De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Ons kenmerk AV/IR/2006/70416
Doorkiesnummer Datum 4 september 2006
Onderwerp Rapport 'Werknemers met een bruto-loon op of onder
het wettelijk minimumloon in 2004'
Hierbij doe ik u toekomen het rapport `Werknemers met een brutoloon op en onder het
wettelijk minimumloon in 2004'. Het rapport bevat een weergave van het onderzoek dat de
Arbeidsinspectie heeft verricht naar de toepassing van het wettelijk minimumloon in het
Nederlandse bedrijfsleven.
In deze brief wordt eerst ingegaan op de reden van het onderzoek samen met een korte
samenvatting van het onderzoek. Vervolgens worden de huidige uitkomsten vergeleken met
die van het vorige onderzoek uit 2001. Bekeken wordt of het sindsdien toegepaste beleid
voldoende resultaten heeft afgeworpen. Tot slot wordt ingegaan op de bestuursrechtelijke
handhaving van het wettelijk minimumloon dat onder meer in het kader van het vrij verkeer
van werknemers uit Midden- en Oost-Europese landen is voorgesteld.
Achtergrond onderzoek
De reden voor het onderzoek door de Arbeidsinspectie is om de Wet minimumloon en
minimumvakantiebijslag (hierna: WML) te handhaven. Sinds 1993 wordt de controle op de
naleving van de WML op twee manieren invulling gegeven: periodiek wordt een onderzoek
naar de naleving van de WML ingesteld, zo wordt ook voldaan aan internationale
verplichtingen. Werknemers kunnen daarnaast bij de Arbeidsinspectie een klacht indienen,
indien een vermoeden van onderbetaling bestaat. De Arbeidsinspectie controleert en indien de
klacht gegrond is, wordt in eerste instantie de werkgever schriftelijk in kennis gesteld van de
tekortkomingen. Indien bij een drie maanden later te houden herhalingsonderzoek blijkt dat de
onderbetaling nog steeds plaatsvindt, worden ook de overige betrokkenen geïnformeerd
(waaronder de ondernemingsraad en organisaties van werkgevers en werknemers). Bij
blijvende onderbetaling kan vervolgens door de werknemer een civiele procedure worden
aangespannen tegen de werkgever. Een onderbetaalde werknemer kan daarmee kiezen: òfwel
rechtstreeks een procedure aanspannen tegen de werkgever, òfwel eerst een klacht indienen bij
de Arbeidsinspectie en bij blijvende onderbetaling alsnog een procedure tegen de werkgever
aanspannen.
Ons kenmerk AV/IR/2006/70416
Van de mogelijkheid om bij de Arbeidsinspectie een klacht in te dienen wordt weinig gebruik
gemaakt. Gemiddeld worden zes klachten per jaar ingediend. De afgelopen jaren heeft, voor
zover SZW heeft kunnen nagaan, geen enkele klacht geleid tot een procedure bij de rechter.
Samenvatting onderzoek
Het aantal werknemers dat het minimumloon krijgt, bedroeg in oktober 2004 (het peilmoment
van het onderzoek) ongeveer 93.000. Dat is 1,5% van het totale aantal werknemers. In deze
groep zitten relatief veel jongeren, deeltijders en vrouwen. Voor het merendeel zijn zij
laagopgeleid en hebben zij een lage functie. De helft werkt nog geen jaar bij de werkgever. De
meeste minimumloners werken in de sectoren `Detailhandel' en `Horeca'.
In naar schatting 5 tot 7 procent van het totaal aantal bedrijven in Nederland werkten in
oktober 2004 één of meer werknemers tussen de 15 en 65 jaar die werden onderbetaald. Naar
schatting verdienden 36.000 werknemers minder dan het wettelijk minimumloon. Dit komt
overeen met 0,6% van alle werknemers in Nederland.
De onderbetaalde werknemers ontvangen gemiddeld een brutoloon dat naar schatting ruim
13% lager is dan het brutoloon waarop ze volgens de wet recht hebben. Onderbetaalde
werknemers werken vooral in deeltijd en zijn relatief vaak vrouw of jonger dan 23 jaar. Vaak
hebben ze een verzorgende, dienstverlenende of commerciële functie en vervullen ze een
functie van laag niveau. De meerderheid werkt in het kleinbedrijf (minder dan 10
werknemers). Van de mensen die in oktober 2003 onderbetaald werden, krijgt de helft een jaar
later nog steeds een loon onder het wettelijk minimum. De andere helft krijgt inmiddels het
minimumloon (10%) of meer (40%).
Ontwikkeling 2001-2004
Ten opzichte van 2001 is een daling van het aantal werknemers met een brutoloon dat gelijk is
aan het wettelijk minimumloon te zien (in 2001 circa 130.000 werknemers, 2,1% van de
werknemers en in 2004 naar schatting 93.000 werknemers, 1,5%.) Deze daling kan komen
doordat het aantal arbeidsplaatsen in die periode is afgenomen doordat het in de onderzochte
periode economisch minder goed ging. Naast deze daling is ook een daling van het aantal
onderbetaalde werknemers te zien. Destijds werden naar schatting 68.000 werknemers
onderbetaald (1,1% van alle werknemers). Dat is volgens de huidige gegevens 36.000 (0,6%).
De onderbetaalde werknemers ontvingen toen een brutoloon dat naar schatting 11% lager is
dan het brutoloon waarop ze volgens de wet recht hebben. Dat is in 2004 toegenomen tot ruim
13%.
In de begeleidende brief bij het vorige onderzoek van de Arbeidsinspectie (TK 2002-2003, 29
200 XV, nr. 15) is aangegeven dat het streven was om bij het volgende onderzoek het
percentage onderbetalingen omlaag te brengen. Daarvoor is een aantal vervolgactiviteiten
aangekondigd. Zo is het rapport destijds ter kennisneming aangeboden aan de Stichting van de
Arbeid. Aangezien uit het onderzoek was gebleken dat onderbetaling zich met name voordeed
---
Ons kenmerk AV/IR/2006/70416
in de sectoren `Detailhandel en reparatiebedrijven', `Horeca' en `Landbouw', is het rapport
eveneens aangeboden aan de betreffende brancheorganisaties. Deze brancheorganisaties
hebben in vakbladen artikelen, die zijn aangeboden door het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, geplaatst over het minimumloon. Ook de vakbonden en MKB-Nederland
hebben hiervan gebruik gemaakt. Daarnaast zijn in de quick scan van MKB adviseurs, die
wordt gebruikt bij onderzoeken naar de arbeidsvoorwaarden bij bedrijven, vragen opgenomen
over de WML en onderbetaling. De informatie over het minimumloon op de website van het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is vereenvoudigd: er wordt meer aandacht
besteed aan de belangrijkste redenen van onderbetaling en aan de acties die een onderbetaalde
werknemer kan ondernemen om alsnog de juiste beloning te krijgen. Ook is de informatie over
het minimumloon op het Jongerenloket van de website uitgebreid.
Deze activiteiten hebben mede geleid tot een vermindering van het aantal onderbetalingen in
het huidige onderzoek. Desondanks is er in de toekomst niet alleen reden voor optimisme.
Zoals uit de gegevens blijkt is het aantal onderbetalingen volgens het onderzoek weliswaar
afgenomen, maar is het bedrag van onderbetaling toegenomen.
Bestuursrechtelijke handhaving
Hoewel uit het onderzoek blijkt dat onderbetaling wel degelijk voorkomt, wordt van de
mogelijkheid tot het indienen van klachten bij de Arbeidsinspectie en het aanspannen van een
civiele procedure wegens onderbetaling weinig tot geen gebruik gemaakt door werknemers.
De verwachting is dat bij een vrij verkeer van werknemers uit Midden- en Oost-Europese
landen deze werknemers de Arbeidsinspectie niet over onderbetaling zullen inlichten en
evenmin zelf actie zullen ondernemen. Dat vermindert de effectiviteit van de handhaving van
de WML, wat mogelijk weer een negatief effect heeft op de bereidheid van werkgevers om de
WML na te leven. De regering heeft derhalve bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel
bevordering naleving WML aanhangig gemaakt. In dit wetsvoorstel wordt de
bestuursrechtelijke handhaving van de WML geïntroduceerd. Het wetsvoorstel is een van de
aangekondigde flankerende beleidsmaatregelen in het kader van het vrij verkeer van
werknemers uit Midden- en Oost-Europese landen. De mogelijkheid tot bestuursrechtelijke
handhaving zal de Arbeidsinspectie ondersteunen bij het optreden tegen werkgevers die de
WML niet of onvoldoende nakomen. Ook is het de verwachting dat de mogelijkheid tot het
opleggen van een bestuurlijke boete een afschrikwekkend effect zal hebben en werkgevers zal
bewegen tot zorgvuldig handelen.
In de bijbehorende beleidsregels bestuurlijke boete WML wordt een staffeling opgenomen
voor de mate en de duur van de onderbetaling. Op die manier wordt ook de huidige toename
van de mate van onderbetaling aangepakt. Deze gecombineerde aanpak wordt ingezet om er
zorg voor te dragen dat niet alleen het aantal onderbetaalden verder zal afnemen, maar dat ook
de mate van onderbetaling vermindert.
---
Ons kenmerk AV/IR/2006/70416
Tot slot, de invoering van een bestuurlijke boete betekent niet dat civielrechtelijk procedures
niet meer mogelijk zijn. Het blijft voor de betrokken werknemer altijd mogelijk om zelf een
loonvordering in te stellen bij de civiele rechter wanneer deze werknemer onderbetaald wordt.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Bijlage(n):
Rapport 'Werknemers met een bruto-loon op of onder het wettelijk minimumloon in 2004'
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid