Lancering actie Onderwijsakkoord2006.nl
Verkiezingsmanifest AOb: Onderwijs is mensenwerk
Utrecht - Investeren in de kwaliteit van het onderwijspersoneel, investeren in ambitieus onderwijs en in het onderwijsbestel dat zijn de drie hoofdpijlers van het verkiezingsmanifest van de Algemene Onderwijsbond. De AOb stelt de leraar als professional centraal. Hij of zij staat in de klas, heeft contact met de leerlingen, weet wat nodig is om goed onderwijs mogelijk te maken en levert daarmee de grootste bijdrage aan het felbegeerde predicaat 'Nederland Kennisland'. Daarom start de AOb de actie Onderwijsakkoord2006.nl. Aan meer dan 76.000 leden zal gevraagd worden waar zij kansen zien, wat zij ervaren als de grootste struikelblokken in het onderwijs zijn en hoe zij onderwijsgelden verdeeld willen hebben.
De Algemene Onderwijsbond vindt dat werken in het onderwijs aantrekkelijker gemaakt moet worden. Het gaat dan om een combinatie van concurrerende salarissen, goede werkomstandigheden, mogelijkheden om je als onderwijsprofessional te ontwikkelen, voldoende ondersteuning en professionele vrijheid in de uitoefening van het beroep. In de komende kabinetsperiode vraagt dat om een forse investering in de arbeidsvoorwaarden. Enkele punten:
. Salarisstijging naar een marktconform niveau, zodat de onderwijssalarissen hun achterstand ten opzichte van het bedrijfsleven goedmaken.
. Invoering volledige dertiende maand, zoals al vijf jaar gelden aanbevolen door de commissie Van Rijn om de achterstand op de marktsector in te lopen.
. Aanstelling van plusleraren boven de formatie om lesuitval door ziekte te voorkomen, zodat het onderwijsproces door kan gaan.
. Geef onderwijspersoneel het recht om na een aantal jaren werken een vervolgopleiding op een hoger niveau te volgen.
Investeren in ambitieus onderwijs. In de discussies over de kenniseconomie gaat de aandacht vaak eenzijdig uit naar selectieve top-masters en de ontwikkeling van concurrerende kennisinstituten. Vergeten wordt dat de meeste winst te halen valt door een algemene ophoging van het kennisniveau. Dat betekent onder andere:
. Extra investeren in peuters en kleuters, de voor- en vroegschoolse educatie, onder meer door betere koppeling met de basisschool.
. Het herstellen van doorgroeimogelijkheden voor laatbloeiers en achterstandskinderen.
. Alles op alles moet gezet worden om de deelname van allochtone studenten te vergroten. Deze groep heeft een forse deelname-achterstand, die begint in het voortgezet onderwijs en zo doorwerkt naar mbo, hbo en universiteit.
In de afgelopen dertig jaar is Nederland steeds minder van haar welvaart aan onderwijs gaan besteden. Werd er in 1975 nog zeker 7 procent van het bruto nationaal product aan onderwijs uitgegeven, in 2005 is dat maar net iets meer dan 5 procent. Een wonderlijke ontwikkeling, want investeringen in onderwijs leveren een hoog rendement op. Nederland geeft ook internationaal gezien weinig uit aan onderwijs. De Algemene Onderwijsbond vindt dat in de komende kabinetsperiode gewerkt moet worden aan het verhogen van de onderwijsinvesteringen van de huidige 5,2 naar 6 procent van het bruto nationaal product. Op basis van het bbp in 2005 komt dat neer op een extra impuls van 4,5 miljard euro.
Algemene Onderwijsbond