Ingezonden persbericht


Mensen komen sneller terecht bij fysiotherapeut

In 2005 had 39% van de mensen die naar de fysiotherapeut gingen korter dan een maand last van hun klachten. In 2002 was dat zo'n 35%.

Dit blijkt uit de jaar- en trendcijfers van de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ) over 2005. LIPZ verzamelt en analyseert sinds 2001 landelijke, representatieve gegevens over fysiotherapie en over oefentherapie Cesar en oefentherapie Mensendieck. Op www.nivel.nl/lipz staan de nieuwste cijfers, die van 2005. Met ingang van 2006 worden door LiPZ ook gegevens over diëtisten verzameld.

Uit de LiPZ-jaarcijfers blijkt ook dat cliënten van oefentherapeuten Cesar vaker verwezen zijn door een medisch specialist. In 2002 was dat 10%, in 2005 was het 14%. Oefentherapeuten Mensendieck behandelden volgens LiPZ in 2005 7% van hun cliënten bij die cliënten thuis, omdat de cliënt niet mobiel genoeg was om naar de praktijk te komen. In 2002 was dat zo'n 4%.

De LiPZ-cijfers hebben betrekking op:


* de patiënt (wat weten wij van patiënten die een fysiotherapeut, oefentherapeut Cesar of oefentherapeut Mensendieck bezoeken?);
* de verwijzing (wie verwijzen de patiënten naar een fysiotherapeut, oefentherapeut Cesar of oefentherapeut Mensendieck en met welke diagnose?)
* het gezondheidsprobleem (hoe lang heeft de patiënt al klachten en heeft deze patiënt al eerder dezelfde klachten gehad?);
* de behandeling (welke behandeldoelen worden er gesteld; waaruit bestaat de behandeling; hoeveel behandelingen zijn er nodig en waar vinden die plaats?)
* de evaluatie (waarom wordt de behandeling gestopt en wat is het resultaat?).

De LiPZ jaarcijfers voor 2005 worden uitsluitend via internet gepubliceerd. Een jaarrapport wordt voor 2005 niet op papier uitgebracht.