Beëindiging subsidie Stichting Het Indisch Huis
Kamerstuk, 11-9-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
OHW-U-2711092
11 september 2006
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport subsidieert een
viertal herinnerings-centra van de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om de
voormalige Kampen Westerbork, Vught en Amersfoort en om Het Indisch
Huis in Den Haag. In maart van dit jaar heeft het bestuur van het
Indisch Huis mij op de hoogte gesteld van aanzienlijke financiële
problemen bij deze instelling.
Naar aanleiding daarvan heb ik voormalig staatssecretaris
Robin Linschoten verzocht een onderzoek in te stellen naar de
achtergronden van de financiële problematiek. Hij kwam in zijn rapport
van 23 juni 2006 tot de conclusie dat bij het Indisch Huis sprake was
van een falend financieel management en een ernstig tekort schietend
bestuur. Nader financieel onderzoek liet zien dat er op 31 mei 2006
sprake was van een negatief vermogen van EUR 880 271. De kortlopende
schulden bedroegen op die datum EUR 923 416 (waaronder een vordering
van dit ministerie van EUR 300 000). Voor de totale sanering van de
financiën van het Indisch Huis zou een bedrag van EUR 1,5 miljoen
nodig zijn. Dat is meer dan drie maal de subsidie waarop deze
instelling normaliter aanspraak zou kunnen maken.
Gezien de omvang van het financiële tekort en de mate waarin zowel het
management als het bestuur tekort zijn geschoten heb ik besloten de
subsidie aan de Stichting Het Indisch Huis per 1 januari 2007 te
beëindigen. Voor de laatste 4 maanden van dit jaar heb ik nog een
bedrag van maximaal EUR 100 000 ter beschikking gesteld om een
evenwichtige afbouw mogelijk te maken.
De beëindiging van de subsidie aan het Indisch Huis betekent niet dat
deze vorm van herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de
Bersiap-periode voor de Indische gemeenschap verloren zal gaan.
Onlangs heb ik een onderzoeksbureau opdracht gegeven varianten te
ontwikkelen voor een nieuw Indisch Herinneringscentrum. Uitgangspunt
is dat een dergelijk centrum meer nadruk moet leggen op het
herinneringsaspect en minder op het culturele aspect. Het Indisch
Platform heeft mij verzocht de aandacht vooral te richten op de
herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, de Bersiap-periode, de
repatriëring en de integratie in de Nederlandse gemeenschap.
Dit is dan ook de basis van het onderzoek, waarbij tevens de
financiële, bestuurlijke en organisatorische consequenties in beeld
zullen worden gebracht.
Ik verwacht dat eind 2006 de contouren van een nieuw Indisch
herinneringscentrum bekend zullen zijn.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport