College Den Bosch legt concept voor aan amateurkunstverenigingen
In 2007 nieuwe subsidieregeling amateurkunst
Het college heeft een concept voor de subsidieregeling Amateurkunst
2007 vastgesteld en legt deze voor een reactie voor aan de huidige
subsidieontvangers. In het voorstel blijft de huidige regeling
gehandhaafd voor zover het de basissubsidie per categorie betreft,
evenals het minimum aantal vereiste leden per categorie. Daarnaast
blijft de mogelijkheid voor een extra subsidie in de
huisvestingskosten gehandhaafd. Om recht te doen aan de grote
verschillen in ledenaantallen wil het college naast de basissubsidie
een bedrag van EUR 20 verstrekken voor elk lid boven de gestelde norm
van het vereiste minimum aantal leden. Omdat de categorie harmonie- en
fanfarekorpsen te maken heeft met hoge extra kosten voor hun
jeugdleden (instructiekosten, uniformen en instrumenten) is het
college van plan voor jeugdleden tot 18 jaar die afkomstig zijn uit
's-Hertogenbosch een extra bijdrage te verstrekken van EUR 50 per
jeugdlid. Voor de jeugdleden uit `s-Hertogenbosch in de overige
categorieën, wordt dan een extra bijdrage verstrekt van EUR 15 per
jeugdlid. Nadat het college alle ingekomen reacties heeft verwerkt,
wordt de regeling in december a.s. aan de gemeenteraad voorgelegd.
Uitgangspunten regeling
In de nota Amateurkunst (januari 2006) is geconstateerd dat de huidige
subsidieregeling Amateurkunst kan leiden tot grote ongelijkheid tussen
verenigingen. Daarin wordt geen rekening gehouden met het feit dat de
ledenaantallen van de verenigingen sterk uiteen lopen en dat er
verschil is in de wijze van presentatie en kwaliteit. Bij het
opstellen van de nieuwe regeling heeft het college de volgende
uitgangspunten gehanteerd:
a. recht doen aan verschillen in ledenaantallen, kwaliteit en
presentatie;
b. geen van de verenigingen gaat er op achteruit;
c. efficiënt in de uitvoering;
d. verenigingen niet belasten met complexe aanvragen en
verantwoordingen.
Bij het verlenen van de subsidie over 2006 is een analyse gemaakt van
de besteding van de toegekende subsidies door de verenigingen.
Gebleken is dat het merendeel van de verenigingen een groot deel van
de subsidie besteedt aan de kosten van dirigenten, instructeurs en
regisseurs en daarmee dus aan de kwaliteit van de activiteiten. Ook
presenteert het merendeel van de verenigingen zich vaker, al dan niet
tegen een financiële vergoeding. De constatering in de nota
Amateurkunst dat de regeling weinig stimulans geeft aan inhoudelijke
ontwikkeling en presentaties, moet op basis van de analyse worden
genuanceerd. Op basis van de hierboven genoemde uitgangspunten is een
aantal modellen doorgerekend en heeft het college een concept voor de
nieuwe regeling ontwikkeld.
Gemeente 's-Hertogenbosch