Nederland moet met doodstraf bedreigde Palestijnse arts steunen
30 augustus 2006
GroenLinks stelt vragen aan de ministers Bot en Verdonk over de detentie van
Ashraf Jumaa in Libië. Sinds eind januari 1999 zit de Palestijnse arts
Ashraf Jumaa in een Libische cel. Hij zou honderden kinderen opzettelijk
besmet hebben met het HIV-virus. Zijn naaste familie heeft onderdak gekregen
in Nederland. Inmiddels is bekend dat het Libische openbaar ministerie de
doodstraf eist tegen Ashraf. Ook zou de gezondheidstoestand van Ashraf
slecht zijn. Zijn ouders en zusters zijn inmiddels ten einde raad.
GroenLinks wil van de ministers Bot en Verdonk weten welke
diplomatieke acties er zijn ondernomen om Ashraf vrij te krijgen en
naar Nederland over te brengen.
GroenLinks, Den Haag 30 augustus 2006
Femke Halsema
Farah Karimi
Schriftelijke vragen van de leden Halsema en Karimi (beiden
GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor
Vreemdelingenzaken en Integratie over de rechtszaak tegen een
Palestijnse arts in Libië
1. Kent u de berichten over de Libische rechtszaak tegen de
Palestijnse arts Ashraf Jumaa, waarvan zijn naaste familieleden in
Nederland verblijven?
2. Klopt het bericht van advocate Liesbeth Zegveld dat Ashraf Jumaa in
een slechte fysieke conditie verkeert? Kunt u aangeven onder welke
omstandigheden Ashraf Jumaa in Libië gedetineerd is?
3. Wat heeft u tot nu toe in het diplomatieke verkeer met Libië
ondernomen om het lot van Ashraf Jumaa te verbeteren? Heeft u al
pogingen ondernomen om de Libische autoriteiten te bewegen tot
vrijlating van Ashraf Jumaa en om hem naar Nederland over te brengen?
Zo nee, waarom niet?
4. Bent u het met ons eens dat Nederlandse diplomatieke actie dringend
gewenst is gezien het feit dat tegen Ashraf Jumaa de doodstraf wordt
geëist, zijn slechte fysieke toestand en de radeloosheid van zijn in
Nederland verblijvende familieleden?
Den Haag, 30 augustus 2006
«
GroenLinks