Ingezonden persbericht
Ministerie van Buitenlandse Zaken
29-08-2006 | 16:07
Beantwoording vragen over de zorgelijke situatie van vluchtelingen in Libanon
29-08-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Azough en Karimi aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over de zorgelijke situatie van vluchtelingen in Libanon. Deze vragen werden ingezonden op 26 juli 2006 met kenmerk 2050617010.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken en mevrouw Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie op vragen van de leden Azough en Karimi (beiden GroenLinks) over de zorgelijke situatie van vluchtelingen in Libanon.
Vraag 1
Is het waar dat momenteel ruim zeshonderdduizend mensen in Libanon op de vlucht zijn geslagen sinds Israël begon met luchtaanvallen op Libanon?
Antwoord
Volgens schattingen van de Verenigde Naties zijn er door het conflict 900.000 mensen in Libanon op de vlucht geslagen. Een groot deel daarvan is sinds het staakt het vuren van 14 augustus weer naar huis teruggekeerd.
Vraag 2
Bent u het eens met de voorspelling van het Wereldvoedselprogramma (WFP) dat er nog veel meer mensen op de vlucht zullen slaan als de veiligheidssituatie verder verslechtert? Zo ja, vindt u dat de veiligheidssituatie absoluut niet verder mag verslechteren? Welke acties bent u bereid te ondernemen om dit te bewerkstelligen?
Antwoord
WFP spreekt zich niet uit over een toename van het aantal vluchtelingen maar over een toename van het aantal van hen dat in de nabije toekomst afhankelijk zal worden van voedselhulp. Vanzelfsprekend is een verdere verslechtering van de (veiligheids)situatie in Libanon onwenselijk. Nederland en de EU hebben zich daarom de afgelopen periode diplomatiek en humanitair ingezet om deze situatie te keren. De inmiddels aanvaarde veiligheidsraadsresolutie 1701 is de basis voor beëindiging van het wederzijdse geweld en zal moeten leiden tot een duurzame oplossing van het conflict.
Vraag 3
Deelt u de constatering van de heer Egeland, ondersecretaris-generaal van de Verenigde Naties voor humanitaire zaken, dat veiligheid een eerste vereiste voor humanitaire hulpverlening is en dat daarom beide partijen moeten stoppen met de beschietingen? Zo neen, waarom niet?
Vraag 4
Hoe acht u humanitaire hulp mogelijk als de luchtaanvallen ondertussen aanhouden en grote delen van het land nauwelijks meer toegankelijk zijn?
Antwoord
Ik deel de visie van de heer Egeland dat veiligheid voor het uitvoeren van humanitaire hulpverlening essentieel is. Ik heb in een telefoongesprek met mijn Israëlische ambtgenoot, dat plaatsvond voor de inwerkingtreding van het staakt- het- vuren, mijn grote zorg geuit over de verslechterende humanitaire situatie en het belang van goed functionerende humanitaire corridors benadrukt.
Vraag 5
Deelt u de inschatting van de ondersecretaris-generaal van de Verenigde Naties voor humanitaire zaken, dat er op korte termijn 150 miljoen dollar en op lange termijn vele miljarden nodig zullen zijn voor de wederopbouw van Libanon? Hoeveel bent u bereid bij te dragen aan deze wederopbouw?
Antwoord
Vooralsnog richten Nederlandse bijdragen zich op leniging van de humanitaire nood. Een mogelijke Nederlandse bijdrage aan wederopbouw kan pas in overweging genomen worden op het moment dat een definitieve inventarisatie gemaakt kan worden van de omvang van de schade en daarmee van de voor wederopbouw benodigde middelen.
Vraag 6
Welke rol ziet u voor Nederland en voor de Europese Unie in de hulpoperatie en vluchtelingenopvang in Libanon? Is er sprake van een gecoördineerde actie om de vluchtelingen in Libanon op te vangen? Hoe verloopt de coördinatie en invulling van de hulpoperatie?
Antwoord
De Libanese regering (Higher Relief Council) is eerstverantwoordelijke voor de coördinatie van de hulpoperatie en opvang van mensen op de vlucht. De VN ondersteunt de Libanese regering in de coördinatie van de internationale humanitaire hulpverlening. Een VN Flash Appeal van $ 150 miljoen is in samenwerking met de Libanese autoriteiten en voornaamste hulpverleningsorganisaties uitgebracht. Daarbij wordt door de VN een strakke co ördinatie voorgestaan op basis van de zogenaamde clusterbenadering: VN-organisaties nemen - op basis van bestaande afspraken - het voortouw in sectoren waar grote tekorten zijn ontstaan. De EU (ECHO) en Nederland ondersteunen deze benadering door gericht bijdragen ter beschikking te stellen. De internationale hulpverlening aan vluchtelingen en ontheemden verloopt vooralsnog primair via het Internationale Rode Kruis (ICRC), de Libanese Rode Halve Maan en de VN (o.a. UNHCR, UNICEF, UNRWA, WFP).
Vraag 7
Welke bijdrage is de Nederlandse regering bereid te leveren naar aanleiding van het verzoek van de Libanese regering om noodzendingen medicijnen, voorraden, tijdelijke huisvesting en brandweermateriaal?
Antwoord
Nederland heeft een bijdrage van ¤ 2,5 miljoen aan het ICRC emergency appeal overgemaakt en circa ¤ 500.000 ter beschikking gesteld aan het Nederlandse Rode Kruis voor humanitaire hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in Libanon en Libanese vluchtelingen in Syrië via de Palestijnse en Syrische Rode Halve Maan. Aan het VN Flash Appeal voor Libanon is een bedrag ter beschikking gesteld van ¤ 300.000,- voor het Noodhulp Coördinatie Bureau van de VN (OCHA) en van ¤ 1,5 miljoen aan het Wereld Voedsel Programma (WFP) . Daarnaast is er nog ¤ 2 mln. gecommitteerd, eveneens voor het Flash Appeal. De verdeling van dit bedrag zal afhankelijk zijn van het herziene Appeal, dat eind augustus gepresenteerd zal worden.
Een substantiële bijdrage voor het oplossen van het probleem van ongeë xplodeerde munitie is eveneens voorzien.
Nederland is uit overwegingen van effectiviteit en efficiëntie niet voornemens om in bilateraal kader hulpverlening in natura te leveren.
Vraag 8
Is het u bekend hoe groot het aantal Nederlandse Libanezen of in Nederland verblijvende Libanezen is? Klopt de schatting dat er tussen de 2000 en 2500 in Nederland verblijvende Libanezen zijn?
Antwoord
Volgens CBS-gegevens kende Nederland op 1 januari van dit jaar 4648 inwoners van Libanese herkomst. Daarvan hadden er 344 de Libanese nationaliteit.
Vraag 9
Bent u bereid een versnelde noodprocedure op te starten voor Libanese vluchtelingen met naaste familie in Nederland om deze vluchtelingen toe te staan tijdelijk - voor zolang de situatie in Libanon onveilig is - bij hun familieleden in Nederland onderdak te vinden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De volgende maatregel is inmiddels genomen: niet-Nederlandse familieleden, zoals de huwelijkspartner en/of de kinderen van Nederlanders die vanuit Libanon naar Nederland zijn teruggekeerd, hebben - indien nodig - aan de grens een visum voor kort verblijf (15 dagen) gekregen. Indien zij langer dan deze 15 dagen in Nederland wensen te blijven, kunnen hun visa verlengd worden tot maximaal drie maanden. Na die drie maanden zal bezien worden of de situatie in Libanon nog altijd aanleiding geeft om het visum te verlengen. Indien dit het geval is, kunnen de visa territoriaal beperkt verlengd worden met wederom maximaal 3 maanden. Voor beide verlengingen zullen leges worden geheven. Dit geldt tevens voor andere Libanese vreemdelingen die reeds op grond van een visum in Nederland verblijven.
Vraag 10
Bent u bereid te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om vluchtelingen in Libanon met naaste familie in Nederland te ondersteunen en te helpen?
Antwoord
Nederland levert als beschreven onder het antwoord op vraag 6 een bijdrage aan de humanitaire hulpverleningsoperaties in Libanon. Deze zijn gericht op de Libanese burgerbevolking in het algemeen.
Vraag 11
Kunt u garanderen dat de Nederlandse ambassade in Libanon en eventueel de Nederlandse ambassades in omringende landen zeer snel en adequaat reageren op vragen en visumaanvragen van Nederlanders van Libanese afkomst en gevluchte familieleden van Libanese Nederlanders? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke acties bent u van plan te ondernemen om deze garantie invulling te geven?
Antwoord
Ja. Er zijn tijdig adequate maatregelen getroffen voor het verlenen van spoedvisa in situaties als door u geschetst. Zowel de ambassade te Beiroet als de Nederlandse ambassades in de omliggende landen geven hieraan uitvoering.
Vraag 12
Bent u bereid deze vragen binnen één week te beantwoorden?
Antwoord
Beantwoording binnen de gevraagde termijn was niet mogelijk, mede gezien de noodzaak van interdepartementale afstemming van de vragen.