Provincies boos over afschaffen MEP
29 augustus 2006
De colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies Drenthe,
Fryslân, Groningen en Noord-Holland spreken in een brief aan minister
Wijn van Economische Zaken hun boosheid uit over het abrupte
stopzetten van de subsidieregeling Milieukwaliteit
Elektriciteitsproductie (MEP). De colleges wijzen erop dat het
vertrouwen van ondernemers en organisaties die met enthousiasme, inzet
en risico werken aan (de voorbereiding van) duurzame energie
projecten, hierdoor ernstig is geschaad. Dat heeft nadelige gevolgen
voor de ontwikkeling van deze provincies tot een energieregio onder de
vlag van Energy Valley.
Het abrupt stopzetten van de regeling heeft negatieve gevolgen voor
tientallen projecten gericht op biobrandstoffen, biogassen en
windenergie. Veel van die projecten zijn al in een vergevorderd
stadium van voorbereiding. Voor een aantal projecten (bv.
mestvergistingsprojecten) leidt het op nul stellen van de MEP-subsidie
zelfs tot stopzetten van deze projecten. Diverse initiatieven
(bedrijven en particulieren) lijden hierdoor financiële en dus
economische schade.
De colleges vinden de motivatie van het besluit - met de huidige
subsidieaanvragen wordt de doelstelling van 9% duurzame energie in
2010 gehaald - om de MEP te stoppen moeilijk te begrijpen. Eén van de
doelstellingen van de rijksoverheid is juist om samen met
marktpartijen en maatschappelijke organisaties een duurzame
energievoorziening te realiseren binnen 50 jaar. Dat er 9% duurzame
energie is in 2010 zien de colleges als eerste stap naar een duurzame
energievoorziening over 50 jaar. Om de doelstelling voor over 50 jaar
te halen is vertrouwen in de overheid bij initiatiefnemers van
duurzame energieprojecten doorslaggevend. Dat vertrouwen wordt met dit
besluit om zeep geholpen.
De colleges doen een dringend beroep op de minister om het besluit te
heroverwegen en de regeling te handhaven.
29 augustus 2006
Provincie Groningen