!!EMBARGO
TOT WOENSDAG 6 SEPTEMBER 20.00 UUR!!
Persbericht Universiteit
Utrecht/Radboud Universiteit
Schelpdiertjes kunnen leven zonder zuurstof
Levende wezens met een kern in hun cellen gebruiken zuurstof. Zo staat het in de boeken.
Maar foraminiferen - minuscule schelpdiertjes - kunnen wel een maand zonder. Dat
kan omdat ze energie uit nitraat kunnen halen. En dat doen ze helemaal zelf,
zonder hulp van bacteriën. Nature publiceert deze revolutionaire ontdekking van
Scandinavische en Nederlandse biologen en biogeologen van de Universiteit
Utrecht en de Radboud Universiteit op 7 september 2006.
Foraminiferen
kunnen in de zeebodem overleven zonder zuurstof en overschakelen op een
nitraatstofwisseling. Deze kleine schelpdiertjes ademen dan stikstofgas uit. Het
is voor het eerst dat is aangetoond dat een eukariote - een bezitter van een
celkern - dat kan. Deze forams blijken in staat om zonder zuurstof hun energie
te halen uit nitraat. De schelpdiertjes van enkele millimeters groot verzamelen
de stikstofverbinding uit hun omgeving en verschuilen zich dan wel een maand in
het zuurstofloze sediment, waar ze veiliger zijn voor roofdieren.
Aanvankelijk
was de hypothese dat de forams bij deze stofwisseling hulp zouden krijgen van
bacteriën, reden voor de Utrechtse foraminiferen-specialisten prof. Bert van der
Zwaan en Sandra Langezaal om samen met de Nijmeegse microbiologen prof. Mike
Jetten, Huub op den Camp en Markus Schmid en elektronenmicroscopie specialist
Jan Derksen te gaan werken. Ze kregen hulp van Zweedse en Deense collega's om
sediment te onderzoeken. De Universiteit Utrecht doet al tien jaar onderzoek
naar de mechanismen van overleving van forams zonder zuurstof. De Nijmegenaren
hebben veel ervaring met het ontdekken van stikstofomzettende bacteriën. Maar
hoe er ook gezocht werd: de bacterie bleek er niet te zijn.
De
onderzoekers proberen nu vast te stellen hoe het kan dat de forams zonder
zuurstof kunnen. Het kan zijn dat ze genetisch materiaal bevatten van
nitraatomzettende bacteriën, maar ook dat ze de handigheid zelf ontwikkeld
hebben.
De
forams zijn goed onderzochte schelpjes. In de honderden miljoenen jaren dat zij
voorkomen, hebben ze een grote bijdrage geleverd aan de vorming van de aarde.
Dikke pakketten krijt - zoals bij Dover - bestaan voor een deel uit de schelpen
van deze diertjes. De verschillende vormen worden ook gebruikt om aardlagen te
dateren en vooral om het vroegere milieu op aarde in detail te reconstrueren. De
Universiteit Utrecht heeft daarvoor een groot experimenteel laboratorium waar
ook de nitraatgebruikende foraminiferen nader onderzocht worden.
Het
onderzoek werd uitgevoerd met steun van het NWO-programma Bio-geosphere, dat
momenteel wordt voortgezet in het Darwin Centrum voor Biogeologie, Hierin
participeren de Universiteit Utrecht (UU), Radboud Universiteit Nijmegen (RU),
Vrije Universiteit Amsterdam (VUA), Wageningen Universiteit en Researchcentrum
(WUR), Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek (NIOO) en het Koninklijk
Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ).
Meer
informatie
Prof.dr.
Bert van der Zwaan, (030) 253 5117,
bzwaan@geo.uu.nl
Dr.
Sandra Langezaal, (030) 253 51 48,
sandral@geo.uu.nl
Prof.dr.ir.
Mike Jetten, 06-24703662 of (024) 365 2941,
m.jetten@science.ru.nl
Een
kopie van het artikel kunt u opvragen via het Darwin Centrum voor Biogeologie,
Nicoline Meijer, (030) 253 4966,
n.meijer@geo.uu.nl.
Universiteit Utrecht