Antwoorden op kamervragen Joldersma en Aasted-Madsen over dubbele diagnose
Kamerstuk, 8-9-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2710421
Antwoorden van minister Hoogervorst op de vragen van de Kamerleden
Joldersma en Aasted-Madsen (beiden CDA) over dubbele diagnose
(2050617750).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de reportage over jongeren met een
gecombineerde psychiatrische- en verslavingsproblematiek, de
zogenaamde `dubbele diagnose'?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wie is verantwoordelijk voor de behandeling van jongeren met een
dubbele diagnose, hoeveel behandelplaatsen zijn er in Nederland
momenteel beschikbaar voor deze jongeren, en hoe lang zijn de
gemiddelde wachttijden?
Antwoord 2
Jongeren onder de 18 jaar met psychiatrische en verslavingsproblemen
kunnen zowel bij de jeugdggz als de verslavingszorg terecht,
afhankelijk van welke stoornis het meest op de voorgrond treedt.
Indien een psychiatrische stoornis voorop staat dient de jongere te
worden opgenomen in de jeugdggz en wordt samenwerking gezocht met de
verslavingszorg en omgekeerd. Binnen de verslavingszorg zijn er
momenteel twee afdelingen (25 klinische plaatsen) die jongeren onder
de 18 jaar kunnen behandelen. Bij deze jongeren is vrijwel altijd ook
sprake van een psychiatrische diagnose.
In mijn brief van 7 juni 2006 naar aanleiding van het AO
verslavingszorg van 1 februari 2006 (kenmerk 24077, volgnummer 183)
heb ik uw Kamer geïnformeerd over de wachttijden in de
verslavingszorg. Hieruit bleek dat de sector van de verslavingszorg
nog niet in staat is om specifieke wachtlijstgegevens voor jongeren
aan te leveren, maar dat er signalen uit het veld zijn dat de vraag
groter is dan het aanbod dat de instellingen kunnen leveren.
De wachttijden in de jeugdggz zijn wel bekend. Op dit moment wachten
8.500 kinderen langer dan de treeknormen op de jeugdggz. Hier zitten
ook kinderen tussen met ADHD die wachten op behandeling.
Vraag 3
Welke gegevens zijn beschikbaar over het aantal jongeren in Nederland
met ADHD en een verslavingsprobleem? Hoe groot is de kans dat jongeren
met ADHD ook verslavingsproblemen ontwikkelen?
Antwoord 3
Er is nog weinig wetenschappelijk onderzoek beschikbaar over de
combinatie van deze stoornissen. Er zijn echter aanwijzingen dat
mensen met ADHD een grotere kans hebben om verslaafd te raken aan
genotmiddelen dan andere mensen. Een schatting is dat zo'n 18% van de
volwassen patiënten in de verslavingszorg tevens ADHD heeft. Er is
geen specifiek cijfer bekend voor jongeren. De reden voor dit
verhoogde risico op verslaving is nog niet helemaal duidelijk.
Erfelijkheid lijkt een rol te spelen, maar ook de ADHD symptomen zelf.
Zo komt het voor dat mensen met ADHD genotmiddelen gaan gebruiken als
zelfmedicatie om rustiger te worden om zich beter te concentreren. Bij
langdurig gebruik kan dit tot verslaving lijden.
Vraag 4
Bent u voornemens het aantal behandelplaatsen voor jongeren met
dubbele diagnose uit te breiden? Zijn die uitbreidingen ook te
verwachten in de jeugdpsychiatrie?
Antwoord 4
In mijn eerder genoemde brief van 7 juni 2006 heb ik aangegeven dat ik
de instellingen voor verslavingszorg gewezen heb op de mogelijkheden
om de capaciteit van de verslavingszorg uit te breiden, hierbij heb ik
met name de zorg voor verslaafde jongeren genoemd. Het veld heeft
aangegeven op korte termijn gebruik te willen maken van deze
uitbreidingsmogelijkheden.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, welzijn en sport heeft in de
brieven van 13 en 20 maart 2006 (Tweede Kamer 2005/2006, 29815 nrs. 55
en 58) aan de Tweede Kamer aangekondigd een impuls te willen geven aan
het terugdringen van de wachttijden in de jeugdzorg en de jeugdggz.
Hiervoor is in 2006 voor de jeugdggz EUR31 miljoen extra beschikbaar.
Het zorgaanbod voor jongeren waarbij sprake is van meervoudige
problematiek: ernstige opvoed- en opgroeiproblemen in combinatie met
psychiatrische problematiek, zal de komende jaren in de GGZ worden
uitgebreid (vooralsnog een uitbreiding van 176 klinische plaatsen
orthopsychiatrie). Bij deze jongeren speelt middelenmisbruik vaak een
grote rol. Voor de behandeling van deze jongeren dienen de
instellingen dan ook samen te werken met de
verslavingszorginstellingen.
Vraag 5
Hoe gaat u bevorderen dat bij jongeren met ADHD wordt voorkomen dat
zij ook een verslavingsprobleem ontwikkelen?
Antwoord 5
Jongeren met ADHD zijn een risicogroep voor problematisch alcohol- en
drugsgebruik.
Er zijn echter nog geen specifieke preventieprojecten ontwikkeld die
gericht zijn op het voorkomen dat jongeren met ADHD problematisch
alcohol of drugs gaan gebruiken. Er is momenteel wel een initiatief
hiertoe in ontwikkeling, dit project richt zich op impulsbeheersing en
empowerment van jongeren met ADHD. Met de betrokken partijen zal
worden bezien hoe dit preventieproject ontwikkeld en geïmplementeerd
kan worden.
Wel is er recentelijk een project ontwikkeld dat gericht is op
herkenning van problematisch alcohol- en drugsgebruik van jongeren in
de klinische hulpverlening en het jongerenwerk. Jongeren met ADHD zijn
voor een deel te vinden in de klinische hulpverlening en het
jongerenwerk. Niet alle instellingen in deze sectoren weten hoe zij om
moeten gaan met problematisch alcohol- en drugsgebruik. Vaak ontbreekt
het aan een duidelijk beleid hierover en aan kennis en vaardigheden
bij de begeleiders. Het Trimbos-instituut heeft met het project `open
en alert' een pakket ontwikkeld voor professionals werkzaam in de
jeugdhulpverlening en het jongerenwerk waarin
deskundigheidsbevordering over alcohol en drugs een belangrijke rol
speelt. Tevens leren zij door middel van vaardigheidstrainingen hoe om
te gaan met jongeren die alcohol of drugs gebruiken of van wie dit
wordt vermoed.
Door dit project wordt er vorm gegeven aan de samenwerking tussen
jeugdhulpverlening en verslavingszorg. Zo zal er binnenkort een
bijeenkomst georganiseerd worden met als doelen onderlinge
deskundigheidsbevordering tussen de verslavingszorg en de
jeugdhulpverlening en bevordering van de samenwerking tussen deze
beide sectoren.
Daarnaast is er in de verslavingszorg toenemende aandacht voor de
combinatie van verslaving en ADHD. Zo heeft een aantal instellingen
voor verslavingszorg in samenwerking met het Trimbos-instituut in 2004
een protocol ontwikkeld voor screening, diagnostiek en behandeling in
de ambulante en klinische verslavingszorg van ADHD bij verslaving.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport