TT Circuit Assen, 22 augustus 2006
Persbericht:
VOORBESCHOUWING WK SUPERBIKE ASSEN 2006
WIE KLOPT TROY BAYLISS?
Sinds zijn ongeplande crashes in Misano en Brno wordt WK Superbike klassementsleider Troy Bayliss achtervolgd door angstaanjagende spoken uit het verleden. Met de desastreuze titelfinale van 2002 nog vers in het geheugen, wordt de stressbestendigheid van de 36-jarige Ducati-coureur in de resterende wedstrijden zwaar op de proef gesteld. Kan Bayliss zich tijdig herpakken en zijn voorsprong consolideren? In Brands Hatch leek het met een 1e en 2e plaats van wel. Of gaan we net als vier jaar geleden opnieuw een zenuwslopende Hitchcock-finale tegemoet?
Het puntverlies dat Troy Bayliss in Misano en Brno moest incasseren had niet meteen dramatische consequenties voor zijn leidende positie in de WK-stand, maar toch...
Het déjà-vu gevoel van het dramatische 2002-debâcle zal het onverwoestbare zelfvertrouwen van de Australiër toch wel even aan het wankelen hebben gebracht. Bayliss weet als geen ander dat in de motorsport zelfs de meest optimistische prognoses op verraderlijk drijfzand zijn gebouwd. Vier jaar geleden domineerde de voormalige carrosserie-spuiter uit New South Wales met even groot machtsvertoon en na 14 manche-zeges leek zijn titelprolongatie nog slechts een formaliteit. Tot in Brands Hatch het noodlot toesloeg na een ongelukkige aanvaring met zijn toenmalige Ducati-teamgenoot Ruben Xaus. Hoewel er in eerste instantie weinig aan de hand leek, bleek dat incident het beslissende keerpunt van het kampioenschap. Onmiddellijk daarna ging het voor Bayliss steil bergafwaarts, met als absolute dieptepunt zijn totaal overbodige crash in de laatste meters van de tweede manche in Assen. De WK-punten die hij daardoor verspeelde bleken in Imola uiteindelijk doorslaggevend voor het verlies van de wereldtitel aan Colin Edwards, die met een onwaarschijnlijk slotoffensief van negen opeenvolgende manche-zeges net genoeg punten verzamelde om op de valreep Bayliss te verslaan.
Troy Bayliss kan zich troosten met de gedachte dat de waanzinnige Italiaanse titelfinale tussen hem en Edwards tot de Superbike-race van de eeuw werd uitgeroepen, maar of dat het verlies van de 2002-wereldtitel ooit kan compenseren? We durven het te betwijfelen...
Met nog 8 races (4 WK-rondes) en 200 te verdelen WK punten voor de boeg, staat Bayliss 77 punten voor op Noriyuki Haga (Yamaha) en 88 op de ex-wereldkampioen uit 2004, Ten Kate Honda-coureur James Toseland. Regerend kampioen Troy Corser lijkt met 114 punten achterstand op de 4e plaats in de tussenstand niet meer aan prolongatie van de titel te durven denken.
Ondanks zijn spraakmakende terugkeer in het WK Superbike was er ook de nodige scepsis over de come-back van Bayliss bij Ducati. Zelfs de meest hardleerse Ducati-fans hadden hun twijfels of de ervaren Australiër na drie jaar MotoGP de hooggespannen verwachtingen zou kunnen waarmaken. Sinds de gelijktrekking van de cilinderinhoud naar een maximale bovengrens van 1000cc (voor twee-, drie,- een viercilindermotoren) en de schoorvoetende terugkeer van alle Japanse merken in het WK Superbike, leek de favorietenrol van Ducati zo goed als uitgespeeld. Zeker na de pijnlijke afgang van Régis Laconi en titelverdediger James Toseland in 2005 leek het zelfs zo goed als uitgesloten dat er ooit nog een twaalfde Superbike-titel voor het Italiaanse merk zou komen. Maar die sombere voorspellingen bleken iets te voorbarig, want vanaf de eerste voorjaarstesten werd duidelijk dat de titelstrijd van 2006 wel degelijk op een bikkelhard prestigeduel tussen de viercilinder Suzuki GSX-R1000 van titelverdediger Troy Corser en de tweecilinder Ducati 999 van Troy Bayliss afstevende. Corser en Bayliss imponeerden van meetaf aan met spectaculaire rondetijden en nieuwe ronderecords en vooral dat laatste nam eveneens alle twijfels weg over de beloofde kwaliteitsverbetering van de Pirelli-banden. Onder druk van alle deelnemende teams had ook de Italiaanse bandenfabrikant tijdens de wintermaanden een behoorlijke inhaalslag gemaakt.
De titanenstrijd tussen beide Troy's was echter van korte duur. Al snel werd duidelijk dat Troy Corser niet was opgewassen tegen de agressieve aanvalstactiek van zijn Australische opponent, die na een voorzichtige start in de openingswedstrijd van Qatar alle registers opentrok en met acht opeenvolgende overwinningen de wisselvallige concurrentie het nakijken gaf. Na Raymond Roche ('90), Doug Polen ('91 en 92), Carl Fogarty ('94, '95, '98 en '99), Troy Corser ('96), Troy Bayliss ('01), Neil Hodgson ('03) en James Toseland '(04) heeft Bayliss - ondanks een kortstondige black-out in Misano en Brno - in Brands Hatch met 1x winst de 250ste Superbike-overwinning voor Ducati veilig gesteld. Of de 12e wereldtitel voor Ducati ook nog in het verschiet ligt, hangt af van de gang van zaken tijdens Round 9 op het TT Circuit Assen op 3 september, die ook dit jaar weer als scherprechter zal dienen. Immers, maar al te vaak zorgden de twee Superbike-races in Assen voor een, soms beslissende, wending in de titelstrijd.
Titelverdediger Troy Corser kende pech en door de toenemende prestatiedruk maakte hij ook wel eens een foutje. In plaats van het hoofd koel te houden en geduldig het onvermijdelijke vormverlies van Bayliss af te wachten, liet de ervaren Corser zich verleiden tot het nemen van onnodige risico's. Een inschattingsfout met zware gevolgen, want inmiddels is de regerend wereldkampioen na vier nulscores teruggezakt naar een voor titelaspiraties bijna uitzichtloze vierde plaats achter Noriyuki Haga en James Toseland. Troy Corser's kansen op een derde Superbike-titel lijken zo goed als verkeken.
Overigens is Bayliss de enige coureur die geen problemen lijkt te ondervinden met het bizarre stuurkarakter van de 999 fabrieks Ducati, want de prestaties van zijn Italiaanse teamgenoot Lorenzo Lanzi blijen ver onder de verwachtingen. Na zijn imponerende 2005-overwinning op de Lausitzring werd Lanzi als talent voor de toekomst ingelijfd bij het Xerox Ducati-fabrieksteam. Maar dat bleek helaas iets te hoog gegrepen voor de twintigjarige Italiaan, die meer dan waarschijnlijk voor het eind van het seizoen wordt vervangen door een rijder die wél in staat is om als verdedigende buffer voor Troy Bayliss te functioneren. Vooralsnog lijkt het weinig waarschijnlijk dat het pijnlijke doemscenario van 2002 zich zal herhalen, maar bij Ducati is men alvast voorbereid op een stevig slotoffensief van de Japanse constructeurs.
Welke rijder die ultieme tegenaanval op Bayliss gaat inzetten blijft voorlopig onduidelijk, want tot nu toe bleven alle individuele uitschieters beperkt tot sporadische ééndagsresultaten. Vooral de tweede plaats van Noriyuki Haga op de YZF-R1 Yamaha (die 4x op het podium stiond in de laatste 5 races) mag naar omstandigheden toch wel verrassend worden genoemd. De spectaculaire Japanner won 3 weken geleden in Brands Hatch pas zijn eerste race van 2006, maar door zijn onvoorstelbare regelmaat vormt de 'Sultan of Slide' inmiddels wel de grootste bedreiging voor WK-leider Bayliss.
Na een uiterst teleurstellende come-back in 2005 heeft Yamaha dit jaar de problemen met het rijwielgedeelte duidelijk beter onder controle, want ook Haga's teamgenoot - de Australiër Andrew Pitt - behoort inmiddels ook tot de selecte kanshebbers voor het podium. In het bloedhete Misano wist de voormalige Supersport-wereldkampioen zelfs de eerste Yamaha-zege van 2006 te behalen, een prestatie die de sluimerende ambities van Andrew Pitt beslist heeft aangewakkerd.
Ook voor James Toseland geldt nog steeds het voordeel van de twijfel. Na zijn gedwongen vertrek bij Ducati werd de 24-jarige Sheffielder bij het WinWin Ten Kate Honda Team aangetrokken als vervanger voor Chris Vermeulen. Toseland imponeerde meteen met een spectaculaire 'maiden win' in Qatar, maar blonk daarna vooral uit door een chronisch gebrek aan regelmaat. Wie echter de carrière van van de jonge Brit een beetje heeft gevolgd, weet inmiddels dat de Superbike-wereldkampioen uit 2004 op de beslissende momenten over het geslepen killersinstinct van een sluipmoordenaar beschikt. Na een aarzelende seizoenstart lijkt Toseland inmiddels het zelfvertrouwen te hebben hervonden dat hem op het woestijncircuit van Losail zijn eerste en enige zege van 2006 opleverde.
Dezelfde onvoorspelbaarheid is trouwens ook van toepassing op Yukio Kagayama, de onberekenbare Alstare Suzuki-teamgenoot van Troy Corser. Na de WK-promotie voor zijn bewezen diensten in het Brits Superbike-kampioenschap kon de Japanner de voorbije twee jaar weinig potten breken, maar de trefzekerheid waarmee hij in Brno een magistrale dubbelslag realiseerde, was overtuigend genoeg om zijn twijfelachtige underdog-positie binnen het Alstare Suzuki Team op slag te herzien.
Kagayama is al net zo'n enigma als Alex Barros, want ook de MotoGP-veteraan is sinds zijn overstap naar het WK Superbike nog steeds op zoek naar het prestatieniveau dat zijn ervaren status rechtvaardigt. Na eervolle podiumplaatsen in Phillip Island, Monza en Misano is de Braziliaan nog steeds op zoek naar zijn eerste overwinning, maar mocht Assen onverhoopt op een regenrace uitdraaien, behoort Barros meteen tot de grootste kanshebbers voor de beide manche-zeges!
Gevaarlijke outsiders? Die zijn er zat, vooral met de contractbesprekingen van 2007 voor de boeg. Bovendien is Assen het soort circuit waar bepaalde rijders zichzelf kunnen overstijgen. Door de ernstige blessures die hij opliep na een zware crash tijdens de wintertesten bleef Pierfrancesco Chili tot nu toe vrijwel onzichtbaar. In Brands Hatch reed hij zijn laatste race, waardoor de inmiddels 41-jarige Italiaan op zijn favoriete Assen niet meer voor een stunt kan zorgen.
Hetzelfde geldt trouwens ook voor Régis Laconi die na zijn overstap van Ducati naar Kawasaki nog steeds op zoek is naar zichzelf en een eerste podiumplaats. Laconi kent de weg naar het erepodium in Assen, net als zijn Britse teamgenoot Chris Walker die na een moeizame seizoenstart eindelijk zijn draai lijkt te hebben gevonden op de Kawasaki ZX-10. En dan is er ook nog het Italiaanse wonderkind Michel Fabrizio die in Brno zomaar uit het niets alle gevestigde waarden tot razernij dreef, maar zijn roekeloze risicobereidheid wel beloond zag met twee verdiende podiumscores en een plaats binnen de top tien van het voorlopige tussenklassement!
Het is duidelijk: na een paar penibele crisisjaren waait er opnieuw een frisse wind door het WK Superbike. Met de voltallige terugkeer van alle Japanse fabrikanten, de financiële input van hoofdsponsor Corona en een merkbare stijging van de toeschouwersaantallen is het WK Superbike weer een volwaardig merkenkampioenschap dat met haar unieke formule letterlijk en figuurlijk dicht bij het publiek staat.
Van de zes deelnemende constructeurs zijn er maar liefst vijf terug te vinden in de top tien. En dan te bedenken dat Italiaanse kleppencircus tot voor kort nog als Ducati Clubkampioenschap werd bestempeld... Die denigrerende status is het inmiddels helemaal ontgroeid, want het aantal klantenteams van Ducati is inmiddels op een hand te tellen.
Wat overigens niets verandert aan de nuchtere vaststelling dat het als underdog gestarte Ducati toch weer de beste papieren in huis heeft om zowel met de individuele als met de constructeurstitel aan de haal te gaan. Het Ducati-palmares op Assen staat momenteel op zestien manche-zeges. Wees niet verbaasd als op drie september dat record opnieuw bijgesteld wordt...
VOORBESCHOUWING WK SUPERSPORT
TITELVERDEDIGER SÉBASTIEN CHARPENTIER ONDER DRUK
Na vier afgetekende zeges in het eerste seizoenkwartaal leek Supersport-wereldkampioen Sébastien Charpentier regelrecht op de titelprolongatie af te stevenen. Maar door de bekkenbreuk die de Franse titelverdediger opliep tijdens een bandentest in Brno, is de vijfde opeenvolgende wereldtitel van het WinWin Ten Kate Honda Team behoorlijk onder druk komen te staan.
De afgelopen vier jaar waren we inmiddels zo gewend (en verwend) geraakt aan de verpletterende dominantie van de Ten Kate Honda's, dat het pas nieuws was geweest als ze een keer niét wonnen. Na de opeenvolgende wereldtitels van Fabien Foret, Chris Vermeulen, Karl Muggeridge en Sébastien Charpentier, onstond zelfs de indruk dat zelfs de rijderskeuze bij Ten Kate er nog maar weinig toe deed: winnen deden ze toch. Dacht men. Maar zo vanzelfsprekend is het natuurlijk nooit. Zeker niet in een felbevochten klasse als het WK Supersport, waar bovendien zoveel commerciële belangen mee gemoeid zijn. Toeval of niet: Charpentier was de eerste Ten Kate-wereldkampioen die dit jaar met de felbegeerde nummer één van start ging. Alle andere titelhouders reden het jaar daarop of voor een andere werkgever of promoveerden onmiddellijk door naar het WK Superbike. En uitgerekend nu sloeg het noodlot keihard toe. In het Overijsselse Ten Kate-hoofdkwartier zijn ze al voor minder bijgelovig geworden...
In eerste instantie leek er voor Sebastien Charpentier geen vuiltje aan de lucht: met vier afgetekende overwinningen uit vijf wedstrijden (zelfs na een een bestrafte jumpstart wist hij in Monza alsnog een derde podiumplaats uit het vuur te slepen) stak "Sébas" bijna letterlijk met hoofd en schouders boven de concurrentie uit. Met zijn foutloze, superstrakke rijstijl, zijn ijzersterke conditie (Charpentier trainde tijdens de wintermaanden bijna dagelijks met de Franse wielerprofs) en het bijna arrogante zelfvertrouwen dat bij elke Fransman zowat aangeboren lijkt, veegde hij de vloer aan met zijn tegenstanders. Het zou niet de eerste keer zijn geweest dat bij Ten Kate de grootste tegenstand uit de eigen gelederen kwam, maar direct werd al duidelijk dat Charpentier weinig te vrezen had van zijn Turkse teamgenoot Kenan Sofuoglu. Zijn twee podiumplaatsen waren nauwelijks voldoende om zijn drie nulscores te compenseren, laat staan een bedreiging te vormen voor de souvereine leidersplaats van Charpentier.
Aan dat dominante machtsvertoon kwam echter abrupt een einde toen Charpentier tijdens een bandentest in Brno zwaar ten val kwam. Als gevolg van de blessures die hij daarbij opliep (een bekkenbreuk en een gebroken sleutelbeen) moest de WK-leider knarsetandend de wedstrijd in Misano als toeschouwer uitzitten. En ook zijn veel te vroege heroptreden in Brno bleef beperkt tot een roemloos achterhoedegevecht. Ondanks het aanzienlijke puntverlies in beide wedstrijden wist Charpentier de leiding in het tussenklassement te behouden, als moet hij de leiding nu delen met Yamaha-rijder Kevin Curtain. Daarmee is zijn positie dusdanig verzwakt dat hij zich in de slotfase van het kampioenschap (met nog 4 races te gaan) geen fouten meer kan veroorloven.
Vooral ook omdat zijn naast concurrenten bloed hebben geroken. Door het wegvallen van Charpentier kreeg het Australische Yamaha-duo Kevin Curtain en Broc Parkes (12 punten achterstand) onverwacht weer aansluiting bij de koploper en is het titelgevecht in het WK Supersport opnieuw een open strijd. Wat beslist in het voordeel speelt voor de geblesseerde Charpentier, is de ruime spreiding van de wedstrijdkalender. Na Brands Hatch, waar hij 5e werd, had de Ten Kate Honda-coureur een maand de tijd om te recupereren van zijn blessures en zijn conditionele achterstand weer op peil te brengen voordat hij naar het vernieuwde TT Circuit Assen komt.
Tot nu toe was de titelgevecht in het WK Supersport volledig toegespitst op het constructeursduel tussen de Honda's van het WinWin Ten Kate Team en de beide fabrieks Yamaha's van Yamaha Deutschland. De dominante aanwezigheid van beide merken overschaduwt bijna compleet de inspanningen van de overige teams.
Veneman kent pech en roekeloze collega's
Nadat eind vorig seizoen duidelijk werd dat er in 2006 geen vervolg zou komen op het Supersport-avontuur van Jurgen van den Goorbergh, werd alle hoop gefocust op de prestaties van Barry Veneman die met de financiële en materiële steun van Suzuki Nederland aan zijn tweede volledige WK-campagne in het WK Supersport begon. Met de Noor Kai-Borre Andersen als nieuwe teamgenoot en Pioneer als nieuwe teamsponsor waren de verwachtingen voor 2006 hooggespannen. Gezien de progressie die hij op de door Mark Hoegee geprepareerde GSX-R600 vorig seizoen demonstreerde, was Venemans doelstelling - een top-tien klassering in het WK Supersport - dit jaar beslist een haalbare doelstelling. Helaas werden de ambities van de 28-jarige Dalfsenaar van meet af aan gedwarsboomd door onvoorstelbare pech en crashes die meestal door het roekeloze gedrag van andere coureurs werden veroorzaakt. De schamele WK-punten die hij tot nu toe nog maar wist te scoren staan geenszins in verhouding tot zijn potentiële capaciteiten. Voor Barry Veneman is de thuiswedstrijd in Assen meer dan ooit van cruciaal belang voor de contractuele onderhandelingen met Suzuki Japan voor 2007.
Veel minder mentale druk is er voor Arie Vos die als vrijgevochten satelliet-coureur van het officiële Ten Kate Honda volledig zijn eigen koers mag varen. Na zijn indrukwekkende ONK-prestaties in zowel de 600- als de 1000cc-klasse kan Vos de internationale confrontatie van 3 september met vertrouwen tegemoet zien. Tijdens de twee voorgaande wildcard-deelnames excelleerde de Brabander reeds met ijzersterke top-tien klasseringen. Als hij die stijgende lijn dit jaar weet door te zetten zit er met een beetje geluk misschien zelfs wel een podiumplaats in! Tijdens de EK Supersport race op 2e Paasdag in Assen zegevierde Vos al, net als bijna alle andere ONK-races op nieuw Assen. Hij reed er dit jaar op de 4.555 meter lange baan veruit de meeste races en behoort daardoor met Veneman tot de Nederlandse favorieten, samen met Joan Veijer.
16 Nederlanders azen op dagsucces
De vloeiende bochtencombinaties van het TT Circuit Assen vergen veel circuitkennis, vooral het vernieuwde gedeelte in de Noordlus. En op dat gebied hebben de Nederlandse coureurs toch wel een klein voordeel ten opzichte van hun concurrenten. In de Superbike treffen we één Nederlander met een wildcard, Harry van Beek (Wezep). Barry Veneman (Dalfsen) en teammaat Kai Borre Andersen zullen als vaste WK-deelnemers de Suzuki honneurs waarnemen in het WK Supersport, met daarnaast de wildcards voor Arie Vos (Oss) en Joan Veijer (Staphorst), die het tijdens de EK Supersport-race op 2e Paasdag heel goed deden met een 1e en 2e plaats. In de FIM Superstock 1000 Cup zien we ook David Johnson (Australië) en Jarno van der Marel ('s Gravenzande) aan de start en in de EK Superstock 600 Ronald te Braake (Nijeveen), Sam van Rens (Venlo), Nigel Walraven (Vuren) en Marcel van Nieuwenhuizen (Hierden). De andere permanente Nederlandse deelnemers in de EK Superstock klasse zijn Roy ten Napel (Ermelo) en Lennart van Houwelingen (Hardinxveld Giessendam). In totaal krijgen 11 Nederlandse talenten een wildcard, naast de vier vaste deelnemers van eigen bodem die meerdere races voor het wereldkampioenschap aandoen. In het WK Zijspan treffen we vader en zoon Martien en Tonnie van Gils, de gebroeders Steenbergen en Jan Bevers, die de Nederlandse driekleur hoog zullen houden.
****************
Persinfo n.a.v. persconferentie WK Superbike - TT Circuit Assen 1-2-3 sept.