PvdA Voorlichting
Plein 2
Postbus 20018, 2500 EA Den Haag
Tel 070 - 318 2694/Fax 070 - 318 2800
Den Haag, 3 september 2006
EMBARGO TOT ZONDAG 3 SEPTEMBER, 15.00 UUR
Verkiezingsprogramma Partij van de Arbeid
Samen Sterker - Werken aan een beter Nederland
Dit land kan zoveel beter. En nu vertellen we ook hoe! Talloze voorstellen om Nederland sterker en socialer te maken staan in het verkiezingsprogramma 'Samen Sterker - werken aan een beter Nederland' dat we vandaag met trots aan u presenteren.
Het Nederland dat de PvdA voor ogen heeft, is een land waar we onze kinderen met een gerust hart kunnen laten opgroeien. Kinderen staan bij de PvdA daarom met stip op één.
En dat begint al direct na hun geboorte. De PvdA wil dat de kwaliteit van de kinderopvang beter wordt. Ouders die werk en zorg willen combineren, kunnen drie dagen per week gratis gebruik maken van kinderopvang.
De PvdA blijft de partij van werk, werk, werk. Onder andere door de invoering van een werkbonus kunnen er tienduizenden mensen meer aan de slag. Maar we kiezen er de komende jaren vol overtuiging voor om ook flink te investeren in gezondheidszorg en onderwijs.
Werken aan het Nederland van morgen is investeren in het onderwijs van vandaag.
Daarom trekken we 2,1 miljard euro uit voor onderwijs. De kwaliteit van het onderwijs moet omhoog en de uitval in het VMBO drastisch omlaag. De PvdA pleit voor een forse salarisverhoging (tot wel 10%) voor leraren, vooral in het basisonderwijs en in het VMBO.
Eén van de graadmeters voor de conditie van de samenleving is de zorg voor zieken en ouderen. Zij zouden zich vanzelfsprekend gekoesterd moeten voelen. Het is voor de PvdA onaanvaardbaar dat er in verpleeghuizen 'pyamadagen' bestaan en bewoners bijna niet buiten komen. De PvdA komt met een noodplan om deze misstanden aan te pakken. De PvdA wil ervoor zorgen dat verplegers weer tijd hebben voor mensen. Daarom komen er 2500 extra handen aan het bed.
De PvdA opent ook de aanval op asociaal gedrag. Laten we onze kinderen het goede voorbeeld geven. Daarom maken we korte metten met vandalisme, onbeschoftheid en ander asociaal gedrag. Of het nu gaat om fraude en misbruik van uitkeringen of onbeschoft gedrag tegen ambulancepersoneel: asociaal gedrag wordt niet getolereerd en strenger bestraft.
Een beter Nederland begint in de eigen buurt. De PvdA wil dat buurtbewoners zich veilig voelen. Daarom worden veelplegers van straat gehaald en behandeld en worden huisjesmelkers de pas afgesneden. De PvdA investeert 1,8 miljard euro in oude wijken: we verlagen de belasting voor kleine ondernemers en er komen buurtbudgetten die door bewoners besteed kunnen worden voor het opknappen van hun wijk.
Nederland kan en moet beter. Het is tijd voor verandering. Daarom Partij van de Arbeid !
Voor meer informatie PvdA Voorlichting: 070 - 318 2694
Chantal Linnemann
Secretaresse Voorlichting
Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid
Plein 2
K 104
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Tel: 070 318 2694
Fax: 070 318 2800
c.linnemann@tweedekamer.nl
BIJLAGE: PvdA-ontwerpverkiezingsprogramma 2006
(Voor de originele bijlage in PDF-format contacteer PvdA Voorlichting)
Samen sterker
Werken aan een beter Nederland
Ontwerp-programma Kamerverkiezingen 2006
---
"Schrijf een verkiezingsmanifest dat voortborduurt op het werk dat de afgelopen jaren is
verricht, en waarin ook ruimte is voor nieuwe accenten en ideeën. Het programma straalt uit
dat de PvdA vertrouwen heeft in de toekomst van Nederland en een einde wil maken aan een
periode van doemdenken en onzekerheid. Met praktische voorstellen die aansluiten bij de
zorgen en wensen van mensen betoont de PvdA zich de exponent bij uitstek van een nieuwe
manier van politiek bedrijven, die mensen weer perspectief biedt. Het programma bevat een
aantal in het oog springende radicale voorstellen en wordt aansprekend vormgegeven."
Met die duidelijke opdracht van het partijbestuur ging de programmacommissie dit voorjaar
aan de slag. Onder leiding van Paul Depla en Hans Spekman schreef de commissie in korte
tijd een prachtig sociaal-democratisch programma, met een inleiding door Ronald Plasterk.
De commissie is daarbij niet over één nacht ijs gegaan. De 16 leden van de commissie hebben
honderden gesprekken gevoerd. Verspreid over het hele land zijn grote bijeenkomsten
georganiseerd over de belangrijkste thema's. Stapels post en email zijn doorgenomen. Leden
en niet-leden hebben via internet hun steentje bij kunnen dragen. De 'Ideeëntrein' bleek een
broedplaats voor creatieve, vernieuwende plannen waarvan een aantal in het programma terug
te vinden is.
Dit programma is geschreven zoals de PvdA politiek bedrijft: dicht bij mensen, in gesprek
met de samenleving. Met een duidelijke visie op de toekomst van ons land, maar altijd bereid
te luisteren naar de opvattingen, de kritiek en de ideeën van anderen. Richtinggevend, maar
niet betuttelend. Gedreven, maar niet dogmatisch. Idealistisch, maar niet naïef.
Met dit programma zet de PvdA zich weer op de kaart als dé onderwijspartij. Niet omdat we
het onderwijs nog eens grondig op de schop nemen - integendeel. De onderwijswereld heeft
juist behoefte aan mínder regels en méér ruimte. Maar omdat we fors investeren in de
toekomst van onze kinderen. Kinderopvang wordt gratis voor iedereen en de kwaliteit gaat
omhoog. Het onderwijs krijgt op alle niveaus een nieuwe impuls. We gaan schooluitval tegen
en halen het beste uit ieder kind.
Zo staan er nog veel meer ambitieuze plannen in dit programma. Daarmee laten we zien dat
Nederland beter kan en moet. Sterker én socialer. Met die plannen trekken we dit najaar het
land in. Maar eerst is het woord aan de partij. Op 9 september komt het Politiek Forum bijeen.
Op 16 september zijn er vier voorcongressen, verspreid over het land. En op 30 september en
1 oktober is het verkiezingscongres in Rotterdam. Daar wordt dit programma definitief
vastgesteld.
Rest mij de commissie te bedanken voor het prachtige resultaat dat zij heeft geleverd. Een
programma om trots op te zijn!
Michiel van Hulten
voorzitter@pvda.nl
---
INHOUDSOPGAVE
Concrete ambities: alle 13 goed!........................................................................5
Het Nederland van morgen ................................................................................7
1. Werken aan het Nederland van morgen.....................................................11
Kinderen eerst!.................................................................................................................11
Goede opvang en zorg verzekerd....................................................................................11
Kinderen beschermd........................................................................................................12
Jeugdzorg ...........................................................................................................................13
Onderwijs: de basis van het Nederland van morgen ....................................................13
Basisonderwijs: verankerd in de buurt...............................................................................14
VMBO/MBO: de vakmensen van morgen.........................................................................14
HAVO/VWO: rust aan het front ........................................................................................15
Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek..............................................................15
Jongeren aan het werk.....................................................................................................16
2. Werken aan een sterk & sociaal Nederland ...............................................17
Een sterk Nederland.........................................................................................................17
Ruimte voor ondernemen...................................................................................................18
Investeren in innovatie .......................................................................................................19
Regionaal economisch beleid.............................................................................................20
Investeren in werkgelegenheid........................................................................................20
Investeren in meer werk.....................................................................................................21
De combinatie werk en onderwijs......................................................................................21
Van werk naar werk ...........................................................................................................22
Langer kunnen werken.......................................................................................................22
Diversiteit op de werkvloer................................................................................................25
Participatie van vrouwen....................................................................................................26
Eerlijk delen in een socialer Nederland..........................................................................26
Sociale zekerheid: een betrouwbare overheid....................................................................27
Armoedebestrijding en aanpak schulden............................................................................29
Eerlijk delen: zeker in de zorg en bij wonen......................................................................29
Fraude mag nooit lonen...................................................................................................30
3. Werken aan de kracht van mensen .............................................................32
Zorg voor een gezond leven.............................................................................................32
Goede gezondheidszorg .....................................................................................................33
Verzorging verzekerd.........................................................................................................34
Medisch en ethisch verantwoord........................................................................................35
Sport: het dorpsplein van de samenleving.....................................................................35
Stimulans voor sporten.......................................................................................................35
Sterke sportverenigingen....................................................................................................36
De top als uithangbord .......................................................................................................36
Versterken van de kracht van gehandicapten...............................................................36
Kunst & cultuur: inspiratie van en voor mensen..........................................................37
Kunst voor kinderen...........................................................................................................37
Ruimte voor productie........................................................................................................38
Ruimte voor de podia.........................................................................................................38
De media: de waarde van voldoende informatie...........................................................39
Internet: niet meer weg te denken ......................................................................................39
---
De veranderende, maar blijvende betekenis van de publieke omroep...............................39
4. Werken aan een ongedeeld Nederland........................................................40
Sterke buurten..................................................................................................................41
Een woningmarkt die kansen biedt ................................................................................42
Aanpak woningnood ..........................................................................................................42
Woningcorporaties .............................................................................................................43
Integratie: meer dan inkomen en werk alleen...............................................................43
Homo emancipatie............................................................................................................45
Een humaan asielbeleid ...................................................................................................45
Aanpak illegalen.................................................................................................................46
5. Werken aan een veilig Nederland................................................................47
Veiligheid...........................................................................................................................47
Terrorismebestrijding......................................................................................................49
Opsporing beter organiseren...........................................................................................49
Zorg voor slachtoffers......................................................................................................50
6. Werken aan een mooi en duurzaam Nederland.........................................51
Duurzame energie: met het oog op het klimaat.............................................................51
Slimme mobiliteit: goede bereikbaarheid, sociaal en duurzaam.................................53
Schone auto's en goede wegen...........................................................................................53
Openbaar vervoer...............................................................................................................53
Woon-werkverkeer.............................................................................................................54
Vliegen ...............................................................................................................................54
De inrichting van Nederland: mooi en duurzaam.........................................................52
Landbouw en landschap..................................................................................................55
7. Werken aan een veilige en solidaire wereld................................................55
Internationale veiligheid..................................................................................................56
De krijgsmacht ...................................................................................................................57
Een andere Europese Unie ..............................................................................................58
Armoede bestrijden..........................................................................................................59
8. Werken aan een bindend bestuur................................................................61
Kwaliteit in dienstverlening: ruimte voor verschil........................................................62
Een overheid die zichzelf relativeert: betrokkenheid gewaardeerd............................63
Verlammende bureaucratie aangepakt: minder beleid................................................63
Minder besturen, minder politici, minder regels ..........................................................64
Integere politici.................................................................................................................65
9. Financieel kader 2007-2011..........................................................................66
Structureel begrotingsbeleid ...........................................................................................66
Lasten beeld ......................................................................................................................66
---
Concrete ambities: alle 13 goed!
Nederland kan en moet beter. Het is tijd voor verandering. De PvdA wil een einde aan de
bezuinigingen op de gezondheidszorg en de sociale zekerheid. We maken een begin met
investeren in Nederland, zodat we de problemen van ons land echt kunnen oplossen. Daarbij
zorgen we er vanzelfsprekend voor dat de overheidsfinanciën op orde zijn.
In deze krant kunt u lezen wat de plannen van de PvdA voor de komende vier jaar zijn.
Hieronder alvast de belangrijkste voorstellen met als motto: alle 13 goed!
1. Kinderen eerst.
Kinderen verdienen kansen en de samenleving heeft baat bij goed opgevoede kinderen.
Daarom geldt voor de PvdA: Kinderen eerst! We willen kinderen gelijke kansen bieden op
ontwikkeling en hun ouders de keuze bieden om zorg te combineren met werk. Dat doen we
door de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren en de opvang voor iedereen gratis te
maken voor drie dagen per week.
2. Fors investeren in onderwijs.
Werken aan het Nederland van morgen is investeren in het onderwijs van vandaag. Daarom
trekken we 2,1 euro miljard uit voor onderwijs. De kwaliteit van het onderwijs moet omhoog
en de uitval in het VMBO moet drastisch omlaag. We pleiten voor een forse salarisverhoging
(tot wel 10%) voor leraren, vooral in het basisonderwijs en in het VMBO.
3. Werk voor iedereen.
De PvdA wil meer mensen aan het werk. Voor mensen die al lang aan de kant staan,
investeren we in participatiebanen. We maken het voor werkgevers goedkoper om mensen in
dienst te nemen. Werk moet lonen. Dus komt er een werkbonus van 500 euro. Jongeren tot 27
jaar zitten niet thuis, maar zijn op school of aan het werk.
4. Verschillen tussen arm en rijk verkleinen.
De verschillen tussen arm en rijk zijn de afgelopen jaren uit het lood geslagen. De PvdA wil
dat rechtzetten. Daarom nemen we maatregelen om de verschillen tussen arm en rijk te
verkleinen. We draaien de bezuinigingen op de huursubsidie terug. De nominale zorgpremie
gaat omlaag naar 400 euro en de onrechtvaardige no claim regeling schaffen we af. We
bestrijden armoede, zodat voedselbanken niet meer nodig zijn.
5. Noodplan verpleeghuiszorg.
Er komt een noodplan voor de verpleeghuiszorg. Veel bewoners komen bijna niet buiten. Ook
het feit dat er `pyjamadagen' bestaan, is voor ons onaanvaardbaar. De PvdA wil ervoor
zorgen dat verplegers weer tijd voor mensen hebben. Daarom komen er 2500 extra handen
aan het bed.
---
6. Respect voor elkaar: aanval op asociaal gedrag.
Laten we weer samenleven met meer respect voor elkaar. Daarom maken we korte metten met
vandalisme, onbeschoftheid en ander asociaal gedrag. Of het nu gaat om fraude en misbruik
met uitkeringen of onbeschoft gedrag tegen ambulancepersoneel: asociaal gedrag wordt niet
getolereerd en strenger bestraft. Met 2000 extra agenten pakken we overlast en criminaliteit
aan.
7. Iedereen ingeburgerd: wachtlijsten taallessen in 4 jaar weg.
Teveel mensen in Nederland zijn onvoldoende ingeburgerd en spreken de Nederlandse taal
niet. Daar wordt niemand beter van. Daarom werken we de wachtlijsten bij de taallessen in 4
jaar weg.
8. Een onbezorgde oude dag, nu en in de toekomst.
Iedereen heeft recht op een onbezorgde oude dag. De afgelopen jaren zijn veel ouderen er in
inkomen op achteruitgegaan. Wij doen het anders. De PvdA wil dat de AOW altijd, van jaar
tot jaar, meestijgt met de lonen. Daarnaast draaien we de bezuiniging op de huursubsidie
terug, de no claim regeling in de zorg wordt afgeschaft en in de daluren wordt openbaar
vervoer voor ouderen gratis.
9. Investeren in schone energie.
Wij willen dat Nederland in 2020 over de schoonste en meest efficiënte energievoorziening
van Europa beschikt. Nederland neemt dan een technologische en economische voorsprong.
Dat levert ons banen op en zorgt ervoor dat we de wereld schoner achterlaten voor onze
kinderen en kleinkinderen. Waar het huidige kabinet de subsidies hiervoor heeft afgeschaft,
investeren wij in de ontwikkeling van duurzame energie en energiebesparing.
10. Meer betaalbare huur- en koopwoningen.
De PvdA wil dat jaarlijks tot 100.000 nieuwe woningen worden gebouwd. Het moet voor
lagere- en middeninkomens makkelijker worden om een woning te kopen. Starters krijgen
daarom een koopbonus. De PvdA is tegen de huurliberalisatie. De huren zijn al hoog genoeg.
11. Oude wijken worden kansenzones.
De verloedering van oude wijken moet stoppen. De PvdA wil veilige buurten voor bewoners.
Daarom worden veelplegers van straat gehaald en worden huisjesmelkers de pas afgesneden.
We investeren 1,8 euro miljard in oude wijken: we verlagen de belasting voor kleine
ondernemers en er komen buurtbudgetten die door de bewoners besteed kunnen worden aan
het opknappen van de wijk.
12.Nederland sterk en sociaal in Europa.
We moeten in Europa beter met elkaar samenwerken, bijvoorbeeld bij de bestrijding van
terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit. Maar Europa is geen superstaat. Brussel
moet zich niet bemoeien met onze gezondheidszorg, woningbouw en onderwijs.
13. Bureaucratie aanpakken.
Er is bij de overheid een omslag nodig: minder mensen achter een bureau en meer mensen in
de scholen, de zorg en op straat. Minder politici, bestuurders, ambtenaren en regels. Meer
conciërges, zorghulpen, stadswachten en klassenassistenten.
---
Het Nederland van morgen
Gaat het nu goed of slecht met Nederland? Dat hangt er van af waar je naar kijkt. Ons land
heeft al zestig jaar op eigen bodem geen oorlog meer gekend, we leven langer en gezonder
dan onze overgrootouders, er is een behoorlijk systeem van vrij en toegankelijk onderwijs, als
je ziek bent word je behandeld en er is een oudedagvoorziening. Veel mensen zijn daarom
redelijk positief als het over hun eigen situatie gaat. Dat persoonlijk optimisme staat in
contrast met de groeiende zorg en onzekerheid over de samenleving als geheel. Mensen
maken zich zorgen over de kwaliteit van onze samenleving in Nederland. In wat voor een
land laten we onze kinderen opgroeien? Houden we onze samenleving wel bij elkaar? Of
worden we een ieder-voor-zich maatschappij, waarin alleen de sterken het redden, en de rest
maar moet zien?
Mensen zien dat de tweedeling in de maatschappij is toegenomen. Tussen arm en rijk en
tussen verschillende bevolkingsgroepen. Het maakt voor je toekomstkansen nogal uit in welke
buurt je wordt geboren. Een grote groep mensen heeft problemen de eindjes aan elkaar te
knopen: de huren en de kosten van energie en zorg zijn flink gestegen in de afgelopen jaren.
Een fatsoenlijk bestaan is voor grote groepen niet zeker: nu al leeft tien procent van de
mensen tussen 55 en 65 jaar beneden de armoedegrens. Ondertussen komen Polen hier
werken en zullen China en India alles beter, sneller en goedkoper doen. De Europese Unie
breidt uit, waardoor we steeds minder te zeggen krijgen in een Europa dat steeds meer over
ons te zeggen krijgt. Het Midden-Oosten is een brandhaard die door zijn onvoorspelbaarheid
de hele wereld lijkt te bedreigen. Er is dreiging van terrorisme. New York, Bali, Casablanca,
Madrid, Londen. Hoewel 9/11 gelukkig niet is gevolgd door 8/10 (de verijdelde aanslagen in
Engeland), versterkt dit alles het gevoel van onzekerheid, zeker omdat terroristische
organisaties ook in eigen land ontstaan. De moord op Theo van Gogh was daarvan een
gruwelijk resultaat. Er zijn spanningen rond de integratie van moslims. De buurt is de buurt
niet meer. Scholen, corporaties en ziekenhuizen fuseren steeds vaker, waardoor de gebruikers
de weg kwijtraken en de professionals ondergeschikt zijn aan duurbetaalde managers die ver
van het eigenlijke werk afstaan.
Dit zijn allemaal feiten, en mensen zijn terecht bezorgd. En hoe heeft het kabinet hierop de
afgelopen jaren gereageerd: de zorg en onzekerheid zijn alleen nog maar groter gemaakt. Als
er ingeleverd moest worden vielen de klappen bij de kwetsbare groepen, en als er eens wat
extra was, kwam het terecht bij wie het voor de wind ging. We moeten van het kabinet
flexibiliseren, wat betekent dat je elk moment je baan kunt verliezen terwijl de uitkeringen
tegelijkertijd slechter worden. We worden aangesproken op "eigen verantwoordelijkheid".
Een mooi streven, maar in de praktijk van het CDA en de VVD betekent het vooral dat je
alles maar een beetje zelf moet uitzoeken. Het betekent dat je zelf verantwoordelijk bent als je
werkloos, ziek of oud bent, maar daarmee zijn de werknemers van Nedcar of de ouderen die
wachten op de thuiszorg niet geholpen. In veel buurten is de veiligheid en leefbaarheid de
laatste jaren verslechterd, de inburgering vertraagd, het onderlinge begrip tussen autochtonen
en allochtonen verminderd en de integratie stagneert. Ondertussen riep het kabinet
doembeelden op om mensen te overtuigen van het eigen gelijk. Het licht zou uitgaan als we
niet voor de Europese grondwet zouden stemmen. De salarissen moesten meer marktconform,
wat kennelijk betekent dat topmanagers enorme salarissen kunnen verdienen, terwijl de
mensen die het werk uitvoeren wordt gevraagd om met minder genoegen te nemen. Omdat
anders de economie naar de knoppen zou gaan.
---
Mensen worden geconfronteerd met een wereld die voortdurend en steeds sneller verandert.
Steeds meer dingen worden onzeker. Hierop kan de politiek op twee manieren reageren. Je
kunt de mensen vertellen dat dit alles nu eenmaal de gang der dingen is, dat dit is wat
globalisering met zich mee brengt, dat we geen keus hebben, dat iedereen zich maar moet
aanpassen. Mensen worden zo bang gemaakt met doembeelden van wat er allemaal gebeurt
als niet gedaan wordt wat de politiek wil. Iedereen die iets anders wil, ziet het verkeerd en
frustreert `noodzakelijke' maatregelen. Van deze benadering hebben we de laatste jaren veel
voorbeelden gezien, dat heet `hervormingsbeleid'.
Het kan ook anders, door samen te zoeken naar oplossingen. Door mensen te vertrouwen en te
zorgen dat zij de politiek ook kunnen vertrouwen. Negativisme, angst en afkeer van anderen
passen daar niet bij. Andersom: problemen ontkennen en alles rooskleurig afschilderen ook
niet. Er zijn problemen, grote en complexe. Maar door twee kanten van de medaille te zien,
het hoofd koel te houden, problemen aan te pakken zonder in paniek te raken of draconische
oplossingen te zoeken, kunnen we daar gezamenlijk uitkomen. Door te investeren in mensen
via goed onderwijs, werk voor iedereen, emancipatie, bestrijding van criminaliteit en aanpak
van asociaal gedrag. Door het bieden van zekerheden, omdat mensen meer bereid zijn om
risico's te nemen als ze weten dat ze niet aan hun lot worden overgelaten als het mis gaat.
Door altijd eerlijk te delen, in slechte en in goede tijden. En door niet voor een ieder-voor-
zich maatschappij te kiezen, maar voor een samenleving waarin we sterk en goed voor elkaar
zijn.
Dat vereist een verstandig, betrouwbaar, eerlijk en bindend leiderschap. De laatste drie
regeringen stonden voor instabiliteit, onrust, wantrouwen, confrontatie en polarisatie. Nu is er
behoefte aan eenheid, vertrouwen, samenwerking en redelijkheid. Die redelijkheid herkent
niet alleen bedreigingen, maar ziet ook de andere kant. Een paar voorbeelden:
Het is waar dat het vrije verkeer van personen in Europa werknemers bij ons onzeker maakt
over hun baan. Behoud ik mijn baan nog wel als mensen uit Oost-Europa bereid zijn om voor
een appel en ei te werken? Daarom wil de PvdA krachtige maatregelen om ervoor te zorgen
dat Nederlandse inkomens niet worden uitgehold door mensen die beneden de CAO-lonen
werken. Maar dat betekent niet dat Nederland de slotbrug omhoog moet trekken. Op den duur
zal dat vrije verkeer twee kanten opgaan. Er zal meer welvaart komen in Polen, zoals die ook
kwam in Ierland en Portugal, en daar heeft Nederland als handelsland altijd van geprofiteerd.
Het is waar dat er spanningen zijn omdat er binnen een paar decennia grote groepen
immigranten zijn gekomen. Er zal krachtig moeten worden opgetreden tegen groepen
jongeren die grote ellende aanrichten door de straat onveilig te maken; streng toezicht,
wangedrag niet tolereren en streng straffen. Maar we zullen de integratieproblemen
uiteindelijk ook structureel moeten oplossen door goedwillende mensen niet uit te sluiten. Als
Nederlanders horen zij er volledig bij.
Het is waar dat China en India wereldmachten in opkomst zijn, die onze economie onder druk
zetten. Dat vereist een krachtig antwoord door goed onderwijs, een sterk bedrijfsleven, en
goede sociale zekerheid. En wanneer een miljard mensen kunnen opkrabbelen uit de armoede
is dat positief.
Het is waar dat we de fossiele brandstoffen niet eindeloos kunnen blijven verbranden en dat
het milieu onder druk staat. Met minder gas en olie wordt energie niet alleen duurder, er zal
ook meer strijd ontstaan tussen landen om het te bemachtigen. Maar we hebben de afgelopen
---
eeuw toch ook laten zien dat we door technische vooruitgang schoner en efficiënter kunnen
worden? Er zijn mogelijkheden om op schone energie over te gaan en minder afhankelijk te
worden van olie en gas.
En het is waar dat de vergrijzing ervoor zorgt dat er steeds minder werkenden komen in
verhouding tot niet-werkenden. Een vergrijzende bevolking vraagt om aanpassingen van de
economie en de financiering van de oude dag. Een verantwoordelijke politiek ziet dat op tijd
aankomen en doet daar geleidelijk wat aan. Maar de vergrijzing is vooral winst omdat we
langer en gezonder leven! Wie wil niet langer gezond en zelfstandig blijven leven, zo nodig
met hulp? Vroeger gingen mensen vaak kort na hun vijfenzestigste dood, nu kunnen we onze
opa's en oma's meestal langer bij ons houden.
Ons land is er nu beter aan toe dan een eeuw geleden. Toen konden kinderen van ouders die
niet hadden doorgeleerd ook niet doorleren. Toen ging je dood aan een longontsteking. Toen
hadden veel mensen geen behoorlijke schoenen, geen privacy in hun huis en konden ze van de
ene op de andere dag hun werk en inkomen verliezen. Toen mochten homoseksuelen niet `uit
de kast komen', laat staan trouwen. Toen hoefden meisjes niet te leren omdat dat niet nodig
was voor vrouwen. Het lijkt zo lang geleden maar het is nog geen honderd jaar terug! Er is
vooruitgang, maar die is niet vanzelf gegaan. Die is gemaakt, bevochten door mensen die
vooruit keken, die elkaar vonden, elkaar aanspraken op hun kracht en enthousiasme voor de
toekomst.
Die vooruitgang is ook niet vanzelfsprekend. En het is al helemaal niet vanzelfsprekend dat
die vooruitgang eerlijk wordt verdeeld. Dat is het nooit geweest. De tijden veranderen, maar
wat blijft is dat mensen in vooruitgang moeten geloven, voor elkaar moeten staan. Mensen
werken niet alleen voor zichzelf, maar voor elkaar, voor hun kinderen en voor de wereld die
ze achterlaten. Er zijn forse problemen om op te lossen, het zal niet vanzelf gaan, er zal wat
van mensen gevraagd worden, maar met elkaar weten we dat we het niet voor niets doen.
Wij willen dat mensen de kracht hebben om zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun
leven en toekomst. Samen kunnen we meer van Nederland maken. Zodat het een land wordt
waarvan iedereen denkt: ja, in zo'n land wil ik wonen! Een sterk land, waar mensen niet
alleen maar goed zijn voor zichzelf, maar ook goed voor elkaar.
Samen sterker. De PvdA wil werken aan een beter Nederland. Daarom maakt dit programma
zich er niet van af met een paar mooi leuzen; bij die ambitie hoort een programma dat veel om
het lijf heeft. Zodat u precies kunt vinden wat we op de diverse gebieden willen, met concrete
maatregelen. U zult het misschien niet met alles eens zijn, ieder mens maakt andere keuzes,
maar als u het totale pakket herkent als iets dat u aanstaat dan hopen we op uw steun bij de
verkiezingen. In het dikke pakket van voorstellen zult u een paar uitgangspunten herkennen
die steeds terug komen en vertaald worden in praktische voorstellen:
1. Talent ontwikkelen en benutten. We geloven in de kracht van de samenleving. Daarom
willen we investeren in onderwijs, kennis, kunde, innovatie, en alle talenten in Nederland
benutten. Onderwijs met minder schooluitval en betere zorg voor kinderen met problemen
zodat geen grote groepen aan de kant blijven staan.
2. Versterken economie. Het heeft geen enkele zin om over de verdeling van welvaart te
spreken, als het geld niet eerst wordt verdiend. Als we willen werken aan Nederland, dan
is een sterke economie een voorwaarde. Dus willen we economisch groeien en kansen
scheppen voor ondernemen. Onder andere door de werkgeverslasten aan de onderkant van
---
de arbeidsmarkt te verlagen. We nemen ondernemen serieus, gaan nieuwe allianties aan
met het bedrijfsleven en horen ook zijn klachten. Economische groei is goed voor
Nederland, zeker als je de opbrengst eerlijk deelt tussen mensen. Met de groei betalen we
de sociale voorzieningen die we belangrijk vinden.
3. Verbeteren kwaliteit van publieke dienstverlening. Mensen verdienen waar voor hun
belastinggeld. De overheid is er voor de mensen. De dienstverlening moet op orde zijn:
niet van het kastje naar de muur of met anonieme `instanties' communiceren. Contact met
de overheid moet contact met een vriendelijk gezicht zijn, dat je helpt in plaats van
tegenwerkt. Minder regels en meer vertrouwen. De menselijke maat is weer uitgangspunt.
4. Respect voor elkaar. We leven met elkaar. Mensen moeten goed met elkaar omgaan. Dat
wordt niet bij wet geregeld maar met respect voor elkaar. Respectloos gedrag kunnen we
vaak wel aanpakken. Of het nu gaat om sociale zekerheid, het openbaar vervoer of het
gedrag op straat: asociaal gedrag als fraude en misbruik, en onbeschoft gedrag worden
niet getolereerd. We willen veiligheid op straat, in de tram en op de weg. Radicalisering
wordt aangepakt. Buurten moeten leefbaar zijn: schoon, begaanbaar en vertrouwd. En ook
de overheid moet met respect omgaan met mensen.
5. Oog voor morgen. De wereld moet nog langer mee. Dus we kunnen haar niet opbranden
en uitleven, maar moeten zorgen dat we ons land beter nalaten dan toen we het kregen.
Daarom een schoon milieu en schone en duurzame energie. De toekomst is van onze
kinderen. Daarom staan kinderen centraal en hebben we oog voor de vergrijzing.
6. Eerlijk delen. De nadruk voor de PvdA ligt op het individu, de vrije mens die zijn of haar
eigen leven inricht, maar die zich ook geborgen weet in een samenleving waarin mensen
zorgen voor elkaar. Zorg voor elkaar in Nederland, maar ook internationaal. De ruimte
voor het individu en de zorg voor elkaar moeten in balans zijn, dat biedt de beste kansen
en zekerheden in een veranderende wereld. Eerlijk delen is de solidariteit waarmee onze
samenleving uiteindelijk het verste komt; samen staan we sterker.
Wat betekenen deze zes algemene uitgangspunten in de praktijk? Hierboven zag u al dertien
praktische punten die een voorproefje geven. In de hierna volgende pagina's vindt u de rest
van de plannen die de komende jaren in gesprek met de samenleving zullen worden
uitgewerkt. Want alleen samen kunnen we Nederland nu en in de toekomst sterker maken.
10
1. Werken aan het Nederland van morgen
Kinderen eerst!
We geloven in de toekomst van Nederland. We moeten daarom werken aan het Nederland van
morgen. Dat betekent fors investeren in de kracht van de jeugd. Zij is onze toekomst. Daarom
stelt de PvdA kinderen voorop.
Als ouder wil je het beste voor je kind. Dat begint bij het moment dat je kind als baby in de
wieg ligt en die zorg houdt eigenlijk nooit meer op. De opvoeding van kinderen wordt steeds
ingewikkelder. De druk op gezinnen neemt toe. Op straat is er weinig ruimte voor kinderen
om veilig te kunnen spelen. Ook kinderen worden geconfronteerd met de verruwing in de
samenleving, en ze doen daar zelf vaak aan mee. Het pesten op scholen, het toegenomen
alcoholgebruik onder tieners zijn zorgelijke ontwikkelingen die de kansen voor kinderen
verminderen. De samenleving moet daarom kindvriendelijker worden.
Opvoeden is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van ouders, en dat gebeurt primair in
het gezin. Dat betekent niet dat ouders maar aan hun lot moeten worden overgelaten. Ouders
moeten kunnen vertrouwen op goede zorg en opvang van hun baby's en peuters. Ze moeten
weten dat, ongeacht de opleiding die wordt gevolgd, hun kinderen in een veilige omgeving
goed onderwijs krijgen, en dat er na hun opleiding werk is. En in de - gelukkig zeldzame -
gevallen dat ouders de opvoeding van hun kinderen niet zelf aankunnen, krijgen ze - desnoods
gedwongen - hulp.
Goede opvang en zorg verzekerd
`Kinderen eerst' begint bij het begin. En dat is de geboorte. Het geluksgevoel. Het inschrijven
bij de burgerlijke stand. Thuis of in het ziekenhuis zorgeloos genieten van de eerste dagen en
weken. Maar dan houdt het kraamverlof op en moet je nadenken over hoe je alles gaat
organiseren. Misschien zijn er ouders of schoonouders die kunnen helpen. Maar meestal ben
je aangewezen op kinderopvang. En die moet goed zijn. Want je kind draag je niet zo maar
over. Je kind moet zich op zijn gemak voelen. Je moet je er als ouder goed bij voelen. Is dat
nu altijd zo? Nee, lang niet altijd. Natuurlijk werken er in de kinderopvang prima mensen met
hart voor kinderen. Maar de kwaliteit van de kinderopvang is nog niet goed genoeg. Veel
ervaren krachten stoppen, moegestreden van het met te weinig mensen aandacht geven aan
zoveel kinderen. Bovendien is het regelen van kinderopvang vaak een bureaucratisch gedoe.
Het moet echt anders, beter. Andere landen laten zien dat dat kan. In Nederland hebben we
nog een wereld te winnen. We willen een goede en toegankelijke kinderopvang. Dat draagt er
toe bij dat kinderen echt gelijke kansen krijgen. En het is goed voor de ontwikkeling van het
kind. Want kinderopvang van goede kwaliteit geeft kinderen de kans om te kunnen spelen en
leren met leeftijdsgenootjes. Maar het is ook goed voor ouders. Kinderopvang biedt hen meer
kansen om zorg voor hun gezin en werk te combineren.
· De kwaliteit van de kinderopvang gaat omhoog. Huisvesting, veiligheid, het
opleidingsniveau van de beroepskracht en de informatie aan de ouders moet de kwaliteit
hebben dat je als ouder je kind er met een gerust hart aan toevertrouwt. Deze eisen liggen
hoger dan de huidige normen. Ook wordt er goed toezicht gehouden op de
onderwijskundige kwaliteit.
· Betaalbare kinderopvang. Kinderopvang is nu voor veel mensen veel te duur. Veel ouders,
in de praktijk vooral moeders, kunnen het inkomen dat zij verdienen meteen weer afstaan
aan het kinderdagverblijf. De PvdA wil kinderopvang als basisvoorziening voor alle
---
kinderen van 0-12 jaar. Drie dagen opvang zijn gratis. Meer dagen kan tegen bijbetaling
naar draagkracht.
· De tijden van kinderopvang worden flexibeler. Ook als je geen 9 tot 5 baan hebt, moet je
er iets aan hebben.
· In de kinderopvang krijgen alle kinderen de kans zich van jongs af aan spelenderwijs te
ontwikkelen en te leren. Voor de ontwikkeling van kinderen is het belangrijk dat ouders
betrokken zijn en goed Nederlands spreken en schrijven. Daarom wordt aangehaakt bij
inburgering en opvoedingsondersteuning, daar horen taallessen en alfabetiseringstrajecten
voor ouders bij.
· Moeders en vaders krijgen samen een kind. Terecht willen steeds meer ouders voor een
belangrijk deel samen voor hun kinderen kunnen zorgen, zeker als ze nog erg klein zijn.
Daarom komt er een goede algemene regeling voor ouderschapsverlof gedurende zes
maanden tegen 70% van het minimumloon, waarbij vaders en moeders zelf kunnen
bepalen hoe ze dit verlof onderling verdelen.
· Er komen ouder- en kindcentra waarin ouders en kinderen op één plek alle hulp kunnen
vinden. Hier is aandacht voor preventie en zorg, en wordt babysterfte voorkomen. Ouders
kunnen hier ook terecht met opvoedkundige problemen. Kinderen die hier niet komen
worden niet vergeten: medewerkers van de ouder- en kindcentra gaan deze kinderen
opzoeken en samen met de ouders bekijken of zij ondersteuning nodig hebben.
Kinderen beschermd
Goede kinderopvang is van groot belang voor de kansen van kinderen. Maar daarmee zijn we
er in de huidige samenleving niet. In veel steden is nauwelijks fysieke ruimte voor kinderen
en zijn kinderen relatief vaak slachtoffer in het verkeer. Het is niet te accepteren dat kinderen
slachtoffer worden van misbruik. Kinderen verdienen bescherming. De samenleving moet
kindvriendelijker worden. Dat betekent ook aandacht voor kinderen die uit de band dreigen te
springen; vroeg ingrijpen helpt. De toekomst van een kind mag niet worden verpest door
bureaucratische rompslomp of heen en weer geschuif tussen instellingen. Tegelijkertijd
moeten kinderen die zich asociaal gedragen ervaren dat dit ook van hen niet wordt
geaccepteerd.
· Het is onacceptabel dat elk jaar zo'n 50.000 kinderen slachtoffer worden van misbruik. Er
komt een meldingsplicht van misbruik voor mensen die vanuit hun werk met kinderen te
maken hebben. Na een melding moeten kinderen ook direct kunnen worden geholpen.
· Teveel kinderen worden slachtoffer in het verkeer. Buurten moeten verkeersveiliger
worden gemaakt, bijvoorbeeld door het creëren van veilige routes. Kinderen moeten
lekker buiten kunnen spelen. Er moeten voldoende veilige en schone speeltuinen zijn.
· Betere opvoedingsondersteuning en gezinscoaching voor ouders die het alleen niet redden.
Als er signalen zijn dat het met een kind de verkeerde kant opgaat, moet worden
ingegrepen. Ouders die weigeren mee te doen, kunnen daar toe worden gedwongen.
· Als een kind spijbelt moet dit binnen een maand door de `spijbelrechter' behandeld
worden.
· Gestrafte jongeren gaan overdag naar school of werk en zitten 's avonds hun straf uit.
· Aanpak van criminaliteit bij de jeugd vergt betere coördinatie van betrokken instanties. Er
moeten goede afspraken komen welke instantie het initiatief heeft. Blijft dat onduidelijk,
dan mislukken projecten zoals de `patserprojecten' waarbij, als het goed was gegaan, een
slimme combinatie van strafrechtelijke, bestuursrechtelijke en fiscale dwangmiddelen het
mogelijk had gemaakt om effectief op te treden tegen leiders van jeugdbendes.
12
Jeugdzorg
Jeugdzorg is van groot belang om achterstanden en problemen bij de jeugd te voorkomen en
verhelpen. Wachtlijsten in de jeugdzorg kan de overheid zich niet permitteren. Er zijn toch
ook geen wachtlijsten bij de brandweer? Ook vallen kinderen nu vaak tussen wal en schip
door de onoverzichtelijkheid van organisaties die zich met jeugd bezighouden. De PvdA vindt
dat ontoelaatbaar.
· De PvdA gaat de wachtlijsten in de jeugdzorg wegwerken door voldoende personeel aan
te nemen en voor voldoende vervolgopvang te zorgen.
· De organisatie van de jeugdzorg moet drastisch versimpeld worden. Bureaus voor
Jeugdzorg moeten lokaal aangestuurd worden om te voorkomen dat kinderen de weg kwijt
raken in het oerwoud van organisaties en instellingen die allemaal op verschillende
niveaus actief zijn. De grotere centrumgemeenten krijgen de regiefunctie om alles wat met
jeugd te maken heeft goed te organiseren.
Er moet betere opvang komen voor kinderen met een combinatie van problemen. Zij mogen
niet van de ene naar de andere instelling worden geschoven.
Onderwijs: de basis van het Nederland van morgen
Werken aan het Nederland van morgen, betekent investeren in het onderwijs van vandaag.
Het belang van goed en toegankelijk onderwijs kan moeilijk worden overschat. Daarmee
wordt geïnvesteerd in de talenten van onze jeugd. Vanaf het moment dat ze voor het eerst het
schoolplein oplopen tot het moment dat ze met een diploma de school vaarwel zeggen. Goed
en toegankelijk onderwijs biedt de jeugd de beste garantie voor een kansrijke toekomst. Het is
de emancipatiemotor bij uitstek. Dat was het 100 jaar geleden en dat is het nog steeds. Goed
onderwijs vormt kinderen, in kennisvaardigheden, maar ook in sociaal-cultureel opzicht.
Goed onderwijs draagt bij aan de vorming van het Nederland van morgen.
Goed onderwijs is ook in het belang van Nederland. De komende jaren wordt krapte op de
arbeidsmarkt zichtbaar. Door de vergrijzing stromen velen uit. Tegelijkertijd vraagt de
arbeidsmarkt om steeds beter opgeleid personeel door het wegvallen van laaggeschoolde
arbeid en het toenemen van kennisintensieve arbeid. We kunnen geen enkel beschikbaar talent
missen. Daarom zijn forse investeringen in het onderwijs noodzakelijk.
De afgelopen jaren is een onderwijsbeleid gevoerd van sluipende afbraak.
Onderwijsinstellingen zijn er niet meer zeker van hoeveel geld zij kunnen verwachten van
Den Haag. Zij zijn daarmee afhankelijk geworden van de grillen van Den Haag. Maar er is
meer dat de kracht van het onderwijs ondermijnt. De arbeidsmarktpositie en het
carrièreperspectief van leraren zijn niet goed genoeg, waardoor ervaren en kwalitatief goede
mensen het onderwijs vaarwel zeggen. Daarnaast hebben de fusies in het onderwijs de
menselijke maat aangetast. Waar geborgenheid verdwijnt, ligt anonimiteit op de loer. Dat is
niet goed voor kinderen, zeker niet op scholen waar veel wordt gespijbeld en de schooluitval
groot is. Die trend wil de PvdA keren. De PvdA streeft naar kleinere scholen. Nederland heeft
behoefte aan vakmensen. Ondertussen verspillen we talent door uitval in het VMBO én het
MBO. Dat moet beter. Tegengaan van schooluitval verdient topprioriteit, terwijl doorstroming
van het ene naar het andere onderwijstype weer wordt bevorderd. Tenslotte staat de
toegankelijkheid van het onderwijs onder druk door de snel stijgende schoolkosten.
Geld is altijd schaars, ook voor het onderwijs. Er moeten keuzes worden gemaakt. De PvdA
zet sterk in op investeringen waar het maatschappelijk rendement het hoogst is en de
zelfredzaamheid van mensen relatief laag. Dat betekent veel extra investeren in voorschoolse
13
opvang, het primair onderwijs en het VMBO. Daarnaast willen we voor de komende jaren de
scholen ruimte geven. Dat betekent geen grote stelselwijziging maar rust aan het front zodat
mensen op een goede manier hun werk kunnen doen: namelijk het onderwijzen en vormen
van de talenten van onze jeugd. Goed onderwijs zonder goede leerkrachten bestaat niet.
Daarom vinden we dat het leraarschap aantrekkelijker moet worden. Leraren die lesgeven in
kansarme wijken of dorpen of aan lastige kinderen zouden de waardering voor dat belangrijke
werk terug moeten zien op hun salarisstrook. Leraren worden steeds vaker geconfronteerd met
asociaal en agressief gedrag. Daar mogen we ons nooit bij neerleggen.
Basisonderwijs: verankerd in de buurt
Het basisonderwijs is cruciaal voor de ontwikkeling van een kind. Als je denkt aan de staat
van veel schoolgebouwen, en beseft dat in sommige steden grote groepen kinderen niet
meedoen aan de Cito-toets omdat ze dat niveau niet aankunnen, weten we dat investeringen in
het basisonderwijs een bittere noodzaak zijn.
· Scholen verdienen een beter onderhoud. De PvdA vindt het niet toelaatbaar dat kinderen
les krijgen in gebouwen die versleten zijn en niet beschikken over de voorzieningen van
deze tijd. Zo is het niet te verkroppen wanneer wc's op scholen niet hygiënisch zijn.
· Bij voorkeur zijn de leerlingen op scholen in het primair onderwijs een afspiegeling van
de buurt. Aanmelding voor primair onderwijs gebeurt vanaf twee jaar en ouders worden
hierover voorgelicht, zodat alle ouders een eerlijke kans krijgen op plaatsing op de
gewenste school.
· Gemeenten en schoolbesturen komen in de positie om niet-vrijblijvende afspraken te
maken over het realiseren van gemengde scholen in wijken waar dat mogelijk is. De
vrijheid van ouders om de school te kiezen voor hun kinderen staat daarbij voorop.
· Scholen leveren een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van asociaal gedrag.
Leerkrachten krijgen de ruimte de overdracht van normen en waarden in te passen in het
bestaande curriculum.
· De leraar is de ware held van de kenniseconomie. In de arbeidsvoorwaarden van leraren
op de basisschool (en het VMBO) komt 10% ruimte voor salarisverhoging, scholing en
het verlagen van het aantal lesuren zodat er meer ruimte ontstaat voor een grotere variatie
in carrièremogelijkheden.
· Jonge kinderen hebben vaak niet de ruimte om veel buiten te spelen, zeker niet in drukke
steden. Op vroege leeftijd ontstaat zo bewegingsachterstand. Om dit te bestrijden, moet op
de basisschool een goed en professioneel aanbod van sport zijn dat wordt gegeven door
vakleerkrachten. Ook leren alle kinderen op school weer zwemmen.
· Weer Samen Naar School pakt niet voor alle kinderen positief uit. In de groei van het
aantal leerlingen in het LWOO (Leerwegondersteunend Onderwijs) zien we teveel
kinderen die naar het speciaal onderwijs hadden moeten gaan. Dat levert in het voortgezet
onderwijs een geweldige bron van uitval op. Toegang tot speciaal onderwijs moet
ruimhartiger worden om latere problemen te voorkomen. De indicatiestelling wordt
vereenvoudigd: het advies van de school wordt opgevolgd en bij twijfel wordt de
gemeente belast met het uitvoeren van een professionele second opinion. Het belang van
het kind staat centraal.
VMBO/MBO: de vakmensen van morgen
We hebben behoefte aan vakmensen. Nu wordt veel talent verspild omdat teveel jongeren
vroegtijdig het VMBO verlaten. Die schooluitval moet met de grootste spoed worden
aangepakt. Achterstanden in de kwaliteit van schoolgebouwen worden weggewerkt.
14
Praktijklokalen van het VMBO/MBO moeten goed zijn en voldoen aan de eisen die in de
praktijk buiten school worden verlangd. Het VMBO verdient een forse investering.
· Om uitval te voorkomen, pakken we de negatieve gevolgen van de grootschaligheid aan;
er wordt gestreefd naar kleinere scholen binnen grotere bestuurlijke eenheden.
· Een groot deel van de uitval na het VMBO op de ROC's wordt veroorzaakt door een
verkeerde keuze van de vervolgopleiding. Dat kan deels worden voorkomen door in
samenspraak met ROC en CWI een zwaarwegende beroeps- en opleidingskeuzetest aan te
bieden. Binnen ROC's moeten er opvangklassen komen voor die leerlingen die uitvallen
omdat ze een verkeerde studiekeuze hebben gemaakt. Zo blijven ze in beeld en kunnen ze
worden geholpen bij het maken van een nieuwe, betere studiekeuze. Om scholieren goed
te begeleiden in hun vervolgopleiding is het belangrijk dat in het VMBO echt invulling
wordt gegeven aan het mentoraat.
· Het koppelen van slagingspercentages aan budget en het maximaal aantal leerjaren leidt
ertoe dat kinderen steeds sneller naar een opleiding onder hun niveau worden gestuurd.
Talent wordt zo niet benut.
· Sommige jongeren vallen uit omdat ze niet kunnen voldoen aan de vaak theoretische eisen
van de startkwalificatie, terwijl ze wel goede vakmannen of vakvrouwen zijn die hun weg
binnen een bedrijf weten te vinden. Geef die jongeren de ruimte en hinder hen niet met die
dwangmatige standaard theoretische startkwalificaties, maar zorg voor een praktijkgericht
diploma. Daarom moet er meer maatwerk komen in het diplomasysteem van het VMBO.
Zodat de ambitie niemand van school zonder diploma recht doet aan de mogelijkheden
en toekomst van een kind.
· Het VMBO is voor veel scholieren overigens allesbehalve het eindstation. Scholieren die
willen doorleren moeten daartoe worden aangemoedigd. Van het VMBO naar het MBO of
doorstromen naar de HAVO. Stapelen moet weer makkelijker worden: het is een teken
van succesvolle emancipatie.
HAVO/VWO: rust aan het front
Na alle stelselwijzigingen van de afgelopen jaren is rust aan het front nodig. Rust om leraren
de tijd en ruimte te geven om te werken aan de kwaliteit van het onderwijs. Rust om het
bestaande systeem bij te sturen waar nuttig en nodig. Het voortgezet onderwijs moet voor
ouders betaalbaar blijven.
· Omdat de kosten van schoolboeken de pan uitrijzen, wil de PvdA dat scholen een
boekenfonds instellen waar ouders de schoolboeken voor hun kinderen kunnen huren in
plaats van kopen.
· HAVO- en VWO-opleidingen dienen jongeren voor te bereiden op hoger onderwijs. De
selectiekwaliteit van het HAVO- en het VWO-examen wordt hersteld.
Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Het Hoger Beroepsonderwijs en het Wetenschappelijk Onderwijs moeten toegankelijk zijn en
blijven voor iedereen die de capaciteiten heeft om zich op het hoogste niveau te ontwikkele,
en moeten van kwalitatief hoog niveau zijn. Mede door de inzet van de PvdA kunnen
studieleningen nu meer naar draagkracht worden terugbetaald, zijn de leenmogelijkheden
verruimd en is het terugbetalingstarief verlaagd. Het huidig studiefinancieringssysteem werkt
echter nog lang niet optimaal.
Nederland investeert zeker in vergelijking met andere landen - weinig in het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Die investeringen moeten omhoog en er moet
ruimte zijn om te excelleren, voor studenten, wetenschappers en instellingen. We willen in het
15
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek geen eenheidsworst, studenten moeten wat te
kiezen hebben. De PvdA stelt de student centraal in het hoger onderwijs.
· De mogelijkheden om te lenen worden verruimd, zodat ook kan worden geleend voor een
studie in het buitenland of voor een privaat aangeboden en door de overheid erkende
hogere opleiding. Studeren in Cambridge of China kan een waardevolle bijdrage leveren
aan de studie. Tegelijkertijd moet studeren in Nederland voor buitenlandse studenten
aantrekkelijker worden.
· Er komt een ombudsman waar studenten met klachten terecht kunnen over de kwaliteit en
organisatie van het onderwijs. Studenten moeten er van op aan kunnen dat ze waar voor
hun geld krijgen, en dat ze terecht kunnen bij een onafhankelijke instantie die serieus naar
klachten kijkt.
· Universiteiten en HBO-instellingen gaan beter samenwerken, met behoud van eigen
identiteit. Dit kan ook de doorstroming van studenten verder bevorderen. Universiteiten en
HBO-instellingen krijgen de ruimte om maatwerk te leveren, en dus de mogelijkheid om
te investeren in kwaliteit en verscheidenheid zodat er voor studenten iets te kiezen valt.
· De ervaringen met het open bestel, collegegelddifferentiatie en experimenten met selectie
worden goed geëvalueerd. Er zal worden ingegrepen als blijkt dat de toegankelijkheid van
het hoger onderwijs in gevaar komt.
· Er wordt 10% extra geïnvesteerd in het ongebonden en zuiver wetenschappelijk
onderzoek, naast een forse impuls voor het onderzoek in de tweede geldstroom (NWO).
Het moet weer aantrekkelijk worden om (top-)onderzoeker of docent te worden op de
universiteit.
· Het bureaucratische onderwijsmanagement op HBO's en universiteiten moet flink worden
afgeslankt. We schaffen tijdverslindende zelfevaluaties af.
Jongeren aan het werk
Een goede eerste stap op de arbeidsmarkt is van groot belang. Blijft die stap uit, dan dreigt
een langdurige carrière als werkloze. Daar mogen we ons niet bij neerleggen. We kunnen
geen talent verspillen. Er is voldoende werk. Op talloze plekken komen instellingen,
organisaties en bedrijven handen tekort, en dat tekort zal de komende jaren alleen maar groter
worden. Voor een sterk en sociaal Nederland van morgen hebben we nu alle talenten hard
nodig.
· Jongeren tot 27 jaar moeten naar school gaan of werk hebben. Voor werkloze jongeren
gaat een leer/werkplicht gelden. Voor jongeren die niet mee willen werken en bij wie
gedragsproblemen meespelen worden onorthodoxe oplossingen niet geschuwd; dat kan in
de vorm van opvang en disciplinering en sociale dienstplicht.
· Stageplaatsen zijn belangrijk voor het afronden van de opleiding en de voorbereiding op
werk. Momenteel bestaat er een gebrek aan stageplaatsen en leerwerkplaatsen, terwijl
personeelstekorten dreigen. De PvdA stelt voor om in alle bedrijven en instellingen
minimaal één stageplaats op iedere vijftig werknemers beschikbaar te stellen.
Stageplaatsen zijn niet vrijblijvend. Wie zich niet inzet op zijn stageplek, wordt daar
stevig op aangesproken, door de school en door de werkgever.
· Werkgevers krijgen een premieverlaging als ze jongeren in dienst nemen. Er komt een no-
riskpolis die werkgevers van deze jongeren beschermt tegen de kosten van ziekteverzuim.
· De leeftijd voor het minimumjeugdloon gaat van 23 naar 21 jaar.
· Jongeren krijgen een sociaal dienstrecht: met een beurs worden zij in staat gesteld
maatschappelijk relevant werk te doen.
16
2. Werken aan een sterk & sociaal Nederland
We willen nogal wat: een Nederland met publieke voorzieningen om trots op te zijn.
Onderwijs dat mensen laat ontdekken wat ze kunnen. Een oude dag zonder financiële zorgen.
Kinderen die opgroeien in veiligheid. De zekerheid dat wanneer je je baan verliest, je snel
weer nieuw werk vindt. Ruimte in je leven voor andere dingen dan alleen werk. Want is het
niet belangrijk om naast je werk de tijd te hebben om een ziek familielid te kunnen bijstaan, te
kunnen doorleren, of gezamenlijk de kinderen te kunnen opvoeden?
Dat zijn enorme ambities, en om dat te kunnen betalen, moeten we eerst het geld met elkaar
verdienen. Nederland heeft daarom een sterke economie nodig. Voor een sterke economie
hebben we sterke bedrijven nodig. We moeten ruimte bieden aan ondernemers, zowel grote
als kleine bedrijven.
Daarnaast hebben we de inzet en talenten van alle Nederlanders nodig. Het is goed nieuws dat
op dit moment de economie aantrekt, maar we zijn er nog lang niet. Nog steeds zitten mensen
gevangen in een uitkering, terwijl hun inzet bij scholen, bedrijven en ziekenhuizen hard nodig
is. Nederlandse bedrijven hebben de kracht om de internationale concurrentie aan te kunnen,
maar vinden onvoldoende de weg naar onderzoeksinstellingen die hun de wapens voor die
competitie kunnen leveren. Wie boven de vijftig is, is bang zijn baan te verliezen en nooit
meer aan de slag te kunnen. Onze ambitie is om al het talent en alle kracht die in onze
samenleving zit aan te boren.
De PvdA staat voor een sterke economie, waarbij eerlijk delen een belangrijk uitgangspunt is.
Het kabinet heeft de rekening eenzijdig neergelegd bij de mensen die het minste vlees op de
botten hebben. Of het nu ging om de inkomens, woonlasten of kosten voor zorg: de zwakste
schouders kregen het het zwaarst te verduren. De tegenstellingen tussen arm en rijk zijn de
laatste jaren toegenomen. Voedselbanken zijn een bittere werkelijkheid geworden. De
`hervormingen' in de sociale zekerheid betekenden vooral het beknibbelen op de rechten van
werknemers. Toch pleiten sommige partijen nog voor het versoepelen van de ontslagregels.
De PvdA wil deze ontwikkeling stoppen. Lusten en lasten moeten eerlijk worden verdeeld, in
goede en slechte tijden. Voor de PvdA zijn sterk en sociaal twee kanten van dezelfde
medaille. Een sterke economie is het beste fundament voor een duurzaam sociaal stelsel en de
economie heeft baat bij een samenleving waarin mensen er zeker van zijn dat ze niet worden
afgeschreven als ze even aan de kant staan. Het moet lonen om te blijven investeren in je
krachten. Een fatsoenlijk bestaan moet voor iedereen gegarandeerd zijn. Waar de laatste
kabinetten deze balans uit het oog hebben verloren, wil de PvdA dit evenwicht herstellen. Met
ruimte voor een sterke economie, een activerend werkgelegenheidsbeleid en een sociaal
beleid dat mensen stimuleert en ondersteunt waar het kan, en ingrijpt wanneer mensen
misbruik maken van de sociale zekerheid.
Een sterk Nederland
Ondernemerschap is cruciaal voor een sterke economie. Om sterk te blijven, moet er ruimte
zijn voor ondernemen en voor innovatie. Nederlandse bedrijven kunnen de concurrentiestrijd
met Chinese, Braziliaanse en Amerikaanse bedrijven nooit winnen op de arbeidskosten. Om
te overleven, zullen we in Nederland moeten inzetten op kwaliteit van producten. Dat vereist
briljante ontwerpers, creatieve genieën voor verleidelijke ontwerpen en goed opgeleid
productiepersoneel. Niet alleen in de Randstad; veel van onze beste bedrijven komen van
17
daarbuiten (denk aan Philips). Ook in de andere regio's liggen enorme kansen, iedereen kan
meetellen. Daarom zetten we als PvdA in op het versterken van de economische positie van
regio's.
Ruimte voor ondernemen
De PvdA neemt ondernemers serieus. We zijn trots op onze multinationals zoals Shell,
Unilever, DSM en ABN/AMRO. Maar een sterk midden- en kleinbedrijf is net zo belangrijk.
Het MKB is de ruggengraat van de economie en de plek waar veel vernieuwing wordt
gerealiseerd.
Samen met werknemers zoeken ondernemers kansen, in Nederland en daarbuiten.
Buitenlandse bedrijven komen naar Nederland om zich te vestigen en om de concurrentie aan
te gaan. Een wereldwijde markt en een wereldwijde concurrentie gaan hand in hand. Daar
heeft ons land veel economische groei aan te danken. Als we blijven investeren in de kwaliteit
van onze ondernemingen en werknemers kunnen Nederlandse bedrijven blijven groeien en
voor werkgelegenheid blijven zorgen.
Ondernemen doen de bedrijven zelf. De overheid hoeft echt niet voor hen te bedenken welke
producten de Nederlandse of Japanse consument over tien jaar wil hebben. Maar de overheid
kan ondernemerschap wel stimuleren. Door onnodig hinderende regelgeving af te schaffen,
door te zorgen voor een goed opgeleide en gemotiveerde beroepsbevolking en te zorgen dat
buitenlands talent graag naar ons land komt en zich welkom voelt.
· Ondernemers hebben niet alleen behoefte aan goede ideeën en ondernemerschap, maar
ook aan kundig en gemotiveerd personeel. We investeren daarom in onderwijs, zoals het
VMBO, MBO en Hoger Onderwijs.
· Het moet makkelijker worden om een onderneming te starten, en minder omslachtig om
een eerste of tweede medewerker aan te nemen.
· Snel groeiende ondernemingen moeten makkelijker aan risicodragend kapitaal kunnen
komen. Initiatieven die hierop gericht zijn, zoals de nieuwe beurs voor het MKB
Alternext, worden gesteund.
· Ook moet er geen belemmering zijn om vanuit een uitkering een eigen onderneming te
starten. In de WW en in de WIA krijgen mensen een jaar de tijd een eigen onderneming
op te zetten. Wie in zijn onderneming mislukt, verliest niet al zijn uitkeringsrechten.
· Het sparen voor het pensioen moet en kan voor zelfstandigen goedkoper worden door hun
gedwongen winkelnering bij verzekeraars af te schaffen.
· De laatste jaren is er vooral papieren vooruitgang geboekt met het terugdringen van
regeldruk. De bureaucratie voor ondernemers moet nu echt op de schop. We maken een
einde aan de ambtelijke chaos op dit onderwerp: alle commissies over dit onderwerp
schaffen we af. Daarvoor in de plaats komt er één permanente dereguleringscommissie,
waarin ook ondernemers zitting hebben. Hier kan iedereen voorstellen indienen om regels
af te schaffen. In alle openheid worden zo het nut en de problemen van oude en nieuwe
regels getoetst, waarbij we ons concentreren op die regels waar ondernemers echt last van
hebben. Uiteindelijk beslist het parlement.
· Om de regeldruk te stoppen, wordt bij ieder voorstel voor een nieuwe regel direct
aangegeven welke oude regel zal worden afgeschaft.
· We kunnen vertrouwen op de gezamenlijke creativiteit van werkgevers en werknemers,
we hoeven niet alles dicht te regelen. Sociale partners krijgen ruimte voor experimenten
met werkgelegenheid, reïntegratie en sociale zekerheid.
· Analoog aan het Amerikaanse Greencardsysteem komen er, voor werknemers van buiten
de EU, tijdelijke werkvergunningen voor mensen die een arbeidscontract kunnen krijgen.
18
· Voor kleine ondernemers en zelfstandigen zonder personeel (ZZP'ers) komt er een
publieke voorziening voor zwangerschapsverlof. Ook wordt voor deze groepen de
mogelijkheid voor deelname aan arbeidsongeschiktheidsregelingen verbeterd. ZZP'ers
moeten ook kunnen deelnemen aan de levensloopregeling, de opbouw van pensioen moet
beter mogelijk worden. Ten slotte gaan we werken aan meer geschikte en betaalbare
werkruimten en zal de verklaring arbeidsrelaties (VAR) een doorn in het oog voor
ZZP'ers worden versimpeld.
· Iedere ondernemer snapt dat er op regels toezicht moet worden gehouden. Het ontduiken
van regels is immers ook valse concurrentie en daar is niemand mee gediend. Maar de
inspectiediensten van provincies, gemeenten en de rijksoverheid moeten beter
samenwerken. We gaan meer van het vertrouwen in ondernemers uit, maar tegelijkertijd
worden schendingen van dat vertrouwen strikter bestraft.
· Ondernemers die willens en wetens frauderen kunnen rekenen op hardere straffen. Daar
kan gevangenisstraf ook bijhoren.
· De één-loketgedachte wordt voortgezet en uitgebreid in de publieke dienstverlening aan
ondernemers.
· Versoepeling van het ontslagrecht lost geen echt probleem op. Gemotiveerde, goed
opgeleide werknemers en vermindering van bureaucratie zijn voor ondernemers veel
belangrijker. We tornen daarom niet aan het ontslagrecht.
Investeren in innovatie
Een sterk Nederland van morgen betekent vandaag investeren in kennis, kunde en innovatie.
Die drie vormen de motor van de vooruitgang. De basis is goed onderwijs. Daarbij is al het
talent nodig. De kenniseconomie is niet alleen van hoogopgeleiden, maar van ons allemaal.
Nederland is altijd sterk innovatiegericht geweest, met goed onderwijs, een open
wetenschappelijke cultuur, sociale ontwikkeling en een grote oriëntatie op het buitenland.
Nederland is nu achterop geraakt, ondanks alle mooie woorden van het kabinet over het
innovatieplatform. Er liggen grote problemen die vragen om oplossingen. Wat zou het
betekenen als we de behandeling van hart- en vaatziekten of diabetes aanzienlijk konden
verbeteren? Of slimme manieren om ouderen uit een sociaal isolement te halen met gebruik
van nieuwe communicatiemiddelen? Of schone en goedkope alternatieven vinden voor het
gebruik van fossiele brandstoffen op grote schaal? Voor dit soort problemen moeten
innovatieve oplossingen komen.
De PvdA legt in het innovatiebeleid de nadruk op startende bedrijven, het MKB en het
innovatief ondernemerschap. Omdat innovatie niet in commissies, platforms of instituties zit,
maar in mensen. We brengen mensen in contact met nieuwe ideeën, en mensen met nieuwe
ideeën in contact met bedrijven en Nederland met de wereld.
· De toegang van MKB-bedrijven tot innovatiesubsidies moet verbeterd worden,
innovatieprojecten worden op hun aantrekkelijkheid voor het MKB beoordeeld.
· De innovatievouchers werken goed in het samenbrengen van kleine bedrijven en
kennisinstellingen. Dat moet worden uitgebreid, ook met maatregelen die stages
bevorderen van bedrijven bij kennisinstellingen en andersom.
· Er liggen kansen voor innovatie via publiek-private samenwerking. Daarbij is het niet de
bedoeling dat de overheid simpelweg de kosten van research van grote bedrijven voor
haar rekening neemt. Integendeel; investeringen van de overheid in de randvoorwaarden
voor een goed innovatieklimaat, zoals in hoger onderwijs of fysieke infrastructuur, moeten
juist extra investeringen van bedrijven in R&D uitlokken.
· Excellent fundamenteel onderzoek is de basis voor innovatie. Een impuls voor het
wetenschappelijk onderzoek is daarom noodzakelijk. Wetenschappelijke kwaliteit moet
19
het primaire criterium voor financiering zijn, niet door de overheid aangewezen
sleutelgebieden. De kenniseconomie is geen communistische planeconomie.
· We moeten stoppen met de neiging kwaliteit en budgetten voor wetenschap gelijkmatig
over het land te spreiden. In plaats van het kunstmatig aanwijzen van topcentra, worden
mechanismen gebruikt die topkwaliteit vanzelf laten aggregeren. Bijvoorbeeld door
persoonsgerichte steun die los staat van instellingen.
· De overheid moet startende en kleine ondernemers meer ondersteunen en ruimte geven,
bijvoorbeeld bij de uitbesteding van projecten. Nu komen voor veel opdrachten alleen
bedrijven met grote omzetten en jarenlange ervaring in aanmerking. Dat hindert innovatie.
· Investeringen in innovatie zijn de laatste jaren te onvoorspelbaar en chaotisch geworden
door de afhankelijkheid van de aardgasprijs. Innovatie moet een normaal onderdeel van
overheidsbeleid en investeringsbeslissingen worden.
· Innovatief ondernemen is bijna per definitie internationaal ondernemen. Dat moeten
ondernemers zelf doen, maar de overheid kan helpen kansen te vinden en te pakken.
Dienstverlening aan bedrijven wordt een grotere prioriteit van onze ambassades en andere
vertegenwoordigingen in het buitenland.
Regionaal economisch beleid
Voor de nationale welvaart is het belangrijk sterke regio's te ondersteunen. Iedere regio is
sterk op zijn eigen manier en elke regio heeft recht op economische ontwikkeling. Het
regionaal economisch beleid moet zorgen voor een goed ondernemersklimaat in heel
Nederland, maar beseft dat voor de economische positie van Nederland de betekenis van
regio's uiteenloopt. We investeren in de kracht van regio's en streven niet naar een kleurloos
gemiddelde.
· Terugdraaien van de bezuinigingen op het regionaal economisch beleid.
· Regio's moeten zelf mogen uitmaken welke projecten ze willen ondersteunen. Nu bepalen
de departementen hoe bijvoorbeeld de structuurfondsen worden besteed.
· De PvdA blijft zich inzetten voor een snelle verbinding van het noorden met de Randstad,
waarbij onze voorkeur uitgaat naar een `versoberde' variant van de Hogesnelheidstrein.
Het gereserveerde bedrag van 2,7 miljard euro blijft beschikbaar. Tegelijkertijd wordt een
alternatief pakket investeringsmaatregelen uitgewerkt dat objectief zal worden vergeleken
met deze HST-variant. Uiteindelijk zal gekozen worden voor de variant die het meeste
bijdraagt aan de structuurversterking van het noorden; waarbij de toename van de
werkgelegenheid, de inpassing in het landschap en de te verwachten economische groei,
alsmede de voorkeur van het noorden zelf de basis zijn voor het te nemen besluit.
Investeren in werkgelegenheid
Ondanks de economische groei, en in sommige sectoren zelfs openstaande vacatures, staan
nog steeds veel mensen aan de kant. Ook de mensen die aan het werk zijn maken zich zorgen.
Nedcar maakte duidelijk dat werkloosheid iedereen kan overkomen. Investeren in de kracht
van mensen is daarom van groot belang, zodat mensen na verlies van werk niet definitief aan
de kant staan. Ouderen worden nog te vaak na hun 50ste afgeschreven. We mogen de kennis,
ervaring en talenten van deze groep niet verspillen. Hetzelfde geldt voor etnische groepen en
vrouwen die nog steeds een zwakkere positie hebben op de arbeidsmarkt.
20
Investeren in meer werk
Ruimte voor ondernemen en investeren in onderwijs vergroot het aantal banen. Maar dat is
niet genoeg. Het aantrekken van werknemers blijft een kostbare zaak voor werkgevers. Dat
lossen we niet op door het minimuminkomen te verlagen, maar door het goedkoper te maken
voor werkgevers om mensen op en vlak boven het minimumloon in te huren.
Het is niet alleen voor bedrijven duur om werknemers in te huren. Ook in de publieke sector
zijn veel banen aan de onderkant verloren gegaan. Allerlei publieke diensten zijn verschraald
doordat gesubsidieerde banen verdwenen. Dat is zonde, omdat het vaak nuttig werk betrof, en
het de kans gaf aan mensen iets bij te kunnen dragen en daar trots en eigenwaarde aan te
ontlenen.
· De werkgeverslasten op arbeid worden op en vlak boven het minimumloon fors verlaagd.
· Er komt een markt voor persoonlijke dienstverlening. Dan gaat het bijvoorbeeld om hulp
in de huishouding, de boodschappendienst of de hondenuitlaatservice. Zo kunnen veel
mensen die geen volledige baan willen of kunnen aannemen toch wat bijverdienen, terwijl
het ook goedkoper wordt om persoonlijke dienstverlening in te huren. Er wordt scherp
opgelet dat dit niet misbruikt wordt om belasting te ontduiken.
· Er komen 15.000 participatiebanen. Instellingen zoals scholen, sportclubs en
ziekenhuizen, maar ook bedrijven, krijgen een bijdrage om mensen aan te nemen die niet
voldoende productief zijn voor een reguliere baan. Bijvoorbeeld conciërges en
klassenassistenten.
· Gemeenten krijgen veel meer mogelijkheden om een lokaal werkgelegenheidsbeleid te
voeren. Schotten tussen budgetten die participatie moeten bevorderen, worden opgeheven
(bijvoorbeeld schotten tussen de integratie- en inburgeringbudgetten, werkbudgetten en
WSW-budgetten). De gemeenten moeten aanspraak kunnen maken op Europese budgetten
om de werkloosheid aan te pakken.
· Teveel mensen die hard werken leven in armoede. Werk moet lonen en we willen af van
de armoedeval, waardoor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt relatief weinig
overhouden wanneer ze meer gaan werken. Er komt daarom een fiscale werkbonus van
maximaal 500 euro.
De combinatie werk en onderwijs
Werk verandert steeds sneller. Investeren in kennis en vakmanschap wordt belangrijker om de
kansen op werk in de toekomst te behouden en te vergroten. Scholing tijdens de loopbaan
moet volstrekt normaal zijn. Dit is niet alleen een individuele verantwoordelijkheid. Ook
werkgevers moeten meer werk maken van scholing, zodat de kennis van werknemers op peil
blijft en doorstroming naar nieuw werk mogelijk wordt.
· Leeftijd mag geen rol spelen bij het volgen van onderwijs.
· Iedereen krijgt een individuele leerrekening, waarmee opleidingen bekostigd kunnen
worden. Daarop wordt 1000 euro gestort, zodra je zestien wordt. Niet opgebruikte
leerrechten worden op deze leerrekening gestort. Dit gebeurt in overleg met sociale
partners, net als scholingsmaatregelen die in CAO's worden afgesproken.
Scholingsfondsen blijven zo niet langer ongebruikt liggen, terwijl veel werknemers om
extra opleidingen verlegen zitten.
· We maken het gemakkelijker om stages bij MKB-bedrijven te kunnen volgen en
gecombineerde leerwerkplekken te organiseren.
· Scholing op het werk moet er toe leiden dat mensen ten minste hun kennis en kunde op
het niveau weten te houden van de eisen die aan nieuwe werknemers worden gesteld.
21
· Teveel mensen in Nederland zijn nog (functioneel) analfabeet. Er komt een actieplan
alfabetisering.
Van werk naar werk
Wie zonder werk zit en kan werken, moet alles op alles zetten om weer aan de slag te komen.
Voor zichzelf, maar ook als tegenprestatie voor de uitkering. Tegenover het recht op een
bijstandsuitkering staat de plicht om te werken: op de arbeidsmarkt, zorgtaken vervullen of
werken aan terugkeer op de arbeidsmarkt. Door te investeren in werkgelegenheid zorgen we
ervoor dat er ook werk is. Daarnaast helpt de overheid mensen bij het vinden van werk en het
verwerven van competenties.
· Uitstroom naar werk staat voorop bij reïntegratie, zeker bij economische groei. We
moeten er wel voor zorgen dat het werk niet voor eventjes is, maar dat mensen kansen
krijgen om langdurig aan de slag te kunnen.
· De werkzoekende krijgt één werkcoach die bijstaat, motiveert en stimuleert, maar ook
aanpakt als men er rommeltje van maakt. Dat is een coach die er werk van kán maken.
· Reïntegratie is niet vrijblijvend. Een uitkering moet worden verdiend. Binnen een half jaar
moet iemand óf aan de slag zijn in een nieuwe baan, dan wel een opleiding volgen, anders
zorgt de overheid voor tijdelijk werk om het contact met de arbeidsmarkt niet te verliezen.
· Reïntegratiebureaus werken lang niet allemaal optimaal. Dat kan beter door voor de vele
mensen die dat aankunnen persoonlijke budgetten een grotere rol te geven bij reïntegratie.
Langer kunnen werken
We leven tegenwoordig langer en zijn ook langer gezond. Toch zijn er heel veel mensen
jonger dan 65, die nog makkelijk kunnen en willen werken, maar niet aan het werk zijn. Je
kunt na je 55ste maar beter niet zonder werk komen te zitten, want het is bijna onmogelijk om
nieuw werk te vinden. Het is ronduit asociaal dat er momenteel zo weinig geïnvesteerd wordt
in oudere werknemers. Wij willen er sámen met ondernemers voor zorgen dat werkprocessen
zo worden ingericht dat oudere werknemers goed tot hun recht kunnen komen op de
werkplek. We gaan uit van de kracht van oudere werknemers, niet van de zwakte. Dus pakken
we leeftijdsdiscriminatie hard aan en geven we alle leeftijden volop kansen op scholing.
· De eerste prioriteit is mensen aan het werk te houden; werkgevers krijgen sterkere
financiële prikkels om oudere werknemers te behouden.
· Werkgevers die oudere werknemers in dienst nemen, krijgen een korting op de
werkgeverspremies.
· Oudere medewerkers zouden aan het eind van hun carrière naast hun reguliere werk ook
ingezet moeten worden bij het begeleiden van jonge arbeidskrachten.
· Projecten die ervoor zorgen dat ouderen langer aan het werk blijven, bijvoorbeeld door
mensen te helpen van zwaar lichamelijk werk over te schakelen naar een minder
lichamelijk belastende baan, worden fiscaal gestimuleerd.
· De laatste jaren heeft de Rijksoverheid veel ambtenaren met vervroegd pensioen gestuurd.
Dat past niet bij het voorbeeldgedrag dat nodig is en zal niet meer moeten gebeuren.
· Mensen in zware beroepen moeten de mogelijkheid houden om vervroegd uit te treden.
Deeltijdpensioen is een andere mogelijkheid om verminderde (fysieke) belastbaarheid te
combineren met langer doorwerken; via de levensloopregeling kan dat ondersteund
worden.
· De pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar blijft onaangetast. Maar mensen die langer
willen doorwerken na hun 65e mogen niet ontmoedigd of tegengewerkt worden door
---
belemmerende regelgeving, CAO-bepalingen of negatieve financiële prikkels.
De oude dag verzekerd: nu en in de toekomst
Omdat de komende jaren het aantal ouderen toeneemt en het aantal werkenden afneemt,
worden we straks voor een financiële opgave gesteld. Dat geldt voor de AOW. Maar ook
andere voorzieningen die voor ouderen zo belangrijk zijn, zoals een goede, toegankelijke en
betaalbare zorg, komen onder druk.
De PvdA wil de AOW welvaartsvast houden: de AOW moet van jaar op jaar meestijgen met
de lonen. Koppelen dus! Wij willen de zekerheid van een welvaartsvaste AOW ook voor
toekomstige generaties veiligstellen. Door nu al maatregelen te nemen is dat mogelijk.
Ten eerste willen we dat er meer mensen aan het werk komen en blijven. Ten tweede zorgen
we dat de overheidsfinanciën op orde zijn. Door een overschot op de begroting van 0,5% in
2011 werken we aan op lange termijn houdbare overheidsfinanciën.
Dat is echter niet voldoende. Daarom maken wij meer belastinggeld vrij, naar draagkracht,
om de AOW in stand te houden. Het past bij een betrouwbare overheid dat we daarbij van de
huidige ouderen geen extra bijdrage vragen. We beginnen pas in 2011, met mensen die vanaf
dat moment 65 jaar worden. Van hen vragen we een jaarlijks stapsgewijs toenemende extra
bijdrage. Naar draagkracht. Dat betekent dat van mensen die in de toekomst alleen AOW
krijgen of AOW met een beperkt aanvullend pensioen (15000 euro of minder bovenop de
AOW), geen bijdrage gevraagd wordt. Voor wie een hoger aanvullend pensioen heeft komt
zo'n stapje neer op maximaal 0.6% van het aanvullend pensioen boven deze vrijstelling. Dat
is 6 euro op elke 1000 euro boven de vrijstelling. (Zie kader)
De opbrengsten gaan in het AOW-fonds van de Sociale Verzekerings Bank zodat de politiek
het nooit kan uitgeven aan andere zaken. Het is en blijft geld voor de AOW.
Naast het koppelen van de AOW aan de lonen, nemen we nog een aantal andere
koopkrachtondersteunende maatregelen die goed uitwerken voor ouderen zoals gratis
openbaar vervoer in de daluren, het terugdraaien van de bezuinigingen op de huursubsidie en
het afschaffen van de no-claim-regeling in de zorg.
· De AOW leeftijd blijft 65 jaar
· De AOW-stijging wordt gekoppeld aan de loonstijging
· We nemen een aantal koopkrachtondersteunende maatregelen voor ouderen
· We maken het voor veel meer mensen aantrekkelijk om te gaan en blijven werken
· We streven naar een financieringsoverschot van 0.5% bij trendmatige groei in 2011
· We vergroten vanaf 2011 stapsgewijs en naar draagkracht de financiering van de
AOW uit algemene middelen.
Kader:
De AOW is onder leiding van Willem Drees ingevoerd om mensen een onbezorgde oude dag
te geven. Daar staat de PvdA voor. Nu en in de toekomst. Omdat de komende jaren het aantal
ouderen toeneemt en het aantal werkenden afneemt, worden we straks voor een financiële
23
opgave gesteld. Dat geldt voor de AOW. Maar ook andere voorzieningen die voor ouderen zo
belangrijk zijn, zoals een goede, toegankelijke en betaalbare zorg, komen onder druk.
Tien jaar geleden werd al gezien dat de AOW niet meer alleen door AOW-premies kon
worden opgebracht. Die premies zouden dan steeds verder stijgen en dat is slecht voor de
economie en werkgelegenheid. Om dat te voorkomen, werd in 1996 besloten om ook ouderen
mee te laten betalen aan de AOW. Dat kon op brede steun rekenen van CDA, VVD en PvdA.
Sindsdien wordt de AOW niet alleen uit premies maar ook voor een van jaar op jaar groeiend
deel uit de belastingen betaald.
De PvdA wil de AOW welvaartsvast houden: de AOW moet van jaar op jaar meestijgen met
de lonen. Koppelen dus! Dat lijkt eenvoudig en vanzelfsprekend. De afgelopen jaren hebben
CDA en VVD echter laten zien dat dit alles behalve vanzelfsprekend is. De AOW werd zelfs
bevroren.
Zo moet het dus niet. Wij willen de zekerheid van een welvaartsvaste AOW ook voor
toekomstige generaties veiligstellen. Door nu al maatregelen te nemen is dat mogelijk. Lang
wachten, denken dat het allemaal wel vanzelf goed komt, vinden we niet verstandig. Juist het
tijdig ingrijpen voorkomt dat we later draconische ingrepen moeten plegen.
Wat stelt de PvdA voor om de AOW ook voor toekomstige generaties te kunnen garanderen?
Ten eerste willen we dat er meer mensen aan het werk komen en blijven. In dit
verkiezingsprogramma hebben we daarvoor vele maatregelen voorgesteld, zoals het
organiseren van goede en betaalbare kinderopvang, het verlagen van de werkgeverslasten
voor loonkosten op en rond het minimum, de groei van participatiebanen, de introductie van
een werkbonus, en het wegnemen van de barrières om langer door te kunnen werken. Ten
tweede zorgen we dat de overheidsfinanciën op orde zijn. Door een overschot op de begroting
van 0,5% in 2011 werken we aan op lange termijn houdbare overheidsfinanciën.
Dat is echter niet voldoende. We vinden dat we verdere maatregelen moeten nemen. Dat is
niet leuk. Maar de PvdA wil eerlijk zijn. Door niet ineens na de verkiezingen met ingrijpende
maatregelen te komen, maar ook voor de verkiezingen duidelijk te maken wat we willen.
Elke oplossing heeft voor- en nadelen. Voor ons staat voorop dat de sterkste schouders de
zwaarste lasten moeten dragen. Dus kiezen wij er niet voor om de pensioengerechtigde
leeftijd van 65 jaar te verhogen. Wij kiezen er ook niet voor om de AOW te bevriezen of om
dramatisch te bezuinigen op de zorg. Deze maatregelen zullen namelijk vooral de kwetsbare
groepen onder de ouderen, die met een klein inkomen, treffen.
Wat doen we dan wel? Wij gaan door waar we in 1996 gebleven waren en maken meer
belastinggeld vrij om de AOW in stand te houden. Wij stellen voor om de lasten zoveel
mogelijk naar draagkracht te verdelen. Het past bij een betrouwbare overheid dat we daarbij
van de huidige ouderen geen extra bijdrage vragen. We beginnen pas in 2011, met mensen
die vanaf dat moment 65 jaar worden. Van hen vragen we een jaarlijks stapsgewijs
toenemende extra bijdrage. Naar draagkracht. Mensen die in de toekomst alleen AOW krijgen
of AOW met een beperkt aanvullend pensioen (15000 euro of minder bovenop de AOW),
wordt geen bijdrage gevraagd. Voor wie een hoger aanvullend pensioen heeft komt zo'n
stapje neer op maximaal 0.6% van het aanvullend pensioen boven deze vrijstelling. Dat is 6
euro op elke 1000 euro aanvullend pensioen boven de vrijstelling.
24
Concreet betekent het hanteren van deze vrijstelling dat mensen met een bruto-inkomen van
33.000 (per persoon, getrouwd) of 38.500 (alleenstaande) vóór het 65e levensjaar, na hun 65e
niets extra hoeven bij te dragen. Mensen met een hoger inkomen gaan stapje voor stapje
meebetalen aan de instandhouding van de AOW.
In 2011 levert dit uiteraard nog niet veel op maar over de jaren heen kan zo substantieel
wordenbijgedragen aan de financiering van de AOW. De opbrengsten gaan in het AOW-fonds
van de Sociale Verzekerings Bank zodat de politiek het nooit kan uitgeven aan andere zaken.
Het is en blijft geld voor de AOW.
De sterkste schouders betalen zo dus de zwaarste lasten. Dat is niet iets wat vanzelf gebeurt.
De afgelopen jaren hebben we gezien dat de inkomenspositie van ouderen onder zware druk
stond. Enerzijds door bezuinigingen op de zorg, de huursubsidie en het openbaar vervoer,
anderzijds door bevriezing van de AOW uitkering (ontkoppeling). Wij willen er alles aan
doen om dat in de toekomst te voorkomen. Daarom staan in dit programma ook voorstellen
voor gratis openbaar vervoer voor ouderen in de daluren, een verbetering van de
verpleeghuiszorg, het terugdraaien van de bezuinigingen op de huursubsidie en het afschaffen
van de no-claim-regeling in de zorg. Stuk voor stuk goed voor ouderen.
Rekenvoorbeelden:
· Een modaal inkomen is in Nederland 30000 euro per jaar. Een alleenstaande die
modaal verdient, houdt daar na zijn 65e ongeveer 70% van over. Dat is 21000 euro
waarvan 12000 AOW en 9000 aanvullend pensioen. Deze persoon zit dus nog ruim
onder de vrijstelling van 15000 euro. De extra bijdrage gaat pas spelen vanaf een
totaal inkomen van 12000 euro (AOW) plus 15000 euro (aanvullend pensioen)=
27000 euro. Dit staat gelijk aan een inkomen voor je 65e van ongeveer 38500 euro.
· Een gehuwde AOWer krijgt momenteel een lagere AOW. Ongeveer 8000 euro per
persoon. Ook zijn vrijstelling bedraagt 15000 euro. De extra bijdrage gaat pas spelen
vanaf een totaal inkomen van 8000 euro (AOW) plus 15000 euro (aanvullend
pensioen) =23000 euro per persoon. Per stel kan de totale vrijstelling dus maximaal
twee keer die 23000 euro = 46000 euro bedragen.
· Een rekenvoorbeeld leert dat bij stappen van 0.6% per jaar over het aanvullend
pensioen boven de vrijstellingsgrens van 15000 euro, werkenden met een modaal
inkomen (30000 euro per jaar) voor hun 65e, na hun 65e niets hoeven bij te dragen.
Iemand die nu twee keer modaal verdient (60000 euro/jr) en in 1946 of later is
geboren, draagt als 65-plusser in 2014 38 euro per maand bij. Iemand die nu
anderhalf modaal verdient (45000 euro per jaar),en in 1946 of later is geboren, gaat
als 65-plusser in 2014 17 euro per maand betalen. Deze getallen zijn voor getrouwde
AOWers. Voor alleenstaanden zijn de bedragen lager.
Diversiteit op de werkvloer
Niet alleen ouderen hebben een zwakke positie op de arbeidsmarkt. Dat geldt voor meer
groepen, zoals vrouwen en een aantal specifieke etnische groepen. Nederlands-Marokkaanse
jongens kunnen geen stageplaats krijgen. Nederlands-Turkse advocaten komen ondanks hun
opleiding niet altijd makkelijk aan de bak, met oplopende frustratie als gevolg. Ook groeien
deze groepen minder snel door naar hogere functies.
· De overheid geeft het goede voorbeeld. Het personeelsbestand moet een goede
afspiegeling van de samenleving zijn.
· Werkgevers maken in hun sociaal jaarverslag bekend hoe zij werken aan diversiteit.
25
· Bedrijven die als rolmodel functioneren worden bekend gemaakt. Bedrijven die
veroordeeld zijn voor discriminatie worden ook met naam en toenaam bekend gemaakt.
· Te weinig zaken van discriminatie op de werkvloer worden voor de rechter gebracht. De
opsporing en vervolging van discriminatie in de praktijk moet weer meer prioriteit krijgen.
Met `undercover' rechercheonderzoek kan discriminatie snel worden blootgelegd
Participatie van vrouwen
Het opleidingsniveau van vrouwen en meisjes is veel hoger dan vroeger. De
arbeidsparticipatie houdt daarmee helaas nog geen gelijke tred. Vrouwen ontbreken nog te
vaak in hogere functies en veel vrouwen haken af rond hun 35ste jaar. Dit moet veranderen. De
maatschappij heeft vrouwelijk talent nodig en de economische onafhankelijkheid van
vrouwen moet bevorderd worden. Eerder in het programma doen we voorstellen voor betere
kansen voor vrouwen op de arbeidsmarkt door de randvoorwaarden te creëren (kinderopvang
als basisvoorziening en beter zwangerschaps- en ouderschapsverlof). Ook het
emancipatiebeleid moet de komende jaren weer meer aandacht krijgen.
· De overheid geeft het goede voorbeeld en werkgevers maken in hun sociaal jaarverslag
bekend hoe zij werken aan verbetering van de positie van vrouwen in hun bedrijf.
· De voorbeeldwerking van het onderwijs is belangrijk. Nederland heeft nauwelijks
vrouwelijke hoogleraren en hoofddocenten.Daarom willen wij een beleid waardoor ook in
de top van het hoger onderwijs meer vrouwen zichtbaar worden.
· Wij nemen in nauw overleg met werkgevers en vrouwenorganisaties maatregelen tegen de
ongewenste uitval van vrouwen rondom de 35 - 40 jaar.
· Vrouwen verdienen nog steeds minder voor hetzelfde werk. Aan deze discriminatie moet
een einde komen.
· Ook mannen hebben zorgtaken en kunnen deze door parttime werken beter op zich
nemen. Bij de overheid moeten flexibele werktijden mogelijk zijn en mag korter werken
de loopbaankansen niet negatief beïnvloeden.
Eerlijk delen in een socialer Nederland
De PvdA wil mensen de kracht geven om het beste uit zichzelf te kunnen halen. Tegelijkertijd
beseffen we dat dat niet voor iedereen altijd even gemakkelijk is. Als je (even) geen baan kunt
vinden, ziek of arbeidsongeschikt bent of al wat ouder bent, moet je er verzekerd van zijn dat
je niet aan je lot wordt overgelaten. Betrouwbaarheid van de overheid is daarbij van groot
belang.
De verschillen tussen arm en rijk zijn de afgelopen jaren flink toegenomen. Terwijl de meest
kwetsbare groepen de broekriem moesten aanhalen, namen de topinkomens toe. Op sommige
plekken was er zelfs sprake van een graaicultuur.
Voedselbanken zijn geen normaal verschijnsel. We zien de goede bedoelingen, maar in een
welvarend land als het onze is het te gek voor woorden dat steeds meer mensen voor hun
dagelijkse voorzieningen zijn aangewezen op voedselbanken. Deze ontwikkeling willen we
keren. Dat betekent ook aandacht voor de kosten die mensen moeten maken voor zorg en
wonen. Want juist in deze sectoren zijn de lasten de laatste jaren niet eerlijk verdeeld.
Topinkomens: in de beperking toont zich de meester
Belonen van initiatief en talent betekent dat succesvolle ondernemers en goede bestuurders
goed mogen verdienen. Maar de salarissen van topmanagers in het bedrijfsleven en in de
semi-publieke overheid lopen uit de hand. De PvdA vindt het maatschappelijk onverantwoord
26
en niet te verkopen dat de top 10% extra vangt, terwijl van werknemers wordt verlangd dat ze
matigen.
· Voor de salarissen in de publieke en semi-publieke sector (bijvoorbeeld in het bestuur
van corporaties, ziekenhuizen en toezichthouders) wil de PvdA een heldere norm
stellen: maximaal het salaris van de minister-president. Afwijking van deze norm
vraagt om verantwoording vooraf.
· Ten aanzien van topsalarissen in het bedrijfsleven heeft de overheid minder
instrumenten en een andere verantwoordelijkheid dan in de (semi-)publieke sector.
Maar ook hier mag geen sprake zijn van een graaicultuur of astronomische gouden
handdrukken. Via zelfregulering en goedkeuring door commissarissen en
aandeelhouders kan dit in de hand gehouden worden. Omdat commissarissen lange
termijn afwegingen dienen te maken, zijn beloningen in de vorm van aandelen en
extra pensioentoezeggingen niet gewenst.
· Geen riante afvloeiingsregelingen van ambtenaren; geen gouden handdrukken van
meer dan één jaarsalaris.
Sociale zekerheid: een betrouwbare overheid
Mensen investeren in de samenleving, en de samenleving investeert in mensen. De
samenleving biedt ruimte voor wie wil en waardigheid voor wie niet kan. Dat vraagt om
vertrouwen in de overheid. Dat vertrouwen veronderstelt de zekerheid dat de overheid niet
ineens de regels verandert op het moment dat je zelf aangewezen bent op een uitkering. En de
zekerheid dat het geld dat je betaalt aan premies en belastingen goed besteed wordt.
Soms willen regeringen dapper zijn en nieuwe wetten introduceren, terwijl de vorige
verandering nog moet worden uitgevoerd en het onduidelijk is of een verandering wel nodig
is. Zo ging het de laatste jaren met de WAO. Die weg willen we niet bewandelen. We willen
gemeenten, uitvoerders, vakbonden, werkgevers en mensen de tijd geven om van de nieuwe
Wet Werk en Bijstand, arbeidsongeschiktheidwet, Arbowet, WW en andere wetten een succes
te maken. Een aantal reparaties is wel noodzakelijk om de systemen eerlijker, activerender en
minder bureaucratisch te maken.
De WIA
In de afgelopen jaren zijn duizenden arbeidsongeschikten opnieuw gekeurd. Hoewel het
belangrijk is uit te gaan van wat mensen kunnen, leidt dit soms tot mensonterende situaties.
Veel goedgekeurde WAO'ers hebben nauwelijks kans op werk, met als gevolg dat de
uitkering een enkeltje bijstand betekent of, voor wie een werkende partner heeft, zelfs dat
niet.
· De herkeuringen moeten met fatsoen gebeuren. Dat vraagt om aanpassing van de
herkeuringscriteria, minder theoretisch en onrechtvaardig, en meer stimulansen bij het
vinden van werk.
· De WIA betekent een verslechtering voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Om dit te
repareren baseren wij de vervolguitkering voor deze groep op het laatst verdiende loon, in
plaats van op het minimumloon. De WGA voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten gaat
gelden vanaf 15% arbeidsongeschiktheid.
· De uitkering voor duurzaam arbeidsongeschikten wordt verhoogd van 70% naar 75%.
· We creëren betere stimulansen voor werkhervatting, vooral ook voor mensen die minder
dan 35% arbeidsongeschikt zijn.
· De financiële prikkels om instroom te voorkomen, zoals de Pemba, schaffen we niet af.
27
De WW
De prikkels voor werkgevers en werknemers om WW'ers weer snel aan een baan te helpen
worden vergroot. Dat is nodig, omdat het moeilijker wordt om weer aansluiting te vinden op
de arbeidsmarkt naarmate iemand langer buiten het arbeidsproces staat.
· Meer ruimte voor premiedifferentiatie in de WW. Werkgevers die structureel meer
werknemers in de WW laten belanden dan branchegenoten, mogen daar best in de premies
meer van merken. Ook in sectoren waar de flexwet wordt gebruikt om altijd met tijdelijke
contracten te kunnen blijven werken, de omroep is daar een berucht voorbeeld van, is
premiedifferentiatie een goed idee.
· Meer ruimte voor werkgevers, vakbonden, gemeenten en anderen om afspraken te maken
over reïntegratieprojecten. We willen de WW niet privatiseren, maar in de uitvoering
kunnen sociale partners en gemeenten wel een grotere rol spelen.
· De PvdA wil geen verandering in duur en hoogte van de WW-uitkering.
Levensloop
Het is soms moeilijk werk, zorg en opleiding te combineren. Het is daarom van groot belang
dat er goede algemene verlofregelingen komen, zodat mensen die een tijdje voor hun kind
willen zorgen, voor een zieke moeder, of tegen een burn-out aanzitten, een moment van rust
kunnen creëren. Zo kunnen mensen langer op een prettige manier productief zijn.
· De levensloopregeling blijkt in de praktijk alleen aantrekkelijk voor mensen die veel
verdienen. Om te zorgen dat meer mensen er gebruik van kunnen maken wil de PvdA de
verlofkorting verhogen.
· De levensloopregeling mag naar eigen inzicht worden aangewend, maar het gebruik van
de regeling voor scholing, verlofsparen en deeltijdpensioen wordt extra gestimuleerd.
· Mensen in zware beroepen moeten de mogelijkheid houden om vervroegd uit te treden.
· Werknemers krijgen het recht om gespaard verlof ook daadwerkelijk op te nemen.
· De spaarloonregeling blijft gewoon bestaan. We maken het wel makkelijker over te
stappen van de levensloopregeling naar de spaarloonregeling. En weer terug natuurlijk.
Bijstand
Voor de PvdA geldt als uitgangspunt dat iedereen recht heeft op een bestaan dat volwaardige
participatie in de maatschappij mogelijk maakt. Dat geldt ook voor mensen in de bijstand. De
gemeenten moeten zodanig zijn georganiseerd dat mensen die kunnen werken, niet te lang op
de bijstand zijn aangewezen. Zodat alleen mensen die geen kans op werk hebben langdurig
een beroep op de bijstand kunnen doen.
De bijstand is geen vetpot en zal dat ook nooit worden. Maar mensen belanden nu wel sneller
in de bijstand dan vroeger door veranderende wetten (WAO en WW). Maar denk ook aan de
groeiende groep 65-plussers in de bijstand. Zij zien hun inkomen in een rap tempo
achteruitgaan. Dat is nooit de bedoeling geweest en het maakt mensen onzeker.
· Voor mensen in de bijstand wordt het huis de eerste drie jaar buiten de vermogenstoets
gehouden, zodat zij niet meteen hoeven te verhuizen.
· Mensen die langdurig op het inkomensniveau van de bijstand zitten, komen na 3 jaar in
aanmerking voor een langdurigheidtoeslag, in plaats van na 5 jaar.
· Om de bureaucratie terug te dringen gaat de uitvoering van bijstand voor 65-plussers naar
de Sociale Verzekerings Bank. Daarmee wordt het meteen mogelijk om het zogenaamde
AOW-hiaat voor mensen met een onvolledige AOW aan te pakken.
· Een groot deel van de mensen in de bijstand bestaat uit alleenstaande ouders, vooral
moeders. We zorgen er voor dat ook voor hen werken gaat lonen. En dat - doordat
28
bijvoorbeeld kinderopvang een basisvoorziening is - er meer mogelijkheden zijn om werk
en zorg voor de kinderen te combineren.
Armoedebestrijding en aanpak schulden
Kinderen mogen niet opgroeien in armoede, werkloosheid moet geen gang naar de
voedselbank betekenen, een bejaarde hoort niet meer te hoeven piekeren over geld om de
kleinkinderen een cadeautje te kunnen geven. En toch gebeurt het in Nederland. Armoede is
niet relatief, of altijd zomaar iemands `eigen verantwoordelijkheid', maar een schande. We
kunnen iets aan armoede doen. Natuurlijk door voor werk te zorgen. Maar meer werk is niet
altijd de oplossing, omdat veel van de mensen om wie het gaat ouderen zijn, of anderszins
niet in staat zijn om te werken. We willen een menselijker armoedebeleid dat ervoor zorgt dat
mensen niet in een vernederende positie tegenover instanties terecht komen.
· Gemeenten krijgen meer mogelijkheden een echt armoedebeleid te voeren. Het verbod op
zogenaamd `categoraal beleid' wordt afgeschaft. Het is juist een heel efficiënte manier om
specifieke doelgroepen, zoals minima met schoolgaande kinderen, te ondersteunen.
· Regelingen zijn vaak zo ingewikkeld dat juist mensen die ze nodig hebben er geen
gebruik van maken. Dat leidt onnodig tot armoede. Door Den Haag werd de afgelopen
jaren wel erg makkelijk naar de bijzondere bijstand verwezen. Beter is alle toeslagen om
te zetten in één automatisch overgemaakte toeslag waarin alles zit waar je recht op heb.
· Met de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet zijn veel mensen onverzekerd
geraakt. De PvdA verlaagt de nominale premie zodat de zorgverzekering voor iedereen
betaalbaar is. Noodzakelijke medische zorg moet altijd voor iedereen beschikbaar zijn.
· Mensen met financiële problemen hebben vaak grote schulden gemaakt.
Woningcorporaties, kredietverstrekkers, zorgverzekeraars en energiebedrijven moeten
hier actiever in worden door meer informatie uit te wisselen en sneller in te grijpen.
· Veel mensen blijken niet goed te kunnen budgetteren, daarin moet de schuldhulpverlening
hen beter ondersteunen. Ook jongeren moeten leren met geld om te gaan. Gemeenten
spelen hierbij een belangrijke rol.
Eerlijk delen: zeker in de zorg en bij wonen
Een eerlijke verdeling van lusten en lasten. Vaak hebben we het dan over inkomens,
belastingen en sociale zekerheid, maar daarmee zijn we er nog niet. Dat hebben veel mensen
de laatste jaren ook gemerkt. De kosten van de zorg, maar ook van wonen leggen een groot
beslag op het besteedbaar inkomen van mensen. En juist op deze terreinen zijn de laatste jaren
veel mensen onzeker geworden. Door bijvoorbeeld de no-claim-regeling in de zorg, die
vooral chronische patiënten en ouderen veel pijn in de portemonnee doet. En de plannen van
minister Dekker: liberalisering van de huren betekent voor veel huurders gewoon extra
woonlasten. Als we het hebben over eerlijk delen, wil de PvdA daarom vooral ook kijken naar
de zorg en het wonen.
Zorgkosten
Het is goed dat in de nieuwe basisverzekering de verschillen tussen ziekenfonds en
particuliere verzekering eindelijk zijn opgeheven. Maar de nominale premie voor de
basisverzekering is nu veel te hoog. Er is een geldverslindend bureaucratisch stelsel opgetuigd
om mensen via een zorgtoeslag een deel van hun betaalde premie weer terug te geven. Dit
leidt tot onzekerheid. Steeds opnieuw moet de hoogte van de zorgtoeslag door de politiek
worden vastgesteld. Meer mensen dreigen onverzekerd te raken. Dat wil de PvdA anders.
29
· De nominale premie gaat fors omlaag. Minder mensen zijn dan afhankelijk van een
zorgtoeslag, dat scheelt onzekerheid en bureaucratie. De premie wordt grotendeels
inkomensafhankelijk. Dat is eerlijk delen.
· De no claim schaffen we af.
· De periodieke controle van de tandheelkundige zorg komt terug in het basispakket.
· De anticonceptiepil komt terug in het basispakket.
Woonkosten: huren en kopen
De PvdA wil dat mensen zelf een afweging tussen huren en kopen kunnen maken, zonder dat
de overheid dit afdwingt. En we willen dat starters aan de bak komen. We zetten de
instrumenten, hypotheekrenteaftrek, huurtoeslag en startersbeleid, zo in dat iedereen een
eerlijke kans op een mooie woning heeft
· Het moet gemakkelijker worden voor lagere en middeninkomens om hun eerste eigen huis
te kopen. We schaffen overdrachtsbelasting voor starters op de woningmarkt geleidelijk
af. Deze 'koopbonus' wordt gefinancierd uit de verlaging van het maximale aftrektarief
van de hypotheekrente van 52 naar 42 procent. Voor bestaande hypotheken verandert er
niets, ook niet bij oversluiting of verhuizing. Extra leningen vallen wel onder de nieuwe
regeling.
· In de komende kabinetsperiode draait de PvdA de bezuinigingen op de huursubsidie van
de kabinetten Balkenende terug.
· De PvdA wijst de liberaliseringplannen in de huursector van het vorige kabinet af en wil
dat de jaarlijkse huurstijgingen beperkt blijven. Huren in Nederland zijn namelijk niet te
laag en hogere huren leiden niet tot meer huurwoningen. Corporaties krijgen
huursombeperking: de totale huurverhoging van hun hele voorraad wordt beperkt (en
volgt de stijging van de lonen). Daarbinnen mogen ze differentiëren in huurverhoging.
· Voor de middeninkomens moeten meer huurwoningen komen. De huurprijzen mogen best
iets boven de huursubsidiegrens liggen. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat deze
woningen direct in het geliberaliseerde deel worden aangeboden. Dan blijven ze immers
onbetaalbaar voor de mensen met een middeninkomen.
Fraude mag nooit lonen
De PvdA staat voor een socialer Nederland. Dat betekent tegelijkertijd dat we keihard inzetten
op het bestrijden van fraude. Misbruik van voorzieningen is onacceptabel. Voorzieningen
bestaan bij de gratie van wederkerigheid en misbruik ondermijnt die voorzieningen. Dat treft
iedereen. Premie- en belastingbetalers worden daarmee geflest. Mensen die terecht een
uitkering krijgen worden geraakt doordat de buurt zich afvraagt of het allemaal wel netjes is.
En als klap op de vuurpijl gebruiken conservatieve partijen de misbruik van voorzieningen om
aan zekerheden te knabbelen. Aanpakken van misbruik van voorzieningen heeft voor sociaal-
democraten een hoge prioriteit.
· Uitvoeringsinstanties en overheden krijgen ruimere bevoegdheden om fraude op te
sporen en aan te pakken. Schulden die zijn ontstaan door teruggevorderde fraude
worden nooit kwijtgescholden. Fraude mag voor niemand lonen.
· Regelingen worden zo vormgegeven dat werkgevers en werknemers geen kosten op de
samenleving kunnen afwentelen. Iedereen moet geprikkeld worden om het goede te
doen, niet om een ander voor de kosten te laten opdraaien. En wie betrapt wordt op
fraude, krijgt een flinke straf.
· Fraudes waar burgers en bedrijven rechtstreeks door worden benadeeld, zoals
verzekerings- en faillissementsfraude worden harder aangepakt. Minder fraude met
30
reis-, auto- of inboedelverzekeringen betekent lagere premies voor iedereen.
Verzekeraars en politie moeten hiervoor de handen ineen slaan.
· Het bestrijden van witwassen en van fiscale en financieel-economische delicten moet
geld gaan opleveren. Dat vergt investeringen voor het aantrekken van financiële
specialisten ten behoeve van multidisciplinaire (opsporings)teams en ook ten behoeve
van het OM en de zittende magistratuur. Die investeringen moeten zichzelf minstens
terugverdienen. Dat betekent dat inkomsten uit fraudebestrijding zichtbaar moeten
worden gemaakt.
· Het team van inspecteurs voor huursubsidiefraude wordt uitgebreid.
· Er wordt streng gecontroleerd op fraude met de studiefinanciering.
· Ook moet hard opgetreden worden tegen fraude in de zorg, dat geldt zowel voor
misbruik met verzekeringspasjes als voor oneigenlijke declaraties door ziekenhuizen.
31
3. Werken aan de kracht van mensen
De PvdA wil de kwaliteit van leven in Nederland nu en in de toekomst verhogen. We willen
een trots Nederland dat bekend staat als tolerant, rechtvaardig en veelzijdig, met gezonde
inwoners die kunnen blijven zeggen wat ze denken, maar ook nadenken voordat ze iets
zeggen. Aan de huidige negatieve spiraal van onbeschaafd en asociaal gedrag, voedselbanken,
groeiende armoede, buitensporige salarissen en angst en onzekerheid over het leven moet een
einde komen. We moeten meer oog hebben voor onze kwaliteit van leven.
We moeten daarvoor willen investeren in de kracht van mensen, waar het gaat om hun
gezondheid, maar ook sport en cultuur. Zowel sport als cultuur verrijken het leven van
mensen en zorgen ook voor een maatschappelijke binding. Ook de media hebben deze
dubbele functie: ze vermaken mensen, maar geven ook de informatie om maatschappelijke
binding te houden of te krijgen.
Zorg voor een gezond leven
"Als je maar gezond bent!" Gezondheid vinden we allemaal belangrijk voor onszelf en voor
onze familie. Aan de volksgezondheid meten we de kwaliteit van de samenleving af. De
gezondheidszorg levert daar een belangrijke bijdrage aan. Iedereen kan ziek worden, en zieke
mensen laat je niet in de steek. Als we het hebben over `Amerikaanse toestanden' die we niet
willen, denkt bijna iedereen aan de Amerikaanse gezondheidszorg waar vele mensen zonder
verzekering geen hulp krijgen.
De gezondheidszorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid met een duidelijk publiek
belang. De PvdA hecht aan een publieke gezondheidszorg en een solidair stelsel. De zorg
moet betaalbaar zijn, kwalitatief goed en voor iedereen beschikbaar.
De uitgaven moeten zo goed mogelijk besteed worden door te letten op efficientie en
doelmatigheid en een sober voorschrijfgedrag van medicijnen en behandelingen. Maar ook
met die maatregelen zullen de kosten in de zorg nog steeds stijgen. Omdat er meer ouderen
komen, omdat we langer leven, en omdat er door betere medicijnen en patiëntvriendelijker
apparatuur steeds meer mogelijk is in de zorg. Dat is allemaal winst. Maar dat moet rechtsom
of linksom betaald worden. Dat kan door keihard te bezuinigen op de zorg en het pakket uit te
kleden. Daar kiest de PvdA niet voor. Het zijn vooral ouderen en mensen met minder geld die
hierdoor getroffen zullen worden. Getroffen in hun gezondheid en in hun kwaliteit van leven.
De PvdA kiest ervoor om ook voor deze mensen goede zorg en kwaliteit van leven in stand te
houden. Daarom is de PvdA realistisch over de kosten van de zorg. Deze zullen de komende
jaren stijgen en we gaan niet bezuinigen op essentiële voorzieningen.
Een sterke gezondheidszorg kan niet zonder mensen die het werk leveren. Werken in de zorg
moet aantrekkelijk zijn. Als gevolg van onder meer een hoge werkdruk en toenemende
agressie (bijvoorbeeld tegenover verpleegkundigen en huisartsen) heeft werken in de zorg aan
populariteit ingeboet. Daar moet verandering in komen.
Preventie blijft de beste remedie
De PvdA wil niet alleen aandacht voor de gezondheidszorg, maar ook voor de
volksgezondheid. Immers gezondheidszorg is slechts een middel en gezondheid wordt ook
door andere factoren beïnvloed. Dus niet alleen zorg voor wie ziek is of hulp nodig heeft,
maar ook zorg voor het gezond houden van mensen. Veel preventiemaatregelen vallen buiten
de gezondheidszorg. Zorg voor een gezond leven betekent juist dat preventie centraal staat.
Mensen moeten zelf ook een steentje bijdragen aan een gezond leven.
32
· De PvdA wil een preventiefonds. Zorgverzekeraars besteden ten minste 1% van hun
budget aan preventie.
· We worden steeds sneller steeds dikker. Dat levert veel problemen op, en daar moeten we
wat aan doen door het promoten van gezond voedsel en voldoende bewegen.
· Bewegen mag niet worden ontmoedigd door sporters met blessures zelf te laten opdraaien
voor hun verzuim.
· De overheid geeft het goede voorbeeld en biedt het personeel mogelijkheden om te
sporten, bijvoorbeeld in de vorm van bedrijfsfitness.
· Te weinig kinderen gaan naar de tandarts. Via scholen en consultatiebureaus worden
ouders opgeroepen om met hun kinderen naar de tandarts te gaan.
Goede gezondheidszorg
Hoe goed je ook voor jezelf zorgt, uiteindelijk kan iedereen een keer ziek worden. En de
ouderdom komt vaak met gebreken. De gezondheidszorg is er dan voor de behandeling of de
verzorging om het leven draaglijk te houden. Om de kwaliteit van het leven op niveau te
houden. Wij willen een zorgstelsel waarin mensen er zeker van zijn dat zij de zorg krijgen die
zij nodig hebben en waarin de kosten eerlijk gedeeld worden. Een stelsel waarin de zorg van
goede kwaliteit is en er geen geld verspild wordt.
· De PvdA vindt kostenbewustzijn en kostenbeheersing in de zorg belangrijk en houdt vast
aan het Budgettair Kader Zorg. Maar dat mag er nooit toe leiden dat wachtlijsten zich
opstapelen, behandelingen niet worden uitgevoerd of operaties worden uit- of afgesteld.
Mensen hebben recht op de zorg die zij nodig hebben. Daarom is een reële inschatting van
de toekomstige zorgbehoefte en de doelmatige zorgverlening belangrijk.
· De patiënt moet er altijd van op aan kunnen dat de basiskwaliteit en veiligheid van de zorg
gegarandeerd is. Als deze garantie er is, kan de patiënt verder zelf keuzes maken.
Wettelijke rechten en informatie over de geleverde kwaliteit van zorg moeten voor de
patiënt toegankelijk en begrijpelijk zijn. Patiëntenorganisaties zijn een belangrijke bron
van informatie voor en over de patiënt. Zij behartigen de belangen van patiënten en
kunnen de ervaringen van patiënten vertalen in concrete wensen voor het beleid.
· In het overgrote deel van de zorg wordt goed werk geleverd, maar door streng toezicht op
de kwaliteit van zorg kan het vertrouwen verder toenemen.
· Wij willen een belangrijker rol voor huisartsen. Als vertrouwenspersoon en
zaakwaarnemer van de patiënt kunnen zij patiënten helpen bij de keuze voor ziekenhuis of
specialist.
· De politiek definieert de samenstelling van het pakket van de basisverzekering. Het is aan
de zorgverzekeraars om dat uit te voeren.
· De rol van de verzekeraars in het nieuwe stelsel moet die van makelaar zijn, en niet die
van regisseur. De verzekeraars dienen vooral te concurreren op goede zorginkoop en
dienstverlening aan hun klanten. Uitgangspunt voor de PvdA is dat de patiënt centraal
staat.
· Marktwerking in sommige sectoren van de zorg kan helpen om meer patiëntgerichte zorg
en `waar voor je geld' te krijgen, maar is niet de oplossing voor de stijgende kosten. We
moeten er vooral voor zorgen dat ziekenhuizen en zorginstellingen concurreren op
kwaliteit én kosten. Wij willen dus verder gaan met het inzichtelijk maken van de
kwaliteit, terwijl het nieuwe financieringssysteem (DBC's) sterk vereenvoudigd moet
worden. Dat is marktwerking die wel werkt.
· De professionaliteit van de zorgverleners moet meer erkend en gebruikt worden. Dus meer
ruimte en meer verantwoordelijkheid voor de zorgverlener. Als zij zichzelf beter
---
verantwoorden, verdienen de zorgverleners het minder gedetailleerd controleert te
worden. Zo besteden we ook minder geld aan de administratie en controle, geld dat we
kunnen inzetten voor het echte werk in de zorg.
Verzorging verzekerd
Wie niet meer beter kan worden, verdient verzorging. Die moet dus goed zijn, en je moet er
invloed op kunnen hebben. Het aanbod is gelukkig veel gevarieerder geworden in de
afgelopen tijd. Zeker voor ouderen en chronisch zieken geldt dat zij maximale keuzevrijheid
moeten hebben om hun eigen leven zo goed mogelijk in te richten. Wanneer gemeenten op
een ambitieuze en sociale wijze vorm geven aan de nieuwe Wet Maatschappelijke
Ondersteuning is dat mogelijk.
De komende 25 jaar zal het aantal dementerenden verdubbelen. Nederland is daar niet op
voorbereid. Zo is driekwart van de gebouwen van verpleeghuizen ouder dan dertig jaar, de
bewoners krijgen lang niet alle zorg die zij nodig hebben, en nog steeds hebben maar weinig
mensen een eigen kamer en eigen sanitair.
· Het plafond op de zorguitgaven mag niet leiden tot wachtlijsten bij de thuiszorg of niet
tijdig uitvoeren van andere geïndiceerde zorg. Mensen hebben recht op de zorg die zij
nodig hebben.
· Er komt een noodplan voor de verpleeghuiszorg. Een op de tien bewoners van een
bejaarden- en verpleeghuis komt nooit buiten. We zorgen dat het personeel weer tijd voor
mensen heeft.
· Iedereen heeft recht op een eigen kamer in een verpleeghuis. Daarbij moet maatwerk
mogelijk zijn. We bouwen verpleegwoningen voor kleine groepen midden in de
samenleving.
· Een verpleeghuis is geen hotel waar je gemakkelijk de koffers pakt. In de langdurige zorg
leidt marktwerking dus niet automatisch tot betere zorg. Hier vindt de PvdA daarom
sturing vanuit de overheid, zeggenschap voor de gebruikers en democratische controle van
het publiek onverminderd belangrijk.
· We moeten ons realiseren dat voor sommige patiënten een instelling onvermijdelijk en
daardoor erg belangrijk is. De extramuralisering moet daarom niet doorslaan. En al
helemaal niet gebruikt worden als dekmantel voor een ordinaire bezuinigingsmaatregel.
· De kwaliteit van verpleging, verzorging en huisvesting van mensen die langdurig zorg
behoeven, moet van goed niveau zijn en noodzakelijke geïndiceerde zorg moet collectief
blijven worden vergoed.
· In de zorg voor ouderen vinden wij variatie belangrijk. Uiteraard moet de kwaliteit van de
zorg goed zijn. Voor ouderen die bereid zijn meer eigen geld te besteden aan hun
verpleging en verzorging, moeten huisvesting, eten of persoonlijke verzorging aangepast
kunnen worden. Extra keuzevrijheid moet mogelijk zijn.
· De PvdA wil de gemeenten ondersteunen om van de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning (WMO) een succes te maken. Er komt een stimuleringsbeleid voor
toegankelijke wijkservicecentra met plaats voor de wijkverpleegkundige, de huisarts en
ouder- en kindcentra. Gemeenten krijgen de ruimte hun financiële middelen effectief in te
zetten voor wonen, zorg en welzijn. En ze krijgen de financiële ruimte om mensen die
aangewezen zijn op de WMO een goede zorg te kunnen bieden.
· Patiënten en familie worden van het kastje naar de muur gestuurd als het gaat om het
organiseren van verzorging. Je spreekt met de zorgverzekeraar of een anonieme indicatie-
instantie. Dat soort loketten leidt tot afschuifgedrag. Na het invoeren van de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) moeten vervolgstappen worden gezet om een
duurzaam stelsel van zorg en ondersteuning op maat te realiseren. De PvdA wil - wanneer
34
de gemeenten hier klaar voor zijn - ook vanuit de AWBZ grote delen van verpleging en
verzorging onder de regie van de gemeenten onderbrengen. De meer curatieve delen
vanuit de AWBZ gaan naar de zorgverzekeringswet. Gemeenten kunnen beter
samenhangend beleid voeren omdat zij ook verantwoordelijkheden hebben voor
huisvesting en (openbaar) vervoer. Natuurlijk krijgen de gemeenten dan ook de budgetten
voor de verpleging en verzorging.
· De huisarts gaat na de invoering van de WMO de eigen patiënten indiceren. Of een patiënt
een rollator nodig heeft en hoeveel uur thuiszorg nodig is. Ook hier geldt: vertrouwen
vooraf en controle steekproefsgewijs achteraf. De gemeenten hebben een leveringsplicht
voor de geïndiceerde zorg.
· Samen sterker geldt ook op het immateriële vlak. Er komt een algemene regeling waarbij
zorg voor elkaar voor iedereen mogelijk wordt. De mantelzorgers besparen de
zorginstellingen veel werk en zij moeten daarin financieel ondersteund worden door de
overheid.
Medisch en ethisch verantwoord
· Nog steeds gaan mensen dood omdat er geen orgaandonaties beschikbaar zijn. Het is
ieders eigen keus om wel of niet te doneren, maar het wordt verplicht dit aan te geven. Die
verplichting gaat in bij het ophalen van een nieuw paspoort of identiteitsbewijs.
· Biomedisch en biotechnologisch onderzoek gericht op het bestuderen en op den duur
genezen van ziekten, zoals Alzheimer, Parkinson, MS, kanker en hartfalen, kan baat
hebben bij het gebruik van stamcellen. Het afleiden van stamcellen van restmateriaal van
IVF-behandelingen (in vitro fertilisatie) is een veelbelovende methode, waar ruime
mogelijkheden voor moeten zijn. Gebruik voor belangrijk medisch onderzoek is een
betere bestemming dan weggooien.
Sport: het dorpsplein van de samenleving
Miljoenen mensen beleven iedere week samen plezier aan de beoefening en organisatie van
sportieve activiteiten. En wat de PvdA betreft worden dat er alleen maar meer. Sport
voorkomt dat kinderen te dik worden of dat jongeren zich vervelen. Topsporters geven trots,
binding en ze functioneren als vliegwiel voor de verenigingssport in de samenleving. Nergens
zijn zoveel vrijwilligers actief als in sportverenigingen. Het is een ontmoetingsplaats, een
stabiliserende en bindende factor in de samenleving. Met sport investeren we in de kracht van
de samenleving. Daarom wil de PvdA meer ruimte voor sport. Mensen, jong en oud, moeten
de gelegenheid hebben om te sporten. Krachtige sportverenigingen vormen de beste garantie
dat mensen blijven sporten. En aansprekende prestaties van Nederlandse topsporters
betekenen vaak een enorme stimulans voor de breedtesport.
Stimulans voor sporten
Sporten is leuk. Maar het zetten van de eerste stap is vaak erg moeilijk. Is de sport wel zo leuk
als was gedacht? Kan ik het eigenlijk wel? Deze vragen zijn alleen te beantwoorden als
mensen, jong en oud, kunnen proeven aan de sport. Als ze worden gestimuleerd om te gaan
sporten.
· De PvdA wil daarom dat er in wijken voldoende ruimte is voor de jeugd om te sporten.
Dat betekent dat er geen herstructurering meer plaatsvindt zonder dat er ook ruimte voor
sport en bewegen en dus voor ontmoeting is ingepland.
35
· Door sportverenigingen en scholen met elkaar te laten samenwerken in accommodaties,
vakleerkrachten en sportactiviteiten, kan de jeugd al vroeg met verschillende sporten in
contact komen. Ook in de naschoolse opvang kan de sport een belangrijke rol spelen.
· Ook ouderen sporten onvoldoende. Wij willen een leven lang sporten mogelijk maken in
samenwerking met gezondheidsinstellingen en zorgverzekeraars.
· Gehandicaptensport wordt gestimuleerd.
Sterke sportverenigingen
De Nederlandse verenigingscultuur in de sport is uniek. Maar die cultuur staat wel onder
druk. Het blijkt steeds lastiger om vrijwilligers te vinden. De maatschappelijke problemen
waarmee clubs worden geconfronteerd worden ook steeds groter. Omdat verenigingen zowel
vanuit sportief als in maatschappelijk opzicht een belangrijke rol vervullen, wil de PvdA de
verenigingen versterken.
· Minder wetten en regels voor de (sport-) verenigingen. Regels moeten beperkt en simpeler
worden om vrijwillige sportbestuurders niet te frustreren.
· We willen de financiële barrières voor het lidmaatschap van sportclubs verkleinen.
Daarom stimuleert het Rijk de gemeenten om jeugdsportfondsen te ondersteunen.
· Sport is een algemeen belang en dus moet het ook aantrekkelijk zijn om bijvoorbeeld geld
uit een financiële erfenis ten behoeve van sport ter beschikking te stellen. De
successierechten hiervoor gaan daarom omlaag.
· Verenigingen moeten door de overheid worden gesteund in hun aanpak van asociaal
gedrag op en rond de velden.
De top als uithangbord
Topsport is belangrijk. Voor de uitstraling van Nederland, maar ook als voorbeeld voor de
jeugd. Aansprekende prestaties zijn van belang. Nederland is echter te klein om op ieder
terrein mee te draaien. Concentratie van activiteiten en middelen levert meer op dan het
versnipperen van het geld over alle sporten.
· Nederland is een voetballand. Daar zijn we trots op. Maar we hebben schoon genoeg van
het geweld rond het voetbalveld. We pikken het niet langer dat hooligans het plezier in het
voetbal voor grote groepen frusteren. Binnen het stadion ligt de verantwoordelijkheid bij
de clubs, buiten het stadion bij de overheid. Met behulp van een "voetbalwet" komt er een
meldingsplicht voor vandalen. Binnen vier jaar moet al het voetbal-gerelateerd geweld
gestopt zijn. De combiregeling kan dan worden afgeschaft.
· De PvdA wil dat NOC/NSF voor een bepaalde tijd 10 A-sporten aanwijst die de overheid
gaat ondersteunen op het gebied van talentontwikkeling, trainingsaccommodaties en
natuurlijk de sportieve, medische en educatieve ondersteuning van topsporters zelf.
· We willen aansprekende sportevenementen binnenhalen, passend bij de 10 A-sporten, om
Nederland gezicht te geven.
· Topsporters krijgen ondersteuning van de overheid om topprestaties te kunnen leveren.
Daar mag iets tegenover staan. Voor de verspreiding van sport zetten topsporters zich in
om jongeren in aanraking te laten komen met hun sport.
Versterken van de kracht van gehandicapten
Gehandicapten hebben recht op een volwaardige deelname aan de maatschappij. Dat is op dit
moment nog niet goed geregeld. De kracht van gehandicapten wordt niet versterkt.
36
Integendeel. Die kracht wordt eerder gesmoord. De gebrekkige toegankelijkheid van
informatie, openbaar vervoer en openbare gebouwen maakt gehandicapten afhankelijk. Die
afhankelijkheid moeten we bestrijden.
· Het in dienst nemen van mensen met een arbeidshandicap wordt fiscaal gestimuleerd en
administratief gemakkelijker gemaakt.
· Nederland moet nu werk maken van de standaardregels van de VN uit 1994. De agenda
22, waarin o.a het recht op gelijke behandeling op het gebied van goederen en diensten is
geregeld, moet worden uitgevoerd.
· Veel gebouwen zijn moeilijk toegankelijk voor gehandicapten. Dat moet veranderen. De
overheid geeft daarbij het goede voorbeeld en zorgt ervoor dat alle nieuwe gebouwen en
openbare ruimte voor alle mensen toegankelijk zijn.
· Het kunnen beschikken over informatie is essentieel. Vooral voor blinden is dat niet altijd
eenvoudig. Met de opkomst van de digitale dienstverlening moet de overheid daar zeker
rekening mee houden. Maar ook met zoiets belangrijks als het stemmen bij verkiezingen
is het belangrijk om voorwaarden te scheppen waardoor deze groep ook zelfstandig
gebruik kan maken van hun stemrecht.
· Op de publieke omroep zou standaard ondertiteling moeten worden geleverd bij
programmas. Nederland kan hierbij veel leren van landen als Groot-Brittannië.
· Goed, toegankelijk en betaalbaar openbaar vervoer is voor gehandicapten van groot
belang. Helaas bestaat dat lang niet altijd. In de prestatieafspraken met de OV-bedrijven
moet rekening worden gehouden met de positie van gehandicapten.
.
Kunst & cultuur: inspiratie van en voor mensen
Kunst en cultuur zijn nauwelijks te scheiden van het leven als geheel. Voor miljoenen mensen
vormt actieve en passieve deelname aan kunst en cultuur een bron van inspiratie.
En passant hebben kunst en cultuur ook nog belangrijke positieve effecten voor de
samenleving als geheel. Ze zijn een bron voor trots en ze zorgen voor identificatie en binding
in de samenleving. Per generatie en per bevolkingsgroep kan die identificatie verschillend
zijn, maar individueel en collectief leven mensen hun leven met besef van goed en kwaad,
mooi en lelijk, belangrijk en triviaal, dat ze opdoen via kunst. Zo dapper als Eminem, wreed
als Nero, mooi als het Gezicht op Delft, verliefd als in Notting Hill, happy als Joe Speedboot.
Dat is waardevol. De politiek moet niet op de stoel van de kunst gaan zitten, maar moet er wel
voor zorgen dat die stoel stevig is en blijft.
De PvdA wil dat kunst en cultuur voor iedereen bereikbaar zijn. We moeten daarbij beginnen
met de jeugd. Kunst en cultuur gedijen alleen als er ruimte is voor productie. Zowel voor
professionele kunstenaars als voor de amateur-kunstenaars. Ten slotte moeten er plaatsen zijn
waar van kunst en cultuur kan worden genoten.
Kunst voor kinderen
De PvdA vindt het belangrijk dat alle jongeren al vroeg in aanraking komen met kunst en
cultuur: jongeren vormen de culturele toekomst van Nederland.
· Culturele en Kunstzinnige Vorming blijft onderdeel van het basis- en voortgezet
onderwijs.
· Naast het bestaande vouchersysteem, krijgen jongeren een gratis `strippenkaart' voor
culturele activiteiten om vrijwilllig en op eigen initiatief kennis te maken met cultuur, van
toneel tot schaken en van journalistiek tot ondernemerschap.
37
Ruimte voor productie
Kunst kan niet zonder makers. Een goed productie- en expositieklimaat is daarom van grote
waarde. Zonder autonomie van de kunstenaars en producenten aan te tasten, kan de politiek
hieraan een positieve bijdrage leveren. De PvdA wil ruimte bieden voor productie, expositie
en kunstenaar.
· Het is de vraag of kunst is gebaat bij een groot aantal kunstopleidingen als er maar voor
een beperkte groep ruimte is om na de opleiding als kunstenaar aan de slag te gaan. Heeft
Nederland echt 17 zangopleidingen nodig? Wat schiet een kunstenaar er mee op om na
een opleiding tot de conclusie te komen dat er geen echt perspectief is? De PvdA wil
minder maar kwalitatief hoge opleidingen, en meer arbeidskansen voor kunstenaars en
oog voor arbeidsmogelijkheden na de kunstcarrière.
· De arbeidsbescherming van kunstenaars kan beter. In dit opzicht zou de huidige
inkomensregeling voor kunstenaars (de WIK) vereenvoudigd kunnen worden en zouden
de bijverdienregelingen voor kunstenaars kunnen worden verruimd.
· We maken een einde aan bureaucratische regelgeving, veelal in het kader van Arbo- en
arbeidstijdenwet, die voorbij gaat aan de specifieke eisen en omstandigheden van deze
sector.
· De PvdA wil af van de huidige cultuurnotasystematiek. In dialoog met de sector wordt een
alternatief ontwikkeld. Uitgangspunten daarbij zijn dat de politiek zich beperkt tot het
formuleren van de hoofdlijnen en zich niet meer bemoeit met de uiteindelijke verdeling
van subsidies. Dat gebeurt door een Raad van Cultuur die door zijn samenstelling
vertrouwen en gezag in de sector heeft.
· Geef de podia en gezelschappen van internationale allure (zoals bijvoorbeeld het
Concertgebouworkest) meer en langdurigere zekerheid. Bespaar hen de vierjaarlijkse
beoordeling ten behoeve van de subsidieverdeling.
· De PvdA wil meer budget ter beschikking stellen voor de amateurkunst.
· De culturele sector wordt gestimuleerd door een verruiming van de fiscale mogelijkheden
van burgers en bedrijven om te investeren in kunst en cultuur.
· Privaat geld kan de culturele sector versterken. Cultureel ondernemerschap moet worden
gestimuleerd omdat het de kunst minder afhankelijk maakt van de overheid. Dit betekent
ook dat culturele instellingen die in staat zijn gebleken geld uit de markt te halen, niet
direct beloond moeten worden met een korting van de bijdrage van de overheid.
Ruimte voor de podia
Het hele land moet van kunst en cultuur kunnen genieten. Kunst en cultuur moet toegankelijk
en betaalbaar zijn. Daarom moeten de podia en musea voldoende budgetten houden om
kwalitatief te kunnen programmeren. Daartegenover staat dat een te grote verspreiding van
faciliteiten en een te grote wil om overal alles aan te bieden, leidt tot een versplintering van
aanbod en budgetten. De kwaliteit is daar niet mee gediend.
· Er worden meer lokale en regionale accenten in kunst en cultuur gelegd. We willen geen
eenheidsworst. Juist door verschillende accenten te leggen ontstaat ruimte voor een
hoogwaardiger kunst en cultuuraanbod.
· De collectie van de Rijksmusea is met gemeenschapsgeld opgebouwd en is dus van
iedereen. De PvdA is daarom in principe voor gratis openstelling van de Rijksmusea.
Omdat de gevolgen voor bezoekersaantallen, inkomsten en positie van andere musea nu
nog onzeker zijn, wil de PvdA een experiment waarbij drie Rijksmusea geen entree meer
vragen. Daarnaast willen we dat jaarlijks in een van de andere Rijksmusea een
tentoonstelling wordt geselecteerd die iedereen gratis kan bezoeken.
38
De media: de waarde van voldoende informatie
Onafhankelijke pluriforme media zijn essentieel voor de samenleving en het functioneren van
de democratie. De laatste jaren is het medialandschap fors veranderd en verrijkt. Denk
bijvoorbeeld aan de slinkende oplagen van de klassieke kranten, maar ook aan de opkomst en
brede verspreiding van internet, de entree van commerciële zenders en regionale televisie.
Nederland heeft, gezien zijn omvang, gelukkig nog steeds een breed aanbod van kranten en
tijdschriften, tv en radio. Dat moet zo blijven. We zien het als een teken van een sterke, open
en pluriforme samenleving waarin mensen de keuze hebben om zich te informeren op een
manier die men wenst. Dat betekent niet dat alles vanzelf goed komt, op verschillende
terreinen is inzet van de overheid noodzakelijk.
Internet: niet meer weg te denken
Internet is niet meer weg te denken uit de samenleving en de mogelijkheden nemen nog iedere
dag toe. Daarom is het zo belangrijk dat iedereen kan leren omgaan met internet. Jong, maar
juist ook oud. Dit moet, zeker omdat de overheid meer en meer internet gebruikt om de
kwaliteit van de dienstverlening en communicatie te verbeteren.
· De vrijheid op internet is een groot goed. Dat betekent voor de PvdA niet dat het internet
een vrijbrief is voor asociaal gedrag. SPAM moet aan banden worden gelegd. En er
moeten afspraken komen met providers om te voorkomen dat het internet een vrijplaats is
voor racistische of terroristische groepen in Nederland.
· De toegankelijkheid van de nieuwe media moet voor alle groepen zijn verzekerd. Waar
internet zo belangrijk is geworden, is het daarom belangrijk dat bijvoorbeeld
gehandicapten er ook echt gebruik van kunnen maken. Ook hier geeft de overheid het
goede voorbeeld.
· Het gebruik van open source wordt gestimuleerd zodat er meer ruimte komt voor kleinere,
innovatieve internetbedrijven.
De veranderende, maar blijvende betekenis van de publieke omroep
Commerciële zenders, zoals RTL, SBS, Radio 538 en Talpa, weten vele kijkers en luisteraars
aan zich te binden met programma's die soms niet of nauwelijks van die van de publieke
omroep zijn te onderscheiden. De PvdA beschouwt deze zenders als een verrijking van het
televisieaanbod. Hetzelfde geldt voor de regionale en lokale omroepen. Zij trekken veel
kijkers en luisteraars die zich daardoor meer betrokken kunnen voelen bij hun woon- en
leefomgeving.
De opmars van de commerciële omroepen en regionale omroepen heeft de positie van de
nationale publieke omroepen aangetast. Dat betekent niet dat de publieke omroep is
achterhaald. Integendeel. De PvdA vindt een sterke en kwalitatieve publieke omroep van het
grootste belang. De publieke omroep fungeert als podium voor nieuws en meninguitwisseling,
zendt culturele programma's uit zonder altijd aan commerciële eisen te hoeven voldoen,
brengt nieuws en amusement voor groepen die onvoldoende interessant zijn voor
commerciële televisie of die we juist tegen commercie willen beschermen (zoals kinderen), en
moet programma's kunnen brengen zonder onderbroken te worden door reclames. Maar
momenteel bereikt de publieke zender te weinig mensen, en al helemaal weinig van haar
eigen benoemde doelgroepen. Dat moet dus anders.
39
Nieuwe technieken, zoals programmeerbare harddisk videorecorders en de mogelijkheid
programma's terug te zien via internet, maken het in de toekomst moeilijker om programma's
uit reclameopbrengsten te financieren. Alleen het verwerken van reclames in programma's
kan nog financieel soelaas bieden. Maar die ontwikkeling vinden we als PvdA ongewenst.
Daarom is collectieve financiering van de publieke omroepen onvermijdelijk. De PvdA wil
daar dan ook niet aan tornen. Waar we met gemeenschapsgeld de publieke omroep overeind
houden, moeten we wel duidelijk zijn wat we van die omroep verwachten. Niet om op de
stoel van de omroep te gaan zitten, maar wel om de uitgangspunten voor een sterke en
kwalitatieve publieke omroep te formuleren.
· De politiek formuleert de hoofdopdracht voor de publieke omroep.
· Kwaliteit, pluriformiteit, maatschappelijke actualiteit en onafhankelijkheid vormen de
pijlers van de hoofdopdracht aan de publieke omroep. De PvdA wil dat de publieke
omroep een ontmoetingsplaats creëert voor alle burgers voor het stimuleren van
burgerschap en het versterken van de sociale cohesie.
· De overheid waarborgt financiering voor een lange termijn, om te voorkomen dat de
politiek zich steeds gedetailleerder met de publieke omroep gaat bezighouden.
· De PvdA wil dat de publieke omroep een brede doelgroep bereikt. Deze rol kan de
omroep alleen waarmaken als hij ook de gelegenheid heeft mee te dingen naar de
uitzendrechten van grote (sportieve) evenementen.
· Reclame mag ook bij de publieke omroep een bron van inkomsten zijn, maar de publieke
omroep mag daarvan niet afhankelijk zijn in zijn programmering.
· De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het totaal van de publieke omroep en zorgt
ervoor dat iedere Nederlander weer minstens een van de netten tot zijn favoriete zenders
rekent. Om dat te bereiken geeft de Raad van Bestuur concessies uit voor de netten.
· Omroepverenigingen en andere maatschappelijke partijen kunnen gezamenlijk een
concessie krijgen die in het verlengde ligt van de hoofdopdracht, en worden dan
verantwoordelijk voor de programma's en programmering van de zender. Ze worden
afgerekend op kwaliteit en bereik.
· Er komt meer aandacht en budget voor kindertelevisie, kunst-, wetenschaps- en
cultuurprogramma's en educatieve programma's.
· Televisieregistraties van grote nationale gebeurtenissen zijn voor iedereen te zien zonder
dat de kijker hiervoor moet betalen.
· Bij sommige programma's wordt de grens van ranzigheid wel dicht genaderd. En soms,
zoals bij bepaalde videoclips waarin de gettocultuur centraal staat, worden beelden
neergezet die over die grens gaan. Zenders moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor
wat zij uitzenden en de effecten daarvan op het gedrag van kinderen.
4. Werken aan een ongedeeld Nederland
De PvdA streeft naar een ongedeeld Nederland, waar de plek waar je geboortehuis staat niets
zegt over je toekomst. Een Nederland waarin iedereen de kans krijgt iets van zijn leven te
maken, en waar iedereen recht heeft op een fatsoenlijk bestaan.
De afgelopen jaren is de tweedeling tussen arm en rijk, tussen verschillende
bevolkingsgroepen, tussen mensen die veel en mensen die nauwelijks kansen krijgen, tussen
bewoners van schone ruime, buurten en bewoners van vieze, onveilige buurten toegenomen.
Achterblijvende regio's zijn alleen maar verderop geraakt. De langdurige werkloosheid is
toegenomen, zeker in economisch zwakke dorpen en wijken. Van integratie is weinig terecht
gekomen, terwijl de segregatie is verergerd. Door te hameren op de `eigen
40
verantwoordelijkheid' is er een soort ieder-voor-zich maatschappij ontstaan, waarin mensen
van elkaar vervreemden. Er dreigen twee Nederlanden te ontstaan waar groepen tegenover
elkaar worden gezet. De PvdA wil deze koers radicaal keren en kiest voor het slaan van
bruggen. Niet alleen omdat de problemen die ontstaan door gettovorming niet te overzien zijn,
maar ook omdat we iedereen nodig hebben voor onze economie, omdat we alle talent willen
benutten en omdat sociale cohesie en vertrouwen het cement is van onze samenleving. Zonder
dat cement valt de samenleving in twee delen uit elkaar. Een gemeenschappelijk beeld over de
toekomst van Nederland is nodig.
Dat ongedeelde Nederland ontstaat alleen als we zorgen voor sterke en gevarieerde buurten,
waarin iedereen wil wonen en waaruit men niet wegtrekt als het even mogelijk is. Daarom
moeten er voorzieningen zijn. Voor jong en oud. In de steden en op het platteland. Sterke
buurten vragen om voldoende goede en betaalbare woningen. De aanpak van de woningnood
kan niet wachten. Hetzelfde geldt voor de integratie. In veel steden zijn de spanningen de
laatste jaren toegenomen. Het voelt als een tijdbom, waarbij het kabinet vooral heeft
uitgeblonken in harde woorden terwijl de resultaten uitbleven. Duidelijkheid is geboden, maar
die duidelijkheid is alleen effectief als er een dialoog is tussen en met de verschillende
bevolkingsgroepen in Nederland. Het onnodig kwetsen van bepaalde groepen draagt daar niet
toe bij, want dat overbrugt niet, maar vergroot juist de maatschappelijke tegenstellingen.
Integratie is niet gebaat bij grote woorden en gemakkelijke oplossingen.
In een ongedeeld Nederland hebben alle bevolkingsgroepen een volwaardige positie in de
samenleving. Helaas zijn we nog niet zo ver. Emancipatie is en blijft van belang.
In de Nederlandse samenleving zal altijd ruimte zijn voor mensen die op de vlucht zijn voor
oorlog en onderdrukking. Met het groeiende aantal oorlogshaarden zal het aantal
vluchtelingen weer toenemen. Voor de PvdA is de lijn daarbij helder: we zijn voor een streng,
maar rechtvaardig en humaan asielbeleid..
Sterke buurten
Hoe maken we van de kansarme, verschraalde buurten gevarieerde, aantrekkelijke buurten?
Door massief en breed te investeren in zwakke buurten. Door het onderwijs te verbeteren, de
verloedering op straat aan te pakken, door voor werk te zorgen, door de criminaliteit hard aan
te pakken zodat de goeden niet onder de kwaden hoeven te lijden. De verloedering moet
stoppen. Mensen moeten zien dat asociaal gedrag wordt aangepakt en ervaren dat veelplegers
van straat worden gehaald. Er moet opgetreden worden tegen probleemjongeren. Dat betekent
bovenal dat de politie in de buurt moet zijn, zodat mensen zich veilig voelen. Als we zo de
zwakke buurten nieuwe kansen geven, zullen mensen in hun eigen buurt blijven wonen. Ook
al zijn ze een stap omhoog geklommen op de maatschappelijke ladder.
· De PvdA vindt dat bewoners die anderen stelselmatig grote overlast bezorgen desnoods
gedwongen moeten worden tot verhuizen, bijvoorbeeld naar wooncontainers aan de rand
van de stad. Overlastveroorzakers vergoeden de schade die ze hebben aangericht.
· Ons geduld met probleemjongeren is op. Tegen overlast en criminaliteit gaan we hard en
snel optreden. Eigenlijk is het dan al te laat. Daarom wil de PvdA dat vroegtijdig wordt
ingegrepen. Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kinderen. Als zij tekortschieten
moeten ze daar veel sneller en beter op worden aangesproken. In gezinnen waar de
machtsverhoudingen zijn omgedraaid, moet interventie worden opgelegd.
· Bewoners moeten zich gesteund weten bij hun initiatieven om hun buurt schoon, heel en
veilig te maken. Elke gemeente moet de komende jaren kijken of het aantal
beleidsambtenaren op het stadhuis kan verminderen om daarmee het aantal mensen in de
buitendienst, die echt op straat aan het werk zijn, flink te vergroten.
41
· In sommige buurten kan cameratoezicht en preventief fouilleren helpen. Dan moet dat ook
kunnen worden toegepast.
· Onderwijzend personeel in kansarme buurten moet meer kunnen verdienen dan hun
collega's in de rijkere buurten.
· In oude stadswijken staan nog veel huizen die aan renovatie toe zijn en waarvan niemand
goed weet wie er woont. Onderverhuur, illegaal wonen en huisjesmelkerij komen er veel
voor. De PvdA wil panden in kwetsbare straten door de gemeente laten opkopen,
waardoor huisjesmelkers de pas wordt afgesneden.
· Er zijn nieuwe huizen nodig in deze wijken, zodat ook de mensen die op de
maatschappelijke ladder klimmen in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. De
herstructurering van woonwijken moet zich ook hierop richten.
· Het stimuleren van de werkgelegenheid in kansarme buurten is nodig. Waar werk is, fleurt
een buurt op en worden anderen meegetrokken. Daarom worden kansarme buurten
kansenzones: belemmerende regels worden voor deze buurten opgeheven. Om de kleine
ondernemer te stimuleren wordt de ondernemersaftrek in deze buurten verhoogd.
· Gemotiveerde buurtbewoners en bewonersgroepen moeten zich door de overheid gesteund
weten als zij zich inzetten voor de samenhang en de fysieke staat in hun buurt.
· In de situatie dat sociale problemen in een buurt zich maar blijven opstapelen en iedere
vrijkomende woning vooral geambieerd wordt door een ander probleemgeval, moeten
gemeenten en corporaties via de woonruimteverdeling kunnen sturen door bijvoorbeeld
voorrang te geven aan mensen die betaald werk verrichten.
· Er komen specifieke buurtbudgetten voor de sociaal-economisch en sociaal-cultureel
zwakste buurten van Nederland in plaats van het Investeringsbudget Stedelijke
Vernieuwing en het budget voor het Grote Stedenbeleid. Het budget moet in samenspraak
met burgers worden besteed.
Een woningmarkt die kansen biedt
Buurten worden alleen sterk als mensen er om positieve redenen wonen, niet omdat ze ertoe
worden gedwongen door de overheid of omdat ze elders geen kansen hebben. Het
functioneren van de woningmarkt is hierbij van groot belang. Daarbij past geen woningnood.
Deze moet worden aangepakt. Er moeten voldoende woningen worden gebouwd voor starters,
ouderen en mensen met een gemiddeld inkomen. Dat lukt alleen als corporaties dit voor hun
rekening nemen. Dat betekent wel dat corporaties zich opstellen als maatschappelijke
ondernemers.
Aanpak woningnood
Er is op dit moment een schrijnend tekort aan betaalbare koop- en huurwoningen. We moeten
minder goedkope woningen slopen en niet alleen maar dure woningen bouwen. De
nieuwbouw van woningen moet worden afgestemd op de wensen van alle burgers:
· De komende jaren moeten 80.000 tot 100.000 nieuwe woningen per jaar worden
gebouwd.
· De woningproductie wordt bevorderd door drastisch te schrappen in regels.
· De woningbouwproductie moet worden bevorderd door een forse uitbreiding van het
aantal bouwlocaties. Het is niet aan het Rijk om deze aan te wijzen, maar aan de
gemeenten om in te spelen op de lokale behoeften. Wel geeft het Rijk nadrukkelijk aan
waar niet mag worden gebouwd (binnen de Ecologische Hoofdstructuur en in nationale
landschappen).
42
· De kwaliteitseisen uit het Bouwbesluit moeten soberder (behalve als het gaat om
duurzaamheid), zodat huizen goedkoper kunnen worden.
· Slopen en herstructureren volgen pas als het regionale woningtekort flink is gereduceerd.
Uitzondering vormen woningen en complexen die technisch aan vervanging toe zijn
omdat de kwaliteit te slecht is voor de huidige bewoners.
· De gemeenten krijgen steun bij het omzetten van lege kantoren in jongeren- en
studentenhuisvesting of voor het plaatsen van prefab- of containerwoningen.
· Randgemeenten moeten meer woningen bouwen voor de sociale sector.
· We willen niet dat de prijs van de nieuwbouwwoningen enorm stijgt doordat speculanten
de grond kopen. Daarom moet het bouwrecht worden losgekoppeld van het
eigendomsrecht. Dan kan de gemeente de projectontwikkelaar of groep bewoners
uitkiezen die tegen de laagste kosten het beste plan kan realiseren.
· Bouwen in collectief opdrachtgeverschap wordt gestimuleerd.
Woningcorporaties
Woningbouwcorporaties hebben een missie: het verbeteren van de leefomgeving en het
aanbieden van voldoende en betaalbare koop- en huurwoningen, voor mensen met een
gemiddeld inkomen, maar ook specifiek voor de echte onderkant van de woningmarkt en voor
ouderen.
· Corporaties met veel vermogen en weinig investeringsplannen krijgen een hogere heffing.
Hierdoor worden ze geprikkeld om te investeren in het bouwen van meer betaalbare
woningen en het opknappen van buurten.
· De overheid moet mogelijkheden zoeken om het kapitaal af te romen van corporaties die
zich opstellen als commerciële vastgoedbedrijven. De opbrengst wordt gebruikt om de
buurtbudgetten te verhogen.
· Corporaties, gemeenten en bewoners moeten samen de woningnood aanpakken en werken
aan aantrekkelijke buurten. Dit lukt alleen als ze aan elkaar gewaagd zijn. Gemeenten en
bewoners moeten daarom meer greep krijgen op de woningcorporaties, door meer
informatie en recht op arbitrage. De gemeenten moeten duidelijke, bindende
prestatieafspraken maken met de corporaties. De corporaties krijgen de ruimte die
afspraken waar te maken. Als zij de afspraken niet nakomen, moeten er sancties worden
opgelegd.
· Corporaties kunnen alleen hun maatschappelijke taak waarmaken als ze lokaal verankerd
zijn. Ze moeten aanspreekbaar zijn voor hun huurders, de organisaties die met hen werken
om de leefbaarheid van wijken te versterken, en de lokale bestuurders. Aan de enorme
schaalvergroting van de corporaties moet daarom een einde komen.
Integratie: meer dan inkomen en werk alleen
Een ongedeeld Nederland veronderstelt dat de geografische scheidslijnen tussen kansarm en
kansrijk worden geslecht. Maar in de huidige tijd is meer nodig. Het ongedeelde Nederland
blijft alleen bestaan als bevolkingsgroepen niet tegenover elkaar staan, maar met elkaar één
samenleving vormen. Op dit moment gaat het de verkeerde kant op. Integratie stagneert, de
segregatie neemt toe. Die ontwikkeling wil de PvdA keren.
Alle nieuwkomers in Nederland verdienen een kans om te integreren en volwaardig te
participeren in de Nederlandse maatschappij. Bij de integratie van migranten is een grote
inspanning van de migrant en de inzet van alle burgers, instanties en bedrijven vereist. De
afgelopen jaren is de polarisatie en discriminatie toegenomen, waardoor soms zelfs goed
43
geïntegreerde nieuwkomers zich van de Nederlandse samenleving hebben afgekeerd. We
kunnen ons er niet bij neerleggen dat jongeren met Turkse of Marokkaanse ouders, die hier
geboren en getogen zijn, westerse waarden zoals de democratie afwijzen. De problemen van
vandaag die samenhangen met integratie zijn aanzienlijk en urgent. Integratie gaat over meer
dan het overbruggen van sociaal-economische verschillen en taalproblemen: het heeft ook een
culturele dimensie. Overigens hoort de Islam gewoon bij onze samenleving. Burgers
kunnen met meerdere samenlevingen een binding hebben, zonder dat dit volwaardige
deelname aan de Nederlandse samenleving in de weg hoeft te staan. Succesvolle integratie
wordt niet bepaald door het hebben van één paspoort. Khalid Boularouz, de voorstopper van
het Nederlandse elftal, is hiervan een treffend voorbeeld.
Het voltooien van een opleiding en het vinden van werk is een voorwaarde voor integratie. De
overheid en het bedrijfsleven hebben daarbij een belangrijke taak, bijvoorbeeld bij het
aanbieden van taalonderwijs en het zorgen voor voldoende stageplaatsen.
Het is primair de verantwoordelijkheid van de migrant om zich voor te bereiden op zijn komst
naar Nederland, de taal te leren, zich op de samenleving te oriënteren en snel in te burgeren.
Het is in het algemeen belang dat de op dit punt bestaande achterstanden snel worden
ingelopen.
· Wij stellen een deltaplan inburgering voor. We verlangen dat iedereen Nederlands spreekt,
maar zorgen er ook voor dat iedereen Nederlands kan leren. We werken alle wachtlijsten
en achterstanden op het gebied van taalonderwijs en inburgering in vier jaar weg. .
· Inburgering is een proces en niet een momentopname in de vorm van een examen.
Daarom moet het statische inburgeringsexamen worden aangevuld met een
maatschappelijke stage en een oriëntatie op de Nederlandse maatschappij en geschiedenis.
· Integreren kunnen nieuwkomers niet alleen. Van de al langer in Nederland wonende
bevolking wordt een open houding en een actieve belangstelling verwacht. Van instanties
en bedrijven mag worden verwacht dat zij toegankelijkheid en kwaliteit bieden en
discriminatie bestrijden. Deze eis van wederkerigheid houdt niet in dat de verplichtingen
aan beide kanten gelijk zijn: van de migrant wordt een hogere inspanning verwacht omdat
hij of zij zich in een nieuwe samenleving vestigt.
· Maatschappijoriëntatie is een belangrijk onderdeel van inburgering. Daarin
worden normen geleerd die belangrijk zijn voor het participeren in het openbare leven in
Nederland. Ook is er aandacht voor Nederlandse grondrechten, zoals de vrijheid van
meningsuiting, de vrijheid van godsdienst, de gelijkheid tussen mannen en vrouwen,
homo's en hetero's en tussen mensen van verschillende afkomst.
· Alle burgers, inclusief immigranten, mogen rekenen op vrijwaring van discriminatie en op
een respectvolle behandeling van culturele en religieuze uitingen die vallen binnen de
grenzen van de democratische rechtsstaat. Respect voor de geloofsvrijheid van anderen,
acceptatie dat mannen en vrouwen, homo's en hetero's in Nederland gelijke rechten
hebben, en het recht op geloofsafval horen daar ook bij. Wie zich bij zijn of haar
emancipatie belemmerd weet door de druk van familie, traditie of religie verdient
onvoorwaardelijke steun.
· Geen enkele samenleving heeft een onbeperkt absorptievermogen voor nieuwkomers en
een oneindige capaciteit om achterstanden te bestrijden en mensen te emanciperen.
Daarom bepleit de PvdA selectieve migratie. Die selectiviteit betekent dat we open blijven
staan voor vluchtelingen conform de nieuwe Vreemdelingenwet, maar terughoudend zijn
bij het toelaten van mensen die gezien hun opleiding of anderszins weinig kans van slagen
hebben in Nederland. Het betekent dat we actief open staan voor het opnemen van mensen
---
die met hun talenten, hoog of laag opgeleid (neem Salomon Kalou) een verrijking voor de
Nederlandse samenleving kunnen betekenen.
· De leges van de IND zijn de afgelopen jaren enorm verhoogd, soms vertienvoudigd.
Leges moeten niet gebruikt worden als anti-immigratiemiddel. Het wel of niet toelaten
van mensen moet niet afhangen van de dikte van de portemonnee. De PvdA wil de leges
verlagen.
Homo emancipatie
Een ongedeeld Nederland is een Nederland waarin iedereen dezelfde kansen krijgt. En waar
groepen, ondanks alle verschillen, met elkaar samenleven. Op basis van respect en
gelijkwaardigheid. Nederland heeft de naam een tolerant seksueel klimaat te hebben. Op het
eerste oog gaat het ook goed. Het homohuwelijk als symbool van een geslaagde emancipatie.
De roze maandag op de Tilburgse Kermis. En de Amsterdamse Gay Parade als blijk van de
volledige acceptatie van homos. De schijn bedriegt echter. Nog steeds is in bepaalde
bevolkingsgroepen homoseksualiteit allesbehalve geaccepteerd. De positie van homos is nog
steeds niet gelijk aan die van heteros. En steeds meer homos vragen zich af of het nog wel
veilig is om hand in hand over straat te lopen.
· Er moet harder opgetreden worden tegen discriminatie en agressiviteit tegen
homoseksuelen op de werkvloer, in het uitgaansleven en op school, niet alleen tegen
leerlingen, maar ook tegen leraren. Het Openbaar Ministerie treedt ook hard op tegen
haatdragende en stigmatiserende uitlatingen. De politie gaat serieus om met aangiften en
registreert homofoob geweld.
· Er komt meer aandacht voor het voorkomen van haat tegen homoseksuelen bij jongeren,
bijvoorbeeld door scholen de ruimte te geven om aandacht te besteden aan
homoseksualiteit in lesprogramma's.
· Nederland dient in Europa een voortrekkersrol te spelen bij het uitdragen van gelijke
rechten en vrijheden van homoseksuelen. Ook moeten huwelijken van een gelijk geslacht
en geregistreerde partnerschappen in de hele Europese Unie erkend worden.
· De erfrechtelijke positie van kinderen uit het huwelijk van homoseksuelen moet hetzelfde
zijn als van kinderen uit een huwelijk van hetero's.
· Ambtenaren die er vrijwillig voor kiezen om bijzondere ambtenaar van de burgerlijke
stand te worden, mogen niet weigeren homoseksuelen te trouwen.
Een humaan asielbeleid
Wij staan voor een streng en rechtvaardig asielbeleid, waarbij menselijkheid een belangrijk
uitgangspunt is in de omgang met asielzoekers. De huidige asielwet heeft de voorwaarden in
zich streng en rechtvaardig te zijn, maar de uitvoering van het beleid in de afgelopen jaren
was soms schokkend. Een land als Nederland, dat de mensenrechten hoog in het vaandel heeft
staan, stuurde asielzoekers terug naar onveilige landen, sloot kinderen op in gevangenissen,
zette gezinnen zonder pardon op straat en stuurde volledig geïntegreerde asielzoekers na
vijftien jaar wachten terug naar een ondertussen vreemd land. Een zorgvuldige uitvoering van
beleid werd ondergeschikt gemaakt aan profileringsdrang, denk aan de zaak van Taida Pasic.
Gemeenten die reële problemen wilden aankaarten werden niet gehoord en fouten werden
toegedekt in plaats van opgelost. Zo kunnen we niet met mensen omgaan.
· We maken schoon schip met het verleden door een generaal pardon voor asielzoekers die
onder de oude Vreemdelingenwet een verblijfsvergunning hebben aangevraagd.
45
Oorlogsmisdadigers en veroordeelden wegens ernstige delicten zijn natuurlijk uitgesloten
van een vergunning. Ook als dat later wordt vastgesteld.
· De IND is een inefficiënte en klantonvriendelijke overheidsorganisatie. Dat moet beter.
Alle nieuwe asielaanvragen dienen binnen 6 maanden te worden afgehandeld.
· Gezinnen worden niet gescheiden uitgezet, kinderen worden niet opgesloten in de cel, er
wordt niet geleurd met gezinnen met schoolgaande kinderen en asielzoekers in procedure
worden opgevangen. Er wordt zorg geboden waar noodzakelijk en in de opvang is recht
op privacy. De mensenhandel wordt aangepakt.
· De vrijwillige terugkeer van afgewezen vreemdelingen wordt vergroot door het bieden
van perspectief in het land van herkomst (financiële middelen voor de opbouw van een
nieuw bestaan, individuele begeleiding, werkmogelijkheden, onderwijs ter voorbereiding
van terugkeer). Er komen speciale terugkeerprogramma's voor slachtoffers van
mensenhandel en prostitutie.
· De lasten van asiel moeten ook binnen Europa eerlijk verdeeld worden. We moeten
voorkomen dat Europese landen met elkaar de concurrentie aangaan over wie het meest
streng is. Daarom is harmonisatie noodzakelijk.
· Europa blijft bijdragen aan de opvang van vluchtelingen die daadwerkelijk niet in de regio
van herkomst kunnen worden opgevangen. Opvang in de regio moet onder humane
omstandigheden plaatsvinden in samenwerking met de VN Vluchtelingenorganisatie.
· Alle EU-lidstaten moeten bijdragen aan bewaking van de Europese buitengrenzen.
Mensensmokkel, vrouwenhandel en illegaliteit wordt met alle mogelijke middelen
bestreden. Ondernemers die van goedkope illegale arbeidskrachten profiteren, moeten
door stevige Europese wetgeving worden aangepakt.
Aanpak illegalen
De PvdA wil het illegaal verblijf in Nederland verminderen. Mensen zonder verblijfstitel
kunnen geen aanspraak maken op verblijf in Nederland. Illegaliteit gaat bovendien vaak
gepaard met uitbuiting en criminaliteit.
· Rijk, gemeenten en maatschappelijke organisaties gaan samenwerken. We willen een
lokaal georganiseerd maatwerk, via bijvoorbeeld 25 steunpunten, opzetten voor de
terugkeer van afgewezen vreemdelingen en illegalen.
· Werkgevers die illegalen in dienst nemen en mensen die illegalen uitbuiten, bijvoorbeeld
huisjesmelkers, worden hard aangepakt.
· Criminele/overlastgevende illegalen worden gedwongen te vertrekken. Illegalen die
worden opgepakt bij delicten en overtredingen, komen nu vaak na een periode
vreemdelingenbewaring weer op straat terecht. Wij willen een sluitende aanpak: opsluiten
of opvangen tot uitzetting. De nieuw op te richten Terugkeerorganisatie van de
Rijksoverheid dient zich met prioriteit op deze groep te richten.
· Kinderen van illegaal verblijvende ouders mogen niet de dupe worden van het feit dat hun
ouders geen verblijfstatus hebben. Onderwijs kan een kind (tot 18 jaar) nooit ontzegd
worden. Ook medisch noodzakelijke hulp binnen de gezondheidszorg moet voor hen die
hier onrechtmatig verblijven te allen tijde beschikbaar blijven.
46
5. Werken aan een veilig Nederland
Iedereen wil wonen, wandelen en winkelen in een veilige buurt en met een gerust hart kunnen
reizen. Kinderen moeten veilig buiten kunnen spelen en 's avonds op de fiets overal naartoe
durven gaan. Je veilig voelen is een basisbehoefte. Een risicovrije samenleving bestaat niet,
maar de overheid kan wel veel maatregelen nemen om te proberen mensen dat veilige gevoel
weer terug te geven.
Door de terroristische aanslagen op het WTC, Bali, in Casablanca, Madrid en Londen komt
het terroristische geweld akelig dichtbij. Dat bleek ook met de moord op Theo van Gogh in
Amsterdam. En we beseffen bijvoorbeeld door 10 augustus dat de dreiging allerminst voorbij
is. Terecht zijn er daarom een flink aantal maatregelen genomen ten behoeve van
terrorismebestrijding.
Maar ook jeugdbendes kunnen de leefbaarheid van een wijk kapot maken. Sommige mensen
gedragen zich zo asociaal dat ze het met weinig moeite voor veel mensen verpesten. Dat
accepteren wij niet. Naast de aanpak van criminaliteit krijgt de aanpak van asociaal gedrag
topprioriteit. De afstemming van instellingen die zich met veiligheid bezighouden kan
stukken beter, ook als we daarbij brandveiligheid en rampenbestrijding betrekken. Ten slotte
is meer aandacht nodig voor de positie van slachtoffers. Zij mogen niet worden vergeten.
Veiligheid
Veiligheid begint bij de aanpak van criminaliteit en asociaal gedrag. Veiligheid wordt
vergroot door voorkoming en keiharde bestrijding van misdaad. Het is ontoelaatbaar dat de
georganiseerde misdaad voor eigen rechter speelt. Maar ook verloedering moet worden
tegengegaan, onbeschoft gedrag is niet te tolereren, en verslaafden moeten worden
opgevangen. Het hebben van werk en een geschikte woning zijn essentieel voor het
voorkomen van misdaad. Sociale binding in de woonwijken is belangrijk. Gebrek aan binding
is een van de grootste risicofactoren voor misdaad. De PvdA vindt het ontstaan van no go
areas in Nederland onacceptabel.
Veiligheid gaat dus zowel over repressie als over preventie. Het preventiebeleid is er de
afgelopen jaren echter bekaaid vanaf gekomen. De reclassering komt met het schrijven van
rapportjes en het plaatsen van taakgestraften veel te weinig toe aan haar kerntaak: de
resocialisatie tijdens en na het gevangenisverblijf. Resocialisatie met wortel en stok is de
manier waarop nieuwe misdaad voorkomen kan worden. Wij willen weer aandacht voor
preventie. Maakt iemand zich schuldig aan criminaliteit, dan is het niet alleen belangrijk om
hard te straffen, maar ook om sneler te straffen.
· We willen een wijkagent in elke buurt. Wijkagenten zijn de ogen en oren in de buurt en
kunnen dus criminaliteit en radicalisering voorkomen. Eén wijkagent kan ervoor zorgen
dat tien strafbare feiten niet worden gepleegd, terwijl er tien agenten nodig zijn om een
misdrijf op te lossen. Daarom willen we ook geen nationaal georganiseerde politie. De
politie moet lokaal georganiseerd zijn.
· Burgers mogen meebeslissen over de onderwerpen die door de politie moeten worden
aangepakt, door zeggenschap over een gedeelte van het politiebudget.
· In het lokale politiebeleid verdient de aanpak van asociaal gedrag en het hinderlijk volgen
van veelplegers prioriteit. Om zo te voorkomen dat ze weer een winkeldiefstal plegen of
een autokraak zetten.
47
· Er komen hogere straffen voor agressie, zowel fysiek als verbaal, tegen publieke én
private dienstverleners, zoals leraren, ambulancepersoneel of mensen die in een winkel
werken.
· Naast de aanpak van lokale criminaliteit moet nationaal worden opgetreden tegen
georganiseerde misdaad. Op dit moment is er tevens te weinig aandacht voor
witteboordencriminaliteit.
· Reclassering is het voorkomen van nieuwe misdaad. De meeste daders en veelplegers
krijgen korte gevangenisstraffen en taakstraffen en worden daarna aan hun lot
overgelaten. De reclassering moet meer middelen krijgen om mensen te dwingen hun
leven op orde te brengen (schuldhulpverlening, mentorschap, maar ook tenuitvoerlegging
na voorwaardelijke veroordeling of voorwaardelijke invrijheidstelling).
· Wangedrag en criminaliteit onder jongeren moet direct aangepakt worden in intensieve
samenwerking tussen scholen, bureaus jeugdzorg, reclassering, politie en justitie in de
buurt. Jongeren die voor de eerste keer worden veroordeeld, krijgen een persoonlijke
coach om herhaling te voorkomen.
· Een keiharde aanpak van jonge daders van groepsverkrachtingen. Ouders blijven primair
verantwoordelijk; zij moeten hier op aangesproken worden. Maar tijdige seksuele
voorlichting op scholen kan ook helpen.
· In steden zie je talrijke zwerfjongeren en daklozen met psychiatrische of
verslavingsproblemen, die de leefbaarheid van buurten aantasten en zichzelf de vernieling
in helpen. Voor een welvarend land als Nederland is dit onacceptabel. De gevangenis is
niet de oplossing voor deze groepen. Er moet voldoende maatschappelijke opvang zijn.
Wie hier geen gebruik van maakt en wel voor overlast zorgt, wordt op een drangtraject
gezet. Waar ook drang niet baat, wordt het dwang.
· De dagelijkse behoefte van verslaafden zorgt vooral in steden voor veel overlast en
criminaliteit. Door verslaafden op te vangen en onder streng medisch toezicht harddrugs te
verstrekken veroorzaken zij minder overlast en krijgen zij een menswaardiger bestaan.
· De tbs voor gestoorde gevaarlijke daders moet blijven bestaan. Niet-blijvend
delictgevaarlijke daders moeten professioneel worden behandeld, met dien verstande dat
met het oog op eventueel verlof, dat in het kader van die behandeling nodig wordt geacht,
een beslissingsbevoegde verlofcommissie wordt ingesteld. De overgang van het tbs-
regime naar de geestelijke gezondheidszorg moet beter vanwege de grote
capaciteitsproblemen binnen de tbs.
· Geweld in huiselijke kring doet zich op grote schaal voor. Tot de belangrijkste
maatregelen behoren het geven van straatverboden en het uit huis plaatsen van daders van
huiselijk geweld in plaats van dat het slachtoffer elders naar opvang moet gaan zoeken.
Signalering is van levensbelang, artsen en onderwijzers moeten hierop beter getraind
worden.
· Het onderdrukken van vrouwen, tot seksueel geweld aan toe, kan niet serieus genoeg
genomen worden. Het onderdrukken van moslim meisjes en -vrouwen krijgt bijzondere
aandacht, en integratieprogramma's hebben nadrukkelijk tot doel het isolement van
vrouwen te doorbreken. Een goede crisisopvang voor mishandelde vrouwen heeft
prioriteit.
· Het besnijden van meisjes is een ernstig misdrijf. Dat wordt opgespoord en altijd
vervolgd.
· Op dit moment bestaat er te weinig etnische diversiteit bij de politie, waardoor
bevolkingsgroepen zich niet herkennen in de politie en omgekeerd de politie ook niet
voldoende op de hoogte is van problemen in alle groepen. Dat moet veranderen.
48
· Het is belangrijk dat iedereen aangifte kan doen van een misdrijf: de burger is de
belangrijkste schakel in de veiligheidsketen. Maar de dienstverlening laat dikwijls te
wensen over: wie aangifte wil doen moet persoonlijk en adequaat worden geholpen.
Bovendien moeten maatregelen worden genomen die leiden tot een adequater en sneller
optreden naar aanleiding van een aangifte.
· De georganiseerde criminaliteit bij de wietteelt wordt aangepakt.
· Veel gemeenten zijn ervan overtuigd dat het reguleren van de productie van cannabis een
oplossing is voor de groeiende softdrugproblematiek. Er komt een experiment met het
toestaan van de cannabisteelt, zoals bijvoorbeeld in Maastricht is voorgesteld.
Terrorismebestrijding
Ongeveer 1 op de 16 inwoners van Nederland is moslim. Het is voor dat deel van de
bevolking verschrikkelijk dat hun geloof in één adem wordt genoemd met het terrorisme.
Alsof we vergeten dat de laffe aanslagen in onder meer Casablanca en Amman niet bovenal
moslimslachtoffers hebben geëist. De redenen waarom vooral jongeren aangetrokken kunnen
worden tot terreurdaden zijn divers. Sommigen menen dat terroristische middelen toegestaan
zijn in de strijd die wordt gevoerd in instabiele regio's (zoals Palestina, Tsjetsjenië, Irak). De
PvdA erkent het zelfbeschikkingsrecht van volkeren, maar wijst terroristische middelen
resoluut af. Anderen laten zich inspireren door terroristische ideologieën, dikwijls uit onvrede
met de zelf ervaren leefsituatie. De PvdA onderkent het belang van het tegengaan van
discriminatie en isolement, maar acht radicale afwijzing van de kernwaarden van de
Nederlandse democratische rechtsstaat onaanvaardbaar.
· De PvdA draagt eraan bij dat Europa ter bevordering van de vrede het gesprek aangaat
en/of in gesprek blijft met alle relevante politieke bewegingen in het Midden-Oosten.
Tegen het gebruik van terroristische middelen, in het bijzonder aanslagen waarbij
burgerdoelen worden gekozen, moet met maximale kracht stelling worden genomen.
· Het bestrijden van radicalisering is een van de manieren om de Nederlandse samenleving
te beschermen tegen terrorisme. Radicalisering onder met name islamitische jongeren
moet worden bestreden door deze jongeren weerbaar te maken tegen radicale invloeden.
Gebrekkige integratie is geen oorzaak van terrorisme, maar snellere integratie is wel
onderdeel van de oplossing. Dat veronderstelt ook dat we consequent optreden tegen
discriminatie en dat we een perspectief op een hoopvol bestaan bieden.
· Niet-Nederlandse radicale predikers en imams die aanzetten tot misdaad of die
terroristische daden goedkeuren, moeten het land worden uitgezet. Onderzocht moet
worden of mensen die niet als Nederlander zijn geboren en die door de strafrechter
veroordeeld zijn voor terroristische daden het Nederlanderschap kan worden ontnomen.
· Het terrorisme stoort zich niet aan grenzen. Daarom is Europese samenwerking in de
aanpak ervan noodzakelijk. Daarbij gaat het vooral ook om de uitvoering van de afspraken
die zijn gemaakt. Het werk en de bevoegdheden van de EU terrorismecoördinator worden
kritisch geëvalueerd.
· Europol en Eurojust moeten worden gecontroleerd door het Europarlement én de nationale
parlementen, want macht verdient tegenmacht.
Opsporing beter organiseren
Wij wonen in een rechtsstaat. Dat betekent dat de overheid zich aan de wet houdt en dat de
overheid ervoor zorgt dat de burgers op justitie kunnen vertrouwen. Dat heeft de laatste jaren
niet altijd goed uitgepakt. Mensen maken zich zorgen dat onschuldigen in de gevangenis
49
belanden (Schiedamse parkmoord). Ze zien aan de andere kant ook dat schuldigen hun
illegale opbrengsten kunnen blijven besteden.
De PvdA heeft vertrouwen in de werking van de rechtstaat, maar extra waarborgen om de
rechtmatigheid en de betrouwbaarheid van de opsporing te versterken zijn nodig. Politie en
openbaar ministerie hebben macht, maar op dit moment wordt die macht te weinig
gecontroleerd of ze nu te weinig of te veel doen. Die controle moet er natuurlijk niet toe
leiden dat alleen maar meer papierwerk wordt georganiseerd. Het betekent dat professionals
niet alles delegeren aan onervaren jonge medewerkers. En het betekent dat rechters-
commissarissen officieren van justitie daadwerkelijk aanspreken en dat officieren van justitie
daadwerkelijk tegenspraak organiseren bij de politie.
Een onderwerp dat zeker beter moet en kan, is de financiële aanpak van misdaad. Of het nu
gaat om het verbeurdverklaren van cash geld van geldsmokkelende witwassers, het ontnemen
van dure auto's van georganiseerde misdadigers, of het navorderen van via ingewikkelde
constructies ontdoken belastingen, er is professionele deskundigheid nodig om het aan te
pakken. Daar moet veel harder aan worden getrokken. Dat is eerlijk en het levert geld op waar
je belastingen mee kunt besparen. Dat heeft de aanpak van uitkeringsfraude in een aantal
gemeenten wel bewezen.
· Bij zware misdaad moet het verhoor van verdachten en belangrijke getuigen ten minste op
(audio-)band worden opgenomen.
· De kwaliteit van de opsporing moet worden vergroot. Daadwerkelijke samenwerking van
nationale recherchespecialisten met regionale rechercheurs is daartoe een
minimumvereiste. Ook bij het Openbaar Ministerie en de zittende magistratuur (rechters-
commissarissen) moeten kwaliteitsimpulsen worden mogelijk gemaakt.
· Rechtspraak moet sneller en betaalbaarder worden. Daarom worden de griffierechten en
de eigen bijdragen voor advocaten verlaagd.
Zorg voor slachtoffers
Criminaliteit is voor de samenleving een gevaar. Het raakt de samenleving in het hart.
Mensen die slachtoffer zijn geworden van criminaliteit hebben daar vaak lang last van. Soms
raken ze die ervaring hun hele leven niet meer kwijt. In de aanpak van de criminaliteit mag de
zorg voor de slachtoffers niet worden vergeten. Zij staan te vaak met lege handen. De positie
van slachtoffers moet sterker worden.
· Slachtoffers moeten veel te lang wachten op hun schadevergoeding. De PvdA wil een
voorschotregeling. De overheid betaalt de schadevergoeding aan het slachtoffer. De
dader betaalt het voorgeschoten geld terug aan de overheid.
· Slachtoffers van misdrijven moeten vaak verschijnen als getuige. Zij krijgen daarvoor een
zeer kleine vergoeding. De PvdA wil een reële vergoeding, zodat bijvoorbeeld de eigenaar
van een kleine winkel die bestolen is, kan getuigen zonder zijn hele dagomzet te verliezen.
· Verdachten van geweld- en zedenmisdrijven moeten als het enigszins kan snel voor de
rechter worden gebracht. Dit is in het belang van de slachtoffers. Ook krijgen deze
verdachten een verschijningsplicht in de rechtbank.
· Er is meer aandacht nodig voor slachtoffers van racisme en discriminatie. Deze
slachtoffers worden nogal eens vergeten.
50
6. Werken aan een mooi en duurzaam Nederland
We willen veel in Nederland: wonen, werken, ontspannen en genieten van rust en ruimte, en
we zijn daarbij met steeds meer Nederlanders. De druk op de schaarse ruimte is daardoor
groot en daarom moeten we keuzen maken. Het is onze verantwoordelijkheid om de aarde
ook voor komende generaties leefbaar te houden. Het is onze taak om onze kinderen, klein- en
achterkleinkinderen een schone leefomgeving te bieden met rust, ruimte en groen. Solidariteit
houdt niet op bij de grens, dus we houden ook rekening met de gevolgen voor mensen in
andere landen. De PvdA gaat niet mee in de schijntegenstelling tussen groen en groei: we
moeten erin slagen om de groei in balans te brengen met een schoon en mooi Nederland. Nu
en in de toekomst
Om die balans te vinden moeten we werk maken van duurzame energie. De zorg om ons
klimaat duldt geen uitstel. Daarnaast moeten we inzetten op doordachte mobiliteit, want
alleen zo houden we Nederland bereikbaar en leefbaar. In het zoeken naar een goede balans
mogen we meer aandacht besteden aan de inrichting: de verrommeling van het landschap
draagt niet bij aan de beleving van een mooi Nederland. De dozen die langs iedere snelweg
staan, de "witte schimmel" die het open landschap aantast, en het veronachtzamen van unieke
Nederlandse landschappen, zoals de kust en het rivierengebied, tasten de kwaliteit van
Nederland aan. Aandacht voor kwaliteit van de gebouwde omgeving, maar ook respect voor
natuur en landschap vormen belangrijke uitgangspunten. Op dit laatste punt speelt de
landbouw een belangrijke rol; de landbouw is een belangrijke hoeder van de open ruimte.
Duurzame energie: met het oog op het klimaat
Het gebrek aan duurzaamheid van de mondiale energievoorziening vormt één van de grootste
bedreigingen van de komende decennia. Broeikasgassen dreigen het klimaat drastisch te
veranderen. De afhankelijkheid van olie, kolen en gas maakt Nederland kwetsbaar voor
machtspolitiek van vaak instabiele landen. We dienen de overstap naar een duurzame
energievoorziening te maken vóórdat klimaatverandering en energietekorten ons voor
onoverkomelijke problemen plaatsen. Bovendien biedt een schone energievoorziening ook
kansen: een koploperspositie betekent een betere concurrentiepositie en extra
werkgelegenheid.
· Nederland zou in 2020 de schoonste en efficiëntste energievoorziening van Europa
moeten hebben. Dat betekent dat we in 2020 de uitstoot van broeikasgassen met minimaal
een derde hebben teruggebracht en dat duurzame energie minstens een vijfde van onze
energievoorziening zal uitmaken. De energiebesparing per jaar is minstens 2%. De
resterende energieproductie moet gebruikmaken van mogelijkheden van superefficiënte
centrales met CO2-opslag. Ook na 2020 zal deze transitie moeten doorgaan, met als
uiteindelijk doel een volledig schone en hernieuwbare energievoorziening in 2050. Dit
wordt gefinancierd uit de aardgasbaten.
· Wanneer we voldoende investeren in energiebesparing, duurzame energie (zon, wind,
water, biomassa en omgevingswarmte) en schone fossiele brandstoffen, is kernenergie
voor deze ambities niet nodig. Er komen geen nieuwe kerncentrales.
· Mensen krijgen een premie als ze een bepaald pakket aan energiebesparende maatregelen
doorvoeren bij de aanschaf van een huis.
· Uitbreiding van de huidige stimuleringsregeling voor duurzame energie (ook zonne-
energie), op termijn aangevuld met de invoering van een verplicht aandeel duurzame
51
energie voor energiebedrijven; zo worden bedrijven aangezet om zelf ook extra te
innoveren en investeren.
· Ondergrondse CO2-opslag bij nieuwe elektriciteitscentrales wordt verplicht.
· De CO2-emissiehandel wordt uitgebreid met de luchtvaart.
· De overheid zelf geeft het goede voorbeeld en koopt/least alleen energievriendelijke
apparaten en auto's.
· Het speciale energietarief voor de glastuinbouw wordt afgeschaft: de opbrengst hiervan
wordt geheel geïnvesteerd in innovatie in deze sector. Innovatie kan er namelijk voor
zorgen dat onze kassen in 2020 geen grootverbruikers van energie meer zijn, maar
energieleveranciers!
· De PvdA wil in Europees verband een accijns op kerosine.
· Versterking, naleving en uitbreiding van internationale verdragen zoals het Kyoto-verdrag
voor de beperking van uitstoot van broeikasgassen.
· De EU moet het initiatief nemen in de mondiale bescherming van kwetsbare
natuurgebieden, zoals oceanen, oerwouden, koraalriffen en zoetwaterbassins, en hun
biodiversiteit.
· De Europese energiemarkt is grensoverschrijdend. Om de energie veilig te stellen moet de
Europese Commissie namens de EU kunnen onderhandelen met de energieproducenten,
en moet de EU zorgdragen voor fysieke veiligheid van de aanvoerroutes van energie.
De inrichting van Nederland: mooi en duurzaam
Ingrepen in de ruimte worden vaak voor vele jaren gedaan, dat maakt dat je er zorgvuldig mee
om moet gaan! We hebben behoefte aan een nieuw ruimtelijk kompas. Er moet meer zorg zijn
voor het karakteristieke van de Nederlandse steden en van het Nederlandse cultuurlandschap.
Vooral de relatie met water is zo kenmerkend voor Nederland, zowel in het landschap als in
de steden. Dat moeten we koesteren. We moeten meer zorg hebben voor het traditionele
polderlandschap met koeien in de wei en het open rivierenlandschap. De Waddenzee moet
gewoon hetzelfde blijven.
· Het opdrachtgeverschap van de overheid moet impulsen geven aan architectuur,
stedenbouw en landschapskunde.
· Er moet op het platteland meer worden gebouwd voor lagere inkomens en voor mensen
uit de streek. Het uitgangspunt moet zijn dat bewoners hun leven lang kunnen (blijven)
wonen in het landelijk gebied.
· Karakteristieken van het landschap moeten behouden blijven. Een nieuw dorp biedt
daarvoor soms betere kansen dan het verder uitbreiden van bestaande dorpen.
· Nederland moet zich voorbereiden op een aanzienlijke stijging van de zee en van de
rivieren. Ons verder verschansen achter steeds hogere dijken en wegpompen van water is
niet altijd mogelijk en wenselijk. Een offensieve strategie waarbij het water meer ruimte
wordt geboden is kansrijker. Daar past een nieuw plan voor de kust bij, met uitbreiding
van het land en versterking van het unieke kustlandschap.
· Duurzaam bouwen impliceert dat geen bouwlocaties meer worden aangewezen op
plaatsen die het meest kwetsbaar zijn voor toekomstige overstromingen .
· Om Nederland mooi te houden is het nodig de natuur te beschermen en waar mogelijk uit
te breiden. De verschraling van de natuur moet gekeerd worden. Er komt één groot met
elkaar verbonden gebied met échte natuur, waar mensen van kunnen genieten en waar
dieren een echte overlevingskans hebben.
· Ook stadsbewoners krijgen voldoende groen binnen handbereik om te kunnen recreëren of
te genieten van rust. Dat betekent vooral meer groen en water in en om de stad. Natuur
52
wordt meer opengesteld zodat mensen ervan kunnen genieten en in de steden wordt nieuw
schoon zwemwater gecreëerd.
· De mogelijkheden voor wandelen in de groene ruimte worden bevorderd.
Slimme mobiliteit: goede bereikbaarheid, sociaal en duurzaam
Goede wegen en goed openbaar vervoer zorgen voor sociale cohesie en economische groei.
De mobiliteit moet verbeteren. We willen ons vaker en sneller verplaatsen en dat zal ook in de
toekomst niet afnemen. Tegelijkertijd willen we ons land leefbaar houden. Files, lawaai,
luchtverontreiniging zorgen er zo langzamerhand voor dat de wal het schip keert. De PvdA
wil dat knelpunten in het huidige wegennet worden opgelost, dat er een nieuwe
railinfrastructuur wordt aangelegd en dat files worden tegengegaan door het gericht invoeren
van kilometerheffing, het benutten van nieuwe technologie, het aanzienlijk verbeteren van het
openbaar vervoer en het experimenteren met nieuwe vormen van vervoer en vervoersdiensten.
Schone auto's en goede wegen
De auto is en blijft een belangrijk vervoermiddel. Wij willen de automobilist niet op kosten
noch uit de auto jagen. Wel willen we de kosten van de mobiliteit en de schaarste op de weg
eerlijk delen. Auto's moeten in de nabije toekomst schoner en zuiniger worden.
· Om de files te bestrijden en de lasten van de mobiliteit eerlijker te verdelen komt er zo
snel mogelijk een systeem van kilometerheffing, waarbij de heffing wordt
gedifferentieerd naar plaats, tijd en milieudruk. Doordat de kilometerheffing de huidige
vaste lasten en belastingen vervangt, zullen mensen die weinig autorijden minder geld
kwijt zijn dan nu.
· De auto moet zuiniger, schoner en stiller. Voor hybride auto's moet de BPM vervallen en
moet de motorrijtuigenbelasting worden verlaagd. Accijnzen op fossiele brandstoffen
moeten worden aangepast: dieselaccijns moet omhoog, benzineaccijns iets omlaag en
rijden op aardgas wordt gestimuleerd. Geen accijns op alle biobrandstoffen voor
minimaal vijf jaar.
· Knelpunten in het wegennet worden opgelost, maar er komt geen tunnel onder het
Naardermeer en geen weg door of langs het Naardermeer.
Openbaar vervoer
Goed en betaalbaar openbaar vervoer is belangrijk. In sociaal opzicht, ter bevordering van de
mobiliteit van ouderen, vooral ook in de dorpen. Maar ook economisch, denk aan de
bereikbaarheid van steden en het ontlasten van files. En voor het milieu. De behoefte van
burgers staat voorop bij het aanleggen of openhouden van OV-lijnen, vooral in het landelijk
gebied. Het openbaar vervoer moet goedkoper en beter. De PvdA wil het OV-gebruik
uitbreiden en is bereid langdurig in modern OV te investeren.
· Voor 65-plussers en gehandicapten is het van grote betekenis als ze gratis met het
openbaar vervoer mogen reizen. Er komt gratis openbaar vervoer voor alle 65-plussers en
gehandicapten in de daluren.
· Net als HBO'ers en universitaire studenten krijgen ook MBO'ers vanaf het begin van hun
studie een OV-kaart.
· Gratis OV kan ingezet worden bij het oplossen van grote verkeersknelpunten.
· We investeren in comfortabeler openbaar vervoer. Meer mogelijkheden om rustig te
kunnen werken, inclusief internetaansluitingen, werkruimten, PC's, koffie/thee etc.
53
· Het openbaar vervoer moet veilig zijn voor reiziger en personeel. Vele reizigers voelen
zich nu niet veilig in de trein en bus of op stations. Er moet een vaste conducteur op alle
tramlijnen komen en extra toezicht in de metro en op de risicovolle stations. Vuiligheid
vergroot het gevoel van onveiligheid, de stations en wagons moeten schoon zijn.
· Openbaar vervoer is een publiek belang en de behartiging daarvan moet geschieden
binnen de spelregels die door de politiek en niet door de markt worden bepaald. De
marktwerking in het stads- en streekvervoer is helaas verworden tot een geloofsartikel. Bij
de organisatie van het vervoer moet het belang van de reiziger voorop staan. Lokale
bestuurders krijgen meer ruimte hun eigen beleid hierin te maken.
· De NS moeten niet alleen afgerekend worden op punctualiteit, maar ook op de
dienstregeling, de kwaliteit van de aansluitingen, het aantal reizigers en de service die
wordt geboden
· Vooral in, rond en tussen stedelijke gebieden zijn investeringen in openbaar vervoer
noodzakelijk. De PvdA wil investeren in modern openbaar vervoer, bijvoorbeeld in light-
rail. Met nieuwe infrastructuur kan de Randstad zich ontwikkelen tot een echte metropool.
· Er wordt geïnvesteerd in het vervoer van station naar huis: de treintaxi komt terug. Andere
mogelijkheden worden ook onderzocht.
Woon-werkverkeer
Nederland is traditioneel een fietsland. De PvdA wil dat dit ook in de toekomst zo blijft en
ziet liefst nog meer mensen op de fiets. In het woon-werkverkeer valt nog veel te winnen.
Veel mensen staan onnodig in de file.
· Veilige fietsroutes voor het korte woon-werkverkeer.
· Werktijden moeten flexibeler worden zodat werknemers kunnen kiezen voor het meest
wenselijke en duurzame vervoer, zowel in economisch, ecologisch als sociaal opzicht.
· Werkgevers worden gestimuleerd om OV-abonnementen te vergoeden.
· Telewerken of "telestuderen" moet voor een groter aantal mensen een reële optie worden.
Ook dit vergt samenwerking met werkgevers en een flexibilisering van
arbeidsovereenkomsten. De overheid geeft het goede voorbeeld met telewerken: 20% van
het werk gebeurt in 2010 thuis.
Vliegen
Een vliegreis is voor bijna iedereen betaalbaar geworden. Schiphol is belangrijk voor de
Nederlandse en de regionale economie en werkgelegenheid. Daar staan milieukosten
tegenover. Bovendien zijn er hoge maatschappelijke kosten voor investeringen in de
bereikbaarheid en het niet kunnen bebouwen van grote gebieden.
· De PvdA is tegen de privatisering van Schiphol. Het strategische (publieke) belang dat
Schiphol behartigt is te groot om er als overheid afstand van te doen.
· Schiphol mag niet meer herrie maken. Schiphol kan dus alleen extra groeien wanneer de
geluidhinder afneemt door stillere vliegtuigen en vliegroutes. Ook mensen in de wijdere
omgeving van Schiphol moeten beter tegen geluidsoverlast worden beschermd.
· Binnen de wettelijke grenzen worden omwonenden en Schiphol uitgenodigd om samen
plannen te ontwikkelen om de geluidhinder terug te dringen.
· Vliegveld Lelystad kan in de toekomst een deel van de groei van Schiphol opvangen.
Daarbij moeten de Oostvaardersplassen worden ontzien.
54
Landbouw en landschap
Hoewel de landbouw in betekenis is afgenomen, zijn er gelukkig grote delen van Nederland
waar de landbouw nog een groot stempel drukt op de inrichting van Nederland. De landbouw
is een belangrijke hoeder van de open ruimte in Nederland. De PvdA streeft naar een vitale
landbouw die zuinig omgaat met grond, grondstoffen en energie en bijdraagt aan een
landschap dat karakteristieke waarden weet te behouden.
· Boeren en landgoedbeheerders kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan zaken als een
open landschap, de bescherming van flora en fauna en aan waterberging. Zij krijgen daar
een vergoeding voor.
· Er moet meer ruimte komen voor biodiversiteit in het landbouwbeleid, met een duurzame
ruimtelijke bescherming van weidevogels.
· De voedselproductie kan duurzamer. De biologische land- en tuinbouw kan daarbij een
belangrijke voortrekkersrol vervullen. Er komt aandacht voor de voedselveiligheid.
· Het Europese landbouwbeleid wordt met kracht verder hervormd. Er moet een einde
komen aan de inkomens- en exportsubsidies en aan de genereuze opkoopregelingen van
overproductie.
· Het ervoor kiezen om landbouw in bepaalde regio's te handhaven vanwege het
landschappelijke belang kan publieke financiering rechtvaardigen. .
· De EU moet zich verder openen voor landbouwproducten uit de ontwikkelingslanden.
Dierenwelzijn
De overheid moet stimuleren dat de landbouw op dier- en milieuvriendelijke wijze gezonde
producten voortbrengt. Dierenwelzijn is een kwestie van beschaving. De afgelopen jaren zijn
veel maatregelen die dieren een beter leven gaven, teruggedraaid. Ooit liep Nederland voorop
met een diervriendelijk beleid in Europa. Die positie willen we terug.
· In wet- en regelgeving wordt vastgelegd welke dieren niet gehouden mogen worden (zoals
nertsen in fokkerijen) en welke zaken onacceptabel zijn (zoals het onverdoofd castreren
van biggen en het couperen van staarten).
· De veehouderij wordt diervriendelijker. In Europese regelgeving worden de
diertransporten verkort. Met voorlichting en fiscale maatregelen zorgen we voor een
groeiend aandeel diervriendelijk (biologisch) geproduceerd vlees.
· Proeven op dieren voor luxe producten als cosmetica worden verboden. Voor specifieke
medicijnen zoeken we naar alternatieven.
· De verantwoordelijkheid voor het welzijn van gezelschapsdieren ligt bij de overheid
(normstellend), de handel en de consument gezamenlijk. Certificering van de handel en
fokkerij gaat misstanden, zoals malafide hondenhandel, tegen en verplicht de detailhandel
tot goede voorlichting aan de consument.
· Dierenmishandeling wordt strenger bestraft. De PvdA wil naast boetes en vrijheidsstraffen
ook de mogelijkheid tot een verbod op het houden van dieren. Controle, toezicht en
handhaving van wet- en regelgeving krijgen hoge prioriteit.
7. Werken aan een veilige en solidaire wereld
Nederland heeft een sterke internationale traditie. Voor een kleine handelsnatie was dat
vanzelfsprekend. De laatste jaren lijkt van die houding weinig meer over. Nederland lijkt zich
opgesloten te hebben achter de slotbrug. Die houding werkt - zeker voor een land als
Nederland - niet. Want we kunnen ons niet afschermen van de ontwikkelingen in het
buitenland. We hebben alle belang bij rust en stabiliteit in de wereld. Het is een kwestie van
---
beschaving dat we niet accepteren dat Afrika als een afgeschreven continent wordt
bestempeld. En we vinden ook dat we Europa niet moeten overlaten aan aanhangers van de
vrije markt.
Voor de PvdA geldt dat Nederland internationaal betrokken en solidair is. Dat komt ook tot
uiting in de Nederlandse houding ten opzichte van het buitenland. We verdedigen daarom,
door een actieve diplomatie, een sterke internationale rechtsorde met een groter respect voor
mensenrechten. Democratie en goed bestuur zijn daarbij centrale uitgangspunten. Het
veiligheidsbeleid is gebaseerd op analyses van de oorzaken van onveiligheid. Daarbij hoort
ook aandacht voor de rol van de Nederlandse krijgsmacht. Internationale samenwerking is
gericht op bestrijding van de armoede. We willen betere voorwaarden voor ontwikkeling:
eerlijke handel, corruptiebestrijding, conflictpreventie, coherentie van beleid,
schuldkwijtschelding en effectievere ontwikkelingshulp. De Europese Unie moet het
vertrouwen van de burgers verdienen door de Nederlandse belangen en sociaal-democratische
idealen te dienen en democratisch en effectief te functioneren. De PvdA wil burgers,
maatschappelijke organisaties en bedrijven betrekken bij een activistische internationale
oriëntatie van Nederland.
Internationale veiligheid
Voor een veilige wereld moet soms hard worden opgetreden. Maar om een echt veilige wereld
te realiseren moeten ook de oorzaken in onderling verband worden aangepakt. Vrede en
veiligheid hebben niet alleen te maken met (burger)oorlogen, maar ook met
armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling, respect voor mensenrechten, opbouw en
onderhoud van rechtsstaten en goed bestuur. Niet zozeer de veiligheid van staten, maar de
veiligheid van mensen staat voorop. Bij dreigende genocide en misdrijven tegen de
menselijkheid onderneemt de internationale gemeenschap actie via de Verenigde Naties en
beschermt ze burgers. Voor een veilige wereld is de internationale rechtsorde essentieel.
· Niet-functionerende regeringen zijn niet alleen een bedreiging voor de veiligheid en
ontwikkeling van dat land, maar ook voor ons. Terrorisme vindt onderdak in falende
staten. Criminele netwerken, drugsmaffia's, grondstoffenroof, wapenhandel en chaotische
vluchtelingenstromen kunnen zich vanuit die staten verspreiden. Om het falen van staten
te voorkomen, moet de internationale gemeenschap zo vroeg mogelijk betrokken zijn bij
fragiele staten, door vredesdiplomatie, ondersteuning van ontwikkelings- en humanitaire
organisaties en bescherming van burgers door vredestroepen.
· Door de oorlog in Irak is de samenwerking tussen Europa en de Verenigde Staten onder
druk komen te staan. We moeten samen de strategie bepalen: dus niet Europese soldaten
voor Amerikaanse plannen. Daarvoor is het belangrijk dat Europa eensgezind optreedt. De
NAVO blijft een belangrijk middel voor samenwerking tussen VS en EU. De capaciteit
van de NAVO wordt verder aangepast aan de nieuwe behoeften voor operaties in
crisisgebieden.
· De EU moet zich krachtiger laten horen in het Midden-Oosten. Uitgangspunt is de
erkenning van Israël en Palestina als twee levensvatbare staten op basis van de resoluties
van de VN-Veiligheidsraad. Mensenrechten en internationaal recht staan voorop,
geweldgebruik en terroristische aanslagen keuren we af. Er moet een einde komen aan de
nederzettingenpolitiek en de door Israël gebouwde scheidingsmuur moet worden
afgebroken. De democratisering in de Palestijnse gebieden en andere landen in de regio
wordt ondersteund met een kritische dialoog.
· Internationale organisaties moeten democratischer worden. De Verenigde Naties moeten
beter kunnen optreden als hoeder van het algemeen belang. In de Veiligheidsraad wordt
56
het vetorecht ingeperkt en worden ontwikkelingslanden beter vertegenwoordigd. De
nieuwe Secretaris-Generaal van de VN krijgt meer uitvoerende bevoegdheden.
· De machtsverhoudingen in de wereld verschuiven. We moeten meer naar het dynamische
en energierijke oosten kijken. China en India worden machtige concurrenten, maar ook
landen waarmee we willen samenwerken. Respect voor de internationale rechtsorde is
daarbij wel de basis. Daarbij hoort een kritische dialoog via de EU.
· Het ontwikkelen van nieuwe kernwapens vormt een grote bedreiging. En de vele kleine
wapens die in omloop zijn maken vele slachtoffers. Via internationale afspraken en
verdragen maken we werk van het aan banden leggen van wapens.
· Mensenhandel wordt tegengegaan. Mensen in Nederland die slachtoffer zijn van
mensenhandel en/of misbruik, worden beschermd en gemotiveerd om aangifte te doen. In
samenwerking met mensenrechtenorganisaties en non-gouvernementele organisaties
krijgen zij toekomstgerichte hulp bij de terugkeer naar eigen land.
De krijgsmacht
De Nederlandse krijgsmacht is van hoge kwaliteit en is in staat zeer moeilijke taken te
vervullen. Dat zien we in Afghanistan, dat zagen we in Irak en andere plaatsen. Daaraan is de
laatste tientallen jaren hard gewerkt; er is fors gereorganiseerd, de dienstplicht verdween en
de overgang naar een beroepsleger is gemaakt. Was vroeger de krijgsmacht een plaats waar
jongens van alle rangen, standen, dorpen en steden elkaar ontmoetten, tegenwoordig is het een
veeleisende carrière waar je bewust voor moet kiezen. De krijgsmacht voldoet aan de eisen
van de moderne tijd en die zijn anders dan de eisen van de koude oorlog. Dat alles is een grote
prestatie. En nog steeds zijn we niet klaar, want de wereld blijft veranderen, net als de
samenleving waarin de krijgsmacht functioneert.
· Een van de allermoeilijkste beslissingen in de politiek is om wel of niet tot het gebruik
van geweld over te gaan. De PvdA is voor internationaal ingrijpen in crisissituaties, onder
de voorwaarden van juist oogmerk, proportionaliteit, naleving internationaal humanitair
(oorlogs-)recht en een redelijke kans op succes. Een volkenrechtelijk mandaat is altijd
vereist. Het geweldsmonopolie behoort bij een (beter functionerende) Veiligheidsraad te
liggen.
· De inzet van Nederlandse militairen is altijd een Nederlandse beslissing: de Tweede
Kamer moet op voorstel van het kabinet instemmen met deelname van Nederlandse
militairen aan buitenlandse missies. Er moet een duidelijke exit-strategie voor de
militairen zijn. En een langdurige betrokkenheid bij vredesherstel en opbouw moet
gegarandeerd zijn, desnoods door andere landen dan Nederland.
· Er wordt niet meer bezuinigd op het defensiebudget. Als we meer van onze krijgsmacht
verwachten, dan moet daar ook ruimte voor zijn. Daarbij is het belangrijk om samen met
Europese partners in EU- en NAVO-verband vergaande afspraken te maken over
taakverdeling. In dat kader worden er geen kruisraketten geplaatst op Nederlandse
fregatten. De Nederlandse defensie moet zich verder reorganiseren voor grotere
inzetbaarheid bij internationale vredesmissies en het verlenen van de directe humanitaire
noodhulp.
· De nazorg voor militairen die zijn uitgezonden naar crisisgebieden wordt structureel
verbeterd en bij wet vastgelegd.
· Nederland stapt uit het JSF-project.
.
57
Een andere Europese Unie
De Europese Unie heeft veel betekend voor de inwoners van Nederland en kan dat ook in de
toekomst blijven doen. Dan moeten we wel werken aan een andere Europese Unie. Dat
betekent geen Europese superstaat waar Nederland in opgaat en die gedetailleerde regels
maakt die de vrijheid van de Europese landen onnodig beperken. De PvdA wil een EU die de
Europese burgers de stabiliteit, welvaart en veiligheid biedt die de Europese landen ieder voor
zich niet kunnen realiseren, en die problemen aanpakt die de Europese landen niet alleen
kunnen aanpakken omdat ze de landsgrenzen overschrijden. Uitgangspunt is dat de kern van
de democratie op nationaal niveau ligt en daarom zaken alleen Europees geregeld worden als
het nationaal niet goed kan. Daarbij hoort een goed functionerende interne markt met ruimte
voor publieke dienstverlening, een activistische buitenlandse politiek, een voortvarend
internationaal milieubeleid, een streng maar rechtvaardig asielbeleid en een effectieve
bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad volgens internationale rechtsnormen.
Als dit de prioriteiten zijn, dan klopt het niet dat zoveel Europees geld wordt besteed aan
landbouwsubsidies. En dan klopt het niet dat publieke dienstverlening in Nederland wordt
gefrustreerd door een eenzijdige Europese nadruk op de perfectionering van de interne markt.
En dan klopt het niet dat door mondialisering en Europese concurrentiedruk een tweedeling
dreigt te ontstaan op de Nederlandse arbeidsmarkt. De PvdA wil dus op sommige terreinen
meer Europa, op sommige terreinen minder Europa en vooral een ander Europa. Europa moet
vooral naar de toekomst kijken.
· Bij de onderhandelingen over de nieuwe begroting van de Europese Unie moet
ingrijpende hervorming centraal staan. De landbouwsubsidies worden in snel tempo
afgebouwd en structuurfondsen beperken zich tot werkelijk arme lidstaten.
· Voor sommige werknemers houdt de uitgebreide Europese Unie een bedreiging in, omdat
bepaald werk naar de nieuwe lidstaten met lagere lonen zal verschuiven. Een werknemer
die zijn baan verliest, is niet geholpen met het feit dat Nederland als geheel aan de
economische integratie verdient. Scholing en nieuwe kansen op de arbeidsmarkt voor
werknemers die hun baan verliezen begeleiden dat proces. Daarnaast willen we geen
concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Als er in Nederland wordt gewerkt gelden ook voor
buitenlandse werknemers de regels en CAO's van Nederland. Uitzonderingen gelden
alleen voor tijdelijke detachering. Misbruik en gelegenheidsconstructies worden streng
bestraft.
· Een gemeenschappelijke Europese markt is goed, maar de PvdA stelt ook voorwaarden.
Een goede publieke dienstverlening voor burgers als onderdeel van de Nederlandse
verzorgingsstaat staat voorop. De publieke sector is de kern van de nationale democratie,
en nationale democratieën moeten hierin dus eigen afwegingen kunnen maken. De
spelregels van de interne markt moeten evenwichtiger worden: het publiek belang moet
zwaarder wegen en waar nodig verstevigd worden in Europese wetgeving.
· Gemeenten moeten in staat worden gesteld om kwalitatief goede publieke diensten te
leveren en regels te stellen vanuit het algemene belang. Om te voorkomen dat de Europese
marktregels dit frustreren door hun eenzijdige nadruk op de belangen van particuliere
bedrijven, wil de PvdA Europese regels die ruimte waarborgen voor nationale publieke
dienstverlening. Deze regels zijn vooral nodig voor onze typisch Nederlandse
mengvormen tussen particulier en publiek (bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, sociale
woningbouw, het arbeidsmarkt- en reïntegratiebeleid).
· De PvdA wil meer Europa in het buitenlands beleid. De nucleaire dreiging vanuit Iran,
een onstabiel Midden-Oosten, de toekomst van de Westelijke Balkan en de
energiezekerheid van de EU zijn enkele grote uitdagingen die we gezamenlijk beter het
hoofd kunnen bieden. Nederland gaat met gelijkgezinde landen initiatieven nemen. Voor
58
meer gezamenlijk optreden in het buitenlands beleid is het opgeven van het nationaal veto
voor ten minste uitvoeringsbeslissingen een voorwaarde.
· De PvdA wil dat de Europese Unie een eigen geluid laat horen op het wereldtoneel. Door
te hameren op respect voor mensenrechten en de internationale rechtsorde, een betere
afstemming tussen civiele en militaire middelen in vredes- en wederopbouwmissies, het
steunen van goed bestuur in onze buurlanden en het realiseren van eerlijke handel,
donorharmonisatie, schuldverlichting en conflictpreventie, met Afrika als prioriteit.
· Doordat in Europa kapitaal veel mobieler is dan arbeid dreigt een scheefgroei.
Milieuheffingen komen vooral bij huishoudens terecht, terwijl ondernemingen steeds
minder belastingen betalen door concurrentie tussen landen om zoveel mogelijk
ondernemingen te trekken. De PvdA is daarom voor Europese afspraken over de
grondslag voor bedrijfsbelastingen, Europese minimumnormen voor winstbelastingen en
Europese afspraken over heffingen op milieuverbruik.
· Uitbreiding van de Europese Unie heeft Nederland economisch veel opgeleverd en heeft
ons omringd met democratische en economisch stabiele buurlanden. De voorbereidingen
voor verdere uitbreiding met landen waarmee eerder afspraken zijn gemaakt (inclusief
Turkije) kunnen in principe doorgaan. De PvdA stelt wel voorwaarden. Er wordt strikter
op toegezien dat nieuwe leden voldoen aan de toetredingscriteria en ook de
opnamecapaciteit van de Europese Unie is een criterium. Voordat verdere uitgebreiding
plaatsvindt moet de EU eerst zelf hervormen op het gebied van landbouwsubsidies,
structuurfondsen en alleen dát Europees regelen wat Europees geregeld moet worden.
Effectieve en democratische besluitvorming van de uitgebreide Unie moet worden
gegarandeerd. Vrij verkeer van personen kan tijdelijk beperkt worden als de
welvaartsverschillen te groot zijn. En voor verdere uitbreiding is draagvlak nodig onder de
bevolking.
· Europa is er voor de burgers. De uitslag van het referendum over de grondwet was
glashelder. De PvdA zal niet accepteren dat er via een omweg toch aan gemorreld wordt.
Voor een nieuw (grondwettelijk) verdrag is een nieuw referendum nodig. De PvdA wil
een nieuw verdrag op hoofdlijnen om de bevoegdheden van de lidstaten en de EU
duidelijker vast te leggen en Europa simpeler, democratischer en beter te laten
functioneren. Nationale parlementen en het Europees Parlement krijgen meer te zeggen
over de Europese besluitvorming. De Europese Commissie wordt verkleind. Burgers
krijgen het recht op initiatief om iets op de Europese agenda te zetten. Het Europees
Parlement vergadert alleen nog in Brussel.
· Europa moet geen keurslijf worden, maar juist diversiteit waarderen. Maatwerk kan door
vaker te kiezen voor Europese kaderwetgeving die nationaal wordt ingevuld, zolang
andere landen hier geen schade van ondervinden (denk aan luchtkwaliteit, klimaatbeleid,
waarschuwingen aan rokers op sigarettenpakjes). Het is niet altijd nodig en wenselijk dat
alle 25 landen op hetzelfde moment dezelfde stap zetten. Flexibele integratie maakt
uitbreiding gemakkelijker zonder de landen die nauwer willen samenwerken te blokkeren.
Eventuele kopgroepen moeten vergezeld gaan van mechanismen die maken dat landen die
nog niet klaar zijn om mee te doen snel kunnen aanhaken.
Armoede bestrijden
In het jaar 2000 beloofden de 189 lidstaten van de Verenigde Naties om binnen vijftien jaar
de armoede in de wereld flink terug te dringen. De PvdA wil zich inzetten om armoede
duurzaam te bestrijden en de Millenniumdoelen in 2015 te realiseren. De PvdA wil in de
komende twee kabinetsperioden het budget voor ontwikkelingssamenwerking stapsgewijs
verhogen tot 1,0%. Dat besteden we aan armoedebestrijding. Armoedebestrijding is niet
59
beperkt tot ontwikkelingssamenwerking. Ook corruptiebestrijding, eerlijke handel,
conflictpreventie, schuldverlichting en oog voor de enorme armoede in de grote steden zijn
van belang. Voor het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking is het daarbij van groot
belang dat het geld ook echt terecht komt bij de mensen die het nodig hebben. Er mag geen
geld aan de strijkstok blijven hangen.
Ontwikkeling kan alleen slagen als mondialisering een 'menselijk gezicht' krijgt. De handel
moet eerlijker; dus weg met de handelsbarrières en handelverstorende subsidies. Oneerlijke
handelsverhoudingen benadelen vooral ontwikkelingslanden. Bedrijven in
ontwikkelingslanden krijgen steun op het gebied van standaarden en infrastructuur. De
ontwikkeling van regionale markten wordt gestimuleerd.
· Sociale normen, zoals vrije vakbeweging en verbod op kinderarbeid, moeten worden
opgenomen in wereldhandelsafspraken. Bedrijven worden verplicht tot zorgvuldige
productie, gebaseerd op naleving van internationale verdragen. De OESO-richtlijnen voor
multinationale ondernemingen moeten beter geoperationaliseerd en bindend worden
gemaakt. Er komt een meldpunt waar organisaties en burgers maatschappelijk
onaanvaardbare transacties kunnen melden.
· De bestrijding van corruptie heeft topprioriteit. Wij willen meer financiële transparantie
en controle van de grote geldstromen van ontwikkelingssamenwerking. Internationale
financiële instellingen moeten meer prioriteit geven aan het bestrijden van corruptie. Het
Openbaar Ministerie moet actiever kunnen vervolgen. In een maatschappelijk jaarverslag
geven Nederlandse bedrijven verplicht openheid van zaken over kwetsbare activiteiten
(bijvoorbeeld met conflictgrondstoffen). Er komt een zwarte lijst met corrupte regimes en
individuen waaraan geen geld mag worden uitgeleend.
· Nationale overheden moeten geholpen worden bij de opbouw van een rechtsstaat en het
organiseren van vrije en eerlijke verkiezingen. Regeringen die de uitslag van democratisch
verlopen verkiezingen niet respecteren, worden daar op aangesproken. Bij grove en
systematische schending van mensenrechten wordt de bilaterale hulp stopgezet. Mensen
mogen niet de dupe worden van het stopzetten van hulp aan falende staten. Daarom wordt
de hulp dan verleend aan maatschappelijke organisaties (ngos).
· Schulden mogen het halen van de Millenniumdoelen niet belemmeren. De schulden van
landen met onvoldoende middelen kunnen worden kwijtgescholden als zij zich inzetten
voor duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding. Internationale financiële instellingen
houden in de toekomst rekening met de mogelijkheden van een land om de schuldenlast te
dragen voordat zij geld uitlenen.
· Jongeren worden bij internationaal werk betrokken via internationale maatschappelijke
stages, werkervaring en studie.
· Het bedrijfsleven vormt samen met particulier initiatief een belangrijke motor voor
ontwikkeling. De PvdA wil bijdragen aan een stabiel ondernemersklimaat in
ontwikkelingslanden door te helpen de randvoorwaarden te scheppen. Met publiek-private
partnerships wordt meer gebruik gemaakt van de toegevoegde waarde van het
bedrijfsleven voor ontwikkeling.
· De PvdA wil de mogelijkheden voor microkrediet uitbreiden. Microkredieten betekenen
voor kwetsbare groepen de ontsnapping aan een uitzichtloze toekomst. Ook in instabiele
of onveilige landen moeten microkredieten verleend kunnen worden. Er komen
kredietfaciliteiten voor het MKB en kleine particulieren in opkomende landen, maar ook
voor het Nederlands MKB en kleine particulieren die in opkomende landen wil investeren.
· De PvdA wil meer afstemming en samenwerking tussen donorlanden onderling en met
multilaterale instellingen bij hulpverlening. Ontvangende landen worden teveel belast
door de vele verschillende donoren die ieder hun eigen voorwaarden stellen. Onderwijs,
gezondheidszorg, aids-bestrijding en milieu staan centraal. Speciale aandacht is nodig
60
voor kwetsbare groepen, zoals armen op het platteland en in de steden, vrouwen, en
gehandicapten.
· Bijna 38,7 miljoen mensen wereldwijd zijn besmet met het HIV-virus. Prioriteit moet
gelegd worden bij het ontwikkelen van gezondheidssystemen in ontwikkelingslanden. De
uitgaven voor aids-bestrijding worden verdubbeld. Speciale aandacht gaat naar jonge
meisjes en vrouwen, omdat dit de groep is met de hoogste kans op infectie.
· Onder de juiste voorwaarden helpt hulp. Wel moet er continu oog zijn voor de valkuilen
en moeten nieuwe wegen worden gezocht om hulp effectiever te maken. Nationale
overheden zijn niet altijd de meest geschikte ontvangers van bilaterale hulp. Lokale
overheden kunnen vaak met minder corruptie beter de armoede bestrijden.
· Ontwikkelingsorganisaties moeten scherp kijken naar wat werkt en wat niet werkt. Meer
onderlinge afstemming en samenwerking tussen de vele organisaties blijft nodig.
Overheidsfinanciering van ngo's moet samenwerking stimuleren in plaats van
ontmoedigen, zoals nu gebeurt. Van het geld van ontwikkelingsorganisaties gaat minder
naar de salarissen van directeuren en meer naar de projecten voor de mensen waar het om
gaat.
· Soms helpt hulp niet omdat beleid tegenstrijdig is. Te vaak wordt met de linkerhand
gegeven (via ontwikkelingshulp) terwijl met de rechterhand genomen wordt van
ontwikkelingslanden (via o.a. handels-, landbouw-, buitenlands en industrieel beleid).
Beleid moet coherenter zijn en beter gericht op armoedebestrijding. Nederland neemt
concrete stappen om te komen tot een Europese Coherentieagenda.
8. Werken aan een bindend bestuur
De PvdA wil een bindend bestuur. Een bestuur van en voor mensen. Dat gaat over zorg,
onderwijs, openbaar vervoer en andere vormen van publieke dienstverlening. Publieke
dienstverlening die het eigendom van mensen is, en niet van instituties. Iedereen heeft er
immers mee te maken, omdat je naar school moet of naar het consultatiebureau. Soms ook
tegen wil en dank: denk aan de politie of de belastingdienst. Het is van groot belang dat
mensen zich gehoord en gerespecteerd voelen in de publieke dienstverlening. Het loket of de
telefoonstem is voor veel mensen immers het "gezicht" van de overheid. Voor de PvdA is
hoogwaardige publieke dienstverlening van groot belang. Dit kan worden bereikt door de
onderwijzers, de verpleegkundigen, de ambtenaren van de reclassering en de politieagenten
meer vertrouwen en meer vrijheid te geven. De afgelopen jaren hebben deze professionals te
weinig ruimte gekregen door teveel regels vooraf en teveel toezicht achteraf.
Bindend bestuur stimuleert ook betrokken burgerschap. Er zijn in de samenleving zeer veel
mensen die zich op talloze plekken inzetten. Voor de buurt, de sportclub, de oudervereniging
van de school of kerk. Op die manier zijn zij betrokken bij de samenleving en ook bij het
bestuur.
Om efficiënt te kunnen besturen is het van belang dat verschillende overheidslagen elkaar
versterken. Echte problemen vragen om betrokkenheid van vele partijen. En om maatregelen
die aansluiten bij de praktijk. Emmen is anders dan Amsterdam, en Schin op Geul anders dan
Delfzijl. Gemeenten moeten daarom de ruimte krijgen.
Wie vertrouwen wil winnen, zal niet meer verwachtingen moeten wekken dan hij waarmaakt.
Dat geldt ook voor de overheid: die moet betrouwbaar en voorspelbaar zijn. Mensen moeten
er op kunnen vertrouwen dat hun bestuurders zuinig omgaan met gemeenschapsgeld.
61
Kwaliteit in dienstverlening: ruimte voor verschil
Mensen verschillen van elkaar op oneindig veel manieren. Wat ze belangrijk vinden, wat hun
geschiedenis is, of ze liever praten of schrijven, waar ze wonen. Daarom is het logisch dat
iedereen graag persoonlijk benaderd wil worden. In de winkel, bij de bank én bij het loket van
de gemeente. En als je lang nadenkt over de inrichting van de kinderkamer, dan is het logisch
dat je ook meepraat over de inrichting van de school. Zoveel mensen, zoveel wensen. Bij de
gemeenten, in de zorg, op straat, in het onderwijs. Dat is allemaal niet vanuit Den Haag te
voorzien of vast te stellen. Goede organisaties geven patiënten, ouders of andere klanten graag
de ruimte eigen keuzes te maken en hun kennis in te brengen. Daar wordt iedereen beter van.
De PvdA wil dat mogelijk maken.
Dat vereist wel dat overheidsorganisaties openstaan voor contact. Dat ze zich niet kunnen
verschuilen achter anonieme call centers, onbegrijpelijke websites of complexe procedures.
Dat vereist dat ambtenaren beslissingen kunnen nemen die gaan over mensen en niet over
regels. Die hebben daarvoor dus ruimte nodig, om aandacht te kunnen geven. Het aanvragen
van bijzondere bijstand, de angst de huursubsidie kwijt te raken, een WAO-herkeuring, het is
allemaal al moeilijk genoeg.
De laatste jaren is de dienstverlening uit beeld geraakt. Formulieren vervingen mensen,
verantwoording kwam in de plaats van nadenken over kwaliteit.
Hoe verbeteren we de publieke dienstverlening, het onderwijs, de vergunningverlening voor
een verbouwing, de zorg in de verpleeghuizen, de afhandeling voor een aanvraag voor de
huurtoeslag? Door niet de beleidsmaker centraal te stellen, maar de burger!
· Ons uitgangspunt is diversiteit. Mensen verschillen, dus er moet ruimte zijn voor
verschillende besluiten. Weg met de eenheidsworst. De dienstverlener moet daarvoor
de ruimte krijgen.
· De basis voor een goede dienstverlening is persoonlijk contact. Dat vraagt om
dienstverleners van hoog niveau. Mensen worden netjes behandeld, maar wie achter
het loket zit wordt ook beschermd tegen agressie.
· Ruimte voor goede dienstverlening ontstaat door in Den Haag minder te gaan regelen.
· De leraar schiet er niets mee op als circulaires van het ministerie worden vervangen
door richtlijnen van de besturen van mammoetscholen. De dienstverlening wordt dus
ook beter als het management in al die instellingen wordt teruggedrongen.
· Overheidsorganisaties worden verlost van de doorgeschoten controle- en
verantwoordingsdwang. Verpleegkundigen die de helft van hun tijd formulieren
invullen, komen niet aan hun werk toe.
· Een goede dienstverlener legt verantwoording af aan de mensen voor wie hij werkt.
De prestaties van kinderen op school, de tevredenheid van ouderen in een verpleeghuis
of het veiligheidsgevoel van bewoners in een buurt zijn maatgevend. Dienstverleners
moeten dus vertellen wat ze doen en zich laten leiden door tevredenheidsonderzoek
onder hun klanten.
· We kiezen voor kleinere publieke organisaties. De menselijke maat moet terug. Niet
eindeloos fuseren. En geen extra controlelagen meer die bestaan uit stafdiensten van
mammoetbesturen.
· Privatisering is de laatste jaren te vaak doorgevoerd op plaatsen waarbij van
concurrentie en marktwerking geen sprake is. Er zijn geprivatiseerde of
verzelfstandigde monopolies ontstaan die zich onttrekken aan controle van markt en
politiek. Die privatiseringen stoppen we: beter publieke professionals dan ongestuurde
private ambtenaren.
· Inspectiediensten disciplineren niet meer op regels, maar op kwaliteit.
62
Een overheid die zichzelf relativeert: betrokkenheid gewaardeerd
`De overheid' is heel belangrijk, maar ook anderen werken aan het algemeen belang. Veel
bedrijven zijn maatschappelijk verantwoordelijke ondernemingen en werken echt niet alleen
uit reclameoogpunt. Ook omdat er mensen werken die een betere samenleving voor ogen
staat. We geven gul als het ergens anders op de wereld, of in eigen land, verkeerd gaat. Niet
uit vals sentiment of om een schuldgevoel af te kopen. Er bestaat zoiets als betrokkenheid en
dat is hartstikke mooi. Deze krachten wil de PvdA aanboren en versterken.
· We zetten het mes in betuttelende regels die het plezier uit vrijwilligerswerk halen,
terwijl ze bedoeld waren voor commerciële instellingen.
· Gemeenten en koepelorganisaties gaan het vrijwilligerswerk actiever ondersteunen,
bijvoorbeeld door het aanbieden van cursussen, professionele ondersteuning en andere
begeleiding.
· Werknemers krijgen de mogelijkheid een deel van hun brutoloon rechtstreeks en
belastingvrij naar een goed doel over te maken.
· Steeds meer bedrijven zijn actief op het gebied van maatschappelijk verantwoord
ondernemen. De overheid kan dit soort initiatieven ondersteunen.
· Als we gul aan een goed doel geven, moet het geld wel goed terecht komen en daar
moeten we vertrouwen in kunnen hebben. Een betere regulering van de goede-
doelensector is gewenst.
Verlammende bureaucratie aangepakt: minder beleid
Meer ruimte voor uitvoerders en gebruikers van publieke diensten gaat natuurlijk gepaard met
een andere inrichting van de Haagse overheidsorganisaties. We hebben meer doeners en
minder denkers nodig.
We willen ook niet dat beleidsmakers teveel met elkaar bezig zijn. Daarom moeten we niet
ieder incident met een stelselwijziging beantwoorden. En als we werk willen maken van een
beter Nederland moet Den Haag niet even vier jaar de tijd nemen om alle departementen door
elkaar te klutsen.
Een andere stijl van besturen vraagt ook een ander type wetgeving. Minder details, meer
ruimte.
· We maken een omslag van beleid naar uitvoering. Van denkers naar doeners. Ook in
aantallen ambtenaren. Niet volgens de kaasschaafmethode, maar door de voornemens
voor ander en beter beleid in de rest van dit programma consequent door te voeren.
Dus van de rijksoverheid naar uitvoerders en lokale overheden. Dat betekent dat het
aantal rijksambtenaren kan en moet worden teruggebracht. Meer ruimte voor scholen,
een minder bureaucratische aanpak van de zorgtoeslag, meer vertrouwen in gemeenten
in het werkgelegenheidsbeleid, sanering van alle commissies die de administratieve
lasten aanpakken, een ander type toezicht. In dit programma laten we zien dat de
rijksoverheid wezenlijk anders kan functioneren. Ook kan het aantal hiërarchische
niveaus worden teruggebracht en kan worden bezuinigd op de overhead binnen
departementen en zelfstandige bestuursorganen als het UWV.
· De kwaliteit en inzet van de Haagse ambtenaren is hoog. Vaak is het inwinnen van
extern advies of interim-management een teken van gebrek aan zelfvertrouwen. Dat is
nergens voor nodig, daar kan flink op bezuinigd worden.
· We willen het werk in de uitvoering aantrekkelijker maken. Van de gedachte dat een
verpleegkundige alleen carrière kan maken door dienstroosters in te vullen, moeten we
af. Er komen meer carrièrepaden, die niet alleen via management lopen.
63
· Meer mogelijkheden voor experimenten. Ieder wet krijgt een experimenteerartikel,
dan kunnen we leren en bijstellen zonder dat reorganisatie op reorganisatie hoeft te
volgen.
· Iedere wet krijgt een einddatum, zodat we gedwongen worden de zin en onzin af en
toe te heroverwegen.
· Wanneer de overheid haar wettelijke termijnen niet nakomt, betaalt de overheid een
boete aan de gedupeerde. Vergunningen waarover niet binnen de vastgestelde termijn
is besloten, worden als verleend beschouwd.
Minder besturen, minder politici, minder regels
Nederland kent nogal wat bestuurslagen. De provincie, de rijksoverheid en de gemeenten
kennen we allemaal wel. En dan is natuurlijk ook Europa nog. In een aantal steden zijn nog
deelgemeenten, we kennen landsdelen, we hebben regio's maar vergeet ook de waterschappen
niet. En allemaal willen ze dichter bij de kiezer staan. Dat kan natuurlijk niet, het is
onvermijdelijk dat veel bestuurders soms vooral met elkaar bezig zijn. Daar moeten we van
af. En tegelijkertijd willen we dat bestuurders herkenbaarder worden. Als mensen in het
dagelijkse leven steeds meer zeggenschap en keuzemogelijkheden krijgen, dan kan dat in het
politieke leven niet achterblijven. Dus krijgen mensen meer te zeggen over politici
(burgemeesters en Kamerleden) en concrete politieke beslissingen. Ook als het spannend
wordt.
· Gemeenten krijgen meer te zeggen. Dat betekent dat ze meer mogen verschillen. Als
we meer taken aan de gemeenten geven, komt het geld mee. Daarmee houden we
rekening met de aard van de (toekomstige) problemen. En we voorkomen dat er
allemaal controle- en regelgeving komt die lokale keuzes onmogelijk maken. Je
vertrouwt iemand of niet.
· Gemeentelijke herindelingen worden niet door Den Haag verordonneerd, maar zijn
primair een keuze van gemeenten zelf. Dat kan soms een logische keuze zijn; de extra
taken en verantwoordelijkheden die gemeenten kregen en krijgen kan vergaande
samenwerking verstandig maken.
· De pijlers van het binnenlands bestuur zijn het Rijk en de gemeenten. Tussen het Rijk
en de gemeenten bevinden zich nog vier bestuurslagen (regio, waterschap, provincie
en landsdeel). Dat willen we terugbrengen tot twee. In ieder geval verdwijnen de
waterschappen. De PvdA streeft niet naar een nieuwe bestuurlijke blauwdruk voor het
middenbestuur, maar naar regionaal maatwerk. De gemeenten en provincies krijgen
per regio een jaar de tijd om met een voorstel voor een afgeslankt middenbestuur te
komen. Lukt dat niet, dan komt de landelijke overheid zelf met een plan.
· Het middenbestuur gaat zich beperken tot zijn kerntaak: het zoeken van consensus
tussen gemeenten in het uitvoeren van rijkstaken. Dat kan met minder politici en
minder ambtenaren dan nu bij de provincie actief zijn.
· Niet alleen in de Tweede Kamer of de gemeenteraad worden democratische besluiten
genomen. Er moet weer een correctief referendum mogelijk worden op initiatief van
de bevolking.
· Wie de burgemeester wordt, moet inzet worden van de gemeenteraadsverkiezingen.
Zoals we nu ook aan de minister-president komen. Zo kiest de gemeenteraad de
burgemeester en krijgen kiezers meer invloed.
· De Eerste Kamer krijgt een terugzendrecht, in plaats van het afstemrecht zoals dat nu
bestaat. De Tweede Kamer zal zich dan opnieuw over het wetsvoorstel moeten buigen.
64
· Het kiesstelsel wordt gewijzigd om mensen meer invloed te geven op de samenstelling
van de Tweede Kamer. We kiezen voor het Belgische model: mensen kunnen op een
partij stemmen en daarmee instemmen met de lijstvolgorde of op een specifieke
kandidaat van een partij. In het laatste geval maakt die kandidaat meer kans om in het
parlement te komen. Voorwaarde is dat de financiering van individuele campagnes
goed geregeld wordt.
· Het aantal gekozen politici kan omlaag, óók in de Tweede en Eerste Kamer. We gaan
terug naar honderd Tweede Kamerleden en vijftig Eerste Kamerleden.
· We willen afrekenen met de politieke benoemingencultuur van ambtelijke en semi-
ambtelijke posities in ministeries en adviesraden.
· In de samenwerking met de Nederlandse Antillen en Aruba hebben
armoedebestrijding, een krachtige rechtshandhaving (o.a drugsbestrijding) en een goed
openbaar bestuur topprioriteit. De discussie over de staatkundige verandering moet in
de komende periode in overleg tot een goed einde worden gebracht. Na decentralisatie
van de Antillen blijft er één centrale bank en munt over.
Integere politici
Een betrouwbare overheid betekent integere en betrouwbare politici en ambtenaren. Integriteit
is voor de PvdA een centraal thema en betekent veel meer dan het stellen van regels over
flessen wijn. En als het even niet uitkomt, uitleggen dat de regels eigenlijk niet zo duidelijk
waren. Als PvdA geven we aan waaraan onze eigen vertegenwoordigers zich zullen houden.
· Politici van de PvdA baseren zich niet alleen op beleidsnota's, maar weten wat er in de
samenleving speelt omdat zij daar actief deel van uitmaken. Nevenfuncties kunnen
daaraan een bijdrage leveren. Niet elke nevenfunctie is echter te combineren. PvdA-
volksvertegenwoordigers zijn zich daarvan bewust. Inkomsten uit nevenfuncties maken zij
openbaar.
· PvdA-politici maken terughoudend gebruik van wachtgeldregelingen. Stapeling van
inkomen uit hoofde van een politieke functie en uitkering(en) uit vorige betrekkingen is
ongewenst.
· PvdA-politici zijn in dienst van de samenleving. Zij laten zich leiden door het algemeen
belang en niet door het eigen belang. Bestuurders zetten het staatsapparaat niet in voor
hun eigen beeldvorming of prestige. PvdA-politici vermijden situaties waarmee de schijn
van belangenverstrengeling wordt gewekt. PvdA-woordvoerders behoren geen aandelen
of belangen te hebben in bedrijven die hun portefeuille raken. Of ze zorgen ervoor dat ze
het beheer ervan op afstand hebben gezet.
· PvdA-politici verantwoorden zich naar de geest van regels en zoeken niet naar de ruimte
in regels als ze betrapt worden.
· PvdA-politici ontlenen hun eigenwaarde niet aan de polarisatie die ze veroorzaken, maar
aan de resultaten die ze boeken en het draagvlak dat ze daarvoor verwerven. Je kunt het
best even alleen doen, maar nooit lang.
Daarnaast zet de PvdA zich in voor de volgende punten:
· Voor ex-politici gaat een sollicitatieplicht gelden.
· De financiering van politieke partijen moet inzichtelijk worden gemaakt om het mogelijk
kopen van invloed te voorkomen. Er komt een wet op de financiering van de politieke
partijen waarin de jaarlijkse bijdrage van een persoon of een bedrijf aan een politieke
partij aan een maximum wordt gebonden. Ook wordt een grens gesteld aan het bedrag dat
partijen mogen besteden aan verkiezingscampagnes. Bijdragen aan partijen boven de 500
65
euro worden openbaar gemaakt. De financiering voor individuele campagnes wordt ook
bij wet geregeld.
· Departementen en rijksdiensten moeten een actief integriteitbeleid voeren. Een betere
bescherming voor klokkenluiders is nodig.
9. Financieel kader 2007-2011
Met de plannen in dit verkiezingsprogramma slaan we een aantal vliegen in één klap: de
arbeidsparticipatie wordt gestimuleerd en de economische groei versterkt. Hierdoor worden
tevens de problemen van de vergrijzing minder. We laten in 2011 een overschot zien op de
begroting van 0,5%, op basis van de inschatting die het Centraal Planbureau doet voor de
trendmatige groeiverwachting. Mocht de economische groei tegenvallen en jaarlijks 1,75%
bedragen (behoedzaam scenario), dan is er in de PvdA-plannen nog steeds sprake van een
overschot.
Structureel begrotingsbeleid
De PvdA wil een solide begrotingsbeleid. Er komt dus een einde aan de paniekerige
bezuinigingen gevolgd door impulsieve uitgaven vlak voor de verkiezingen. Door de
structurele aanpak zorgen we ervoor dat de economie niet wordt aangejaagd in een
hoogconjunctuur en dat we niet hoeven te bezuinigen als het toch al slechter gaat in een
laagconjunctuur. De uitgavenkaders worden op basis van de reële raming van de trendmatige
economische groei vastgesteld. Deze worden gecorrigeerd voor ingezet beleid. Meevallers
aan de uitgavenkant, exclusief rentemeevallers, kunnen worden uitgegeven, meevallers aan de
inkomstenkant worden gebruikt om de staatsschuld af te lossen. Tegenvallers aan de
uitgavenkant worden opgevangen door herprioritering binnen de uitgavenkaders,
tegenvallende inkomsten mogen in het tekort lopen, zodat de automatische stabilisatoren goed
werken. Zo creëren we begrotingsrust én we voorkomen dat we in een laagconjunctuur
paniekerige bezuinigingen doorvoeren. We houden mee- en tegenvallers in de rente buiten de
uitgavenkaders. Met deze begrotingssystematiek voorkomen we een procyclische werking
van het begrotingsbeleid.
Lasten beeld
In de PvdA-plannen stijgt de koopkracht van lage inkomens waardoor werken weer gaat
lonen, modale inkomens blijven gelijk of gaan erop vooruit. Voor het bedrijfsleven blijven de
lasten gelijk, kleine bedrijven gaan er op vooruit.
· Jongeren profiteren van de extra investeringen in onderwijs, de OV-kaart voor
MBO'ers en lagere overdrachtsbelasting.
· Gezinnen in het spitsuur van hun leven hebben het meeste baat bij de kinderopvang,
ouderschapsregelingen en de klusjes in en om het huis die goedkoper worden.
· Ouderen profiteren van het verhogen van de huursubsidie, uitbetaling van de
belastingkortingen, gratis openbaar vervoer en de investeringen in de zorg.
---
Uitgaven & lastenverlichting Mrd
Werk 3,9
Kinderopvang 2,3
Kenniseconomie & jeugd 2,1
Eerlijk delen 1,4
Ontwikkelingssamenwerking, inclusief 0,6
duurzaamheid
Kansenzones 1,8
Zorg (meer handen) 1,0
Fraudebestrijding 0,1
Starters woningmarkt 0,2
Gratis openbaar vervoer 0,4
Milieu, energie, groen 0,8
Sport 0,1
Kunst, cultuur en omroepen 0,2
Voor schuldaflossing 2,3
Totaal uitgaven & lastenverlichting 17,1
Ruimte Mrd
Doelmatiger rijksoverheid 2,2
Provincies en waterschappen 1,4
Fraude 0,8
Verschuiven lastenverlichting 2,0
Vergroening 1,3
Nieuwe leningen hypotheekrenteaftrek max. 42% 0,2
Zorg (tarief specialisten, winst medicijnindustrie, 0,8
minder bureaucratie)
Woningcorporaties 0,5
ISV+GSB omzetten in buurtbudgetten 0,5
Vrijstellingen 0,4
Verkoop gronden 0,4
Overig (o.a. JSF) 0,9
Rente & technische doorwerking 0,5
Ruimte CPB inclusief MLT 5,2
Totaal ruimte 17,1
67
---- --