Gemeente Utrecht

Gemeente Utrecht: vragen van de heer M.D. van den Tooren en mevrouw G.A. Oskam

(vragen binnengekomen op 11 augustus 2006
en antwoorden van het college verzonden op 29 augustus 2006

Zaterdag 5 augustus 2006 werd het pand aan de Vismarkt 4 voor zover de SP en D66 kan nagaan voor de derde keer in 15 jaar tijd gekraakt. Om vervolgens op woensdag 9 augustus 2006 weer door de politie ontruimd te worden. Het brand- en instortingsgevaar maakt een verder verblijf onverantwoord, aldus de politie. De SP heeft een dezer dagen een kijkje in het pand genomen en kan zich na rondleiding van een van de krakers iets bij de verontrustheid van de politie voorstellen. Echter, de krakers hadden ook een afspraak met Dienst Stadsontwikkeling en de brandweer dat de krakers tot en met zondag 13 augustus in het pand mochten blijven. Na deze ontruiming en in het verlengde van en aanvulling op de eerder door D66 gestelde schriftelijke vragen, hebben de SP en D66 de volgende vragen.


1. Het lijkt onomstreden dat de afspraak onder ander behelsde dat de krakers tot en met zondag 13 augustus in het pand mochten blijven, maar hoe luidde de afspraak met de krakers exact? En welke partijen waren daarbij betrokken?

De afdeling Bouwbeheer en de Brandweer hebben een gesprek gehad met de krakers. Gelet op de intentie van de krakers (statement maken) is gekeken onder welke voorwaarden personen in het konden verblijven tot zondag zonder dat daar een acuut onveilige situatie zou ontstaan. De afspraak is gemaakt dat maximaal 2 personen in het pand mochten verblijven, dat de verdiepingen niet betreden mochten worden en dat de stempels van de achtergevel niet beroerd mochten worden, want het pand was zeer onveilig. Dit alles onder voorbehoud dat er bestuurlijke instemming zou zijn met deze afspraak.


2. Wat is er voorgevallen na het maken van deze afspraak, dat heeft geleid tot ontruiming van het pand en daarmee het breken van de afspraak?

Er is overleg geweest tussen de risicomanager van de afdeling Bouwbeheer en het hoofd bestuurszaken, die in contact stond met de loco-burgemeester. Bestuurlijk is geoordeeld dat er geen ruimte was om personen in het pand te laten verblijven terwijl het pand bouwkundig niet als veilig te bestempelen is. Daarna is het pand ontruimd.


3. Wie heeft opdracht gegeven tot de ontruiming?

De afdeling Bouwbeheer en de Brandweer hebben de krakers medegedeeld dat de onder voorbehoud gemaakte afspraak verviel en dat de krakers het pand om veiligheidsredenen moesten verlaten. Toen de krakers hieraan geen gehoor gaven zijn zij door de politie aangehouden.


4. Als het pand brand- en instortingsgevaarlijk is, betekent dat logischerwijze ook dat belendende panden en voorbijgangers risico's lopen. Welke maatregelen worden er genomen om het brand- en instortingsgevaar van het pand te verhelpen? Wat de SP en D66 betreft worden die maatregelen vandaag nog getroffen. Aan welke termijn denkt het college? Is het college het met de SP en D66 eens dat de eigenaar zijn verantwoordelijkheid moet nemen en de noodzakelijke maatregelen op zeer korte termijn moet (laten) treffen? Heeft het college er vertrouwen in dat de eigenaar na afloop van de bouwvakvakantie het pand wel op korte termijn in een goede staat kan laten terugkeren? Zo ja, waar baseert de gemeente dat vertrouwen op?

Het pand is op dit moment niet brand- en instortingsgevaarlijk. Als er geen mensen in het pand verblijven, is er geen gevaar. Het pand is gestut met stempels. Het verwijderen van de stempels levert het gevaar op. De vereiste maatregelen zijn dus al genomen. Sinds 2 augustus 2006 heeft het pand een nieuwe eigenaar. Wij hebben er vertrouwen in dat deze nieuwe eigenaar met grote spoed het pand zal renoveren. Dit is gebaseerd op toezeggingen van de nieuwe eigenaar.


5. Behoort het tot de mogelijkheden tot onteigening van het pand over te gaan indien de eigenaar het brand- en instortingsgevaar niet kan of wil verhelpen? Zo nee, welke maatregelen behoren dan wel tot het repertoire? Zo ja, hoe ver moet het komen eer de gemeente inzake Vismarkt 4 haar verantwoordelijkheid jegens de eigenaar neemt?

Ja, bij achterstallig onderhoud behoort het tot de mogelijkheden om tot onteigening over te gaan. Wij hebben er vertrouwen in dat de nieuwe eigenaar het pand voortvarend zal opknappen en wij zien op dit moment voor de gemeente nog geen aanleiding om op te treden.


6. Is het college met de SP en D66 van mening dat het een slechte zaak is dat het pand, zeker gezien de ligging in de binnenstad, al zo lang leegstaat?

Ja.


7. Gaat het college bevorderen dat het betreffende pand weer snel bewoond of anderszins gebruikt kan worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe? En wat vindt de gemeente een redelijke termijn?

Ja.

Er is van onze kant druk gezet op de nieuwe eigenaar om voortvarend de bouwwerkzaamheden af te ronden. Voor een dergelijk bouwproces is tussen de 9 en 12 maanden een redelijke termijn. Echter dit is geheel afhankelijk van de staat van het pand. Ondanks de erbarmelijke staat waarin het pand zich bevindt, probeert de eigenaar het pand nog sneller op te leveren.