Antwoorden op kamervragen van Omtzigt en Smilde over herverdeling van gelden
tussen zorgverzekeraars
Kamerstuk, 11-9-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z-K-U-2712268
11 september 2006
Antwoorden van minster Hoogervorst op de vragen van de Kamerleden
Omtzigt en Smilde (CDA) over herverdeling van gelden tussen
zorgverzekeraars (2050618140).
Vraag 1
Is het waar dat er tussen de EUR 250 miljoen en EUR 655 miljoen
herverdeeld moet worden tussen de zorgverzekeraars?
Antwoord 1
In juli 2006 heeft het CVZ zorgverzekeraars geïnformeerd over
financiële consequenties van een herziening van de ex-ante
vereveningsbijdrage 2006. Directe aanleiding van de herziening van de
ex-ante vereveningsbijdrage 2006 is het verzoek van verzekeraars om al
lopende het jaar de vereveningsbijdrage te herzien op basis van de
verzekerdenstanden per juni 2006. De ex-ante vereveningsbijdrage 2006
is namelijk in september 2005 vastgesteld op basis van verwachte
verzekerdenaantallen per verzekeraar voor 2006. Door de grote
verschuiving in verzekerdenportefeuilles tussen verzekeraars is het
evident dat de verzekerdenaantallen en samenstelling niet
corresponderen met de geraamde aantallen en samenstelling per
zorgverzekeraar. Door een herziene ex-ante vereveningsbijdrage 2006
worden zorgverzekeraars zo vroeg mogelijk geïnformeerd over de
verwachte vereveningsbijdrage 2006 zodat verzekeraars een zo goed
mogelijke inschatting kunnen maken van hun risicovereveningsresultaat
2006 ten behoeve van de premiecalculaties 2007. De herziening van de
ex-ante vereveningsbijdrage 2006 gebaseerd op de meest recente
gegevens over de aantallen verzekerden per zorgverzekeraar leidt tot
een herverdeling van de ex-ante vereveningsbijdragen van ongeveer 130
miljoen euro.
Bij de herziening van de ex-ante vereveningsbijdrage 2006 heeft CVZ
echter niet alleen rekening gehouden met de meest recente
verzekerdenaantallen en samenstelling per verzekeraar maar geeft CVZ
ook inzicht in de financiële gevolgen van drie andere aanpassingen.
Bovenop de genoemde 130 miljoen zou ten eerste 250 miljoen euro te
veel gegeven ex-ante vereveningsbijdrage als gevolg van een rekenfout
door CVZ moeten worden teruggehaald. Ten tweede 110 miljoen euro als
gevolg van een onderregistratie in gegevens van voormalig particuliere
verzekeraars.
Ten eerste kwam eind 2005 en begin 2006 aan het licht dat CVZ een fout
heeft gemaakt bij de bepaling van het aantal chronisch zieke
verzekerden op grond waarvan verzekeraars een extra
vereveningsbijdrage krijgen. Dit had tot gevolg dat een aantal
verzekeraars te weinig ex-ante vereveningsbijdrage 2006 hadden
gekregen. De betrokken verzekeraars zijn gecompenseerd voor deze fout
door een hogere ex-ante vereveningsbijdrage. Echter, de afslag voor
gezonde verzekerden is hierdoor te laag vastgesteld. Dit betekent dat
alle verzekeraars voor hun gezonde verzekerden in totaal ongeveer 250
miljoen euro te veel ex-ante vereveningsbijdrage hebben gekregen.
De bepaling van de ex-ante vereveningsbijdragen 2006 is gebaseerd op
gegevens van voormalige ziekenfondsen en particuliere verzekeraars. In
de loop van 2006 blijkt dat de aangeleverde gegevens van particuliere
verzekeraars niet volledig zijn geweest. Het CVZ heeft hiervoor in
september 2005 niet gecorrigeerd bij de vaststelling van de ex-ante
vereveningsbijdragen 2006. Deze onderregistratie heeft er toe geleid
dat voor voormalig particuliere verzekeraars er te weinig verzekerden
op grond waarvan verzekeraars via het criterium Farmaceutische
kostengroepen (FKG's) een extra vereveningsbijdrage krijgen, zijn
geraamd. Na overleg met verzekeraars heeft CVZ in juli de
onderregistratie op 10 procent geprikt (precieze onderregistratie is
niet bekend), zodat de ex-ante bijdragen naar verwachting beter zullen
aansluiten bij de gerealiseerde ex-post uitkomsten waar FKG's op
realisatiecijfers 2006 worden gebaseerd. Dit leidt er toe dat er
ongeveer 110 miljoen euro meer ex-ante vereveningsbijdrage wordt
uitgekeerd. Deze aanpassing van de ex-ante vereveningsbijdrage heeft
geen directe premieconsequenties.
Vraag 2
Zou dit aanleiding zijn tot herverdeling van vereveningsgelden? Zo ja,
welke problemen zijn te verwachten?
Antwoord 2
Bij vraag 1 heb ik uitvoerig aangegeven dat CVZ in juli verzekeraars
heeft geïnformeerd over de extra ex-ante vereveningsbijdrage 2006. CVZ
heeft in de informatie aan zorgverzekeraars ook aangegeven welke
consequenties de budgettair neutrale verwerking van deze extra
vereveningsbijdrage heeft. Om grote premieconsequenties te voorkomen
heb ik echter besloten om ten eerste het teveel aan ex-ante
vereveningsbijdrage van in totaal ongeveer 250 miljoen euro als gevolg
van een fout van het CVZ niet af te romen in 2006. Voor nadere
informatie verwijs ik u naar mijn antwoorden op vragen van mevrouw
Schippers.
In totaal betekent dit maximaal 240 miljoen euro zou moeten worden
herverdeeld volgens de bestaande ex-post compensatiemechanismen.
Verzekeraars zijn hiervan volledig op de hoogte en ik verwacht daarom
geen problemen.
Vraag 3
Op welke wijze gaat u ervoor zorgdragen dat de compensatie voor
chronisch zieken niet zal worden aangetast door deze herverdeling?
Antwoord 3
De budgettair neutrale herverdeling van de extra ex-ante
vereveningsbijdrage zal conform de Regeling zorgverzekering gebeuren.
De compensatie van chronisch zieken wordt hierdoor niet beïnvloed.
Vraag 4
Hoe verhoudt deze mogelijke herverdeling zich tot de belofte om
achteraf geen compensatie meer toe te passen?
Antwoord 4
Ik heb nooit de belofte gedaan om achteraf geen compensatie toe te
passen. De herverdeling vindt plaats volgens de in september 2005
vastgestelde ministeriële regeling.
Vraag 5
Welke stappen zult u ondernemen om ervoor te zorgen dat voor het
vereveningsmodel van 2007 geen herverdeling achteraf meer zal
plaatsvinden?
Antwoord 5
Ook het risicovereveningssysteem 2007 kent vanwege de nog steeds
bestaande onzekerheden en gegevensproblemen (bijvoorbeeld bij de
dbc's) een inzet van ex-post compensatiemechanismen. Ik heb hierover
op 31 augustus jongstleden met Zorgverzekeraars Nederland afspraken
gemaakt en heden u per brief geïnformeerd. Ik heb tevens met
Zorgverzekeraars Nederland afgesproken om dit najaar vast te leggen
langs welk tijdpad en onder welke voorwaarden de inzet van ex-post
compensatiemechanismen kan worden afgebouwd.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport