'Internationaal bosbeleid is niet mislukt'
Oratie prof. Bas Arts
De veelgehoorde conclusie dat het wereldwijde beleid om bossen te redden en te beschermen is mislukt gaat veel te ver. Critici vergeten nogal eens dat het raderwerk achter de schermen volop draait en dat er wel degelijk vorderingen zijn gemaakt om bossen op termijn veilig te stellen. Dat betoogt prof.dr. Bas Arts in zijn oratie bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Bossen- en natuurbeleid aan Wageningen Universiteit op 7 september.
In zijn oratie 'Bossen, instituties, discoursen: een discursief-institutionele analyse van het internationale bossenbeleid' gaat prof. Arts in op ontwikkelingen in bossenbeleid vanaf de jaren tachtig. Sinds die tijd heeft met name de grootschalige houtkap in gebieden als de Amazone en Zuidoost-Azië aanleiding gegeven tot algemene bezorgdheid over het verlies aan oerbossen en planten- en diersoorten. Critici wijzen op de nog altijd hoge ontbossingscijfers en beweren dat het als mislukte gekenschetste bossenbeleid vooral een symbolische betekenis heeft.
"Onterecht", meent prof. Arts. "We kunnen beleids- en plannenmakers niet altijd als enigen beschuldigen wanneer zij hun doelen niet hebben bereikt." Arts maakt een onderscheid in output als resultaat van beleid, naast outcome en impact. Output is bijvoorbeeld een tastbaar beleidsinstrument zoals regelgeving of een programma, outcome beschrijft de gedragsverandering van betrokken personen als resultaat van bijvoorbeeld een actieprogramma, impact is het uiteindelijk bereiken van een beleidsdoel, bijvoorbeeld het duurzaam gebruik van een stuk bos of het daadwerkelijk beschermen van biodiversiteit. Volgens Bas Arts wordt er teveel gefocust op 'impact' om te bepalen of het beleid succesvol is geweest.
Hoewel inmiddels meer dan 3500 bedrijven in 55 landen handelen in gecertificeerd hout (met FSC-keurmerk), is het grootste deel van het verhandelde hout nog steeds niet afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. "We zijn nog ver verwijderd van doelen als behoud van biodiversiteit, duurzaam bosbeheer, efficiënte houtverwerking en een volledig legale wereldhouthandel", beaamt prof. Arts. "Dat wil echter niet zeggen dat het mondiale bosbeleid derhalve heeft gefaald." Vaak is er sprake van tussenkomende factoren als conflicten, klimaatveranderingen, natuurrampen, corruptie enz. Bovendien is er veel vooruitgang geboekt in het realiseren van beleidsdocumenten, plannen, afspraken met belanghebbenden en institutionele randvoorwaarden voor 'echte' beleidseffecten. Een aantal ontwikkelingslanden heeft het bosbeheer gedecentraliseerd, diverse houtleveranciers hebben hun kap- en verwerkingsmethode aangepast en steeds meer westerse consumenten kopen FSC-hout, terwijl het wereldwijde bosbeleid zich meer en meer laat beïnvloeden door bijvoorbeeld non-gouvernementele organisaties. "Deze inbedding van het belang en de mening van personen, organisaties en overheden hebben de afgelopen kwart eeuw geleid tot een degelijk institutioneel raamwerk dat absoluut noodzakelijk is om op termijn tot daadwerkelijk behoud en duurzaam beheer van bossen te komen", aldus de Wageningse hoogleraar.
Wageningen Universiteit