30 augustus 2006
GroenLinks heeft met verbazing kennisgenomen van de ingrijpende maatregelen
die minister Maria van der Hoeven voorstelt om de onstuimige groei van het
aantal leerlingen in het speciaal onderwijs tegen te gaan. GroenLinks heeft
vandaag Kamervragen gesteld aan minister Maria van der Hoeven over haar
vergaande, voorgenomen wijziging in haar beleid. Het kabinet Balkenende-III
heeft toegezegd aan de kiezer dat het vlak voor de verkiezingen geen grote
plannen meer door zal voeren of controversiële wetten aan zal nemen. Met het
radicaal omgooien van de financiering van het speciaal onderwijs wordt aan
deze toezegging geen gestand gedaan en dat is voor GroenLinks onacceptabel.
Los van deze onbehoorlijke politieke zet, stelt GroenLinks kritische
vragen bij de voorgestelde oplossing van Van der Hoeven. Het aantal
leerlingen met ernstige gedragsmoeilijkheden is in vijf jaar tijd
vertienvoudigd, een grote stijging. Het is echter maar de vraag of dit
financiële probleem 'opgelost' wordt enkel door strenger te
selecteren. Bovendien heeft de minister zelf ingestemd met de
selectiecriteria voor het 'financiële rugzakje' voor deze kinderen en
liggen slechts financiële redenen ten grondslag aan de wijziging en
niet pedagogische. Bezuinigen op het speciaal onderwijs is goed voor
de portemonnee van de minister, maar pakt waarschijnlijk slecht uit
voor de leerlingen met geestelijke en lichamelijke problemen die
afhankelijk zijn van het rugzakje. Het speciaal onderwijs is niet
gebaat bij het op de valreep doorvoeren van grote bezuinigingen die
tot grote consequenties kunnen leiden.
Paul Jungbluth
Vragen van het lid Jungbluth (Groen Links) aan de minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de voorgenomen maatregelen om
te snijden in de kosten van het speciale onderwijs (De Volkskrant,
'Minister wil groei speciaal onderwijs aanpakken', 30-8-2006 ).
1. Hebt u kennisgenomen van het krantenbericht waarin melding wordt
gemaakt van de maatregelen die u wilt nemen om de groei in het
speciaal onderwijs te beteugelen en zo ja, is die weergave juist?
2. Deelt de minister de mening van GroenLinks dat het besluit om de
financiering en selectie van het speciaal onderwijs ingrijpend te
hervormen niet past bij het afgesproken beleid van dit kabinet om op
terughoudende wijze te regeren en de komende weken geen grote
politieke maatregelen meer te nemen?
3. Hoe wil de minister ervoor zorgen dat er in de toekomst minder
kinderen met gedragsmoeilijkheden komen?
4. Is de minister soms van oordeel dat de groei in aantallen
leerlingen met gedragsmoeilijkheden (mede) het gevolg is van een te
rekkelijke definitie van zulke moeilijkheden en zo ja, waarop baseert
de minister die opvatting?
5. Waar baseert de minister haar voornemen op om geen vast bedrag per
zorgleerling meer uit te keren, maar deze afhankelijk te laten zijn
van de ernst van de situatie van het kind?
6. Deelt de minister de vrees van GroenLinks dat een variabele
financiering per leerling kan leiden tot grote bureaucratie en
wellicht tot ongelijke toekenning van budgetten?
7. Hoe oordeelt de minister over het gevaar dat een differentiële
financiering resulteert in calculerend gedrag bij de diagnostische
organisaties ten koste van de betrokken leerlingen?
8. Is de minister het met GroenLinks eens dat alle leerlingen met
lichamelijke en geestelijke problemen zoveel mogelijk kansen moet
worden geboden op het best passende onderwijs en op de best denkbare
ondersteuning?
9. Zo ja, hoe rijmt de minister haar streven om het aantal kinderen
dat in aanmerking komt voor leerlinggebonden financiering te doen
dalen door herdefiniëring van de diagnose met het recht van
zorgleerlingen om gebruik te kunnen maken van de best denkbare
speciale onderwijsfaciliteiten?
10. Is de minister werkelijk van mening dat de hoge stijging van
kinderen met ernstige gedragsmoeilijkheden - een vertienvoudiging in
vijf jaar tijd- opgelost kan worden door alleen strenger te selecteren
bij de aanvraag van een zorgbudget?
11. Zo ja, op welke wijze gaat de minister deze strengere selectie
vormgeven en op welke criteria is dit gebaseerd?
12. Is de minister bereid om scholen in het regulier onderwijs die hun
zorgstructuur verbeteren en meer zorgleerlingen moeten opnemen naast
hun reguliere taken nog weer extra te financieren voor deze taken,
bovenop eerdere budgetten voor verbetering van de zorg?
13. Zo ja, hoeveel extra budget kunnen scholen tegemoet zien die deze
taak op zich nemen?
14. Zo nee, kan de minister uitleggen hoe scholen het opnemen van meer
zorgleerlingen moeten bolwerken naast hun reguliere taken als daar
geen aanvullende extra financiering tegenover staat?
«
Minister van der Hoeven buiten haar boekje met plannen speciaal onderwijs
GroenLinks