Ministerie lnv

http://www.minlnv.nl

7 september 2006 nr132

Vervolgonderzoek naar succes landbouw en voedingsmiddelenindustrie

Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) laat Rijksuniversiteit Groningen (RuG) vervolgonderzoek doen naar wat de Nederlandse agrofoodketen zo succesvol maakt. Het gaat hier om het landbouw- en voedingscluster en om zowel de primaire als verwerkende en toeleverende sector. Het vervolgonderzoek vindt plaats naar aanleiding van de Porter-analyse uit 2005.

In de Porter-analyse van RuG, ook uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV, zijn de 100 Nederlandse productgroepen met het grootste aandeel op de wereldexportmarkt gedefinieerd. De helft van de 100 productgroepen was in 2003 afkomstig uit het agrofoodcluster. De productgroep snijbloemen voerde daarbij de lijst aan met een marktaandeel van 84% op de wereldexportmarkt.

De Amerikaanse econoom Michael Porter heeft in 1990 een algemeen schema gepresenteerd waarmee het mogelijk is clusters in kaart te brengen van wat voor een bepaald land de meest internationaal concurrerende sectoren zijn (de zogenaamde .diamant van Porter.). Daarmee is snel te zien op welke terreinen een land op de wereldmarkt sterk is en op welke zwak.

Het vervolgonderzoek moet antwoord geven op de volgende vragen:

. Welke factoren dragen structureel bij tot het succes van een groot aantal Nederlandse agrofoodclusters?
. Hoe en in welke mate hebben deze internationale .toppers. een (potentiële) impact op de rest van de Nederlandse economie?
. Wat moet of kan de overheid doen (of laten) om de belangrijkste succesfactoren op langere termijn vast te houden, en om de Nederlandse samenleving en economie maximaal te laten profiteren van de agrofood-toppers?

In het vervolgonderzoek worden de volgende productgroepen in detail onderzocht: snijbloemen, aardappels en aardappelmeel, varkens, cacao, vaccins voor veterinaire geneesmiddelen, mosselen, en bier.

Het onderzoek wordt het komend half jaar uitgevoerd door prof. dr. Dany Jacobs, dr. Hendrik Snijders en dr. Hein Vrolijk (projectcoördinator). De resultaten worden in het voorjaar van 2007 bekend gemaakt.

NOOT voor de redactie (