Tekort aan bekwame vaklieden bedreigt bouwsector
ROTTERDAM, 20060901 -- Net als in andere arbeidsintensieve sectoren dreigt in de bouw de komende jaren een tekort aan vaklieden te ontstaan, in kwantitatieve maar ook zeker in kwalitatieve zin. Vacatures worden moeilijker vervulbaar en blijven steeds langer openstaan, hetgeen de economische groei kan belemmeren. Deze negatieve ontwikkeling wordt door de bouwwereld dan ook als het grootste gevaar gezien voor de eigen sector. Dit blijkt uit recent onderzoek van USP Marketing Consultancy waarvoor 983 online enquêtes zijn afgenomen onder het bouwpanel (www.bouwpanel.nl).
Ook in de bouw stroomt de komende vijf tot tien jaar een grote groep aan werknemers van 55 jaar en ouder uit. Met deze uitstroom van arbeidskrachten gaat ook veel kennis en ervaring verloren. Tegelijkertijd loopt de instroom van technische vmbo'ers en mbo'ers terug. Het is daarom niet vreemd dat door 40% van de respondenten het tekort aan vakmanschap en door nog eens 8% het tekort aan werknemers als de grootste gevaren voor de bouw worden gezien.
De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) geeft in de arbeidsmarktanalyse 2006 de hoogste prioriteit aan het snel en adequaat opvullen van openstaande banen. Een van de manieren om dit te bewerkstelligen is volgens de RWI het aantrekken van werknemers uit het buitenland, zoals in de bouw al regelmatig voorkomt.
Ook werknemers uit Polen en zeven andere nieuwe EU-lidstaten kunnen vanaf januari 2007 vrij aan de slag in Nederland. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen, zal het kabinet echter eerst een aantal maatregelen nemen (RVD, 31-03-2006). Zo krijgt de Arbeidsinspectie de bevoegdheid om ontduiking van het minimumloon direct te beboeten en gaan de Arbeidsinspectie en de Belastingdienst nauwer samenwerken om zwart werk aan te pakken.
De komst van Poolse bouwvakkers is volgens 15% van de respondenten nu een gevaar voor de bouw. Door het grondig bestrijden van illegale arbeid en het betalen van gelijke lonen, kan de instroom van werknemers uit nieuwe EU-landen wellicht minder als van een gevaar voor de bouw worden gezien, maar eerder als een bijdrage aan het terugdringen van het tekort aan bekwame vaklieden.
Op de korte termijn kan dit voor bouwbedrijven wel een oplossing zijn, maar op lange termijn zal toch een meer structurele oplossing moeten worden gezocht. Zo zou de belangstelling voor technische opleidingen op de één of andere manier weer moeten gaan groeien in Nederland. Het knelpunt zit hem hierbij vooral in de afname van leerlingen voor technische vakken in het vmbo en het mbo. Het huidige imago van de bouwsector is hier wellicht mede debet aan. Naast de bouw aantrekkelijker te maken aan de instroomkant, zal ook geprobeerd moeten worden de werknemers van 55 jaar en ouder langer te behouden voor de sector.
Kijkend naar de zes onderscheiden bouwpartijen valt op dat door elke bouwpartij het vakmanschaptekort veruit het meest wordt genoemd als gevaar voor de bouw. Bij afbouwers en installateurs neemt daarnaast de komst van Poolse bouwvakkers een stevige tweede plaats in. Voor de andere bouwpartijen is dit logischerwijs een minder grote bedreiging. Bij voorschrijvers staat het gevaar van faalkosten op de tweede plaats, bij opdrachtgevers is dit de algemene economische ontwikkeling. De discussie over de hypotheekrenteaftrek neemt tot slot een tweede positie in bij de aannemers en fabrikanten & handelsorganisaties.
In de vroege zomer van 2006 zijn 183 opdrachtgevers (woningcorporaties, projectontwikkelaars, gemeenten), 184 ontwerpers/adviseurs, 180 aannemers B&U en -GWW, 229 afbouwers, 146 installateurs en 61 fabrikanten en handelsorganisaties geënquêteerd. Ruim eenderde van de deelnemende respondenten is directeur, daarnaast hebben medewerkers op aansturend als ook op uitvoerend niveau meegedaan aan het onderzoek.
USP Marketing Consultancy