Ingezonden persbericht


Beantwoording vragen leden Van Winsen en Joldersma over het toelaten van studenten uit Wit-Rusland

04-09-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Winsen en Joldersma over het toelaten van studenten uit Wit-Rusland. Deze vragen werden ingezonden op 19 mei 2006 met kenmerk 2050613670. Op 16 juni is u een verzoek tot uitstel voor het beantwoorden van deze vragen toegekomen met kenmerk DZO/OE-99/06.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, op vragen van de leden Van Winsen en Joldersma (beiden CDA) over de situatie in Wit-Rusland.

Vraag 1

Welke acties zijn door u genomen sinds de mondelinge vragen over het toelaten van studenten uit Wit-Rusland in Nederland. Waarin heeft dat tot nu toe geresulteerd?

Antwoord

Graag verwijs ik naar mijn brief van 29 juni 2006 in antwoord op het verzoek van de Vaste Commissie Buitenlandse Zaken (Kamerstuknummer 22 452 nr. 26) om nadere informatie over paspoort-vereisten aan Wit-Russische studenten en over mogelijkheden die de regering ziet om de komst van als gevolg van politieke activiteiten van hun onderwijsinstelling verwijderde studenten uit Wit-Rusland naar Nederland mogelijk te maken.

Vraag 2

Wanneer worden de eerste Wit-Russische studenten in Nederland toegelaten?

Antwoord

Het beeld wat betreft de aanvragen van

vreemdelingen met de Wit-Russische nationaliteit een machtiging tot voorlopig verblijf of een verblijfsvergunning regulier met als verblijfsdoel studie in 2006 is als volgt.

In 2006 zijn, tot op heden, vier aanvragen voor machtigingen tot voorlopig verblijf met als verblijfsdoel studie ingediend door vreemdelingen met de Wit-Russische nationaliteit (drie daarvan zijn aangevraagd door onderwijsinstellingen in Nederland, één aanvraag is door betrokkene gedaan op de Nederlandse ambassade). Drie van deze aanvragen zijn ingediend vóór het vragenuurtje van 18 april jl., één aanvraag is ingediend na 18 april. Op twee aanvragen is inmiddels positief beslist. Deze studenten hebben dus toestemming om naar Nederland te komen. Er zijn in 2006, tot op heden, vijf aanvragen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel studie ingediend. De vijf aanvragen zijn ingediend door vreemdelingen die zijn ingereisd met een machtiging tot voorlopig verblijf. Zij bevinden zich dus al in Nederland. Vier aanvragen, gedaan vóór 18 april, zijn inmiddels ingewilligd. Eé n van de aanvragen is ingediend na 18 april. Hierop is nog geen beslissing genomen.

Vraag 3

Hoeveel universiteiten en hogescholen hebben inmiddels initiatieven genomen om studenten uit Wit-Rusland te ontvangen? In welk stadium bevinden deze initiatieven zich?

Antwoord

De onderwijskoepels VSNU en HBO-Raad hebben namens de universiteiten en hogescholen hun uitdrukkelijke medewerking toegezegd om het studenten uit Wit-Rusland, welke vanwege politieke activiteiten van hun onderwijsinstelling zijn gestuurd, mogelijk te maken aan een Nederlandse HO-instelling (verder) te studeren. Een meerderheid van de HO-instellingen heeft inmiddels concrete voorbereidingen getroffen om per direct een aantal van deze studenten toe te laten. De aantallen studenten die individuele

instellingen willen opnemen, lopen uiteen van ca. 20 tot ca. 80. Tot dusver hebben zich echter geen Wit-Russische studenten, vallend in hgg. categorie, gemeld.

Vraag 4

Welke belemmeringen ondervinden Wit-Russische studenten nog om Wit-Rusland te verlaten? Wat doet u om deze belemmeringen weg te nemen?

Antwoord

Formeel bestaan er geen belemmeringen voor Wit-Russische studenten bij het verkrijgen van een paspoort of uitreisvisum en het verlaten van Wit-Rusland. De regering heeft voorts geen informatie ontvangen dat Wit-Russische studenten die politiek actief zijn daadwerkelijk verhinderd worden naar het buitenland te reizen. Echter, de regering heeft onvoldoende zicht op mogelijke administratieve belemmeringen welke Wit-Russische autoriteiten ad hoc zouden kunnen opwerpen.