LTO Noord


Grote schade door overzomerende ganzen
LTO Noord en Vechtvallei: nieuwe vergoedingsmethodiek gewenst

Utrecht, 12 september 2006. Het aantal overzomerende ganzen in Nederland blijft toenemen. Voor agrarische bedrijven, waar de ganzen in het groeiseizoen massaal foerageren, grijpt intensieve ganzenbegrazing diep in op de bedrijfsvoering. De huidige schadevergoedingsregeling van het Faunafonds is volstrekt ontoereikend om de gevolgen te compenseren. Dit concluderen LTO Noord (afdeling Gooi en Vechtstreek) en agrarische natuurvereniging Vechtvallei in het rapport Gevolgen van begrazing door overzomerende ganzen in de Vechtstreek - Resultaten van onderzoek op een melkveebedrijf. Vandaag overhandigde LTO Noord-voorzitter Heijkoop een exemplaar van het rapport aan de directeur Natuur van het ministerie van LNV, Raaphorst, tijdens een LNV-symposium over de problematiek van overzomerende ganzen.

Het onderzoek toont aan dat de ganzenvraat niet alleen leidt tot een lagere grasproductie (de basis voor de huidige vergoedingen), maar ook tot meer onbruikbaar gras bij maaien en beweiden, tot hogere arbeidskosten bij maaien en beweiden, tot hogere kosten voor graslandplanning en hoge kosten voor verjaging. In het onderzoek dat ten grondslag ligt aan het rapport is een melkveebedrijf in de Vechtstreek met veel ganzenschade in 2005 intensief gevolgd om de effecten van ganzenbegrazing op de bedrijfsvoering in beeld te brengen. Op het bedrijf waren de bedrijfseconomische nadelen 2 à 2,5 maal zo groot als de ontvangen schadevergoeding.

Overzomerende ganzen broeden vooral in natuurgebieden, maar foerageren vooral op landbouwgrond. In Nederland is de populatie tussen 1990 en 2005 minimaal vertwintigvoudigd. In het Naardermeer en de Vechtplassen neemt het aantal broedparen inmiddels licht af, maar bereikte het aantal foeragerende ganzen in 2006 een recordaantal van 2.450. Op het onderzochte bedrijf waren in de zomermaanden bijna permanent tussen de 400 en 700 ganzen aanwezig, die op een deel van de bedrijfsoppervlakte voor ernstige schade zorgden.

In de Faunabeheerplannen van de provincies Noord-Holland en Utrecht zijn afspraken gemaakt over populatiebeheersing. Deze zijn in Noord-Holland vooralsnog niet operationeel. Maar ook bij populatiebeheersing zal het gebied nog jarenlang met intensieve ganzenbegrazing te maken hebben. Daarom is een nieuwe vergoedingsmethodiek gewenst, die àlle effecten van ganzenbegrazing compenseert. Dat kan op korte termijn het eenvoudigst door de getaxeerde productiederving te vermenigvuldigen met een vaste omrekenfactor.

Het onderzoek is gefinancierd door LTO Noord, de provincie Noord-Holland en de drie terreinbeherende organisaties in die provincie.