Het Koninklijk Huis
---
Toespraak van H.K.H. Prinses Máxima, 5 september 2006
bij de start van het nieuwe studiejaar aan de Rijksuniversiteit
Groningen, faculteit Bedrijfskunde
"Maak verschil"
Dames en heren,
Het is een eer om vandaag bij u te gast te zijn.
Bij u, hooggeleerde dames en heren,
en bij u die dat graag willen worden.
Een groot aantal van u begint vandaag aan uw studie Bedrijfskunde.
Een prachtig vak. Een vak met veel facetten.
Zoveel facetten, dat wanneer je 12 bedrijfskundigen naast elkaar zet,
je soms 13 verschillende meningen hebt.
Niet voor niets is het thema van deze bijeenkomst: `verscheidenheid'.
Ik weet niet precies waar ik de uitnodiging aan te danken heb. Een
wetenschapper ben ik niet. Misschien ben ik uitgenodigd omdat ik word
gezien als deskundige op het gebied van culturele verscheidenheid.
En inderdaad kan ik niet ontkennen dat ik in dit veld een klein beetje
ervaring heb...
Als introductie op het wetenschappelijke betoog van professor Jacobs
wil ik graag enkele van die ervaringen met u delen.
Na mijn studie Economie in Buenos Aires, werkte ik een aantal jaren in
New York, bij verschillende banken.
In een daarvan, behoorde ik tot een kleine minderheid. Ik was een van
de twee latino's. We waren omringd door wat in Amerika `WASP's' worden
genoemd: White Anglo Saxon Protestants.
In mijn volgende baan was de situatie anders.
De groep latino's die daar werkte was veel groter.
Er was veel meer diversiteit.
En dat maakte een groot verschil.
Een verschil in benadering en in onze positie.
Bij bank 1 waren we `de latino's'. En werden we benaderd met de
stereotypen die daar kennelijk bij passen: "latino's zijn klein, druk,
explosief, dansen de hele nacht de salsa en zijn altijd te laat."
Ik kan u verzekeren: als je zo wordt bekeken, wordt dat bijna een self
fulfilling prophecy...
Bij bank 2 vormden we een veel grotere minderheidsgroep. We hadden
`kritische massa'. En daarmee vielen de verschillen binnen onze groep
sterker op. We werden veel meer als individuen gezien, met unieke
eigenschappen. We kregen alle ruimte. En dat was zeker terug te zien
in de performance van de bank.
Kleine minderheden in een organisatie lopen twee risico's.
Het eerste is dat je je opsluit in de eigen veilige kring. Dat je je
stevig vasthoudt aan de groepsidentiteit en helemaal gaat voldoen aan
de cliché-beelden.
Dan ben je een `voorbeeld-latino'.
Of wat men ook wel noemt: een `token'.
Het tweede risico is dat je je juist helemaal aanpast aan de
meerderheid.
Meer WASP doen dan de WASP's.
Of bijvoorbeeld bij een minderheid van vrouwen: mannelijker doen dan
de mannen zelf.
Beide zijn niet goed.
Niet voor jezelf. Niet voor de organisatie waar je werkt.
We denken nog zo vaak in vaste patronen.
Soort bij soort.
Ik werd in New York aangenomen mede om de vrouwelijke klanten te
bedienen.
Wat bleek? Veel vrouwelijke klanten wilden juist graag een mannelijke
bankier. En veel mannen willen juist een vrouw als bankier.
Een allochtoon kan de beste ideeën hebben voor een autochtone
ondernemer. En andersom ook.
Jammer genoeg beseffen we dat vaak niet.
Organisaties met veel verschillende mensen zijn succesvoller,
creatiever, innovatiever, effectiever en aantrekkelijker.
Professor Jacobs zal dat straks vast wetenschappelijk onderbouwen.
Weten we in Nederland al het talent dat we hebben wel te gebruiken?
Ik denk dat er nog veel winst is te halen.
Steeds meer vrouwen hebben een baan. Maar slechts weinigen halen de
top.
Vrouwen zijn een uitzondering in de bovenste regionen van het
bedrijfsleven en de wetenschap.
- Slechts één op de twintig hoogleraren en topmensen in het
bedrijfsleven is vrouw.
- Slechts één op de vier hogere managers is vrouw.
Terwijl 56% van de afgestudeerden in het hoger onderwijs vrouw is.
Kortom: onderweg naar boven gaat er wat mis.
Voor vrouwen zou al veel gewonnen zijn met een verandering van
cultuur. Bijvoorbeeld: in veel organisaties heerst een
`aanwezigheidscultuur'.
Mensen worden beoordeeld op het aantal uren dat ze fysiek aanwezig
zijn.
Maar het gaat toch niet om het aantal uren dat je achter je bureau
zit?
Het gaat om bereikbaarheid en om resultaten!
Tegen parttime werken bestaan nog teveel vóóroordelen.
Parttimers met een uitdagende baan werken met passie. Ik hoor wel eens
van ondernemers: `Ik betaal ze voor drie dagen, maar ze werken veel
meer".
Overigens moeten vrouwen ook elkaar meer stimuleren.
Moeders hebben soms de neiging andere moeders met een carrière te
veroordelen.
Een klein baantje voor een paar dagen mag wel, maar een serieuze
carrière zal toch wel ten koste van de kinderen gaan.
Maar als iemand het moederschap weet te combineren met een
verantwoordelijke functie, is dat toch geweldig?
Ook nieuwkomers dringen maar heel moeizaam door in hogere functies.
Daarmee doen we onszelf als samenleving enorm te kort.
Succesvolle bedrijven weerspiegelen de samenleving.
Ze maken verschil.
Ze bundelen het beste van mannen en vrouwen, nieuwkomers en
autochtonen, jongeren en ouderen, van mensen met verschillende
overtuigingen, voorkeuren en vaardigheden.
Want uit die ontmoeting - of moet ik zeggen: die clash - ontstaat
creativiteit.
Een heel eenvoudig voorbeeld kwam ik laatst tegen tijdens een
werkbezoek aan een supermarkt.
De manager probeerde zijn Marokkaanse klanten te bedienen met
Marokkaanse producten.
Dat lukte niet erg.
Tot hij op advies van een caissière met een Marokkaanse achtergrond,
de producten veel lager in de schappen zette. Wat was het probleem
geweest? Heel simpel.
De artikelen waren voor de Marokkaanse vrouwen letterlijk onbereikbaar
geweest.
Diversiteit is dus goed voor een bedrijf.
Maatschappelijk wenselijk. Economisch noodzakelijk.
Tot slot wil ik nog wat zeggen tegen de studenten die vandaag aan hun
studie Bedrijfskunde beginnen.
Sluit jezelf niet in een hokje op. Stap over alle hekjes heen.
Wees niet bang voor nieuwe dingen. Blijf nieuwsgierig.
Blijf steeds vragen: `waarom, waarom, waarom?'
En neem geen genoegen met het antwoord: `dat doen we al jaren zo.'
Er is altijd een andere manier. En vaak een betere manier.
Dank u wel.
© RVD