninklijk besluit. Deze inwerkingtreding kan maar worden doorgevoerd voor zover gelijktijdig alle uitvoeringsmaatregelen bij koninklijk besluit worden aangenomen .

De wet van 26 juni 2002 werd onlangs gewijzigd bij de wet van 11 juli 2006 tot wijziging van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen (B.S. 24 augustus 2006, blz. 42074).

Deze wijziging heeft tot doel:

* enerzijds, de omzetting van de richtlijn 98/50/EG van de Raad van 29 juni 1998 tot wijziging van de richtlijn 77/187/EEG van de Raad van 14 februari 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van vestigingen af te werken - deze twee richtlijnen werden gecodificeerd door de richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 - (deze omzetting werd reeds voor een groot deel gerealiseerd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32quinquies van 13 maart 2002 van de Nationale Arbeidsraad),


* en, anderzijds, de richtlijn 2002/74/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van richtlijn 80/987/EEG van de Raad van 20 oktober 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever, om te zetten.

In het kader van de omzetting van de eerste richtlijn, moest de vraag naar de waarborg van het Sluitingsfonds voor schulden opzichtens de werknemers overgedragen in het kader van een gerechtelijk akkoord nog worden geregeld. Wat betreft de omzetting van de tweede richtlijn, moesten ook de voorwaarden tot tussenkomst van het Sluitingsfonds in grensoverschrijdende situaties worden bepaald.

De wijziging beoogt tevens de wet van 26 juni 2002 te vereenvoudigen en haar meer samenhangend te maken, door er de voorstellen tot wijziging gedaan door de Nationale Arbeidsraad in zijn adviezen nr.
1.513 van 4 mei 2005 en nr. 1.526 van 12 juli 2005 in te integreren.

Deze wijzigingen betreffen met name vragen gelieerd aan de problematiek van de overgang van onderneming krachtens overeenkomst en van het gerechtelijk akkoord opzichtens de wet van 26 juni 2002, alsook een aantal problemen gelieerd aan de toepassing van de wet:de wijze van berekening van het aantal werknemers voor de toepassingsdrempel, toekenningsvoorwaarden van de sluitingsvergoeding en de contractuele vergoedingen, betalingstermijn voor de tussenkomst van het Sluitingsfonds, de voorrechten,... .