Federale regering Belgie
Verklaring Verhofstadt - 11 september
(2006-09-11)
Persdienst van de Eerste Minister
11 september 2001. Iedereen weet nog precies waar hij was toen hij het
nieuws hoorde. Het is het soort nieuws dat je maar één keer in je
leven hoort, nieuws dat verbijstert, nieuws dat je niet meteen kan
plaatsen, nieuws dat je nooit meer vergeet. Omdat het de wereld
voorgoed verandert. Vooral de wereld van de zovele families die een
vader, een moeder, een zoon of dochter verloren. Naar hen gaan onze
eerste gedachten.
De beelden van CNN zijn op het netvlies van miljarden mensen gebrand.
America under attack. Voelden we ons niet allemaal under attack? Het
machteloos gevoel dat de wereld die we tot dan toe kenden, voor onze
ogen instort. De hoop voor een betere wereld die sinds 1989 bestond,
werd in een klap weggeslagen.
11 september was het begin van een droevig, nieuw tijdperk, een nieuw
tijdperk van angst, terrorisme en onveiligheid.
11 september 2001. Ook ik herinner me nog precies waar ik was, in
Jalta. Het symbool van het begin van de Koude Oorlog. Dertien jaar na
het einde van die oorlog tussen Oost en West, tussen dictatuur en
democratie, tussen slavernij en vrijheid. Ik was in Jalta als
voorzitter van de Europese Raad, samen met Hoge vertegenwoordiger
Javier Solana en met commissievoorzitter Romano Prodi. We braken
onmiddellijk ons bezoek af en reisden in allerijl terug naar Brussel.
Het was onderweg dat we het nieuws hoorden van het tweede vliegtuig,
van het vliegtuig op het Pentagon en van de mislukte aanvallen.
Op zo'n moment op een vlucht zitten van enkele uren, gaf ons een enorm
gevoel van onmacht. Nog nooit duurde een vlucht zo lang. Maar het feit
dat het trojka van de Europese Unie samen zat had ook een voordeel. We
konden meteen de koppen bij elkaar steken en een Europees programma
uitwerken voor wat moest gebeuren. Een Europees programma van
antiterrorisme, een programma van samenwerking op het vlak van
inlichtingen, van politie, van justitie, wat leidde tot de invoering
van het Europees aanhoudingsmandaat. Terugkomend uit Jalta was elk van
ons er eveneens van overtuigd dat we een dergelijk Europees programma
enkel konden realiseren als we meer dan ooit zouden samenwerken met de
Verenigde Staten. De aanval op de Twin Towers was immers niet enkel
een aanval op de VS, het was een aanval op de democratie, een aanval
op de vrijheid, een aanval op de Westerse beschaving.
Als voorzitter van de Europese Unie bezocht ik kort daarna de
president van de Verenigde Staten. Onze transatlantische band is
immers een band van solidariteit. Op 11 september waren alle
Europeanen Amerikanen, net zoals tijdens de aanslagen in Londen,
Madrid en Istanbul alle Amerikanen Europeanen waren.
Noch Amerika, noch Europa kunnen dergelijke barbaarse aanslagen ooit
aanvaarden. Noch Europa, noch Amerika kunnen aanvaarden dat
terrorisme, fundamentalisme of extremisme onze globale samenleving
overheersen. We kunnen niet aanvaarden dat Al Quaida en aanverwanten
in naam van welk geloof dan ook of welke overtuiging ook de wereld in
angst, onzekerheid en chaos storten.
Daarom kunnen we niet anders dan samenwerken. We kunnen niet anders
dan alle democratische krachten te bundelen in deze complexe strijd.
Want complexiteit is in deze strijd het eerste ordewoord. Dit is a
complex battle for hearts and minds'. Als we willen dat de haard voor
terrorisme en haat uitdooft, zullen we op de eerste plaats de
brandstof van het terrorisme moeten weghalen. Dit is geen gemakkelijke
opdracht. Het is een opdracht van lange adem en van doorgedreven
inspanningen.
Het is daarom meer dan ooit nodig dat we transatlantische oprispingen,
wrijvingen en ergernissen achter ons laten en tot de geschiedenis
laten behoren. Meer dan ooit is het nodig om samen aan hetzelfde zeel
te trekken. Meer dan ooit is het nodig om eendrachtig te werken aan
een oplossing voor het hele Midden-Oosten. Ook ons land doet talrijke
inspanningen voor die vrede. Ook onze soldaten staan mee in voor de
veiligheid in Afghanistan. Ook onze mensen zijn aanwezig in Libanon om
er mee voor te zorgen dat geweld er niet opnieuw uitbreekt. Ook ons
land steunt voluit de onderhandelingen met Iran. We moeten er ook
samen alles aan doen opdat de brandstof van haat, ellende en
verbittering in het Midden-Oosten wordt weggenomen. Alleen als we
verder samenwerken, kunnen we hopen op een bestendige vrede voor deze
complexe regio.
Dames en heren,
Enkele maanden terug was ik opnieuw op Ground Zero. Wanneer ik keek in
deze leegte speelde het gevoel van de vlucht van Jalta naar Brussel
zich als een film weer af. Het is een pijnlijk gevoel. Maar het is
nooit het gevoel van verslagenheid. Wanneer ik de nieuwe plannen zie
voor Ground Zero dan sterken die mij in mijn overtuiging dat niets zo
veerkrachtig is als vrijheid, niets zo sterk is als democratie, niets
zo belangrijk is als onze vrije en open samenleving. Dit zijn de
waarden waarvoor wij staan, dit zijn de waarden die niemand ons zal
afnemen.
Ik dank u.