Buisleidingen plaatsen gemeenten voor dilemma

Vng

De VNG wil dat staatssecretaris Van Geel met spoed de regelgeving omtrent aardgasbuisleidingen actualiseert en maatregelen neemt voor sanering. Aardgasbuisleidingen vormen een groter risico voor omwonenden dan tot voor kort werd aangenomen. Dat blijkt uit een onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Momenteel geldt de Circulaire Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen uit 1984 die een veiligheidsafstand tot 50 meter hanteert. Binnen deze afstand mogen geen nieuwe woningen worden gebouwd. Het RIVM adviseert gemeenten echter om een afstand aan te houden die oploopt tot 275 meter. Als je beide zijden van de buisleiding bij elkaar optelt, levert dat stroken van 550 meter op.

Gemeenten staan voor een lastig dilemma. Als ze de circulaire volgen, stellen ze hun burgers willens en wetens bloot aan te hoge risico s. Als ze het advies van het RIVM opvolgen, moeten ze de bouwplannen opschorten en valt de bouwproductie stil. Beide opties zijn voor gemeenten onaanvaardbaar.

De VNG vindt het ongewenst om in Nederland gebieden van 550 meter te bestemmen tot een planologisch niemandsland en wil dat de leidingbeheerder snel saneringsmaatregelen neemt om onveilige situaties aan te pakken. De VNG verzoekt de Tweede Kamer om er bij de staatssecretaris op aan te dringen dat hij met spoed een pakket aan saneringsmaatregelen opstelt. Voorbeelden hiervan zijn: het dieper leggen van de leiding of het afdekken met betonplaten.

De leidingbeheerder moet instaan voor veilige buisleidingen. De kosten voor het transporteren van aardgas zijn inclusief de kosten voor het nemen van maatregelen, opgelegd door nieuwe risico-inzichten. Deze kosten mogen niet afgewenteld worden op gemeenten die zich aan de wettelijke regels hebben gehouden.

Den Haag, 1 september 2006