Socialistische Partij
Ongewenste activiteiten farmaceutische industrie gaan meer aandacht krijgen
30-08-2006 * Minister Hoogervorst onderschrijft een aantal punten uit
de initiatiefnota van de SP over de macht van de farmaceutische
industrie. Dat bleek tijdens het debat 30 augustus over deze nota.
Hoewel de minister er sterk in blijft geloven dat alleen concurrentie
tot innovatie leidt moest hij toegeven dat in deze markt ook grote
onvolkomenheden zitten waar de overheid moet ingrijpen.
Onafhankelijkheid onderzoeker
Om de onafhankelijke positie van wetenschappelijk onderzoekers te
versterken worden de afspraken over publicaties, stopzetten van
onderzoeken en vergoedingen getoetst door de medisch ethische
toetsingscommissies. Behalve de onderzoeksprotocols moeten voortaan
ook de contracten worden overlegd aan de commissies. Indien de
commissie vindt dat er onredelijke beperkingen op het recht op
publicatievrijheid worden gelegd, moet ze het onderzoek afkeuren. Ook
het voorstel om met een jaarlijks overzicht van alle vergoedingen bij
onderzoek te komen, neemt de minister over.
De minister is ook van mening dat alle banden tussen industrie en
onderzoeker transparant moeten zijn. Daar zullen de beroepsbeoefenaars
zelf voor moeten zorgen. Evenals meer aandacht tijdens de opleidingen
voor integriteit. De minister is blij met het advies van de KNAW en
diens oplossing, de wetenschappelijke onafhankelijkheidsverklaring.
Hij zal deze verklaring actief promoten.
Meer onderzoeksprioriteiten
Dat de industrie veel onderzoek laat liggen, vooral onderzoek dat
oncommercieel interessant is, zoals voor ziekten in de derde wereld,
moest Hoogervorst ook toegeven. Hij zag op dit moment geen financiële
mogelijkheden om nog wat extra's te doen.
Kant: "Nu wordt het onderzoek te veel bepaald door de farmaceutische
industrie en richt het zich te veel op registratie van geneesmiddelen
met grote omzet. Er is te weinig innovatie en te weinig onderzoek naar
preventie, effecten van bijvoorbeeld het zorgstelsel of naar
bijwerkingen van geneesmiddelen. Met het geld dat je hier investeert
zou je op den duur ook kosten besparen. Dus ook daarom kortzichtig om
dat niet te doen."
De minister erkende tevens het belang van goede monitoring van
bijwerkingen. Bij verontrustende signalen kan de industrie worden
opgedragen onderzoek te doen.
Geneesmiddelenreclame
Uit de laatste evaluatie van de Inspectie voor Volksgezondheid is
opnieuw duidelijk geworden dat de zelfregulering om ongeoorloofde
agressieve marketing tegen te gaan nog steeds niet goed werkt. Er
vindt geen actieve opsporing plaats, er wordt niet gekeken naar
naleving en zijn er onvoldoende sanctiemogelijkheden. Kant: "In een
gesprek met de Kamercommissie maakte de door de Stichting Code
Geneesmiddelenreclame (CGR) duidelijk dat ze niet bereid zijn tot
actieve opsporing en dat ook niet de mogelijkheden hiertoe hebben.
Datzelfde geldt voor controle op de naleving. Wat wij van ze vragen
kunnen en willen ze dus niet." De minister moest toegeven dat hier een
leemte zit en hij komt binnen zes weken met een voorstel voor een
samenwerkingsovereenkomst tussen CGR en inspectie. Hierin moet dan
geregeld zijn wat de rol van de Inspectie wat betreft actieve
opsporing is.
De CGR bewaakt ook het marketingonderzoek. Hierbij gaat het veelal om
onderzoek dat waarbij artsen worden betaald per voorgeschreven middel.
Dit neponderzoek wordt uitgevoerd om een geneesmiddel in de pen van de
arts te krijgen, en valt dus onder marketing. Deze onderzoeken worden
getoetst door de industrie zelf. Zij hebben hiervoor een interne
procedure die door de CGR moet zijn goedgekeurd. Uit een enquête van
de CGR bleek dat 30% van deze onderzoeken niet aan de criteria voldeed
en aangepast moest worden. De CGR heeft er geen zicht op welke
onderzoeken dit betreft en wat er met de uitkomsten van het
uitgevoerde onderzoek gebeurt. Het verzoek van de SP om de inspectie
hier onderzoek naar te laten doen werd ingewilligd door de minister.
Kant: "Ik ben blij dat er langzaamaan meer scherpte komt in dit debat.
Door de afnemende overheidsfinanciering worden onderzoekers steeds
afhankelijker van financiering door farmaceutische bedrijven. En deze
hebben nu eenmaal, naast gezondheidsbelangen, ook economische
belangen. Vele voorbeelden uit wetenschappelijke tijdschriften maken
duidelijk dat het onderzoek niet altijd onafhankelijk meer is. Daarbij
komt een agressieve beïnvloeding van de voorschrijvende medicus. De
overheid zal stevig moeten ingrijpen om dit in te dammen. Gelukkig
gebeurt dit ook steeds meer."
Zie ook:
* Initiatiefnota Agnes Kant: Perk macht farmaceutische industrie in
* Dossier Farmaceutische Industrie