De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA1XA
Contactpersoon Uw brief 2050617280
Doorkiesnummer Ons kenmerk ARBO/A&V/2006/67584
Faxnummer Datum 29 augustus 2006
Onderwerp Kamervragen van het lid Kant over privacyschending
door bedrijfsartsen
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de
antwoorden op de Kamervragen van het lid Kant (SP) over schending van privacy van zieke
werknemers door bedrijfsartsen en anderen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ons kenmerk ARBO/A&V/2006/67584
2050617280
Vragen van het lid Kant (SP) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over schending van privacy van zieke werknemers door
bedrijfsartsen en anderen.
(ingezonden 4 augustus 2006)
1
Deelt u het oordeel van het Breed Platform Verzekerden en Werk dat de privacy van zieke
werknemers steeds vaker wordt geschonden?1 Zo neen, waarom niet?
Antwoord 1
Elke klacht over schending van privacy door bedrijfsartsen is uiteraard te betreuren en dient
aanleiding te zijn om te bezien in hoeverre de klacht gerechtvaardigd is en zo ja in welke mate
het om een incident gaat of om een stelselmatig tekortschieten.
Uit het aantal meldingen alleen (volgens het BPV&W: 13 in 2006) kan niet worden afgeleid in
hoeverre de klachten gerechtvaardigd zijn en representatief zijn voor alle bedrijfsartsen. Aan
deze niet representatieve cijfers kan ik dan ook geen algemene conclusies verbinden over het
functioneren van de bedrijfsartsen.
2
Welke waarborgen zijn er dat bedrijfsartsen hun medisch beroepsgeheim toepassen? Op welke
wijze wordt daarop toezicht gehouden? Wat is de rol van de overheid daarbij?
Antwoord 2
Net als alle andere hulpverleners binnen de gezondheidszorg zijn ook bedrijfsartsen gehouden
om al hetgeen zij over hun cliënten vernemen geheim te houden. Verstrekking van medische
gegevens aan derden is alleen toegestaan indien cliënt daarvoor toestemming heeft gegeven, of
de wet daartoe verplicht. Dit is onder meer vastgelegd in de Wet op de geneeskundige
behandelingsovereenkomst (WGBO) welke thans is opgenomen in het Burgerlijk Wetboek
(onder andere in artikel BW 7:457, juncto artikel 7:464), de Wet bescherming
persoonsgegevens en wordt gesanctioneerd door bepalingen in het Wetboek van Strafrecht en
in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Big).
In het Professioneel Statuut van de Bedrijfsarts, dat in 2003 is opgesteld door de Nederlandse
Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde, is uitdrukkelijk opgenomen dat de
1 Trouw, 1 augustus 2006
---
Ons kenmerk ARBO/A&V/2006/67584
bedrijfsarts gehouden is aan wettelijke regelingen, zoals onder andere de WGBO, de Wet Big,
en de geheimhoudingsplicht.
De Inspectie voor de gezondheidszorg kan naar aanleiding van meldingen van patiënten een
onderzoek instellen en eventueel een tuchtprocedure starten.
3
Welke (wettelijke) waarborgen zijn er dat andere betrokkenen bij begeleiding en re-integratie
van zieke werknemers, zoals bijvoorbeeld case-managers, arboverpleegkundigen en
medewerkers van re-integratiebedrijven, vertrouwelijk omgaan met medische informatie en
deze niet tegen de wil van de zieke werknemer overdragen aan werkgevers, het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), verzekeraars en het Centrum voor
Werk en Inkomen (CWI)?
Antwoord 3
De eerstverantwoordelijke hulpverlener bij begeleiding en re-integratie van zieke werknemers,
de bedrijfsarts, dient zorgvuldig met de gegevens van zijn patiënt om te gaan. Hij dient er voor
te waken dat hij alle anderen die bij de re-integratie van de zieke werknemer worden betrokken
(zoals case-managers en arboverpleegkundigen) alleen die gegevens verstrekt, die zij voor hun
werk nodig hebben, voor zover zij daarop ook recht hebben. Hij dient zich ervan te
vergewissen dat deze derden eveneens zorgvuldig met de door hem verstrekte gegevens
omgaan.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg houdt toezicht op de beroepsbeoefenaren die werkzaam
zijn bijvoorbeeld binnen Arbodiensten. Zie voorts het antwoord op vraag 2.
4
Wat kan een werknemer doen als hij of zij erachter komt dat medische informatie tegen zijn of
haar wil in handen is gekomen van een persoon of organisatie?
Antwoord 4
Iedere belanghebbende kan, wanneer hij van oordeel is dat de bedrijfsarts zich niet aan zijn
geheimhoudingsplicht heeft gehouden, hierover een klacht indienen bij de instelling waar de
bedrijfsarts in dienst is en eventueel de kwestie aanhangig maken bij de tuchtrechter. Hij kan
tevens hierover een melding doen aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg; de Inspectie
beoordeelt vervolgens of de kwestie aanleiding geeft tot een nader onderzoek.
Voorts is het mogelijk om over het onrechtmatig verstrekken van persoonsgegevens een klacht
in te dienen bij het College bescherming persoonsgegevens, dat op verzoek van een
belanghebbende een onderzoek daarnaar kan instellen.
5
---
Ons kenmerk ARBO/A&V/2006/67584
Bent u bereid om de Arbeidsinspectie een onderzoek te laten instellen naar de omgang met
medische gegevens door bedrijfsartsen en andere betrokkenen bij ziekteverzuimbegeleiding
die niet zijn gebonden aan het medische beroepsgeheim? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
De Arbeidsinspectie ziet erop toe dat de werkgever zich voor de begeleiding van zieke
werknemers laat bijstaan door een gecertificeerde deskundige, en dat die deskundige deze
bijstand doeltreffend kan uitoefenen. Indien dit niet in orde is, kan de Arbeidsinspectie de
werkgever daarop aanspreken. De Arbeidsinspectie houdt geen toezicht op de inhoudelijke
taakuitoefening door de gecertificeerde bedrijfsarts.
6
Wat is uw oordeel over de druk die bedrijfsartsen op een patiënte hebben uitgeoefend om
bepaalde medicijnen in te nemen, terwijl de huisarts dat afraadde? Bent u van oordeel dat er
sprake is van medewerking aan herstel als het oordeel van de bedrijfsarts niet wordt gevolgd
maar het oordeel van de huisarts wel?
Antwoord 6
Bij ziekte van een werknemer is het in eerste instantie aan de huisarts om te beoordelen welke
therapie c.q. behandeling in aanmerking komt om de genezing te bevorderen. Voor de patiënt
ligt het voor de hand om het advies van de huisarts te volgen. De bedrijfsarts heeft niet tot taak
om als huisarts te functioneren; hij is deskundig op het vlak van het beoordelen van
draagkracht en functioneren van een (zieke) werknemer binnen de betrokken organisatie.
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid