Ingezonden persbericht
van solidariteit met en steun van Israël en het
Israëlische
recht op zelfverdediging in de strijd tegen terrorisme
Mime-Version: 1.0
28-08-2006 | 15:57
Beantwoording vragen van lid Wilders over het uitspreken van solidariteit met en steun van Israël en het Israëlische recht op zelfverdediging in de strijd tegen terrorisme
28-08-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Wilders over het uitspreken van solidariteit met en steun aan Isra ël en het Israëlische recht op zelfverdediging in de strijd tegen terrorisme. Deze vragen werden ingezonden op 19 juli 2006 met kenmerk 2050616720.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Wilders (GroepWilders) inzake het uitspreken van solidariteit met en steun aan Israël en het Israëlische recht op zelfverdediging in de strijd tegen terrorisme.
Vraag 1
Deelt u de mening dat een Midden-Oosten dat is ontdaan van terrorisme en terroristische organisaties zoals Hamas in de Palestijnse Gebieden en Hezbollah in Libanon, niet alleen de stabiliteit van het Midden-Oosten ten goede komt maar ook een direct veiligheidsbelang van Europa is?
Vraag 2
Deelt u de mening dat het kidnappen van Israëlische soldaten, zoals gedaan door terroristen in de Palestijnse Gebieden en Hezbollah in Libanon, een onaanvaardbare terroristische daad is? Deelt u voorts de mening dat het zeer kwalijk is dat het Libanese leger de afgelopen jaren heeft nagelaten zijn rol in Zuid-Libanon te vervullen, waardoor Hezbollah daar vrij spel heeft gekregen, Israëlische soldaten heeft kunnen ontvoeren en raketten heeft kunnen afvuren die inmiddels ook Israëlische steden als Haifa en Tiberias hebben bereikt? Waarom zwijgt u hierover?
Vraag 3
Deelt u de mening dat Israël het volste recht heeft zichzelf te verdedigen tegen terroristische daden zoals het ontvoeren van soldaten? Deelt u ook de mening dat het in het kader van de strijd tegen het islamitisch terrorisme van groot belang is dat organisaties als Hezbollah en Hamas worden ontwapend en ook van het politieke toneel verdwijnen? Wat is de precieze rol van Iran als het gaat om ideologische en militaire steun aan Hezbollah en haar leider Sayyed Hassan Nasrallah in Libanon?
Vraag 4
Bent u bereid onmiddellijk publiekelijk namens de Nederlandse regering politieke steun aan - en solidariteit met - Israël en de Israëlische strijd tegen het terrorisme in de Palestijnse Gebieden en Libanon uit te spreken? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Terroristische aanvallen van organisaties als Hamas en Hezbollah vormen in eerste instantie een bedreiging voor de stabiliteit en veiligheid in het Midden-Oosten. Voortdurende onveiligheid en instabiliteit in die regio zal uiteindelijk echter ook effecten hebben op aangrenzende regio's, waaronder Europa.
Israël heeft het recht zich tegen terroristische aanvallen te verdedigen. Zowel Nederland als de Europese Unie heeft zich in dit verband in duidelijke termen uitgesproken. De ontvoering van de Israëlische soldaten en de raketaanvallen op Israël door Hamas en Hezbollah zijn ten stelligste veroordeeld en er is onvoorwaardelijke vrijlating van de ontvoerde militairen en beë indiging van de raketbeschietingen op Israël geëist. Bij het uitoefenen van het recht op zelfverdediging is uiteraard wel van belang dat het internationale recht gerespecteerd wordt. In dit verband zijn met name proportionaliteit en terughoudendheid van belang.
De EU heeft voorts, onder meer in de RAZEB-verklaringen van 17 juli en 1 augustus jl., de Libanese regering opgeroepen om zijn soevereiniteit over het gehele Libanese grondgebied te doen gelden en al het mogelijke te doen om aanvallen van Hezbollah op Israël te voorkomen. Bovendien heeft de EU benadrukt dat VN-Veiligheidsraad resoluties 1559 en 1680 volledig geïmplementeerd dienen te worden, inclusief de bepaling dat alle milities in Libanon ontwapend en ontmanteld moeten worden. De regering verwelkomt daarom de bevestiging van deze elementen in resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad.
Voor duurzame vrede in het Midden-Oosten is het van belang dat alle betrokken partijen hun invloed op constructieve wijze aanwenden. Dit geldt nadrukkelijk ook voor Syrië en Iran. Deze landen hebben immers aanzienlijke invloed op organisaties als Hezbollah (Iran) en Hamas (Syrië), al is niet altijd even duidelijk aantoonbaar in welke vorm deze invloed zich doet gelden. In een telefonisch onderhoud met mijn Syrische collega heb ik gevraagd deze invloed positief aan te wenden en deze conflicten tot een vreedzaam einde te helpen brengen.
Subject was: Kamerstuk: Beantwoording vragen van lid Wilders over het uitspreken