Windturbines op flatgebouwen veelbelovende optie
Volgens ir.ing. Sander Mertens van de TU Delft leent ook de bebouwde kom zich goed voor (kleine) windturbines. Hij is op dinsdag 5 september gepromoveerd op dit onderwerp.
De laatste tijd verschijnen er naast de bekende grote windturbines (doorgaans geplaatst in landelijke gebieden of op zee) ook kleinere windturbines in de bebouwde omgeving, bijvoorbeeld op flatgebouwen. Promovendus Sander Mertens onderzocht de mogelijkheden van zulke windturbines.
Zijn proefschrift gaat vooral in op situaties waarbij het gebouw de windenergie concentreert voor de windturbine. Volgens Mertens is zo'n 'concentrator-effect' een voorwaarde voor het rendabel zijn van windturbines in de bebouwde omgeving. Concentrators zijn in staat om de lage gemiddelde windsnelheden in de bebouwde omgeving (ten opzichte van landelijke gebieden) te compenseren.
Uit zijn werk blijkt bijvoorbeeld dat de drukverschillen tussen de voor- en achterkant van een flat, die ontstaan doordat de wind de lucht aan de ene kant tegen de gevel samendrukt en aan de windafwaartse kant juist wegsleurt, goed gebruikt kunnen worden. In een groot, rond gat in zo'n flat ontstaan hoge windsnelheden waarvan een windturbine in dat gat kan profiteren.
Mertens onderscheidt drie varianten van concentrators en concludeert dat de optie 'op het dak of aan de zijkanten van een gebouw' en de optie 'in gaten door gebouwen' veelbelovend zijn. Bij de eerstgenoemde optie geeft een gebouw met de vorm van een halve bol theoretisch de hoogste concentratie (wanneer de wind van alle kanten kan komen): een factor drie tot vier.
Niettemin concludeert Mertens ook dat de energie-opbrengst voor alle opties beperkt is, omdat de windturbines alleen kunnen profiteren van de verhoogde windsnelheid als ze relatief klein zijn vergeleken bij het gebouw. Aan de andere kant hebben deze turbines ook veel voordelen. Ze leveren de energie bijvoorbeeld daar waar die gebruikt wordt, in de bebouwde omgeving, en ze kunnen 'achter de elektriciteitsmeter' worden geplaatst. Hun energieopbrengst wordt dus direct én voor 100 % vertaald in besparingen op de elektriciteitsrekening van de gebruiker. Bij grote, landelijk gelegen windturbines bedraagt de terugleververgoeding van het productiebedrijf volgens Mertens slechts zo'n 30 %.
De conclusie van Mertens is derhalve dat windturbines in de bebouwde omgeving met gebruikmaking van concentrator-effecten een veelbelovende duurzame energiebron zijn voor de toekomst. Met de aantekening dat de technologie zich nog in de beginfase bevindt, ziet hij op termijn vooral mogelijkheden in de utiliteitsbouw. Voor particuliere woningen acht hij de kleine turbines vooralsnog niet interessant.
Nadere informatie:
Sander Mertens: tel. 070-3367448; e-mail: sander.mertens@dhv.nl
Persvoorlichter Karen Collet, tel: 015 278 5408, e-mail: k.collet@tudelft.nl.
Technische Universiteit Delft