Ministerie jus
http://www.justitie.nl
Wim van der Weegen
070 370 7953
4850
31.08.06
Procedures militair strafprocesrecht aanzienlijk verbeterd
De procedures voor de vervolging van Nederlandse militairen die tijdens militaire
operaties in het buitenland worden verdacht van het plegen van strafbare feiten, zijn de
afgelopen tijd aanzienlijk verbeterd. Dat concludeert de Commissie evaluatie toepassing
militair strafprocesrecht bij uitzendingen. Het rapport van de Commissie is vandaag door
commissievoorzitter Borghouts aan de ministers van Justitie en Defensie aangeboden. Uit
het rapport blijkt dat de procedures van het huidige stelsel van strafvordering in
militaire zaken op een aantal punten kunnen worden verbeterd.
De Commissie is naar aanleiding van een motie van de kamerleden Van Baalen en Eijsink door
de ministers van Justitie en Defensie ingesteld om te onderzoeken in hoeverre de geldende
procedures van het huidige stelsel van militair strafprocesrecht en de toepassing daarvan
bij operaties van Nederlandse militairen in risicogebieden, voldoen. Directe aanleiding
voor instelling van de Commissie onder voorzitterschap van commissaris van de Koningin
mr. H.C.J.L. Borghouts was de maatschappelijke en politieke onvrede over de vervolging
van de sergeant-majoor Eric O.
Tijdens de 14 internationale militaire operaties waaraan Nederlandse militairen de
afgelopen vijf jaar hebben deelgenomen, is een aantal militairen verdacht van het plegen
van strafbare feiten. In een aantal gevallen heeft dit tot een strafzaak geleid. De
Commissie constateert dat het strafrechtelijk onderzoek en de daarop volgende vervolging
en berechting in veruit de meeste gevallen zonder problemen is verlopen. In een beperkt
aantal zaken hebben zich echter knelpunten voorgedaan. Uit het onderzoek van de Commissie
blijkt dat de geconstateerde knelpunten voornamelijk voortkomen uit het ontbreken van een
aantal (formeel vastgelegde) procedures en een goede afstemming tussen de bij de
strafvordering in militaire zaken betrokken organisaties: Defensie, het Openbaar
Ministerie en de Koninklijke Marechaussee.
De Commissie heeft ook gekeken naar het wettelijk kader waarbinnen de strafvordering in
militaire zaken plaatsvindt. In dit verband is aandacht besteed aan de juridische status
van geweldsinstructies (de Rules of engagement, de aide-mémoire en instructiekaart
geweldgebruik). De Commissie meent dat het huidige stelsel voldoende rechtsbescherming
biedt aan de militair die stelt conform zijn geweldsinstructies te hebben gehandeld.
Niettemin acht de Commissie het, vanuit de gedachte dat de individuele militair een zo
groot mogelijke rechtszekerheid dient te worden geboden, wenselijk dat in een op de
huidige en toekomstige vormen van operationele inzet van Nederlandse militairen
toegesneden specifieke wettelijke bepaling wordt voorzien. In dit verband verdient het
aanbeveling om het toepassingsbereik van de specifiek op militairen gerichte
strafuitsluitingsgrond genoemd in artikel 38 Wetboek van Militair Strafrecht te
verruimen.
De Commissie constateert dat er de afgelopen jaren door Defensie, het Openbaar Ministerie
en de Koninklijke Marechaussee veel maatregelen zijn genomen en investeringen zijn gedaan
om de procedures en de toepassing daarvan te verbeteren. Zo is door de Koninklijke
Marechaussee het district Landelijke en Buitenlandse Eenheden opgericht om de kwaliteit
van zowel de militaire politietaak als militaire basisvaardigheden te verbeteren. Het
Openbaar Ministerie heeft de kennis en kunde in militaire zaken vergroot door het
opstellen van een uitgebreid plan van aanpak en het afleggen van werkbezoeken aan
operatiegebieden door officieren van Justitie. Tenslotte is door het ministerie van
Defensie de Militair Juridische Dienst Krijgsmacht opgericht met als doel het
kennisniveau van militair juristen die in het operatiegebied als juridisch adviseur van
de commandant optreden te verhogen.
In aanvulling op de geconstateerde verbeteringen doet de Commissie in totaal 22
aanbevelingen, gegroepeerd rond vijf thema's: het wettelijk kader, procedures, toepassing
procedures, kennis en kunde en communicatie en cultuur. De belangrijkste aanbevelingen
zijn:
Geformaliseerd dient te worden dat de commandant van de militair in het
opsporingsonderzoek als getuige wordt gehoord indien, gedurende een militaire operatie,
een militair handelingen heeft verricht die een vermoeden van een ernstig strafbaar feit
opleveren.
Geformaliseerd dient te worden dat de officier van Justitie overlegt met de commandant van
de militair, voorafgaand aan het besluit een van een strafbaar feit verdachte militair
naar Nederland over te laten brengen. Zonodig bespreekt de hoofdofficier van Justitie de
terugkeer met de directeur Operaties bij de commandant der Strijdkrachten.
In het vervolgingsbeleid - dat in overleg tussen het Openbaar Ministerie en Defensie tot
stand komt - terzake geweldgebruik tijdens militaire operaties, wordt de
strafuitsluitende werking van geweldsinstructies opgenomen als grond om van vervolging af
te zien.
Door de wetgever wordt onderzocht op welke wijze - in aanvulling op het bestaande
wettelijk kader - kan worden voorzien in een op de huidige en toekomstige vormen van
inzet van Nederlandse militairen toegesneden wettelijke bepaling waarin de legitimatie
van geweldgebruik conform de geweldsinstructies wordt opgenomen.
De taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en opleidings- en ervaringseisen van de
Verbindingsofficier voor de Krijgsmacht dienen door Defensie en de hoofdofficier te
Arnhem te worden geëvalueerd.
Defensie, het Openbaar Ministerie en de Koninklijke Marechaussee dienen een protocol op te
stellen met betrekking tot het informeren van de pers en het publiek over
publiciteitsgevoelige incidenten.
Het begrip bij militairen voor de uitvoering door de Koninklijke Marechaussee van de
militaire politietaak dient te worden vergroot.
Tot slot beveelt de Commissie aan twee jaar na invoering van de aanbevelingen een
evaluatie te doen uitvoeren die tot doel heeft vast te stellen op welke wijze invulling
is gegeven aan de aanbevelingen en wat daarvan de effecten zijn geweest.
-----------------------