Vlaamse Overheid
Subsidies erosiebestrijdingsmaatregelen gemeenten
Op initiatief van Kris PEETERS, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur keurde de Vlaamse Regering vandaag een besluit goed tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001 betreffende de subsidiëring van de kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen van gemeenten. Door deze wijziging kan een gemeente ook een subsidie krijgen voor erosiebestrijdingswerken op het grondgebied van een aanpalende gemeente. Dit heeft als doel de gemeentegrensoverschrijdende aanpak van erosiebestrijding te vereenvoudigen en te stimuleren.
Kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen zijn brongericht. Ze focussen op het afremmen of opvangen van het oppervlakkig afstromend water op de percelen enerzijds of zo snel mogelijk na het verlaten van de percelen anderzijds. Er worden bij voorkeur maatregelen genomen binnen talrijke kleine, hoog gelegen knelpuntgebieden, om te voorkomen dat de erosie in één groot knelpuntgebied een grote omvang kan krijgen. Per knelpuntgebied volstaan vaak maatregelen op het grondgebied van één gemeente.
Soms is een gemeentegrensoverschrijdende aanpak nodig. Meestal gaat het daarbij om situaties waarin één gemeente de off-site effecten van bodemerosie ondervindt, terwijl het knelpuntgebied zich in min of meerdere mate op het grondgebied van een andere gemeente situeert. Om de erosie brongericht aan te pakken zijn dan erosiebestrijdingswerken nodig op het grondgebied van de hoger gelegen gemeente.
In een aantal gevallen pakken aanpalende gemeenten specifieke erosieprobleempunten gezamenlijk aan, waarbij elke gemeente haar deel van de erosiebestrijdingswerken uitvoert. Op basis van het Erosiebesluit kan dan elke gemeente 75% subsidie krijgen voor de erosiebestrijdingswerken op haar grondgebied.
In sommige gevallen verkiezen twee aanpalende gemeenten om het volledige dossier door één gemeente te laten uitvoeren, meestal de lager gelegen gemeente. Soms gebeurt dit om de administratieve werklast te beperken, soms ook omdat slechts één gemeente de resterende 25% van de kosten wil ten laste nemen. Aangezien formeel elke gemeente voor haar grondgebied een subsidieaanvraag moet indienen, moeten daarvoor dan ad hoc regelingen getroffen worden tussen de twee betrokken gemeenten.
De bedoeling van de aanpassing van het Erosiebesluit is de aanpak van gemeentegrensoverschrijdende erosieprobleempunten te vereenvoudigen en te stimuleren.
Door de wijziging van het besluit kan de gemeente ook een subsidie krijgen voor erosiebestrijdingswerken op het grondgebied van een aanpalende gemeente. In de praktijk geven de meeste gemeenten de hoogste prioriteit aan erosiebestrijdingswerken voor probleempunten waar ze zelf off-site effecten ondervinden.
Om te vermijden dat een gemeente - met een subsidie van het Vlaamse Gewest - op eigen initiatief erosiebestrijdingswerken zou uitvoeren op het grondgebied van een aanpalende gemeente, blijft elke gemeente voor haar eigen grondgebied bevoegd om een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan op te maken. De betrokken gemeente, kan dus enkel een subsidie krijgen als de gemeente op wiens grondgebied de erosiebestrijdingswerken worden uitgevoerd, de werken heeft beschreven in haar goedgekeurd gemeentelijk erosiebestrijdingsplan.
"Erosieproblemen moeten worden opgelost. De gemeente die dit op zich neemt, moet ten volle worden gesteund", besluit minister Peeters.
Voor meer informatie kunt u terecht bij:
Dhr. Luc De Seranno, woordvoerder van minister Peeters
Tel.: 02 552 66 00
Gsm: 0477 38 23 37
E-mail: persdienst.peeters@vlaanderen.be
Lees meer op: http://www.vlaanderen.be/servlet/Satellite?cid=1157083229490&pagename=nieuwsberichten%2FNB_Nieuwsbericht%2FNieuwsbericht