Klimaatopwarming bedreigt vlinders door koeler microklimaat
De vlinderstichting
Dat het niet gaat goed met de vlinders in Noordwest-Europa, is al langer bekend. Dat
klimaatopwarming een extra bedreiging vormt is nieuw. Toch is dat de boodschap van een
recent verschenen artikel in het gezaghebbende tijdschrift Global Change Biology,
geschreven door twee medewerkers van De Vlinderstichting.
Omdat dagvlinders warmtebehoevende dieren zijn, wordt veelal gedacht dat het warmer
wordende klimaat voor deze groep gunstig zou zijn. Maar een grootschalige opwarming van
het klimaat hoeft nog niet parallel te lopen met een opwarming van het klimaat van de
kleine plekjes waar de rupsen van dagvlinders zich ontwikkelen, het microklimaat. In het
artikel wordt de stelling onderbouwd dat het microklimaat in het voorjaar nu juist
afkoelt doordat het groeiseizoen steeds eerder begint en de rupsen niet meer kunnen
profiteren van het warme microklimaat op afgestorven planten en kale plekken.
Wanneer dit het geval is, hebben juist de soorten die zich in het voorjaar moeten
ontwikkelen sterker te lijden onder klimaatopwarming. Dit blijkt bij analyse van twee
datasets ook inderdaad het geval te zijn. Op Nederlandse schaal zijn soorten die als ei
of rups overwinteren sinds 1992 met 63% in aantal afgenomen, terwijl soorten die als pop
of vlinder overwinteren, en die in het voorjaar dus klaar zijn om uit te vliegen, geen
trend vertonen. Op Europese schaal worden nog meer patronen zichtbaar. In negen landen
van het gematigde Europa, van Wit-Rusland tot Ierland, krimpt ook het areaal van de
ei-rupsoverwinteraars vaker dan dat van de pop-vlinderoverwinteraars. De kans op
achteruitgang is sterker in een warmer voorjaarsklimaat en dit effect wordt versterkt
door bemesting met stikstof. De neerslag van stikstof verhoogt namelijk de plantengroei
en zorgt via een gesloten groen plantendek voor een koeler microklimaat.
In Nederland hebben de vlinders dus pech: we hebben hier een vrij warm klimaat in het
voorjaar en de hoogste stikstofdepositie in Europa. Door actief beleid is de uitstoot van
stikstof sinds 1985 weliswaar flink afgenomen, maar juist sindsdien is het klimaat
opgewarmd, zodat de vlinders daarmee weinig zijn opgeschoten.
Al met al belicht dit onderzoek een nieuw en onverwacht aspect van klimaatverandering. De
uitkomsten zullen door nader onderzoek moeten worden onderbouwd, maar de boodschap voor
het beleid is duidelijk: het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en
meststoffen verdient de hoogste prioriteit. Beheerders van natuurgebieden wordt
aanbevolen om extra aandacht te schenken aan het behoud en het herstel van de thans
bedreigde schrale graslanden, en daar zullen naast vlinderaars ook andere
natuurliefhebbers het ongetwijfeld mee eens zijn!
Voor de redactie:
Nadere informatie:
dr. Michiel Wallis de Vries (michiel.wallisdevries@vlinderstichting.nl) of
drs. Chris van Swaay (chris.vanswaay@vlinderstichting.nl)
Telefoon: 0317 467346
Er zijn fotos beschikbaar van argusvlinder en veldparelmoervlinder voor kosteloze
plaatsing bij dit persbericht. Tevens is een grafiek verkrijgbaar van de verschillen in
opwarming van de luchttemperatuur vergeleken met de opwarming bij strooisel, groen
plantenmateriaal en rupsen van de veldparelmoervlinder.
Artikel:
WallisDeVries, M.F. & C.A.M. Van Swaay, 2006.
Global warming and excess nitrogen may induce butterfly decline by microclamatic cooling.
Global Change Biology (2006) 12, 1620-1626.