Socialistische Partij
Nederlands hulpgeld ook voor Libanese olieramp
De Nederlandse regering zou snel hulp moeten bieden bij
het opruimen van de olievervuiling voor de Libanese kust die het
gevolg is van bombardementen door Israël. Vanwege de oorlog is er tot
op heden nauwelijks iets aan de milieuschade gedaan. Libanon doet nu
een dringend beroep op de EU-lidstaten om te helpen. Van Velzen:
"Nederland is expert op dit gebied en het is niet meer dan logisch dat
we prioriteit geven aan deze oproep."
Half juli bombardeerde Israël de olieopslagplaats bij Jiyyeh. De
opslagplaats ligt 30 kilometer onder Beirut direct aan de kust. Tussen
de 15 en 30 duizend ton olie is de Middellandse zee ingestroomd. Voor
de Libanese kust ligt een kilometers lange olievlek, vergelijkbaar met
een dikke laag vloeibaar asfalt. De olie is naar de zeebodem gezonken
en verstikt al het leven. Bij stormachtig weer spoelt de olie op de
kust. Zolang er niets gebeurt, verspreidt het oliepakket zich verder
richting Syrië, Turkije en Cyprus. "Het is een ecologische ramp voor
het gebied waar ook de visserij en toeristenindustrie zwaar onder
lijden," zegt Van Velzen. "Voor Nederland een mooie kans om met het
opruimen van de olie de lokale economie weer op gang te brengen, ik
zal minister Bot morgen dan ook voorstellen een bijdrage te leveren."
Nederland draagt voorlopig 6,8 miljoen euro bij aan de wederopbouw in
het kapotgeschoten Libanon. Dit heeft minister Bot van Buitenlandse
Zaken dinsdag aan de Tweede Kamer laten weten. De Nederlandse bijdrage
zal waarschijnlijk verder oplopen, Bot wil ook een bijdrage leveren
aan het verwijderen van ongeëxplodeerde munitie.