Gemeente Asten
31-08-2006
Startnotitie MEROS gepresenteerd
Op dinsdag 29 augustus jl is de Startnotitie MER (Milieu Effect
Rapportage) voor het Oostelijk deel van de Stedelijke Regio
gepresenteerd (MEROS). Deze startnotitie zal de komende maand aan de
commissies en raden van de gemeenten Asten, Geldrop - Mierlo ,Helmond,
Laarbeek en Someren worden voorgelegd.
Historie
In het door de Regioraad vastgestelde en door Gedeputeerde Staten
goedgekeurde Regionaal Structuurplan regio Eindhoven (RSP) resp.
Uitwerkingsplan Zuidoost-Brabant (UP), zijn de gebieden Lungendonk en
Diesdonk als de beoogde uitbreidingsgebieden van Helmond aangewezen.
Helmond dient volgens het provinciaal en regionaal beleid namelijk een
groot deel van de regionale opgave voor woningbouw en bedrijventerrein
te realiseren. Tevens is in het uitvoeringsprogramma van het RSP/UP
het uit te voeren project "MER-studie Diesdonk/Lungendonk" met de
volgende omschrijving opgenomen: "In de MER-studie Diesdonk/Lungendonk
wordt de (on)geschiktheid van de eventuele omvang van Diesdonk en
Lungendonk als bedrijventerrein of woningbouwlocatie in afweging
gebracht met overige locaties in het Helmondse deel van de stedelijke
regio".
Aangezien het Helmondse deel van de stedelijke regio delen bevat van
het grondgebied van de gemeenten Asten, Geldrop-Mierlo, Helmond,
Laarbeek en Someren, hebben deze gemeenten het initiatief genomen om
het onderzoeksproject "MER Oostelijk deel van de Stedelijke regio
(MEROS)" gezamenlijk ter hand te nemen. Daarmee wordt uitvoering
gegeven aan het project "MER-studie Diesdonk/Lungendonk" uit het
uitvoeringsprogramma van het RSP/UP
Doel MEROS
Het project MEROS heeft als doel om te komen tot een regionaal
politiek en bestuurlijk breed gedragen locatiekeuze voor de
realisering van de (regionale) verstedelijkingsopgave van Helmond,
gebaseerd op een transparant en zorgvuldig uitgevoerde afweging.
Voordat een locatiekeuze gemaakt kan worden, dient eerst de
MER-procedure te worden doorlopen.
Om het project uit te kunnen voeren is een stuurgroep in het leven
geroepen, waar naast de betrokken gemeenten ook Provincie
Noord-Brabant, SRE en Waterschap Aa en Maas deel van uitmaken.
Concept-Startnotitie
De MER-procedure is in feite opgedeeld in twee hoofdfases. De eerste
fase betreft het opstellen van de startnotitie, waarin door de
initiatiefnemer (lees: de betrokken gemeenten) wordt vastgelegd waarom
en op welke wijze zij het MER-onderzoek wil uitvoeren. De
initiatiefnemer biedt de startnotitie aan aan het Bevoegd Gezag, die
op basis daarvan de richtlijnen voor het MER-onderzoek bepaalt. In
feite wordt daarmee de wijze waarop het MER-onderzoek wordt uitgevoerd
(wat wordt onderzocht en hoe wordt het onderzoek uitgevoerd)
definitief vastgesteld.
Inspraak
In het kader van het opstellen van de richtlijnen vindt een
inspraakprocedure plaats, waarbij de startnotitie ter inzage ligt.
Eenieder kan tijdens de inspraakprocedure zijn/haar zienswijze op het
te verrichten MER-onderzoek kenbaar maken, waaronder de gemeenteraden.
De stuurgroep heeft gemeend dat, voordat zij de startnotitie
definitief vaststelt, eerst de gemeenteraden en/of raadscommissies van
de betrokken gemeenten kenis kunnen nemen van de procedure en hun
opvattingen kunnen weergeven..
Verdere procedure
Medio oktober zal de stuurgroep op basis van de ontvangen reacties
bezien of aanpassing van de concept-startnotitie noodzakelijk is en
vervolgens de startnotitie vaststellen en aanbieden aan het Bevoegd
Gezag (i.c. Gedeputeerde Staten). Daarna zal Bevoegd Gezag de
startnotitie ter inzage leggen en is de gemeenteraad in de gelegenheid
om tijdens de inspraakperiode te reageren.