Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken - Kamerbrief inzake richtlijnen voor de Koninkrijksdelegatie naar de 61e zitting van de AVVN te New York
Kamerbrief inzake richtlijnen voor de Koninkrijksdelegatie naar de 61e zitting van de AVVN te New York
04-09-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Hierbij treft u de Richtlijnen aan voor de Koninkrijksdelegatie naar de 61e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN). Deze brief dient tevens ter achtergrondinformatie voor het op 14 september geplande overleg met de Kamer over dit onderwerp.
Algemeen
De AVVN wordt dit jaar formeel geopend op 12 september. Het Koninkrijk bekleedt tijdens deze zitting één van de in totaal 21 vice-voorzitterschapsposities. Samen met de Voorzitter van de 61e Algemene Vergadering, mevrouw Haya Rashed Al-Khalifa (Bahrein), en de voorzitters van de zes comités zijn de vice-voorzitters verantwoordelijk voor de agenda van de AVVN. Het betreft voor een belangrijk deel organisatorische taken. Op bepaalde momenten kunnen vice-voorzitters echter ook worden ingezet voor inhoudelijke onderhandelingen.
Tijdens de 61e AVVN zal het Koninkrijk het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de veiligheid van VN- en geassocieerd personeel ondertekenen. Het Protocol is een aanvulling op het in 1994 totstandgekomen Verdrag en beoogt de categorieën VN-operaties waarvan het personeel wordt beschermd uit te breiden.
Evenals de 60e AVVN zal ook de 61e zitting in belangrijke mate worden beïnvloed door de uitkomsten van de Top 2005 (14 - 16 september 2005). Tijdens de 60e AVVN werd op diverse terreinen belangrijke vooruitgang geboekt (o.a. de oprichting van de Mensenrechtenraad en de Vredesopbouwcommissie). Dit laat onverlet dat op meerdere belangrijke thema's tijdens de 61e AVVN nadere uitwerking nodig is. Op sommige onderwerpen verloopt de implementatie van de resultaten van de Top moeizaam (m.n. managementhervorming, rol Verenigde Naties inzake terrorismebestrijding, hervorming Veiligheidsraad). Het Koninkrijk streeft ernaar tijdens de komende Algemene Vergadering op die terreinen het debat een stap verder te brengen. Daar het vrijwel zonder uitzondering dossiers betreft gekenmerkt door grote meningsverschillen onder het VN-lidmaatschap, zal dit geen eenvoudige zaak zijn.
De inzet van het Koninkrijk is om de resultaten van de Top te bestendigen, dan wel alsnog in praktijk te brengen verloopt zoals bekend primair via de Europese Unie (EU). Dit geldt ook voor de inzet in de AVVN in bredere zin. Het door het voorzitterschap in samenwerking met de lidstaten opgestelde EU priorities paper (bijlage 1)1, dat werd aangenomen door de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen op 17 juli 2006, dient daarom als leidraad voor deze Richtlijnen. Uiteraard legt Nederland binnen de prioriteitsstelling van de EU zijn eigen accenten. Deze brief zal hierop nader ingaan.
De afwezigheid van bepaalde onderwerpen die hoog op de internationale politieke agenda staan (bijvoorbeeld Iran, Soedan, Noord-Korea, Libanon), valt te verklaren uit het feit dat deze onderwerpen niet op de agenda van de AVVN staan, omdat zij worden besproken in de Veiligheidsraad.
Het EU Priorities Paper besteedt geen aandacht aan de Midden-Oostenresoluties en de invloed van de huidige crisis op het verloop van de AVVN. Gezien de actualiteit lijkt het te verwachten dat de situatie in het Midden-Oosten een schaduw zal werpen over de debatten over onder meer de traditionele resoluties over het Midden-Oosten. Het Koninkrijk zal ook in de huidige gepolariseerde stemming blijven pleiten voor een evenwichtige benadering bij de behandeling van resolutieteksten.
Het EU Priorities Paper en de Koninkrijksaccenten
Geheel in overeenstemming met de visie van het Koninkrijk stelt het paper voorop dat de EU zich zal inspannen om in nauwe samenwerking met VN-partners de tijdens de Top 2005 gemaakte afspraken te implementeren en/of verder uit te werken.
* De Mensenrechtenraad en de Vredesopbouwcommissie
In het Priorities Paper benadrukt de Europese Unie het belang om verder vorm en inhoud te geven aan het werk van twee tijdens de 60e AVVN opgerichte organen, te weten de Vredesopbouwcommissie (Peacebuilding Commission, PBC) en de Mensenrechtenraad (Human Rights Council).
Over de oprichting van de Mensenrechtenraad, de verwachtingen en ambities van het Koninkrijk in dit kader, alsmede het verslag van de eerste zitting van de Raad werd de Kamer reeds geïnformeerd (zie o.a. Kamerstuk 2005-2006, 30300 V, nr. 134, Tweede Kamer). Inmiddels hield de Raad ook twee speciale zittingen, over respectievelijk de Palestijnse gebieden en Libanon. De EU zal zich er ook in 61e AVVN volop voor inzetten dat de Raad voldoet aan de verwachtingen.
De tweede zitting van de Mensenrechtenraad zal plaatsvinden van 18 september tot en met 6 oktober 2006. Deze zitting zal gedeeltelijk overlappen met de Derde Commissie van de AVVN, die gepland staat vanaf 2 oktober 2006. De EU zal met steun van het Koninkrijk in beide fora de aandacht vragen voor mensenrechtenschendingen waar ook ter wereld. Hierbij is het van belang de EU-inzet in beide fora nauw op elkaar af te stemmen en te streven naar complementariteit. In EU-verband vindt op dit moment overleg plaats over welke landensituaties in welke van deze twee fora aan de orde zouden dienen te komen. Ook overweegt de EU om in de Derde Commissie, al dan niet samen met andere landen, thematische resoluties in te dienen inzake religieuze intolerantie en de rechten van het kind. Tevens wordt op dit moment de mogelijkheid onderzocht voor een resolutie over geweld tegen vrouwen. De intensieve inzet van de Europese Unie op dit thema onderstreept de centrale these van de EU, dat mensenre
chten een integraal onderdeel dienen uit te maken van de activiteiten van de VN.
Het Koninkrijk streeft er naar om herkozen te worden in de Mensenrechtenraad voor de periode 2007 - 2010. Tot nu toe is Italië de enige andere kandidaat binnen de regionale groep waartoe het Koninkrijk behoort. Het is waarschijnlijk dat zich nog andere kandidaten zullen melden voor de twee beschikbare zetels.
De Vredesopbouwcommissie is inmiddels tweemaal bijeengekomen en heeft behalve een reeks organisatorische afspraken inmiddels ook besloten over de agendering van de eerste landenspecifieke post-conflict situaties. Tijdens de 61e AVVN zal de Commissie zich in ieder geval buigen over Sierra Leone en Burundi. Het Koninkrijk levert als lid van het Organisatorisch Comité een actieve bijdrage aan het werk van de Commissie en zal ook zijn bijdrage leveren aan de landenspecifieke bijeenkomsten.
* Hervormingen van het management en doorlichting van mandaten
Voor de EU blijven de hervormingen van het management van de VN hoog op de prioriteitenlijst staan. Tijdens de 61e AVVN zal het Secretariaat belangrijke voorstellen presenteren op het gebied van personeelsbeleid, toezicht, aanbestedingen en Administration of Justice (de beroeps- en bezwaarprocedure bij de VN). De EU staat hier positief tegenover en zal trachten de voorstellen zo ongeschonden mogelijk aanvaard te krijgen. Belangrijkste argument zal zijn dat deze verbeteringen niet zozeer beschouwd moeten worden als een 'Westerse agenda,' maar juist ten goede komen aan alle lidstaten van de VN. Het Koninkrijk zal in EU-kader maar ook afzonderlijk actief proberen het wantrouwen te verminderen dat op dit terrein heerst tussen lidstaten onderling, maar ook tussen sommige lidstaten en het VN-Secretariaat.
Het Outcome Document van de VN-Top van september 2005 riep de AVVN en andere VN-organen op om alle VN-mandaten (verzoeken tot acties neergelegd in een resolutie) ouder dan 5 jaar door te lichten. Een geslaagde mandate review zal resulteren in meer efficiëntie, waardoor de VN zich beter zal kunnen toeleggen op de belangrijkste onderwerpen. Daarnaast zal het invoeren van een Mandate Impact Assessment op de agenda staan. Deze assessment moet er toe dienen dat bij het aannemen van nieuwe resoluties en de daarin vervatte mandaten veel kritischer dan voorheen wordt gekeken naar de toegevoegde waarde. Ook los van deze exercitie zal het Koninkrijk zich tijdens deze Algemene Vergadering binnen en buiten EU-verband er voor inzetten om te voorkomen dat nieuwe mandaten overlappen met bestaande.
* Systeembrede coherentie
Tijdens de 61e zitting van de AVVN zal de EU voorts bevorderen dat ontwikkelingskwesties hoog op de agenda blijven staan. Systeembrede coherentie, voor het Koninkrijk een prioriteit, is in dat kader een kernbegrip. Het slotdocument van de VN-Top 2005 gaf een belangrijke impuls om hervormingen op het terrein van de ontwikkelingsarchitectuur in een stroomversnelling te krijgen. De Secretaris-Generaal van de VN riep in januari 2006 het High Level Panel on Systemwide Coherence on Development, Humanitarian Assistance and Environment in het leven. Dit Panel heeft als opdracht aan het begin van de 61e AVVN met aanbevelingen te komen hoe het VN-systeem op deze terreinen moet worden hervormd om de VN effectiever te maken.
Het Koninkrijk heeft de afgelopen periode allereerst actief ingezet op hervorming van het VN-stelsel op landenniveau op basis van het beginsel van de zogeheten four ones: één VN-kantoor, één VN-vertegenwoordiger, één VN-programma en begroting en één VN-financieringsmechanisme. Daarnaast is meer stabiele en voorspelbare financiering van de VN-organisaties een belangrijk thema.
De verwachting is dat het Panel, dat onder zware tijdsdruk heeft moeten werken, eind september met aanbevelingen zal komen. Voor de kortere termijn zouden deze vooral gericht zijn op verdere verbetering van de operationele samenwerking van de VN-organisaties op landenniveau. Daarnaast zal het Panel met aanbevelingen komen voor de middellange termijn om de fondsen en programma's op hoofdkwartierniveau te stroomlijnen, en met een langetermijnvisie op de positie van Gespecialiseerde Organisaties. Hoewel er veel aandacht aan outreach is besteed, zowel door het Panel zelf als door landen als het Koninkrijk die voorstander zijn van vergaande hervormingen, zullen de discussies over het rapport van het Panel naar verwachting moeizaam zijn. De meningen van de diverse VN-lidstaten over de noodzaak van deze hervormingen lopen namelijk sterk uiteen en zo deze hervormingen al noodzakelijk worden geacht, bestaat verschil van inzicht over de vraag hoe vergaand deze moeten zijn.
Het Koninkrijk steunt ook het werken via de EU aan systeembrede coherentie op milieugebied en hervorming van de VN-milieuarchitectuur.
* Institutionele hervormingen
In het EU Priorities Paper wordt gesteld dat belangrijke instellingen van de VN, te weten de Algemene Vergadering, ECOSOC en de Veiligheidsraad hervormd moeten worden. De representativiteit, legitimiteit, alsmede de transparantie en de doeltreffendheid van het systeem komen anders in toenemende mate in het gedrang. Het Koninkrijk speelt in deze context met name ten aanzien van Veiligheidsraadhervorming een geprononceerde rol. De Permanente Vertegenwoordiger van het Koninkrijk bij de Verenigde Naties heeft, op verzoek van de voorzitter van de AVVN, samen met zijn collega van de Bahamas tijdens de 60e AVVN intensieve consultaties gevoerd om compromisrichtingen op dit politiek beladen dossier te identificeren. Ook tijdens de 61e AVVN zal dit dossier weer onderwerp van consultaties zijn. Het streven van het Koninkrijk blijft daarbij om een breed gedragen hervorming van de Raad te bewerkstelligen, die de actuele internationale verhoudingen weerspiegelt, rekening houdend met mogel
ijke verschuivingen in die verhoudingen in toekomst.
Andere EU-prioriteiten zijn de rol van de Verenigde Naties bij terrorismebestrijding, de Millennium Development Goals, de High Level Dialogue on Migration and Development (HLD), de Responsibility to Protect, de Alliantie van Beschavingen, rule of law, ontwapening en non-proliferatie, het Capital Master Plan en de budgettaire situatie van de VN. Deze prioriteiten worden hieronder puntsgewijs toegelicht.
* Terrorismebestrijding
Ten aanzien van terrorismebestrijding spelen met name de nog steeds niet uitonderhandelde alomvattende conventie inzake terrorismebestrijding en het uitwerken van een VN-strategie op het terrein van terrorismebestrijding. Het Koninkrijk blijft met de EU ijveren voor een positieve wending op deze dossiers. Voor wat betreft de alomvattende conventie is er echter weinig reden tot optimisme. De onderhandelingen daarover zijn zeer gepolitiseerd en blijven steken in dogmatische debatten over de definitie en oorzaken van terrorisme. De EU steekt daarom momenteel vooral energie in de besprekingen over de VN-strategie. Het streven is om deze zo pragmatisch mogelijk te houden, en zodoende de kans op succes te vergroten.
* De Millennium Development Goals (MDG's)
De MDG's gelden vanzelfsprekend ook voor Het Koninkrijk als een prioriteit. Binnen deze brede doelstellingen heeft Het Koninkrijk het afgelopen jaar op basis van de uitkomsten van de Top van 2005 bovendien een actieve lobby gevoerd om onder MDG 5, Maternal Health, een target (doelstelling) over universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten opgenomen te krijgen in het MDG-raamwerk. Het Koninkrijk streeft ernaar dat de opname van een target voor reproductieve gezondheid tijdens de 61e AVVN geformaliseerd wordt.
* Migratie en ontwikkeling
Op 14 en 15 september vindt een speciale bijeenkomst plaats over migratie en ontwikkeling (High Level Dialogue on Migration and Development, HLD). Voor het Koninkrijk zijn coherentie, samenwerking en wederzijds begrip sleutelwoorden. De HLD dient zich toe te spitsen op die onderwerpen waar landen van herkomst en landen van bestemming een gedeeld belang hebben. De strijd tegen mensensmokkel en -handel is zo'n onderwerp. Daarnaast zal het Koninkrijk zich richten op capaciteitsopbouw van het migratiemanagement, tegengaan van brain drain, betrokkenheid van de diaspora, bevorderen van circulaire migratie, tijdelijke uitzending van hooggekwalificeerde migranten en vrijwillige terugkeer. Het belang van mensenrechten, gender en een regionale benadering loopt hier als een rode draad doorheen. Het Koninkrijk wil dat de dialoog ook na de HLD wordt voortgezet middels een informeel, intergouvernementeel forum.
* Responsibility to Protect (R2P)
Sinds de aanvaarding van het beginsel van Responsibility to Protect door de Top in 2005 is dit onderwerp niet diepgaand aan de orde geweest in de Algemene Vergadering. Veel landen, waaronder het Koninkrijk, waren bevreesd dat vervolgdiscussies in de AVVN kort na het moeizaam totstandgekomen akkoord over dit belangrijke beginsel zouden kunnen leiden tot uitholling of afzwakking van het resultaat van de Top op dit punt. Voor de EU en het Koninkrijk staat voorop dat het beginsel van R2P wordt vertaald in een bereidheid tot handelen in concrete situaties.
* Alliantie der Beschavingen
Tijdens de 61e AVVN wordt het rapport verwacht van de High-Level Group die door de SGVN in het kader van de Alliantie der Beschavingen is ingesteld. Het Koninkrijk vindt dit van origine Turkse en Spaanse initiatief een zinvolle bijdrage aan de bredere inspanning van de internationale gemeenschap de dialoog tussen de diverse samenlevingen, culturen en religies te bevorderen. In de optiek van het Koninkrijk zou in het bijzonder een rol voor het maatschappelijk middenveld moeten zijn weggelegd.
* Rule of Law
Onder de noemer Rule of Law wordt onder meer het belang van het tegengaan van straffeloosheid en in dat verband samenwerking met het Internationale Strafhof onder de aandacht gebracht. Vermeldenswaard is dat het Koninkrijk ook dit jaar, naar aanleiding van het jaarlijkse rapport van het Strafhof aan de VN een resolutie zal coördineren, waarin onder meer het belang van nauwe samenwerking tussen het Hof en de VN wordt benadrukt. In de Zesde Commissie van de AVVN zal het Koninkrijk voorts aandacht vragen voor meer algemene aanvaarding van de rechtsmacht van het Internationale Gerechtshof. In de ogen van het Koninkrijk dient deze breder aanvaard te worden dan momenteel in de praktijk het geval is.
* Ontwapening en non-proliferatie
De EU onderstreept dat internationale afspraken over ontwapening en non-proliferatie essentieel zijn voor het bevorderen van vrede en veiligheid. Het Koninkrijk zal zich, in de aanloop naar de eerste Prepcom van de Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag in 2010, dan ook blijven inzetten voor vooruitgang in de fora waar over non-proliferatie en kernontwapening wordt gesproken, zoals het International Atomic Energy Agency IAEA (Wenen), de Ontwapeningsconferentie (Genève) en de Eerste Commissie van de AVVN (New York).
In meer concrete termen zal het Koninkrijk zich sterk blijven maken voor o.a. de resolutie over spoedige inwerkingtreding van het Kernstopverdrag (CTBT). Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de discussie over een resolutie over een verdrag inzake een verbod op de productie van splijtstoffen voor explosiedoeleinden (FMCT), nu de VS het initiatief heeft genomen om een verdragsontwerp te presenteren. Voorts zal het Koninkrijk zich richten op de resolutie over de Biologische en Toxine Wapens Conventie (BTWC). Dit met het oog op de BTWC-Toetsingsconferentie, die ten tijde van de AVVN zal plaatsvinden.
Wat betreft de conventionele ontwapening zij vermeld dat de herzieningsconferentie van het VN-Actieprogramma inzake kleine en lichte wapens van 26 juni tot 7 juli jl. zonder resultaat is geëindigd. Een slotdocument met afspraken over follow-up kon niet overeengekomen worden. Het is nu van nog groter belang dat het Koninkrijk en de EU zich wederom actief inzetten voor de jaarlijks terugkerende kleine wapensresolutie (m.n. wat betreft de follow-up van het VN-Actieprogramma inzake kleine en lichte wapens). Voorts zal het Koninkrijk de ontmijningsresolutie steunen. De gebruikelijke resolutie over transparency in armaments, die vorig jaar met het oog op de instelling van de gouvernementele expertgroep voor de driejaarlijkse evaluatie van het VN-Wapenregister werd ingediend, zal ook dit jaar weer worden ingediend. Hiermee zal de AVVN de bevindingen en aanbevelingen van de expertgroep accorderen en zal het VN-Wapenregister conform deze bevindingen worden aangepast. Het Koninkrijk z
al voorts de resolutie ten behoeve van de instelling van een gouvernementele expertgroep ter beoordeling van een juridisch bindend internationaal wapenhandelsverdrag (ATT) steunen.
* VN-begroting
De Algemene Vergadering zal eind dit jaar een nieuwe schaal moeten vaststellen voor de (verplichte) contributies van lidstaten aan het reguliere budget van de VN. Verschillende landen en groepen van landen, waaronder de EU, hebben modellen gepresenteerd voor de berekening van de contributieschaal. De EU blijft daarbij uitgaan van het principe van betalingscapaciteit, waarvoor het aandeel van een land in het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) van de wereld de belangrijkste factor is. Traditioneel is de discussie over dit onderwerp zeer beladen en dat zal dit jaar niet anders zijn, zeker ook omdat Japan, na de VS veruit de grootste contribuant2, aangegeven heeft veel minder te willen bijdragen. De bijdrage van Nederland (nu 1,69%) en van de EU als geheel (36,5%) zal mede op basis van meer recente BNI-cijfers licht gaan stijgen, ongeacht welke methodiek gehanteerd gaat worden.
* Capital Master Plan
Voor de renovatie van het VN-hoofdkwartier (het zogeheten Capital Master Plan) is gekozen voor een gefaseerde renovatie van het VN-Secretariaat zonder permanente nieuwbouw. De kosten voor dit project worden geraamd op 1,6 miljard dollar, met een opleveringsdatum in 2013. Het grootste obstakel voor de uitvoering is nu nog de financiering van het project. De EU zal pleiten voor directe contributies, met optimaal gebruik van financieringsinstrumenten als (renteloze) leningen of kredietbrieven.
Niet expliciet genoemd in het EU Priorities Paper, maar wel een belangrijke uitkomst van de Top 2005 betreft het Central Emergency Response Fund (CERF). Over de uitbreiding van het Central Emergency Revolving Fund tot het Central Emergency Response Fund met een schenkingenloket werd eind 2005 overeenstemming bereikt in de AVVN. VN-organisaties kunnen een beroep doen op het fonds bij (natuur)rampen en snel verslechterende omstandigheden in bestaande crises. In maart 2006 werd het CERF officieel gelanceerd. Nederland behoort met een bijdrage van ¤ 20 miljoen samen met het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Noorwegen tot de grootste donoren en zal tijdens de 61e AVVN dan ook actief deelnemen aan de besprekingen over de implementatie van het CERF.
Tot slot verdient het vermelding dat deze Algemene Vergadering zal samenvallen met het einde van de termijn van Kofi Annan. De vraag wie zijn opvolger wordt is nog open, al wijst de heersende opinie sterk in de richting van een kandidaat uit Azië. In ieder geval zal de AVVN nog dit jaar op voordracht van de Veiligheidsraad een nieuwe SGVN benoemen. Het is niet uit te sluiten dat (groepen van) lidstaten bepaalde besluiten - vooral met betrekking tot VN-hervorming - zullen willen uitstellen tot het aantreden van een nieuwe Secretaris-Generaal. In de ogen van het Koninkrijk is dit evenwel geen geldig argument. De inzet van Kofi Annan over de volle breedte van VN-activiteiten, en met name zijn positieve, hervormingsgezinde agenda heeft altijd op de volledige steun van het Koninkrijk kunnen rekenen. Het Koninkrijk zal zoveel mogelijk bevorderen dat de huidige Secretaris-Generaal ook in de laatste periode van zijn tweede termijn daadkrachtig richting kan geven aan de vele belangri
jke uitdagingen waarvoor de VN zich nu en in de toekomst gesteld ziet.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
1: EU Priorities Paper for UNGA 61, Council of the European Union, Brussels, 17 July 2006
2: 1. VS (22% - maximale percentage), 2. Japan (19,468%) en 3. Duitsland (8,662%)
Ministerie van Buitenlandse Zaken