Algemene Vereniging Van Beroepsjournalisten in België
Nieuwsoverzicht
Noord-Zuidpersprijs voor Van Reybrouck
De tweede Vlaamse Noord-Zuidpersprijs is maandag door Vlaams minister
van Media en Ontwikkelingssamenwerking Geert Bourgeois uitgereikt aan
freelancejournalist en auteur David Van Reybrouck, voor zijn serie De
KVS in Congo in De Morgen. Een eervolle vermelding was er voor Te
weinig voor velen van Isa Van Dorsselaer (De Standaard) en voor De
moeder van mijn dochter, van Annemie Struyf in Humo.
Van Reybrouck was vorig jaar bij de eerste toekenning van de
Noord-Zuidpersprijs de jury al opgevallen met "Drama in Congo: over de
zin van theater in Kinshasa vandaag". Nu mocht hij de prijs van 5.000
euro in ontvangst nemen.
De jury met onder meer Flip Voets (Raad voor de Journalistiek), Jos
Bouveroux (VRT-radio) en Ann De Ron (IPS Vlaanderen) kreeg dertien
artikelen te beoordelen, te weinig naar haar zin. Ze had woorden van
lof voor de manier waarop Van Reybrouck vertrekt vanuit het theater
hij volgde in september 2005 de KVS gedurende een week in Kinshasa en
hierdoor ook een ander publiek kennis laat maken met de
ontwikkelingsproblematiek. Ook was er waardering voor het respect
waarmee de auteur de Congolezen heeft benaderd.
In zijn toespraak benadrukte minister Bourgeois het belang van
media-aandacht, die hij essentieel acht om te sensibiliseren en te
mobiliseren. Hij hoopt de Vlaamse journalisten aan te moedigen hun
aandacht meer op het Zuiden te richten. Hij betreurt dat de focus nu
nog te veel is gericht op grote rampen.
In de periode 2003-2005 besteedde de VRT 2,5% van de zendtijd aan
ontwikkelingssamenwerking en bij VTM was dat 1%, heeft Bourgeois laten
narekenen. De royaltyberichtgeving haalt een veelvoud daarvan en voor
zover ik weet woont niemand van hen in het Zuiden, sneerde de
minister. Hij gaf voorts aan dat in zijn beleid investeringen in het
onderwijs en het creëren van een middenklasse via microfinancieringen
centraal staan.
David Van Reybrouck die normaliter in Congo had moeten zijn, maar door
de spanningen in het land zijn reis heeft uitgesteld vond deze prijs
een van de meest zinvolle persprijzen. Hij meldde dat hij nu in de
startblokken staat voor een meerjarig project over Congo, waarvoor hij
financiële steun zal krijgen van het Fonds Pascal Decroos en het fonds
van de Letteren. Hij wil een algemeen en beter inzicht creëren in het
Belgische koloniale avontuur.
Voorafgaand aan de prijsuitreiking in het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap schetste professor Marleen Temmerman (Universiteit Gent)
een beeld van de aidssituatie in delen van Afrika. Zo lag in Botswana
in de jaren 50 de levensverwachting op ongeveer 45 jaar. In 1984 was
die gestegen tot ongeveer 64 jaar, maar nu zit men er opnieuw aan 45
jaar, door de aidsepidemie. En in Afrika krijgen de vrouwen de schuld
van aidsbesmettingen, waardoor ze hun ziekte vaak niet durven te
melden, uit schrik voor geweld thuis of voor uitstoting.
Temmerman gaf voorts aan hoe met Vlaamse hulp in Mozambique de
gezondheidssector wordt ondersteund en concludeerde dat meer onderzoek
nodig is naar door vrouwen gecontroleerde methodes van hiv-preventie.
Ze hekelde het beleid van de Amerikaanse president George W. Bush, dat
enkel oog heeft voor abstinentie en trouw binnen de relatie, maar het
condoom als hulpmiddel uit het beeld laat verdwijnen.
Uit Vrijstaat, een van de negen Zuid-Afrikaanse provincies, was een
delegatie op de prijsuitreiking aanwezig. Pinky Sempe en Nonetho
Mokati gaven er een uiteenzetting over huiselijk geweld en over geweld
tegenover kinderen en hoe Zuid-Afrika ijvert om dat uit bannen. Een
verhaal over armoede, werkloosheid en ongeletterdheid bij vrouwen. Ze
dankten de Vlaamse overheid voor de hulp die hun is verstrekt bij het
ontwikkelen van opvangcentra en gaven een soort publieke
verantwoording van wat met die steun is verricht en nog zal worden
gedaan.
Fel opgemerkt was de speech van de componist-dirigent Dirk Brossé die
kwam getuigen van zijn engagement voor Afrika, via zijn medewerking
aan het African Childrens Choir. In een bewogen betoog vertelde hij
hoe hij zes jaar geleden in het London Palladium getroffen was geweest
door een optreden van dat kinderkoor, samen met Paul McCartney.
Het gaat om een koor dat in 1978 is opgericht door de Canadees Ray
Barnett, die in Uganda weeskinderen onder zijn hoede nam. Dat
initiatief is uitgegroeid tot 45 projecten in zeven Afrikaanse landen,
die aan 6.700 aidswezen onderdak en onderwijs verschaffen. Die
kinderen hebben echt niets, maar ze hebben tegelijkertijd alles wat
wij hier kwijt zijn geraakt: wat een levensvreugde, wat een energie,
aldus Brossé.
Het African Childrens Choir trekt inmiddels al jaren de wereld rond en
financiert met concerten en cd-verkoop de projecten in de thuislanden.
Maar anoniem achter de schermen werken ook machtige financiers. Brossé
liet even wat namen vallen van de music board: Paul McCartney, Sting,
Bob Geldof, Annie Lennox, Bono, Placido Domingo. Een van hen heeft
bijvoorbeeld persoonlijk de oprichting van tien scholen gefinancierd.
Omdat de eerste generatie van het koor inmiddels 24-25 jaar is, krijgt
die nu in Zuid-Afrika in een pas opgerichte school onderricht om de
link te leggen met westerse muziek, om hun kansen in de professionele
muziekwereld te vergroten. Brossé droomt ervan om met die jonge
Afrikanen een opera of musical op te zetten, waarbij die jongeren alle
aspecten ervan zelf zouden uitwerken.
Op 9 en 10 december wordt naar aanleiding van 60 jaar Unicef een
galaconcert gehouden in het Flageygebouw in Brussel (met onder meer
Michel Legrand, Gilberto Gil en Maurane), waarvan de opbrengst naar
Afrikaanse projecten gaat.
(Ivan Declercq)