5 sep 2006
Onderdeel: Alterra
Bij een onderzoek naar moerasplanten heeft Alterra twee voor Nederland
nieuwe plantensoorten ontdekt. In een kalkrijk brongebied in
Zuid-Limburg trof Eddy Weeda het veenzegge aan (zie foto), een soort
van de Midden-Europese kalkmoerassen. In Engeland, België en
Noord-Duitsland is deze soort juist uitgestorven. In de Wieden in
Overijssel ontdekten zij vervolgens het wormmos, kenmerkend voor
basenrijke venen in het hoge noorden en in hoge gebergten. Dat is
tegen de trend in dat vooral zuidelijke soorten zich naar Nederland
uitbreiden.
In opdracht van het ministerie van LNV is Alterra begonnen met een
onderzoek naar de kansen voor zeldzame moerasplanten. Bij veldbezoeken
voor dit project zijn dit jaar al twee nieuwe soorten voor de
Nederlandse flora ontdekt. In Zuid-Limburg werden de Kathagerbeemden
onder de loep genomen door botanisch onderzoeker Eddy Weeda samen met
Stef Keulen, herontdekker van de befaamde zeggekorfslak in dit
terrein. Het gaat om een kalkrijk brongebied dat wordt beheerd door
Natuurmonumenten. Hier vonden zij veenzegge (Carex davalliana, de foto
komt uit Letland, vandaar het bijschrift Devela gristis, Lets voor
veenzegge). Veenzegge is een bewoner van Midden-Europese kalkmoerassen
waarvan de dichtstbijzijnde vindplaats 70 km zuidelijker in de Eifel
ligt. In Engeland, België en Noord-Duitsland is deze kieskeurige en
kwetsbare zeggesoort inmiddels verdwenen, zodat de nieuwe vondst haaks
op de internationale trend staat.
Eind juni volgde de ontdekking van wormmos (Pseudocalliergon
trifarium) in het laagveengebied De Wieden in Noordwest-Overijssel.
Alterra-onderzoeker Eddy Weeda deed de vondst tijdens een excursie
samen met Bart de Haan, boswachter van Natuurmonumenten. De bekende
mossenspecialist Huub van Melick voorzag het nieuwe mos van de juiste
naam. Het is kenmerkend voor basenrijke venen in het hoge noorden en
in gebergten. Zijn ontdekking in een trilveencomplex in De Wieden komt
dan ook als een volslagen verrassing. Omdat het om een grondig
doorzocht gebied gaat, moet aan een nieuwe vestiging worden gedacht.
Deze gaat in tegen de (veronderstelde) trend dat het alleen zuidelijke
soorten zijn die zich uitbreiden.
De onverwachte verschijning van beide aanwinsten, die als hoogst
kwetsbare veenbewoners te boek staan, betekent in elk geval dat het
maaibeheer van Natuurmonumenten zijn vruchten afwerpt.
Natuurmonumenten overweegt dit beheer verder uit te breiden. Verder
nodigen de vondsten uit tot discussie over het doelsoortenbeleid. In
plaats van zich te fixeren op vooraf vastgestelde doelsoorten zou het
natuurbeleid volgens Alterra ook flexibel kunnen inspelen op
verrassingen.
---
Contact
Voor informatie:
Alterra, Wageningen UR
drs. Eddy Weeda
tel. 0317 - 477899
eddy.weeda@wur.nl
» meer Contact
Wageningen Universiteit