Radboud Universiteit Nijmegen
Behandeling doorligletsel is ondergeschoven kindje
Natuurlijk is het belangrijk om doorligwonden te voorkómen. Maar de
realiteit is dat ze bestaan. Daarom is het nodig dat de zorgsector
niet alleen werk maakt van decubituspreventie, maar ook investeert in
de behandeling ervan, zegt verpleegkundig onderzoeker drs. Erik de
Laat van de Radboud Universiteit. Op 11 september verdedigt hij zijn
proefschrift.
Doorligletsel (decubitus) ontstaat soms al binnen enkele uren. `Dat
kan bijvoorbeeld gebeuren na een operatie, als de patiënt nog niet bij
kennis is en niet beweegt', aldus decubitusdeskundige en promovendus
De Laat. Oorzaak is altijd druk op de huid en op het onderliggende
weefsel, veroorzaakt door bijvoorbeeld het bed of hulpmiddelen zoals
gips of een armsteun. Decubitus is te voorkomen door de druk te
verlagen of weg te nemen. Daar bestaan allerlei maatregelen voor. Het
gebruik van een speciaal drukverlagend matras bijvoorbeeld, of de
patiënt regelmatig omdraaien.
De afgelopen jaren hebben veel zorginstellingen preventieve
decubitusrichtlijnen ontwikkeld. Daardoor is decubitus beter te
beheersen, zegt De Laat. Toch heeft in een academisch ziekenhuis nog
steeds één op de zes patiënten doorligletsel. In een niet-academisch
ziekenhuis is dat één op de vijf en in een verpleeghuis één op de
drie. Blijkbaar kunnen richtlijnen niet alle decubitus voorkomen.
Bijverschijnsel
De Laat stelt dan ook dat er naast de aandacht voor preventie meer
aandacht moet komen voor het behandelen van doorligletsel. Dat is een
ondergeschoven kindje binnen de medische zorg, zegt hij, onder meer
omdat decubitus geen ziekte is, maar een bijverschijnsel, dat niet bij
één bepaald specialisme is onder te brengen. `Onderzoek naar
effectieve behandelmethoden is schaars,' aldus De Laat, `maar er zijn
ondertussen wel allerlei speciale verbanden en andere hulpmiddelen
beschikbaar. Die moeten natuurlijk correct worden toegepast. Het
lastige is dat er elk jaar wel iets bijkomt en verdwijnt. Een hele
opgaaf om dat goed bij te houden.'
Expertisecentrum
Deze zomer is in Nijmegen het Regionaal Expertisecentrum Decubitus
(RED) opgericht. In dit centrum, het eerste in zijn soort in
Nederland, werken het UMC St Radboud, het Canisius Wilhelmina
Ziekenhuis, de Sint Maartenskliniek en de Zorggroep Zuid-Gelderland
samen. Huisartsen, verpleeghuisartsen en specialisten uit de regio
kunnen hun patiënten met moeilijke doorligwonden voor een
behandeladvies doorverwijzen naar de polikliniek van het RED in het
UMC St Radboud. Deskundigen van het RED komen, indien nodig, ook bij
de patiënt thuis. Voor vragen over decubitus heeft het RED iedere week
een telefonisch spreekuur.
Het centrum zet een documentatiebank op, waarin wordt bijgehouden
welke hulpmiddelen voor de behandeling van decubitus er op de markt
zijn en hoe ze moeten worden gebruikt. Tenslotte coördineert het
centrum onderzoek naar aspecten van de behandeling en de preventie van
decubitus, waaronder onderzoek naar het effect van hulpmiddelen.
Erik de Laat (10 december 1956) is opgeleid tot verpleegkundige (1979)
en IC-verpleegkundige. In 1997 studeerde hij af in de
gezondheidswetenschappen. Hij is als senior beleidsmedewerker
verbonden aan Staf Zorg van het UMC St Radboud.