Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van een advocaat die is
veroordeeld wegens beïnvloeding van getuigen
Achtergrond
Op 14 april 2004 heeft de rechtbank Roermond de verdachte, een
advocaat, veroordeeld tot 3 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en
een geldboete van â¬15.000,- wegens poging om een ander uit te lokken
tot beïnvloeding van een getuige, medeplegen van beïnvloeding van
een getuige en omkoping van een politieagent.
Het hof 's-Hertogenbosch heeft op 24 november 2004 in hoger beroep de
verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3
maanden en een geldboete van â¬10.000,- ter zake van poging om een
ander uit te lokken tot beïnvloeding van een getuige en medeplegen
van beïnvloeding van een getuige. De verdachte heeft zijn cliënt, de
heer R., verzocht om contact op te nemen met een getuige teneinde die
getuige te bewegen een voor R. gunstige verklaring af te leggen in de
strafzaak tegen R. Daarnaast heeft de verdachte samen met R.
geprobeerd een andere getuige zodanig te beïnvloeden dat zij zou
terugkomen op een eerdere door haar bij de rechter-commissaris
afgelegde verklaring die ongunstig was voor R.
Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
De verdachte heeft cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van het
hof. Namens de verdachte heeft mr. H.H.M. van Dijk, advocaat in
's-Hertogenbosch, onder meer geklaagd over het afluisteren van
telefoongesprekken van de verdachte met zijn cliënt R. en over de
bewijsvoering.
Advocaat-generaal mr. A.J.M. Machielse heeft in zijn conclusie van 14
maart 2006 de Hoge Raad geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak overwogen dat de
telefoongesprekken tussen een advocaat en zijn cliënt niet mogen
worden afgeluisterd wegens het verschoningsrecht van de advocaat. Dat
is alleen anders als de advocaat zelf als verdachte is aangemerkt. In
dat geval weegt de (redelijke) rdenking dat de advocaat zich schuldig
heeft gemaakt aan een strafbaar feit zwaarder dan zijn
verschoningsrecht. Dan zal dus wel mogen worden afgeluisterd. In deze
zaak heeft het hof kunnen oordelen dat sprake was van een redelijke
verdenking dat de verdachte probeerde getuigen in de strafzaak van
zijn cliënt te beïnvloeden. Telefoongesprekken tussen de verdachte
en zijn cliënt mochten dus worden afgeluisterd. De Hoge Raad heeft
verder overwogen dat ook sprake is van beïnvloeding van een getuige
als wordt geprobeerd om die getuige te laten terugkomen op een eerder
afgelegde verklaring zoals in deze zaak het geval was.
Gevolgen van deze uitspraak
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak het door de verdachte ingestelde
cassatieberoep verworpen. Dit heeft tot gevolg dat de beslissing van
het hof in stand blijft. Met deze uitspraak van de Hoge Raad is de
veroordeling van de verdachte definitief geworden.
Samenvatting van de griffier van de Hoge Raad (buiten
verantwoordelijkheid van de Hoge Raad)
Zie voor de volledige uitspraak (rolnr. 01468/05) van 12 september
2006.
LJ Nummer
AV6188
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 12 september 2006 Naar boven