maar wel onder voorwaarden
Homoseksualiteit breed geaccepteerd, maar wel onder voorwaarden
Gewoon doen. Acceptatie van homoseksualiteit in Nederland.
· Vrijwel de gehele Nederlandse bevolking is van mening dat
homoseksuelen hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat willen. Ook
onder allochtonen is een meerderheid die mening toegedaan. Een
opvallende uitzondering is de kleine groep zeer godsdienstige
Nederlanders; zij wijzen in grote meerderheid homoseksualiteit af.
· 22% van de Nederlanders is erop tegen dat het burgerlijk
huwelijk is opengesteld voor homoseksuelen. Onder Turken en Marokkanen
ligt dit percentage resp. op 55% en 48%.
· Van homoseksuelen wordt verwacht dat zij open zijn over hun
seksuele voorkeur, maar ook dat zij zich in het openbaar zo `gewoon'
mogelijk gedragen.
· Op islamitische, rechts-nationalistische en conservatief
protestants-christelijke webfora zijn vaak negatieve uitlatingen te
vinden over homoseksualiteit.
· In alle vier de onderzochte sectoren, de sport, de horeca,
het bank- en verzekeringswezen en bij Defensie is vrijwel iedereen
open over zijn of haar homoseksualiteit. Bij Defensie komt echter een
kwart van de geïnterviewde homoseksuelen niet uit voor zijn of haar
seksuele voorkeur. Ook in de sportschool houdt men de seksuele
geaardheid voor zich.
Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Gewoon Doen.
Acceptatie van homoseksualiteit in Nederland, die op donderdag 8
september jl. is verschenen. Het rapport, onder redactie van dr.
Saskia Keuzenkamp (SCP), dr. David Bos (UvA), prof.dr. Jan Willem
Duyvendak (UvA) en dr. Gert Hekma (UvA), is het resultaat van
samenwerking tussen het Sociaal en Cultureel Planbureau, de
Universiteit van Amsterdam en de Rutgers Nisso Groep. Op basis van
informatie uit bevolkingsenquêtes, analyse van internetfora en
interviews onder homoseksuele mannen en vrouwen in de sport, de
horeca, het bank- en verzekeringswezen en bij Defensie, wordt voor het
eerst een zo compleet mogelijk beeld geschetst van de acceptatie van
homoseksuelen in Nederland.
Dit rapport kwam tot stand op verzoek van de staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de ministeries van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en van Defensie.
Homoseksualiteit breed geaccepteerd
In Nederland hebben homoseksuelen tegenwoordig dezelfde rechten als
heteroseksuelen. In 2001 is het burgerlijk huwelijk opengesteld voor
paren van hetzelfde geslacht en kregen homoseksuele paren de
wettelijke mogelijkheid om kinderen te adopteren.
Homoseksualiteit op zich wordt breed geaccepteerd onder alle lagen van
de Nederlandse bevolking. Dit geldt ook voor een meerderheid van de
allochtonen. Een opvallende uitzondering is de kleine groep zeer
godsdienstige Nederlanders; zij wijzen in grote meerderheid
homoseksualiteit af.
In internationaal perspectief is Nederland samen met een aantal
Scandinavische landen koploper waar het gaat om de acceptatie van
homoseksualiteit. Het merendeel van de Nederlanders vindt het een
goede zaak dat homoseksuelen dezelfde rechten hebben als
heteroseksuelen. In 2006 is ruim 20% van de bevolking erop tegen dat
homoseksuelen met elkaar kunnen trouwen. Onder Turken en Marokkanen
ligt dit percentage op 55% resp. 48%. Verder had in 2002 één op de
drie Nederlanders bezwaar tegen gelijke rechten voor homoseksuelen op
adoptie.
Eigenheid onder voorwaarden
De brede acceptatie van homoseksualiteit kent echter wel grenzen en
voorwaarden. Zo wordt van homoseksuelen verwacht dat ze open zijn over
hun seksuele voorkeur en vooral dat zij zich in het openbaar `gewoon'
gedragen. Opzichtige homoseksualiteit wordt niet gewaardeerd. De
geïnterviewde homoseksuele mannen en vrouwen stemmen daar ook mee in:
men distantieert zich van `soortgenoten' die in het openbaar
uitdrukkelijk blijk geven van hun seksuele voorkeur (zoals
bijvoorbeeld `nichterig gedrag). Zowel homo- als heteroseksuelen
vatten homoseksualiteit op als iets dat vooral tot de privé-sfeer
behoort.
Uiteenlopende reacties op homoseksualiteit in de eigen omgeving
Homoseksuelen die uitkomen voor hun seksuele voorkeur dwingen respect
af. Uit de interviews met homoseksuele mannen en vrouwen blijkt, dat
de naaste omgeving in het begin nogal eens moeite heeft met het feit
dat een familielid homoseksueel blijkt te zijn. Dit geldt vooral in de
meer orthodox-religieuze kringen. De aanvankelijk negatieve reactie
verandert overigens later meestal in een accepterende.
Uit onderzoek in 2000 bleek dat meer dan één op de tien Nederlanders
het onaanvaardbaar vond als een zoon of dochter met iemand zou
samenwonen van hetzelfde geslacht. Daarnaast had 6% van de
Nederlanders bezwaar tegen homoseksuele buren. Dit was minder dan in
Duitsland (14%) en België (18%), maar nog veel minder dan in Estland
(46%), Polen (55%) en de Oekraïne (66%).
Acceptatie op het werk, maar met `grapjes'
Tussen de vier onderzochte sectoren - sport, horeca, bank- en
verzekeringswezen en Defensie - bestaan geen grote verschillen in de
acceptatie van homoseksualiteit. Vrijwel iedereen is open over zijn of
haar homoseksualiteit, alleen in de sportschool houdt men zijn of
haar seksuele voorkeur vaak stil, terwijl in de krijgsmacht een kwart
van de geïnterviewde homoseksuelen niet open is over zijn of haar
seksuele voorkeur. In deze sector wordt veel van baan gewisseld en
bij iedere nieuwe functie moet men opnieuw de afweging maken om al dan
niet uit te komen voor zijn of haar homoseksualiteit. Veel
homoseksuele mannen en vrouwen die werken in de horeca, de krijgsmacht
en het bank- en verzekeringswezen, of die een teamsport beoefenen
zoals hockey hebben te maken met zogenaamde grapjes en vervelende
opmerkingen. Veel homoseksuelen (met name mannen) passen hun gedrag
aan, om vervelende reacties te voorkomen. `Homo' is op verschillende
werkplekken , op scholen en in de sport een veelgebruikt scheldwoord.
Negatieve uitlatingen op het internet
Op (onder andere) islamitische, rechts-nationalistische en
conservatief protestants-christelijke webfora zijn negatieve
uitlatingen te vinden over homoseksualiteit. Als homoseksualiteit ter
sprake komt op conservatief protestants-christelijke webfora, gaat het
om de `zonde' die door homoseksuelen wordt begaan, alsook om het
respectvol bejegenen van diegenen die homoseksueel zijn, maar daar
niet aan toegeven. Op een aantal Turkse, Marokkaanse en andere
islamitische fora wordt vooral benadrukt dat homoseksualiteit niet is
toegestaan voor moslims en wordt gediscussieerd over de vraag of
homoseksualiteit een ziekte, een goddelijke beproeving, dan wel een
aangeleerde afwijking of een menselijke eigenaardigheid is. Op
rechts-nationalistische sites keren de deelnemers zich vooral tegen
het `onmannelijke'gedrag en de `tegennatuurlijke' seksuele gewoonten
van homoseksuele mannen.
Ontwikkeling in de tijd
Uit opinieonderzoek blijkt dat sinds 1970 de houding van de bevolking
tegenover homoseksualiteit en de gelijkberechtiging van homoseksuelen
steeds positiever is geworden. Van een zonde, misdrijf of ziekte is
homoseksualiteit voor de meeste Nederlanders een min of meer vertrouwd
verschijnsel geworden. De meningen van geïnterviewde homoseksuele
mannen en lesbische vrouwen over de vraag of er recent sprake is van
een toename van homovijandigheid lopen uiteen. Andere studies wijzen
erop dat homoseksuele mannen en vrouwen zich tegenwoordig minder
veilig voelen in de openbare ruimte.
Homoseksualiteit en beleid
Uit dit onderzoek blijkt dat homoseksualiteit zeker nog niet overal
geaccepteerd is en voorlopig de aandacht van het beleid zal blijven
vragen. In het rapport worden enkele aanbevelingen geformuleerd voor
het beleid. Zo kunnen negatieve uitlatingen jegens homoseksuelen
worden bestreden door versterking van het antidiscriminatiebeleid op
dit punt. Daartoe kan homoseksualiteit ook uitdrukkelijk als
non-discriminatiegrond worden vermeld in artikel 1 van de Grondwet. In
het politiebeleid kan de veiligheid van homoseksuelen in de openbare
ruimte meer aandacht krijgen, terwijl scholen, arbeidsorganisaties en
sportverenigingen zich sterk zouden moeten maken voor een
homovriendelijk klimaat.
SCP-publicatie 2006/15, Gewoon doen. Acceptatie van homoseksualiteit
in Nederland, Saskia Keuzenkamp, David Bos, Jan Willem Duyvendak en
Gert Hekma, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, september 2006,
ISBN 90 377 0257 0, prijs EUR 18,50.
De publicatie is verkrijgbaar bij de boekhandel of te bestellen bij
het SCP via fax 070 - 340 7044,
e-mail: bestel@scp.nl of via de web-site: www.scp.nl
Sociaal en Cultureel Planbureau