Ross wil jeugdsportfondsen in grote steden
Persbericht, 30-8-2006
Staatssecretaris Ross van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
trekt de komende drie jaar in totaal bijna negen ton uit voor het
instellen van lokale Jeugdsportfondsen. Dankzij deze fondsen kunnen
kinderen uit kansarme gezinnen lid worden van een sportvereniging.
In de Kamer liet Ross vanmiddag weten dat het geld besteed moet worden
aan het verspreiden van Jeugdsportfondsen in heel Nederland. Ross wil
dat er in 2009 in zoveel mogelijk provincies, grootstedelijke regio's
en grote steden een Jeugdsportfonds is dat op basis van eigen
fondswerving kan voortbestaan. De landelijke stichting Jeugdsportfonds
krijgt tot medio 2009 maximaal 856.257 euro om de doelen te bereiken.
Volgens Ross is de impuls niet is bedoeld om rechtstreeks de bestaande
lokale Jeugdsportfondsen te subsidiëren. `Dat is een lokale
verantwoordelijkheid', aldus Ross.
De lokale Jeugdsportfondsen moeten aansluiten bij de provinciale
jeugdzorg en het preventief jeugdbeleid. Momenteel bestaan er al
lokale Jeugdsportfondsen in de provincies Limburg, Utrecht en
Zuid-Holland en bij de gemeenten Amsterdam/Zaanstad, Tilburg, Alphen
a/d Rijn, Aalsmeer, Den Helder en Den Bosch. Er wordt nu hard gewerkt
aan dergelijke fondsen in Friesland, Groningen en Zeeland, Drenthe en
de gemeenten Zwolle, Almere, Gelderland (Nijmegen, Arnhem Apeldoorn),
Haarlem en Rotterdam.
Ross gaat ervan uit dat dankzij de impuls voor de lokale
Jeugdsportfondsen de sportdeelname van jongeren in
achterstandsituaties gaat groeien. Dit is één van de doelstellingen
uit de Sportnota Tijd voor Sport, die de staatssecretaris vorig jaar
heeft uitgebracht. Een Jeugdsportfonds betaalt de contributie van de
sportclub en sportuitrusting voor kinderen die graag willen sporten
(tot een maximum van 225 euro per kind per jaar), maar van wie de
ouders te weinig geld hebben. De aanvraag voor het geld vindt plaats
via professionals in het onderwijs, de jeugdhulpverlening en
welzijnsinstellingen. Ouders kunnen zelf geen aanvraag indienen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport