Landelijke Studenten Vakbond
Studenten slachtoffer van bindend studieadvies
Utrecht, 5 september 2006 - De studenten in Nederland blinken niet
uit, stelde minister Maria van der Hoeven (Onderwijs) op de opening
van het academische jaar aan de Universiteit van Maastricht. Er moeten
meer studenten afstuderen volgens de minister en
universiteitenvereniging VSNU en dat moet gebeuren door meer gebruik
te maken van het bindende studieadvies (BSA). Wanneer studenten beter
op hun plaats komen zullen er mogelijk minder afvallen. De Landelijke
Studentenvakbond is bang dat de nadruk op talentenontwikkeling en
selectie ten koste gaat van de gemiddelde student.
"Als blijkt dat een student niet bij een bepaalde studie past en
duidelijk achterblijft, mag de universiteit hem dwingen een andere
studierichting te kiezen", aldus voorzitter Ed d'Hondt van de VSNU.
Hij wil zelfs de bevoegdheid om studenten van de universiteit te
verwijderen. De meerderheid van de universiteiten zijn positief over
het plan van de VSNU, maar niet de Rijksuniversiteit Groningen.
Volgens hen moet de student zelf kunnen beslissen over zijn
persoonlijke ontwikkeling.
De LSVb is blij met het feit dat de VNSU de uitval van studenten wil
tegengaan, maar gelooft niet in deze aanpak. Voordat studenten de
duimschroeven worden aangedraaid, moeten de universiteiten eerst maar
eens zorgen voor betere colleges zodat de rekening voor slechte
studieresultaten niet te eenzijdig bij de studenten ligt, oordeelt de
LSVb. Betere begeleiding is de oplossing volgens de LSVb. Ook moeten
universiteiten eerlijkere verwachtingen scheppen. "Opleidingen hebben
een blitse naam en mooie folders, maar studenten weten niet goed waar
ze aan beginnen", stelt Irene van den Broek, voorzittter van de LSVb.
De VNSU kwam maandag met het voorstel voor een brede bachelor, voor de
student die niet meteen weet wat hij wil. Daarna kan die zich alsnog
specialiseren, maar de studentenbond vreest dat die dan wel kennis
tekort komt als de masters in zicht komen. Van den Broek wijst erop
dat studenten die een brede bachelor hebben gedaan, niet op problemen
mogen stuiten als bij toelating tot een master een kennisachterstand
blijkt.