FAVV: OSE bij schapen en geiten : derde geval in 2006
Sinds 1 april 2002, heeft het Federaal Agentschap voor de Veiligheid
van de Voedselketen elk jaar snelle tests uitgevoerd voor de
opsporing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (OSE) op een
representatieve steekproef van de schapen- en geitenstapel ouder dan
achttien maanden.
Een wijziging van de Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees
Parlement en de Raad schrijft voor dat vanaf 9 juli 2006 deze tests
jaarlijks dienen uitgevoerd te worden op :
- 3000 schapen en 200 geiten ouder dan achttien maanden die
bemonsterd worden in het destructiebedrijf ;
- alle schapen en geiten ouder dan achttien maanden in de
slachthuizen.
Naast deze snelle tests, verzekert de epidemiologische bewaking ook
de opsporing van OSE bij levende dieren in de beslagen, op de
veemarkten en bij aankomst in de slachthuizen : alle schapen of
geiten die zenuwstoornissen vertonen waaruit de ziekte zou kunnen
blijken of waarvan de oorzaak onbekend is, worden beschouwd als
verdacht en aan de diagnosetests onderworpen.
Tijdens de snelle tests uitgevoerd na bemonstering op het
destructiebedrijf gedurende het jaar 2006 werd een derde geval
aangetoond. Het gaat om een Texel ooi geboren in 1999 en gehouden op
een bedrijf in Jupille sur Meuse in de provincie Luik.
Het beslag telt nog 5 andere schapen: 2 schapen ouder dan 1 jaar en 3
lammeren. Na het schatten van hun waarde worden de schapen naar het
destructiebedrijf gebracht waar ze gedood worden en nadien verbrand.
De schapen ouder dan zes maanden zullen de opsporingstests ondergaan
en voor de genetische resistentie aan de ziekte onderzocht worden.
Sinds 1992 werden in ons land 69 OSE-gevallen bij kleine herkauwers
ontdekt. Tot nu toe werden alle vastgestelde gevallen van OSE bij
schapen beschouwd als gevallen van scrapie, een ziekte die niet
overdraagbaar is op de mens.
Gedurende diezelfde periode werd in België geen enkel OSE-geval
vastgesteld bij geiten. Niet zolang geleden werd een geval van BSE
bevestigd bij deze diersoort in Frankrijk. Volgend op deze
vaststelling heeft de Europese Unie zijn opsporingscampagne in de
richting van het hierboven beschreven bemonsteringsplan aangepast.
Een overzicht van het aantal kleine herkauwers die in België
onderworpen werden aan de snelle tests in het kader van onderscheiden
bewakingsprogramma's, en die als verdachte of bevestigde OSE-gevallen
erkend werden, kan worden geraadpleegd op de website van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (www.favv.be) volg
Beroepssectoren > Dierlijke productie > Dierengezondheid >
O.S.E. .
contactpersoon voor de nederlandstalige pers: pascal houbaert 0475 20
66 73
contactpersoon voor de franstalige pers: pierre cassart 0477 69 35 65