7-9-2006
MEP debat: VVD wil fatsoenlijke regeling
De MEP is een gatenkaas. Het ene gat wordt met het andere gedekt. Na
het fiasco van de REB waarmee honderden miljoenen subsidiegeld over de
balk werden gegooid, is het extra zuur nu te moeten constateren dat de
wal het MEP schip opnieuw keert.
Want opnieuw dreigt een tekort van honderden miljoenen. Herhaalde
waarschuwingen in het verleden door de VVD dat we met de MEP
afstevenen op een volstrekt onbeheersbare uitgavenpost werden - helaas
- in de wind geslagen. Dat is vooral zuur voor al degenen die nu door
het besluit worden getroffen. Hoewel de VVD nooit een groot
voorstander van de MEP is geweest, wil de VVD fractie dat politiek
verantwoordelijk Minister Wijn er alles aan doet om de gevolgen van
het besluit zoveel en zo snel mogelijk te beperken. Om de Minister
daartoe aan te sporen, heeft de VVD fractie, bij monde van
woordvoerder Paul de Krom, een motie ingediend die luidt als volgt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het besluit van de Minister van Economische Zaken om
met onmiddellijke ingang geen nieuwe aanvragen voor MEP-subsidies meer
in behandeling te nemen bij veel initiatiefnemers van kleinere
projecten voor de opwekking van duurzame energie heeft geleid tot het
stopzetten van deze projecten,
overwegende, dat de Minister heeft aangekondigd een regeling te
treffen voor gevallen die onevenredig door deze maatregel worden
getroffen,
overwegende, dat het daarbij de voorkeur verdient die regeling zo in
te richten dat in ieder geval voortzetting van kleinere projecten voor
de opwekking van duurzame energie, die reeds voor de afkondiging van
de maatregel tot stopzetting van nieuwe MEP-subsidies in een
vergevorderd stadium waren en die voldoen aan alle in de MEP
voorgeschreven voorwaarden, mogelijk is,
verzoekt de regering met grote spoed compleet inzicht te verschaffen
in de cumulatieve geraamde uitgaven en actuele tekorten in de periode
2003 - 2016 en de dekking daarvan,
verzoekt de regering voorts een inventarisatie te maken van alle
gevallen die door de maatregel worden getroffen, de financiële
consequenties daarvan in kaart te brengen en daarbij duidelijk
gemotiveerd aan te geven welke categorieën wel en welke niet voor een
dergelijke regeling in aanmerking komen, en de Kamer daarover zo
spoedig mogelijk, doch in ieder geval vóór 14 september te informeren,
verzoekt de regering voorts op basis van deze inventarisatie en
categorisatie een voorstel aan de Kamer te doen, inclusief financiële
dekking, voor een regeling, waarbinnen in ieder geval kleinere
projecten, die voldoen aan de MEP-criteria en die al in een
vergevorderd stadium van aanvragen waren - maar in ieder geval die
projecten waarvan de vereiste vergunningen al waren verkregen - alsnog
op korte termijn kunnen worden voortgezet, en overigens ook al het
mogelijke te doen om de financiële schade die door de maatregel is
aangericht ongedaan te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Krom
VVD