12286/06 (Presse 243)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
NL
12286/06 (Presse 243)
(OR. en)
PERSMEDEDELING
Buitengewone zitting van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
Brussel, 25 augustus 2006
Voorzitter Erkki TUOMIOJA
Minister van Buitenlandse Zaken van Finland
25.VIII.2006
12286/06 (Presse 243) 2
NL
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft conclusies over Libanon en de Democratische Republiek Congo aangenomen.
Secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Solana heeft de deelnemers ingelicht over Iran.
25.VIII.2006
1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
12286/06 (Presse 243) 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS ............................................................................................................................ 4
BESPROKEN PUNTEN
LIBANON - Conclusies van de Raad.............................................................................................. 6
IRAN............................................................................................................................................. 8
DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO - Conclusies van de Raad.......................................... 9
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
Geen.
25.VIII.2006
12286/06 (Presse 243) 4
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Karel DE GUCHT minister van Buitenlandse Zaken
de heer Didier DONFUT staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken
Tsjechië:
de heer Jaroslav BASTA eerste vice-minister van Buitenlandse Zaken
Denemarken:
de heer Michael ZILMER-JOHNS staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken
Duitsland:
de heer Frank-Walter STEINMEIER minister van Buitenlandse Zaken
Estland:
de heer Urmas PAET minister van Buitenlandse Zaken
Griekenland:
mevrouw Theodora BAKOYANNIS minister van Buitenlandse Zaken
Spanje:
de heer Miguel Ángel MORATINOS CUYAUBÉ minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking
Frankrijk:
de heer DOUSTE-BLAZY minister van Buitenlandse Zaken
Ierland:
de heer Dermot AHERN minister van Buitenlandse Zaken
Italië:
de heer Massimo D'ALEMA vice-minister-president, minister van Buitenlandse Zaken
Cyprus:
de heer Yiorgos LILLIKAS minister van Buitenlandse Zaken
Letland:
de heer Artis PABRIKS minister van Buitenlandse Zaken
Litouwen:
de heer Audrius NAVIKAS vice-staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken
Luxemburg:
de heer Jean ASSELBORN vice-minister-president, minister van Buitenlandse Zaken
en Immigratie
Hongarije:
de heer Tibor KISS permanent vertegenwoordiger
Malta:
de heer Anthony ABELA staatssecretaris, kabinet van de minister-president
Nederland:
de heer Bernard BOT minister van Buitenlandse Zaken
Oostenrijk:
mevrouw Ursula PLASSNIK minister van Buitenlandse Zaken
Polen:
mevrouw Anna ElSbieta FOTYGA minister van Buitenlandse Zaken
Portugal:
de heer Luís AMADO minister van staat, minister van Buitenlandse Zaken
Slovenië:
de heer Dimitrij RUPEL minister van Buitenlandse Zaken
25.VIII.2006
12286/06 (Presse 243) 5
NL
Slowakije:
mevrouw Diana STROFOVÁ staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken
Finland:
de heer Erkki TUOMIOJA minister van Buitenlandse Zaken
Zweden:
de heer Hans DAHLGREN staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken
Verenigd Koninkrijk:
de heer Geoff HOON onderminister van Europese zaken
Commissie:
mevrouw Benita FERRERO-WALDNER lid
Secretariaat-generaal van de Raad:
de heer Javier SOLANA secretaris generaal/hoge vertegenwoordiger voor het
GBVB
Andere deelnemers:
de heer Kofi ANNAN secretaris-generaal van de Verenigde Naties
De regeringen van de toetredende staten waren als volgt vertegenwoordigd:
Bulgarije:
de heer Ivailo KALFIN vice-minister-president en minister van Buitenlandse
Zaken
Roemenië:
de heer Mihai-Razvan UNGUREANU minister van Buitenlandse Zaken
25.VIII.2006
12286/06 (Presse 243) 6
NL
BESPROKEN PUNTEN
LIBANON - Conclusies van de Raad
De Raad wisselde van gedachten met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan,
over de situatie in Libanon.
Na deze gedachtewisseling drong de Raad er ten zeerste op aan dat alle partijen in de regio zich
constructief opstellen om Resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad te helpen uitvoeren.
De Raad zegde de heer Kofi Annan volledige steun toe bij het zoeken naar manieren om
Resolutie 1701 ten spoedigste uit te voeren. Zich bewust van de hoogdringendheid van de
uitvoering van deze resolutie was de Raad ingenomen met de bereidheid van de lidstaten om met
hun internationale partners spoedig een bijdrage te leveren tot de versterking van de UNIFILstrijdmacht.
De Raad beklemtoonde de belangrijke ondersteunende rol van UNIFIL bij het inzetten
van het Libanese leger in Zuid-Libanon. De Raad was ingenomen met de elementen die secretarisgeneraal
Kofi Annan met betrekking tot het operationele kader van UNIFIL heeft gegeven.
De aanzienlijke totale bijdrage van de lidstaten aan UNIFIL toont aan dat de Europese Unie haar
verantwoordelijkheid opneemt. De Raad is verheugd over de toezegging van de lidstaten om een
groot aantal manschappen te leveren die in Libanon zullen worden ingezet, evenals aanzienlijke
marine- en luchtmachteenheden en sterke ondersteuning op het gebied van commandovoering,
communicatie en logistiek. In de toekomst zullen waarschijnlijk nog meer bijdragen volgen.
Hiermee krijgt de Unie een leidende rol in UNIFIL.
Naast de UNIFIL-bijdragen toonde de Raad zich ook tevreden over de bereidheid van de EUlidstaten
steun te verlenen aan het Libanese leger. De Europese Unie is bereid een bijdrage te
leveren aan de wederopbouw van een Libanese staat die bij machte is de volledige soevereiniteit
over zijn grondgebied uit te oefenen.
De Europese Unie herhaalde dat zij vast van plan is humanitaire bijstand te verlenen aan het
Libanese volk. De Raad beklemtoonde dat de lucht- en zeeblokkade te dien einde dringend moet
worden opgeheven en memoreerde, in het licht van de desbetreffende bepalingen van
Resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad, dat de instelling van doeltreffende controlemaatregelen
gericht op wapens, aanverwant materiaal, opleiding en andere vormen van ondersteuning derhalve
een prioriteit is.
25.VIII.2006
12286/06 (Presse 243) 7
NL
De Raad is verheugd over de conferentie van Stockholm voor een spoedig herstel van Libanon, die
op 31 augustus door de Zweedse regering wordt georganiseerd. De Raad beklemtoonde dat de
bijdrage inzake humanitaire hulp, spoedig herstel en wederopbouw onder het gezag van de Libanese
regering en in het kader van haar nationale plan voor rehabilitatie, hervorming en ontwikkeling
dient plaats te vinden.
De Raad herhaalde nogmaals dat hij vastbesloten is zich in te zetten voor een alomvattend
vredesplan voor het Midden-Oosten, zulks in nauwe samenwerking met de internationale partners
en de landen in de regio.
25.VIII.2006
12286/06 (Presse 243) 8
NL
IRAN
Secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Javier Solana lichtte de deelnemers in over de reactie
van Iran op het aanbod betreffende het nucleaire vraagstuk. Deze kwestie zal verder worden
besproken tijdens de informele Gymnich-bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken die
op 1 en 2 september 2006 te Lappeenranta (Finland) wordt gehouden.
Op 31 juli 2006 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1696(2006)
aangenomen waarin Iran wordt verzocht alle verrijkings- en opwerkingsactiviteiten te staken,
hetgeen door de IAEA zou moeten worden gecontroleerd. Ingeval Iran zich op 31 augustus niet
heeft gevoegd naar de resolutie zal de Veiligheidsraad van de VN maatregelen nemen uit hoofde
van artikel 41 van Hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties1.
1 Artikel 41: De Veiligheidsraad kan besluiten welke maatregelen waaraan geen wapengeweld
te pas komt, dienen te worden genomen om zijn besluiten ten uitvoer te brengen en kan de
Leden van de Verenigde Naties oproepen om deze maatregelen toe te passen. Deze kunnen
omvatten het volledig of gedeeltelijk verbreken van de economische betrekkingen, alsmede
van de spoor-, zee-, lucht-, post-, telegraaf- en radioverbindingen en van andere
verbindingen, en het afbreken van diplomatieke betrekkingen.
25.VIII.2006
12286/06 (Presse 243) 9
NL
DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO - Conclusies van de Raad
De EU heeft nota genomen van de resultaten van de eerste ronde van de presidentsverkiezingen die
door de Onafhankelijke Kiescommissie (CEI) zijn gepubliceerd. Zij brengt hulde aan het Congolese
volk, dat in groten getale naar de stembus is getrokken en feliciteert de CEI want dankzij haar werk
zijn de verkiezingen in goede omstandigheden kunnen verlopen. Zij juicht eveneens de cruciale rol
van de Verenigde Naties toe.
De EU betreurt en veroordeelt de onaanvaardbare gewelddaden die tussen 20 en 22 augustus in
Kinshasa hebben plaatsgevonden. Zij appelleert aan de verantwoordelijkheidszin van de Congolese
leiders, met name van de twee kandidaten voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen,
president Kabila en vice-president Bemba, opdat zij blijk zouden geven van terughoudendheid en
zich van provocaties zouden onthouden. Zij roept de partijen op onverwijld uitvoering te geven aan
alle maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de situatie in de hoofdstad weer normaal wordt, en
deze maatregelen vervolgens nauwgezet na te leven, overeenkomstig het akkoord dat op
22 augustus jongstleden openbaar is gemaakt.
De EU herinnert eraan dat het lopende democratische proces moet worden voltooid en dat het
gebruik van geweld op ongeacht welke manier onaanvaardbaar is. Eventuele geschillen moeten op
vreedzame wijze en binnen het juridische kader voor het indienen van klachten en het aantekenen
van beroep worden opgelost. De rol van de CEI moet worden geëerbiedigd en ondersteund. Zij
roept beide kandidaten met klem op in een geest van verzoening en nationale consensus een
constructieve campagne te voeren, waarin de zorgen en de hoop van de Congolezen dat hun land de
weg naar vrede en stabiliteit terugvindt, centraal staan. Zij verzoekt hen derhalve tot een akkoord te
komen over een gedragscode en deze na te leven.
De EU onderstreept bovendien het belang van de parlements- en de provinciale verkiezingen. Nu de
resultaten van de parlementsverkiezingen weldra zullen worden bekendgemaakt, zou de nationale
vergadering, de voornaamste instelling van de soevereiniteit van het Congolese volk, spoedig haar
taken moeten kunnen opnemen. De provinciale verkiezingen, die gepland zijn op 29 oktober,
moeten de grondslag vormen van de democratie op het niveau van de provincie en van een
gedecentraliseerde rechtsstaat.
De EU zal zich volledig blijven inzetten om ervoor te zorgen dat het verkiezingsproces in de DRC
goed verloopt. Het inzetten van de Europese troepenmacht (EUFOR RD Congo) ter ondersteuning
van de MONUC om de rust in Kinshasa te herstellen, evenals de steun van EUPOL Kinshasa aan de
Congolese nationale politie, die als enige voor de openbare orde in de hoofdstad moet zorgen,
getuigen van dit engagement. De EU, en haar lidstaten, zullen tevens hun verantwoordelijkheid op
zich blijven nemen in het Internationaal Comité voor de begeleiding van de overgang (CIAT), dat
zij feliciteert met zijn rol tijdens de gebeurtenissen van de afgelopen dagen. De verkiezingswaarnemingsmissie
van de EU blijft ter plaatse om toe te zien op het verdere verloop van het
verkiezingsproces.
25.VIII.2006
12286/06 (Presse 243) 10
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
Geen.
P E R S
We t s t r a a t 1 7 5 B - 1 0 4 8 B R U S S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 2 3 9 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6
press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
Raad van de Europese Unie